Globalisering of kolonisering?

Lieve Allemaal,

Ubud is, ook buiten ‘seizoen’, vol toeristen. Overvol. Het type toerist is de laatste jaren veranderd. Oudemannetjesgezeur over hoe geweldig het vroeger was weggefilterd blijft staan dat de geinteresseerde, respectvolle reiziger intussen tot een minderheid behoort. Teveel gasten, vaak uiterst jong, beschouwen verkeersregels – elke regel eigenlijk – als een grapje en, daar lijkt het toch echt op, Balinezen als mensen van een mindere soort. (Recent gasten die naar de autoriteiten stapten om het gekraai van hanen in hun woonomgeving te verbieden. Bezwaar verontwaardigd afgewezen.) Gastheer gedegradeerd tot (goedkoop) personeel. Bizarre files, overlast, incidenten bij tempels, halfnaakte motorrijders, geirriteerde Balinezen en (bijna)ongelukken door gasten die een motor denken te kunnen besturen horen er intussen bij. 

Onder expats zijn er nogal wat die op illegale manier verdiensten genereren en op die manier Balinezen inkomenskansen ontnemen. Tegelijk vliegen de berichten om je oren over hebzuchtige Balinezen die nu al met € 160,– in de maand  – 48 urige werkweek – niet meer tevreden zijn. En dan zijn er de buitenlanders die hier een zaak opzetten, profiteren van het inderdaad zeer lage minimumloon en de vriendelijke (of dociele?) houding van de Balinezen om vervolgens de winsten mee naar huis te nemen.

Ik dacht dat de politie de instructie heeft het allemaal maar te laten gaan – alles voor de toeristdollar – maar de laatste dagen volgen op protesten op o.a. Social Media toch steeds vaker acties tegen en deportaties van overtreders. Razzia en deportatie, voor ons ongelukkige woorden maar hier gebruikt zonder de connotaties die wij dan hebben. 

Er lijkt een nieuwe wind te gaan waaien. Gisteren het nieuws dat de gouverneur van Bali Oekraïners en Russen in het vervolg wil weren. Hij gaat daar niet over en beide nationaliteiten zouden hier heel goed kunnen komen om Putin en z’n oorlog te ontvluchten maar toch. Er is een plan dat toeristen verbiedt, nu heel gebruikelijk, een motor te huren zonder een rijbewijs. Protesten tegen toeristen, het tekent een sfeer. Begrijpelijk allemaal hoewel ‘Bali’ zelf ook schuldig is, ook voor Balinezen lijken verkeersregels op z’n best een suggestie hoe je het zou kunnen doen. 

Vorige week ‘PARQ’ bezocht, een Russisch soort van nederzetting hier bij het dorp. 250 appartementen, winkels, restaurants en een gigagroot zwembad. Alles uitsluitend aangegeven in de Russische taal. Verderop in Bali wordt gewerkt aan een soortgelijk project. De infrastructuur is volstrekt niet berekend op alle ontwikkelingen, planning ontbreekt. De kleine minderheid van Balinezen die flink aan dit alles verdient is tegelijk de groep die de macht heeft. Iets met geschiedenis en herhaling. Globalisering of kolonisering?  

Toerisme en zakelijke belangstelling van buiten zijn een giftige inkomensbron geworden. Terugverlangen naar hoe het eens was is natuurlijk onzin, leven is veranderen en zo geweldig was het allemaal niet ‘vroeger’. Ik zou wel wensen dat Bali dat veranderen vanuit eigen cultuur en in eigen tempo kon doen. Misschien wel zonder disco’s, McDonalds, Starbucks, bungee jumpen, pretparken en onttakeling van de leefomgeving; zonder types die Balinezen maken tot de mindere op hun eigen eiland. 

Daar denk ik dan over, ook in de wetenschap dat ik door hier te wonen in zekere zin deel ben van het probleem. En ik heb geen oplossing. Dat de wal het schip wel zal keren geloof ik niet meer. De prijzen van vliegtickets schieten omhoog maar de vliegtuigen zitten voller dan ooit. Hoe leer je bezoekers beschaving?  

Zoef de hond wordt, net als ikzelf, oud. Was eerder het voorzichtig oppakken van zijn riem voldoende om hem te doen komen aanrennen, nu komt hij pas na fors zwaaien met de riem en roepen en roepen… De blauwe glans in zijn ogen blijkt gelukkig geen staar. Nog een foutje van de schepping. De lens in het oog van een hond blijft zijn leven lang groeien, het oog zelf groeit niet mee en dus wordt de lens tot steeds compacter gedrukt. Dat veroorzaakt dan een blauwe glans. Geen probleem, wel heeft hij er de pest in want Doni is in Lampung en hoewel ik getolereerd word, zelfs wel aardig gevonden, is Doni zijn grote liefde. Morgen komt het weer goed, dan is Doni weer thuis. Met ons gaat het prima. Leuke visite vanuit Nederland, mooie gesprekken, het regenseizoen lijkt haast voorbij. Eind april naar Nederland en de VS en zelfs Zuid-Afrika. Het is een boeiend jaar. 

Veel liefs, Frank

Voornemens

Een klein bericht in de krant over nieuwe regels van de Italiaanse overheid. “Ngo-boten die migranten in nood oppikken op zee moeten direct naar een haven varen. Een kapitein die zoekt naar mogelijke andere schipbreukelingen krijgt een boete van € 50.000,–. Bij herhaling is hij zijn schip kwijt.” Het staat er gewoon: bij vermoeden van mensen in nood verboden actie te ondernemen.

Lieve Allemaal,

De eerste weken van het nieuwe jaar zijn intussen al voorbij, wat laat dus maar van harte wens ik iedereen een mooi en betekenisvol jaar toe. Het afgelopen jaar eindigde voor ons met goed nieuws en wat gedoe. Dat malle plan waarbij pensionado’s € 130.000,– vast moesten zetten zolang ze in Indonesië zijn is van de baan. ‘We kijken er later nog eens naar’ zegt de overheid. Ik denk dat ze bedoelen: ‘Het was een uiterst dom plan maar dat gaan we niet toegeven’. Minder aardig was dat ik een flinke val maakte. Voor ons huis loopt een klein slootje, daarom is er naar de ingang van onze tuin een bruggetje. ’s Avonds thuisgekomen, Zoef stond al enthousiast achter de poort te wachten. Doni ging als eerste naar binnen en terwijl ik op het bruggetjes stond – brug een beetje glad en mijn slippers intussen vrijwel zonder profiel – wilde Zoef tegen me opspringen. Mijn mooie nieuwe witte broek! Ik bewoog iets naar achteren, gleed uit en viel in de sloot, hoofd met een klap tegen de muur. Bril weg, alleen wat resten teruggevonden. Flinke hoofdwond, shirt en broek behoorlijk rood. Intussen genezen, alleen aan mijn nek nog wat (lichte) klachten. Oh ja, en vandaag viel mijn reservebril spontaan uit elkaar.

In het nieuwe jaar ook goed nieuws, ik ben vanaf nu in het nationale ‘ziekenfonds’ verzekerd. Alles gedekt, geen eigen risico en de premie is € 9,50 per maand. Eat that NL! Een beetje meer gedoe/bureaucratie hoor ik, maar dat is het waard. De verzekering die ik had kostte € 220,– en dekte alleen opname in een ziekenhuis. Verder hebben we het huis laten schilderen – vernissen eigenlijk –  en een aantal planken laten vervangen. Houtworm is nooit leuk, met een houten huis is het ronduit bedreigend. Vandaar. Prima werkers, alles klaar en hoewel het voor Indonesië een flink bedrag kostte is het, vergeleken met bijvoorbeeld Nederland, een absoluut schijntje. En het huis ziet er weer prachtig uit.

De wereld niet. Positieve ontwikkelingen – ze zijn er gelukkig ook – worden ruim ‘gecompenseerd’ met verschrikkelijkheid en ik vraag me af wat de volgende generaties te wachten staat. Ik ben er niet positief over. Mijn goede voornemen voor het nieuwe jaar is ‘blijven proberen een verschil te maken’. Kleine kerst, klein jaarplan, kleine goedheid; meer zit er voor mij gewoon niet in. Frustrerend is dat zij die op posities zitten waar verdergaande actie wel een optie is dat nogal eens nalaten. “Wij” hebben ze daar gekozen, hoog tijd ook in ons stemgedrag de kracht van ‘het kleine’ te onderkennen.  

Data vieren of gedenken, waarom eigenlijk? We worden elke dag een dag ouder, kennen elkaar elke dag een dag langer en die gebeurtenis is elke dag een dag langer geleden. En toch, al die data zitten in mijn hoofd en geven, al naar gelang, een warm, blij, triest of (soms) boos gevoel. Mijlpalen en piketpaaltjes die het leven overzichtelijk houden?

Dertien januari is de dag dat Doni en ik elkaar, 17 jaar geleden in Jakarta, ontmoetten. Het is ook de dag dat Emmanuel en ik, 19 jaar terug in Stellenbosch, ringen kochten. Afgelopen vrijdag, de 13de, zijn we om het te vieren goed uit eten geweest. Mét een wat melancholieke ondertoon vanwege die andere dag. Op de drieentwintigste van deze maand ligt ook die gruwelijke gebeurtenis al weer 18 jaar achter. Ik koop bloemen, luister een requiem* en probeer blij te zijn met wat is.** Nog een voornemen om het jaar goed mee door te komen.  

Lieve groet, Frank

* Het requim van Preisner is een aanrader.

** Ja tante de Haan, ik tel ze. Niet elke dag geef ik toe, maar wel vaak. 

Een kleine kerst

Kerst is in aantocht al zijn de voortekenen in Bali gering. De kassier bij de supermarkt en de jongens in de slagerij dragen een rode puntmuts met witte pompon en in de Mall staat een plastic kerstboom met veelkleurige knipperlichtjes en schretmuziek; dat is het zo ongeveer. Hier geen donkere dagen voor kerstmis, geen gang langs mooie etalages in versierde straten, geen boom en geen cadeaus. Geen guur weer ook, het is dertig graden en het voelt warmer. Doni vertrok zaterdag voor twee weken naar Lampung; moslims kennen Jezus als Isa maar kerst heeft voor hen geen betekenis. 

Het wordt een kleine kerst.

De geboorte van het licht vieren in een wereld waarin een lichtpuntje vooral opvalt door het overweldigend donker; het is een lange reis naar dat visioen van vrede en welbehagen in alle mensen. En wij zijn reisgenoot op een miniem stukje van dat traject, ons aandeel in die Odyssee van nu naar de vervulling van die droom is gering. En toch: elke stap, elk lichtje telt en niemand kan worden gemist.

Laat het maar een kleine kerst zijn, met kleine goedheden, elke dag. Ik wens iedereen mooie dagen, een feest met licht voor ieder die je liefhebt of die je zomaar, toevallig tegenkomt, waar dan ook. Ik wens je waardevolle dagen en een prachtig nieuw jaar toe.

Met een lieve groet, Frank

Europa en nog zo wat

Lieve Allemaal,

Naar Nederland. Goed plan, fout plan. Ik vertrok op de dag dat de G20 in Bali begon. Putin kwam niet maar genoeg dubieuze types op bezoek, ik mis dus niets. Het vliegveld was niet het fort dat ik verwachtte, redelijk probleemloos door het verkeer en inchecken ging soepel, Wachten op vertrek duurde nog wel even, de KLM vond dat we er vier uur van tevoren moesten zijn en als je dan in een kwartier klaar bent… En Nederland is het koud, net als Zwitserland en Duitsland. Goed plan, slecht plan.

Op een morgen miste het zwembad heel veel water en de pomp werkte niet meer. Een dag voordat duidelijk werd dat de zwembadmeneer een verkeerde schakelaar had aangezet. Sorry, dat was de back-wash, had ik uit moeten zetten. Een dag lang denk ik dan; hoe moet dat, hoeveel gaat dit kosten? De website bleek opeens verdwenen. Misschien een foute update dacht de provider. Alles weg. Dankzij de Indonesische maker van de site die alles nog ergens op een harde schijf had is het opgelost. Dat duurde wel een dikke week, een dikke week lang denk ik dan: hoe moet dat, hoeveel gaat dit kosten? Ik ga maar niet uitleggen hoe het is met een hoofdpijntje, een hoest of ander lichamelijk ongemak. Dat duurt soms meer dan een week en ik heb best wel een rijke fantasie.

Volgens Doni is het probleem van de meeste Indonesiërs, inclusief hemzelf, dat rekenen met de (nabije) toekomst wordt nagelaten. Hij noemt het een Indonesische ziekte. Over dat niet altijd vooruitkijken naar straks, morgen en verder, heeft hij wel een punt is mijn ervaring. Niet altijd verstandig, vaak kun je met een beetje vooruitdenken ongewenste gevolgen zien aankomen en voorkomen. Of het een ziekte genoemd kan worden is de vraag. Niet altijd verstandig impliceert ook: niet altijd onverstandig. Ergens tussen de dominante cultuur in Indonesië en die waar ik mee rondloop moet een luwte bestaan waar onbekommerd en zorgelijk ‘komt wel goed’ en ‘ja maar wat als…’, in evenwicht zijn. Ergens… Ik zou daar wel heen willen.

Speciaal nu allerlei zorgwekkende geluiden van de overheid komen met betrekking tot gepensioneerden die hier wonen. Alles van tevoren goed onderzocht, over de jaren meer dan € 10.000,– uitgegeven aan verblijfsvergunningen en sinds drie maanden een Kitap voor levenslang, een permanente verblijfstitel voor altijd! Met dik € 4.000,– kosten de duurste stap maar de rust van geen gedoe meer is het waard. Wás het waard. Het nieuws is dat houders van een Kitap, zoals ik dus, over moeten naar een ‘tweede huis visum’ en daar zit een probleempje. Voor een tweede huis visum moet je € 130.000,– vast zetten op een Indonesische staatsbank en daar mag je dan zolang je in Indonesië woont niet aankomen. Wie heeft € 130.000,– en kan het zich permitteren die vast te zetten tot na vertrek uit Indonesië? (Duidelijk wanneer pensionado’s in principe gaan vertrekken uit het land.) Een totaal onrealistische eis van de overheid maar daarmee niet zomaar van tafel. Het is afwachten hoe dit verder gaat. Het betreft vele duizenden, waarschijnlijk tienduizenden pensionado’s die hun hele hebben en houden hier hebben geïnvesteerd in huis en anderszins en veelal geen weg terug naar ‘eigen’ land hebben. Moeilijk te geloven dat de overheid hier al die mensen het ongeluk injaagt maar dan … Ik probeer een beetje Indonesische ziekte.

Het (trein)reizen door Europa is alweer klaar, nog een paar dagen en ik mag naar huis. Een workshop in Zwitserland en in Duitsland; prima ervaring en goed om de aow bij te spijkeren. Bij vrienden en familie langs; warme ontmoetingen, goed voor het gemoed. Reizen per trein; goed voor het milieu, slecht voor het humeur. Vier internationale treinreizen, twee keer vier uur vertraging, één keer 2 uur en één keer overstappen in een bus. Ook de Deutsche Bundesbahn zet bussen in. Zijn dat uw problemen? Valt wel mee dus.

Veel liefs, Frank

Gedoe

Lieve Allemaal,

Griep en druk, heel druk. Kokosnoten die op het dak vielen waardoor pannen vervangen moeten worden, de deuren in ons houten huis sluiten slecht of niet door alle vochtigheid, de deurpost van de achterdeur is verrot merkten we toen de deur er spontaan uitviel. Een kokokan (soort witte reiger) vreet onze visvijver leeg; een plan is gewenst. Ach gut, zijn dat uw problemen? Valt wel mee natuurlijk maar gedoe. Projectjes afmaken voor het nieuwe E-boek, teksten schrijven, fotograferen; het is eindelijk klaar. Nu hopen dat het verkoopt. Intussen bleef het schrijven van een blog maar liggen. Ik denk wel aan jullie hoor maar ik kwam er gewoon niet aan toe.

Het regent in Bali, het regenseizoen is dit jaar vroeg en extreem hevig begonnen. Het komt met bakken naar beneden, elke dag. En ik – is een afwijking – word er bloednerveus en ongerust van. Ook vandaag staat de tuin weer volledig onder water. Klein bier hoor, het is elders op het eiland veel erger. Landverschuivingen, gebouwen die instorten, wegen niet meer toegankelijk, motorfietsen die wegspoelen, auto’s die door de modderstromen niet meer voor- of achteruit kunnen. Het meest trieste beeld vond ik nog de crematie processie die in slagregens voortploeterde door de modder en nauwelijks vooruitkwam. Zo de laatste eer bewijzen, dat is hard.  

Die regen is er (en er komt nog veel meer aan is de voorspelling), kan niemand iets aan doen. De drukte door de aanzwellende stroom toeristen idem en dat is goed voor de wankele economie op het eiland.  Door een gebrek aan planning en visie – geen waterafvoer, bebouwing waar dat onverantwoord is, geen enkele handhaving van de (verkeers)regels die er wel zijn, bestemmingsplannen onbekend of op z’n best een grapje – loopt het intussen behoorlijk uit de hand. De gouverneur van Bali stelt de vele verkeersopstoppingen een teken zijn van veel toeristen, helemaal prima dus. Er mág van hem niet geklaagd worden. De droom van elke bestuurder: klagen gewoon verbieden. Drukte ontstaat door veel verkeer – goed. Chaos door wanbestuur – niet zo goed. Als gast in dit land moet ik inderdaad mijn mond houden maar joh, als ik Balinees was…

Afgelopen week kwam Doni terug uit Lampung. Op het laatste moment werd zijn vlucht gecanceld en dan beland je in een ‘zoek het maar uit’ situatie. Na veel telefoneren kon de vlucht gewijzigd worden, er moest wel Rp 25.000,– (nog geen € 2,–) per direct betaald worden. ‘Ok, hoe moeten we betalen?’ Weer een paar uur aan de telefoon en op de email, tientallen vragen beantwoord, geen antwoord gekregen. En toen kwam een mail dat de boeking voor de gewijzigde vlucht vervallen was. Niet op tijd betaald, eigen schuld of zo. Heel veel is anders in dit land maar de kafkaëske toestanden in contacten met grote organisaties zijn precies als overal.  Het is uiteindelijk goed gekomen doordat Doni rechtstreeks naar de balie van de luchtvaartmaatschappij is gegaan. ’s Avonds heel laat kwam hij thuis.

In november reis ik naar Europa. Les geven in Duitsland en waarschijnlijk Zwitserland en heel even, een paar dagen maar, in Nederland. Ik zie ernaar uit en ik zie er tegenop. Even van Bali weg is wel gezond, vrienden weer zien is fijn, die lange (en dure) vlucht en twee drukke workshops is een prijs die dan betaald moet worden. Misschien tot spoedig.

Lieve groet, Frank

Voor wie van opera houdt een tip. Bruno de Sá vertolkt de mooiste Orpheus die ik ooit zag en hoorde. Tientallen keren beluisterd, dat is ook een afwijking geef ik toe.   https://www.youtube.com/watch?v=HzfqD5dRbgc

Daar denk ik dan over.

Lieve Allemaal,

Daarnet een aardbeving. Het went niet. Het hele huis staat te schudden, wij rennen naar buiten om, als de boel omvalt of instort, veilig te zijn. Het grasveldje voor het huis golft onder onze voeten, de poort helt over en bomen zwiepen heen en weer. Voor een minuut of twee is de aarde, onze moeder aarde, een dreigende vreemde. Dan is het over. Honden stoppen met blaffen, vogels zingen, de zon schijnt nog steeds. Wat blijft is het weten deel te zijn van een onbegrepen geheel.

Recent zag ik een met de microscoop genomen foto van een daas. Een schepsel met onaangename kantjes dat, in vergelijking met een mens, pietluttig klein en onbeduidend is. Intussen: mogelijk zijn er 150 miljard sterrenstelsels met elk zo’n 100 miljard sterren waarbij elke ster gemiddeld bijna 2 planeten om zich heen heeft cirkelen. Hallo rekenwonder, roept u maar. Van al die planeten is de aarde er één. Nasa toont een beeld van 13 miljard lichtjaren geleden. Ja hoor, zo’n daas is echt lachwekkend klein.

Een daas.

Ik vind het lastig te geloven dat de aarde van al die planeten – ik laat al die nullen even weg – de enige plaats is waar leven is. Moeilijk aan te nemen dat niet ergens in die eindeloosheid leven is dat het triest makende egocentrisme en de kleinzieligheid die een permanente bedreiging vormen voor het voortbestaan van onze beschaving niet ver achter zich heeft gelaten. Of het tegenovergestelde, het kan ook erger al is dat soms moeilijk voor te stellen. Maar ook, kijkend naar alles wonderbaarlijk in onze wereld – zie die daas hierboven – lijkt het haast onmogelijk dat er, waar dan ook, een herhaling in enige vorm bestaat. Geen idee dus, deel van een onbegrepen geheel. Maar wel een deel. Jalāl al-Dīn Muḥammad Rūmī schreef in de dertiende eeuw: ‘Jij bent geen druppel in de oceaan, je bent de hele oceaan in een druppel’. Zou je oceaan kunnen vervangen door universum? Het houdt me bezig. Sluimerende gedachten, weer klaarwakker geschud door een aardbeving. In een paar minuten wordt mijn beeld over m’n plaats op deze aarde opnieuw scherp gekaderd. Deel zijn van iets waarvan de grootsheid mijn voorstellingsvermogen ver overstijgt maar ook eenzame gast op een aardbol die mensen niet nodig heeft. Eenzaam, toch veilig geborgen in de omarming van de grootsheid waarvan ik deel ben. Ik ben niets, ik ben alles. In ons lichaam doen acht biljoen rode bloedlichaampjes hun werk. Niet één die zich klein voelt, geen waant zich belangrijker dan de ander. Ze doen hun werk. Daar denk ik dan over. 

De slijpmachine werkte niet meer. Een elektricien kwam en stelde vast dat de ‘inverter’ (???) kapot was. Niet meer te repareren. Een probleem want dat ding is ingebouwd en het nieuwe model is groter, past niet. Met moeite een tweedehands apparaat kunnen kopen (€ 200,–) maar, helaas, na één keer gebruiken ook kapot. In Nederland was nog een bedrijf dat het oude model op voorraad had dus, toen ik daar was, heb ik dat gekocht. € 300,–. Mijn vertrouwen in de elektricien was intussen niet groot meer. Via de fabrikant van de machine vond ik een ander. Het nieuwe apparaat is ingebouwd, de oude is ook helemaal is orde, net als de tweedehandse. Een ‘switch’ van € 12,– en de boel was opgelost. Iemand in voor een ‘inverter’ tegen een nette prijs? Zal wel niet al zou het welkom zijn. Niets te klagen hier hoor maar dat het allemaal wat lastiger wordt is wel duidelijk. De euro is opeens, met dank vooral aan mijnheer Putin, een 15% minder waard en ook in Indonesië slaat inflatie met zo’n 10% toe. Niet alles kan meer zeggen we dan maar… moest dat dan, alles?   

Een dikke veertig jaar geleden kochten we het goedkoopst mogelijke ticket naar Indonesië. Een stoptrein door de lucht, meer dan dertig uur onderweg, het kostte fl. 2200,– en dat zou in huidig geld gerekend zo’n € 2600,– zijn. Ik heb nogal eens geklaagd over tickets die steeds goedkoper werden. Een verstopt Schiphol nog de minst schadelijke bijwerking van een industrie die hard meewerkt aan het om zeep helpen van het milieu. Voor een paar tientjes naar Barcelona; te aantrekkelijk om te laten lopen maar intussen… Voor € 800,– op en neer naar Bali, zelfde verhaal. Gisteren ontdekte ik dat een ticket naar Nederland intussen zo’n € 2500,– kost. Ben ik er blij mee? Nou… uuuhhh…   

Lieve groet, Frank

Consuminderen?

Lieve Allemaal,

Ik schrijf deze blog vanaf eiland Sabatha; het huis staat alweer in één grote plas water. Het is het droge seizoen maar dat is te bestemder plaatse nog niet doorgedrongen; elke dag plensbuiten en voor de komende week ziet het er niet beter uit. Mijn regel ‘als het regent ga ik gewoon niet’ heb ik op moeten geven en met een paraplu op de motor… Niet dat het een lolletje is in Ubud te rijden. Eenrichtingsverkeer blijkt een grapje, waar parkeren verboden is staan dubbel en driedubbel geparkeerde voertuigen plus een bende scooters op het trottoir terwijl massa’s motorfietsen zich door massieve files wringen waarbij onduidelijk is wie het er slechter vanaf brengen, de Balinezen of de toeristen. Gelijk spel denk ik.

Bali aanraden als vakantiebestemming? Nee, hoewel er een nieuwe generatie toeristen lijkt te zijn – van die gasten die niet zonder dikke motorfiets en machogedrag kunnen – die het prima vindt. Verder veel nieuwe kolonialen die, eigen belangrijkheid over- en Indonesiërs onderschattend, hier hun fortuin denken te kunnen maken. Via illegale of half legale (da’s ook illegaal) constructies trekken ze delen van de lokale economie naar zich toe. Met tegenzin geef ik toe dat het sommigen nog lukt ook. Er is ruimte voor. In de euforie van ‘er zijn weer toeristen’ zijn alle plannen om Bali tot een kwaliteitsbestemming te maken vergeten en visa voor wie betaalt eenvoudig te verkrijgen. Hoe meer mensen hoe liever en regels handhaven doen we niet. Doni en ik houden het wel uit hier – een plezierig huis en een mooie omgeving – alleen Ubud moet zoveel als maar kan vermeden worden. We rijden er graag een paar kilometer voor om. Het ‘pittoreske kunstenaarsdorpje Ubud’ bestaat al lang niet meer en grenzen aan de groei is een onbekende kreet.

Voor Indonesië niet helemaal onbegrijpelijk. Vijftig jaar geleden kwam het rapport van de club van Rome uit. Grenzen aan de groei. Het heeft niet veel indruk gemaakt. De wereld gebruikt gemiddeld 1,65 maal per jaar dat wat de aarde kan leveren. Indonesië gebruikt 1,04 aarde, Nederland heeft 3,45 aarde nodig,  de VS kan niet zonder 5. Indonesië praktisch op de grens van wat kan, vooral landen in Afrika met een verbruik ver onder de 1 zorgen voor het, nog steeds schokkende, gemiddelde. En overal willen mensen ook wel een koelkast, en een auto, en een computer, en AC, en en en. ‘Even voor de helderheid,’ schrijft de auteur van een artikel in het NRC, ‘we hebben één aarde’.

Leegstromende kerken hebben we in Bali niet. Nou ja, leegstromende tempels dan. Gisteren na alle files (grumble, grumble) nog een keer in een file verzeild geraakt waar meer dan een uur nul beweging in zat. Een ceremonie met een optocht van vele honderden mensen. Motor uit, stilstaan en kijken; in de file staan werd voor even nog leuk ook. Tientallen muziekgroepen, vrouwen met torenhoge offers op het hoofd, beelden die meegedragen werden, mensen die gewoon meeliepen; iedereen in fantastische, traditionele kleding. Vooral viel op dat verreweg de meeste deelnemers jong waren. Of dat met diepgevoelde religiositeit te maken heeft betwijfel ik. Adat (hoe we het altijd gedaan hebben) plus de sociale controle houden de zaken in toom. Of dat gunstig is valt te bezien, te grote volgzaamheid kan vooruitgang behoorlijk in de weg zitten. Een vooruitgang die ook op het ‘eiland van de goden’ vooralsnog helaas alleen lijkt te bestaan uit meer groei en meer consumptie. Dat dan weer wel.

Lieve groet,  Frank.   

Ilham uit Lampung haalde zijn toelatingsexamen voor het openbaar voortgezet onderwijs met een prima score. Gunstig voor Ilham én voor zijn ouders want een openbare school is gratis. Ik stuurde wat geld zodat hij wat voor zichzelf uit kon zoeken. Dat deed hij: hij koos met het hele gezin eten bij MacDonalds. 

50 jaar?

Lieve Allemaal,

Een speciale dag, ik was jarig. Letterlijk honderden e-mails, telefoontjes, berichtjes en whatsapp’jes, maakten de dag extra bijzonder. Veel reden om dankbaar te zijn hoewel er ook de verdenking is van een grote kalenderzwendel. Overleg met het jongetje binnenin bevestigt dat het niet kán kloppen; dat zeventig bedoelen we dan. Maar, ik ben blij en dankbaar met een nieuw jaar en ga mijn best doen er iets moois van te maken. Nogmaals, veel dank voor alle lieve wensen.

Oud worden in Bali is zo slecht nog niet. Heine schijnt gezegd te hebben dat hij, als de wereld ten onder ging, in Nederland ging wonen want daar gebeurde alles vijftig jaar later. Heine kende Bali niet en tijden zijn veranderd maar het zal hier nog wel even duren voor de ergste verschrikkelijkheid toeslaat… hoop ik.  Op tv zie ik een programma over robots die in de zorg ingezet zouden moeten worden. Een ontwikkeling die aan het begin staat, in Nederland vooralsnog alleen een bolle doos op wielen met lampoogjes en pathetisch zwaaiende ‘armpjes’ die liedjes met bejaarden zingt en ze met ingeblikt begrip tot gymnastiekoefeningen aanzet. In Japan een proef met een robot die aan stervensbegeleiding doet. Bij gebrek aan familie en vrienden wrijft een metalen tentakel met een zacht padje dan over je arm terwijl je dood ligt te gaan. ‘Rustig maar, ik ben bij je.’ Mag je een robot doodmaken en kan je dat dan nog?

Nederland is een geweldig land en heel veel is heel goed geregeld, tot een niveau waar Indonesië nog lang niet aan toe is. En toch is het hier, met een financiële positie van AOW en een beetje, goed toeven. Mooi weer, prachtige natuur en aardige mensen. Hulp nodig, desnoods klokje rond? Dat kan ik betalen. Medische zorg kent (voor mij) geen wachtlijsten, en een loodgieter of elektricien is snel gevonden al laat de kwaliteit dan meestal weer wel te wensen over. Veel gaat dus soepeler, heel veel is zeer slecht of niet geregeld, alleen ben ik in de bevoorrechte positie daar geen last van te hebben. Een beetje zoals het is voor veel mensen in Nederland: de ellende van decennia neoliberale politiek gaat aan ze voorbij. Verreweg de meeste Indonesiërs hebben die last wel; zowel ‘daar’ als ‘hier’ vraag ik me af of en wanneer echte veranderingen ingezet gaan worden.  

’s Avonds eet ik in een klein restaurantje verderop. Doni is in Lampung dus het is de hond en ik. Een lange bank voor mij alleen en het is wat druk met gasten. Een man wil erbij komen zitten, ik vind het prima. Hij vraagt allerlei, vertelt zelf uit Rusland te komen en de laatste twee jaar op Bali te hebben gewoond – vastgezeten door de pandemie en nu weer door de problemen in Rusland en Amerika. ‘Amerika, wat dacht je van Oekraïne? Daar zijn de echte problemen lijkt me,’ antwoord ik. ‘Dat is Rusland’, antwoord hij gedecideerd. Mijn tegenwerping dat het een onafhankelijk land is wordt weggewuifd, Oekraïne is gewoon Rusland en de Russen jagen alleen even de nazi’s het land uit, heeft niets met oorlog van doen. Zeker na een lang gesprek die middag met iemand die is gevlucht uit Oekraïne, zeker na de dagelijkse beelden van de verschrikkingen daar in de media, valt het niet goed. Twee jaar is hij in Bali, alle mogelijkheden zich ongefilterd, vrij van fascistenpropaganda te informeren en dan deze gotspe. Er begint iets te koken en ik weet waar dit heengaat als ik mezelf niet stop. ‘Ik wil er verder niet over praten,’ zeg ik. ‘Ja maar …’ ‘Ik praat niet verder!’ Staccato. Nog steeds vraag ik me af of ik een keer verstandig was of gewoon laf.   

Zoals eerder gemeld is de situatie in Bali weer bijna helemaal zoals vroeger, mét alle plus- en minpunten die daarbij horen. En, inderdaad en helaas, de overheid heeft weinig geleerd, de plannen om Bali minder afhankelijk te maken van toerisme lijken verdampt. De gouverneur koos recent als prioriteiten o.a. het controleren van de verplichting voor winkels en restaurants om op de donderdag traditionele kleding te dragen – vergelijk: Rutte die Nederlanders verplicht een dag in de week op klompen te lopen – en naamplaatjes die vanaf nu in Balinees schrift moeten zijn. Bali als openluchtmuseum, de bevolking het personeel.

Ibu Putu, de oude dame van ver in de zeventig die hier vlak bij een warung (mini restaurantje) had is ermee gestopt. Dicht gedurende de pandemie en opnieuw beginnen… ze ziet het niet meer zitten. Jammer voor haar, het gaf haar een bezigheid en aanspraak. Jammer voor ons want een best redelijke en goedkope eetgelegenheid is weg, inclusief de lange gesprekken met de Ibu. Er is veel verdwenen, en niet alleen door de crisis. Ook de speciaal winkels – kleine onderneminkjes in groente en fruit, offertjes, kruidenier achtige stalletjes, simpele kleding – gaan er vroeg of laat aan. Het zal mijn tijd wel duren maar supermarkten en andere kapitaalkrachtige ondernemingen hijgen ze in de nek. Lege plaatsen in de winkelstraten worden verrassend snel opgevuld, vooral door veel van hetzelfde. Ook hier ketens als Starbucks, Dunkin Donuts en meer van dat spul, alleen McDonalds krijgt geen permissie van de Cokorda, de koning van Ubud. Nog niet. Ook voor Bali lijkt vijftig jaar later een conservatieve schatting.

lieve groet, Frank  

Thuis

Lieve Allemaal,

Meer dan vier drukke maar mooie weken in Europa geweest en het was goed. Gelukkige ontmoetingen, warme badjes overal en ook nog gewerkt en veel objecten afgeleverd. Wel duur geworden, de inflatie slaat duidelijk toe en er lijkt een inhaalslag gaande om de tekorten van de lockdown aan te zuiveren. Ook hier in Indonesië alles duurder en dat heeft een heel wat ernstiger impact. Bakolie verdubbeld in prijs, benzine – hier nog steeds spotgoedkoop in vergelijking met Nederland – ook flink omhoog; van € 0,60 naar bijna € 1,–. Zouden we in Nederland wel mooi vinden maar hier is het een forse aanslag op het budget. Voor ons ook wat inleveren omdat de Euro in waarde gezakt is en ik nu meer dan tien procent minder Rupiah’s voor mijn Eurootjes krijg. Maar, deze maand vakantiegeld van de AOW en ik ben weer thuis!

De reis terug viel eerst mee en toen toch nog tegen. Rustige vlucht, alle bagage geaccepteerd, zowel over de kilo’s boeken als de kilo’s die ik persoonlijk verzameld had geen gezeur. Wat gedoe in Singapore, heel veel gedoe in Jakarta en toen de (heel Indonesische) wachtrij voor de paspoortcontrole. Vijf uur in een chaotische toestand wachten tot je aan de beurt bent. Half zeven geland, half één in het hotel waar de airco in de kamer op 10 graden stond en niet veranderd kon worden. Iemand moet gedacht hebben dat ik Nederland al miste. De volgende dag zonder probleem naar Bali en nu dus weer thuis. De weg naar huis is soms wat lang…

Thuiskomen en alles in op z’n plaats vinden; m’n stoel, het bed, de hond en Doni. En vijftig nieuwe tuingenoten; Doni heeft de vijver voor het huis opgeknapt en van nieuwe vissen voorzien en is daar nog steeds druk mee. Een beetje eten geven, vuiltje uit de vijver vissen en kijken, veel kijken.

Het is warm in Bali en gelukkig is de situatie zeer verbeterd. Het eiland is open voor toeristen en die komen dan ook. Waar in die paar weken al die mensen vandaan zijn gekomen begrijp ik nauwelijks maar er lopen weer toeristen in het dorp en de straten staan weer vol met aanbieders van ‘Transpor transpor’. De file’s zijn terug, winkels weer open, in het zuiden kun je weer naar de disco; er is weer activiteit alom. Aggessieve toeristen met een grote mond, vechtpartijen in Kuta en ook hier in Ubud, idioten die een motor hebben gehuurd en geen idee hebben hoe, types in zwemkleding 30 km van het strand vandaan , klagers bij de bank die de balie medewerkster persoonlijk verantwoordelijk houden voor de slechte koers…  Het is er allemaal weer en wij vinden het lastig, en zijn er blij mee. Of Bali veel geleerd heeft van alle ellende is zeer de vraag maar de terugkeer van toeristen was hoog, hoognodig.

Maartje Wortel citeert in het boek ‘Een Zinvol Leven’ de actrice Mimi Kok. “Soms zit ik thuis op de bank en denk ik: wanneer mag ik naar huis?” Een vreemde vraag en m’n eerste reactie is ‘wat jammer, wat triest voor je’. En dan komt de onrust van herkenning want die vraag is mij, wellicht anders verwoordt, ook niet vreemd. Wanneer mag ik naar huis? En ook ik ben dan gewoon in het huis dat m’n thuis is.

Als dat koninkrijk in ons midden onbereikbaar lijkt, als de vrede zoek is, is verlangen naar elders misschien wel een voor de hand liggende reactie; ik denk eigenlijk aan niemand vreemd. Nooit was er oorlog op de plek waar ik woonde en ik noemde het vrede. Nu is het oorlog bij ‘de buren’, ‘komt het dichtbij’ – de eerste gevolgen zijn intussen overal merkbaar – en is er zorg dat het overslaat naar het continent, naar de wereld. Dat het elders in de wereld even rampzalig of erger was en is …

Dat begrip van vrede toen rustte op een manke definitie. Als vrede gelijk is aan de afwezigheid van oorlog ga ik geen vrede meemaken. Niemand van ons gaat dat beleven. Mag ik naar huis? Ik zal het niet voor het laatst gedacht hebben en toch, juist met de wereld zo gruwelijk in brand, is het meer dan ooit zaak dat rijk in mezelf te zoeken en van daaruit aan het werk te gaan. Vrede is ook een activiteit.  

Het schrijven van een blog heeft lang op zich laten wachten. Het drama in Oekraïne was daar zeker debet aan; wat kan ik aan zinnigs schrijven? Toch maar weer begonnen, we moeten verder, er is veel, heel veel te doen.    

Lieve groet, Frank

Booster

Lieve Allemaal

Het is al februari en ik kwam nog niet aan schrijven toe. Januari is altijd al een lastige maand en met de gezondheid – niet veel te klagen hoor – loopt niet alles perfect. De artsen hier zijn wat slordig en zien het al gauw makkelijk in. Intussen zijn ze ook niet heel mededeelzaam, een beetje zoals vroeger ook in Nederland, ‘de dokter weet wat goed voor u is en hoeft niets uit te leggen’. Ik geloof niet in het in sommige kringen populaire ‘eigen onderzoek’ maar bij nieuwe pillen kijk ik hier toch even op google. Nee dokter, het doet geen zeer, het is gewoon wat onaangenaam. En dan blijk ik pillen voor zware pijn bij kanker te hebben. En dat je daar strontmisselijk van wordt en geen alcohol mag vertelt niemand. Blij met bevriende artsen die telefonisch goede raad geven. Die pillen schijnen straks in NL op de zwarte markt best veel op te brengen. 😁

Frans belde, hij had gehoord dat er in het gebouw van de banjar (het buurthuis) boosters werden uitgedeeld. Zo’n bericht druppelt via via het dorp in, westerlingen als ik hebben geluk als ze het meekrijgen. Ik had dus geluk; inderdaad, lange rijen en chaos maar er was een boosterprik voor iedereen.

Klein incident was dat ik, toen mijn naam werd afgeroepen, naar de verkeerde persoon liep en die had zich voorgenomen die dag helemaal niks te pikken, en al helemaal niet van een bule (blanke). ‘We accepteren geen klachten,’ vuurde hij boos. Maaf, maaf Pak 🙏 hielp niet echt.

Ik kan me wel iets voorstellen bij die irritatie. Eerder was ik in de supermarkt. ‘No mask, no service’.  Tientallen westerlingen lopen vrolijk rond zonder het verplichte masker, het personeel durft niets te zeggen. Balinezen gaan de confrontatie uit de weg maar ik stel me voor dat ze er wel iets van vinden. In vergelijk mét valt het aantal besmettingen hier mee. Dat zal voor een deel aan gebrekkig bijgehouden cijfers liggen maar mogelijk helpt ook dat het leven hier zich vooral buiten of in deels open ruimtes afspeelt. Niettemin, de gevolgen van de pandemie zijn heftig. Toen we vorige week door Ubud reden telden we 92 leeggeruimde en talloze gesloten winkels. Eerst allemaal gesloten bij gebrek aan toeristen, na twee jaar ellende was het geld voor verlenging van de huur bij velen blijkbaar op. Ze zitten thuis met wat voorraad, zonder perspectief.

Op een morgen heel vroeg wakker geworden, ik dacht het kwam doordat Zoef op de poort stond te beuken maar later begreep ik dat er een aardbeving was. Vaag staat me iets bij. Waarom Zoef in paniek raakte is dan ook verklaard. Geen schade. Overigens is Zoef, nu Doni in Lampung is, sowieso wat lastig dus misschien was die aardbeving niet de aanleiding. Ik word getolereerd als een wel aardige huisgenoot, Doni is zijn grote liefde en nu die er niet is heeft Zoef er soms tabak van. Hij wil dan weg. Hij zou makkelijk over de schutting kunnen springen maar dat durft hij niet dus gaat hij, totaal nutteloos want het werkt niet, op de poort rammen, bij voorkeur om een uur of 4 in de morgen. Als ik naar buiten kom en roep tijgert hij naar me toe en biedt zijn poot aan. Ik aai hem over de kop, zeg dat dit niet goed is en hoop er het beste van. Soms gaat het dan goed, soms. En anders: herhaling van opstaan, deur opendoen, roepen, tijgeren, poot.

Voor jullie komt de lente er spoedig aan, wij hebben altijd mooi weer. Ik doe mijn best er weer een mooie maand van te maken. We redden het wel. Lieve groet, Frank