Zesenzestig

Lieve Allemaal,

Zesenzestig ben ik geworden, dank voor alle lieve reacties, een mooie dag werd er nog mooier van. Ouder worden; het blijkt niet zoveel kommer en kwel, er zijn veel voordelen. Die kortingskaart voor vijfenzestig plus is leuk maar is hier niet geldig, vanaf nu krijg ik wel AOW. De overheid gaat elke maand een leuk bedrag op mijn rekening storten en zorg van ‘hoe moet het volgende maand’, met een lastige kunstmarkt niet helemaal afwezig de laatste jaren, is weg. Ik word er blij van, zaterdag had ik dubbel te vieren. En dat is dan nog maar centjes. Meer vaardigheid te luisteren naar wat niet gezegd wordt en meer (willen) begrijpen gaat me iets beter af. Het leidt tot meer empathie en verbondenheid, dat is een echte bonus.

Aan één kant kan ik kan me nauwelijks voorstellen dat ik zesenzestig ben, aan de andere kant zit er zoveel in mijn rugzak – niet negatief bedoeld – dat ik me afvraag hoe het er allemaal gekomen is. Geen uniek gevoel denk ik maar bij tijden lijkt het me bovengemiddeld veel. En ook dat is rijkdom. Zoveel gedaan, zoveel beleefd en bereikt waar ik met blijheid op terug kan zien. Onvermijdelijk veel mislukt ook, zwarte dagen, soms verslagen; geprobeerd, gevallen en weer opgestaan. Het is niet klaar, dat het ooit voltooid zou zijn kan ik me niet voorstellen, er blijft veel te doen en ‘nu ik hier toch ben’ beter maar aan het werk blijven. Dat de hoeveelheid zaken die ik niet begrijp alleen maar toeneemt wijt ik dan maar aan die cirkel van kennis die een beetje is gegroeid; het zicht op niet weten wordt er ruimer van.

Lunchtijd. Tien mensen in huis en er liggen dertig broodjes klaar: goed belegd en karig, vers en van vorige week. Eén van de bewoners begint alle broodjes in zijn tas te proppen en laat, pas onder dwang, uiteindelijk wat over voor de anderen. Drie of vier van de minste broodjes laat hij liggen. Nog voor de lunch breekt gegarandeerd oorlog uit.

Een Mondigliani: 170 miljoen, diamant: 27 miljoen, flesje wijn: een ton, trouwjurk 5 ton, auto: ook een paar ton. Party in iemands vijfde buitenhuis, de gasten arriveren in privéjets van over de hele wereld. Iemand ‘koopt’ voor de leuk een voetbalclub. Een bral die breeduit pocht over zijn vele geld wordt president. Meer bewonderende blikken dan dedain. Merkwaardig. Hopen op een dag zelf zo’n tas vol broodjes bij elkaar te graaien, denken dat de toevoer van broodjes oneindig is?

Identiteit begrijp ik ook niet zo. Niet dat ik geen identiteit heb, natuurlijk wel, ik ben immers ik. Mijn begrijpen stopt waar aangenomen wordt dat iets of alles van dat wat (mede) maakt wie ik nu ben mijn identiteit zou zijn. Kom nou, zo laat ik me niet inkaderen. Ik ben Nederlander, Europeaan en wereldburger, moedig en angsthaas, slim en stom, linksig en verzamelaar, van goede wil met soms zwak vlees, kunstenaar en homo, AOW’er en dichtertje en zo kan ik nog wel even doorgaan. Ik heb aandelen in duizend hokjes maar ik laat me niet in eentje wegzetten. Zeker niet waar ‘in een hokje willen horen’ verbondenheid alleen maar in de weg staat. Buitendien laat het de essentie van wat ik in me draag en mijn diepste zijn kleurt, positief (het meeste) en negatief, buiten beschouwing. De liefde en vriendschap op mijn pad, de hand van mijn lief op mijn wang, verdrietig afscheid en warm welkom, de zwaaihand van mijn moeder, de blik in de ogen van een orang oetan, vogels in de lucht, succes, verlies en teleurstelling, de zonsondergang van gisteren; een miljoen momenten die een afdruk lieten in mijn ziel. Dat ben ik, er is er maar één van. Ook maar beter zo, toegegeven. De enige groep waarbij ik me bij in laat delen is die van mensen. 7,6 miljard wereldburgers, allemaal even uniek, onderstrepen mijn punt.

Lieve groet, Frank

 

Slecht begonnen dag

grijze luchten zonder zilver;

vanuit de morgenspiegel

kijkt hij me vragend aan.

Weggestuurd, gehoond,

ongepaste onbeschaafdheid

terwijl ik man moest worden.

 

Vaak onvindbaar, bleef hij.

Offreerde lachend spel

en godsvertrouwen,

met ogen waarin bitter

nooit een woning vond;

blij verwachten slechts

bij elke nieuwe dag.

 

Steeds vaker zoek ik

die kleine jongen die

zo weinig weet,

zoveel begrijpt.

Het lijkt me dat de kern

– wie ik ten diepste ben –

daar ongeschonden bleef.

4 gedachten over “Zesenzestig

  1. Hallo Jonkie, 66 , mooi getal.
    Heb je helaas niet gezien, volgende keer beter.
    Met ons gaat het goed!!
    We reizen veel en genieten en ik lees veel, terwijl Wim op de fiets klimt, wil ik ook, maar een peesontsteking verhinderd dit.
    Zeg Frank, toen ik een huisje kocht, had je nog 1 , heb je die nog?
    Veel liefs,
    Zwaantje & Wim

  2. Ga zo door. Dat het maar 99 mag worden en meer.
    Truus

  3. Lieve Frank, alweer genoten van je blog. Ook ik heb een volle rugzak waar van alles inzit, mooie , lieve, verdrietige belevenissen van mensen waar ik regelmatig op bezoek mocht gaan. Zo ook bij jouw moeder. Ik stopte ze bij het afscheid nemen in mijn “rugzak”. En nu, inmiddels 77 jaar, pak ik die rugzak, open hem en haal er uit waar ik op dat moment iets mee kan. Deze lieve mensen hebben mij voorgedaan hoe je met bepaalde gebeurtenissen om kan gaan , zonder je blijheid kwijt te raken. Een heel verhaal Frank, maar
    vooral wil ik zeggen, dank je wel!
    En…..ik geniet regelmatig van je gedichten.
    Lieve groet van mij en ook van Ben

Reacties zijn gesloten.