Het is stil in Bali

Stel je voor, één aap die tienduizenden bananen in zijn bezit houdt terwijl overal apen van de honger omkomen. Jane Goodall en geleerden vanuit de hele wereld zullen zich op dat fenomeen storten; een ongehoorde, onbegrijpelijke situatie, wat is er aan de hand? De man die miljarden in zijn zak heeft en houdt daarentegen, haalt eervol de cover van Forbes Magazine. Hij is een held.

Lieve Allemaal,

Deze week heb ik het koper gepoetst. Omdat het de laatste tien tot twintig jaar verslonsd was, bleek het veel werk. Ik moest aan mijn vader denken. Een schaal, een kistje, een paar vazen, alles uit ‘de Oost’. ‘Prachtig hé, heeft een arme sloeber maandenlang op zitten zwoegen voor een paar rotcenten’. Als het weer dof en mat was geworden pakte hij de koperpoets. Nu staan die dingen hier en ik ging doen wat hij gedaan zou hebben. Het ging opvallend moeizaam – gruwelijk hard poetsen en nauwelijks resultaat, ik snapte het niet. Maar opeens wist ik het weer: hij heeft ooit, onder het mom van ‘Je moeder hoeft zo nooit meer te poetsen’, alles tot bling bling geboend en vervolgens in de vernis gezet. Niet zijn beste idee ooit, weet ik nu. Het vernis was bruin en mat geworden en alleen met thinner en eindeloos wrijven weg te krijgen; uren alleen al om zo’n deksel weer glim te maken.

Weemoedige gedachten mengden zich met geïrriteerd ‘hoe kun je nou?’ en ‘waarom in godsnaam?’. Nu blinkt het zeer tevredenstellend maar ik weet nu al dat met een dikke maand of zo … Geen vernis hé, of?

Ik lijk steeds meer op mijn vader. Soms doet dat goed, soms is het confronterend. De eigen-aardigheden die de puber als onhebbelijkheden beschouwde zie ik meer dan eens terug in mezelf. Ik ben er vooralsnog niet in geslaagd dat, en nog zo het een en ander, totaal ‘weg te werken’, na achtenzestig jaar nog steeds niet helemaal degene die ik graag wil zijn. Ook daarin lijk ik op mijn vader denk ik: blijvend werk in uitvoering.

Vroeger, opa vertelt, betekende regentijd meestal later in de middag een flinke bui en dan weer blauwe lucht. Nu is het een aaneenschakeling van forse buien, veel dagen klaart het nauwelijks op. Mijn motto ‘als het regent ga ik gewoon niet’ is niet meer van toepassing, het regent elke dag wel. En fors .El Ninjo zeggen de kranten, het zal wel. Ik word er niet blij van, om onduidelijke reden maken regenbuien me nerveus, onweer en bliksem doen daar een paar flinke scheppen bovenop, corona helpt ook niet. Nog een paar maanden volhouden (hoop ik), in april zou het allemaal wat beter moeten gaan.

Aanstaande zondag is het Nyepi, het Balinese nieuwjaar. Dag van stilte, niet naar buiten, geen licht, geen kookluchtjes, geen geluid. Laat de geesten maar denken dat we vertrokken zijn. Traditie is dat de avond tevoren de optocht van de Ogoh ogoh wordt gehouden. Elke banjar (buurt) is maandenlang bezig met het maken van een gigantisch figuur en die komen dan samen in een parade. Tot verdriet van de Balinezen vorig jaar niet, en dit jaar is het wederom afgelast. Corona.

Bali blijft stil. Af en toe komen er plannen voorbij om het eiland erboven op te helpen maar het ziet er niet goed uit. De gouverneur denkt erover om gevaccineerde toeristen weer toe te laten. Iemand kwam met het idee om een soort veilige resorts te openen: een test voor je naar binnen mag en dan niet meer naar buiten. Ik zie het niet gebeuren. Intussen is het vaccineren hier wel begonnen, de tuinman, een jaar of dertig oud, krijgt vandaag zijn eerste prik. Hoe het gaat met buitenlanders is nog niet duidelijk. Het gebruikte vaccin is Chinees en hoewel ik uiteraard voor vaccineren ben weet het ik niet zo met een vaccin dat in Europa niet vertrouwd wordt. In ieder geval hoor ik geen protesten van Indonesiërs. Ook de regel altijd een masker te dragen wordt door de meesten goed nageleefd. Bij westerlingen is dat nogal eens anders. Een grote bek tegen de politie die er verbazend kalm onder blijft. Ze krijgen een waarschuwing: de tweede keer word je gedeporteerd. Niemand die die eerste keren bijhoudt. Hier in Penestanan zit het vol met ‘verlichte’ geesten die al yoga’end de wereld komen verbeteren en de ‘goedgelovige schapen’ wat leren over de ‘onzin van een masker’ en het ‘gevaar van vaccins’. Expats, toeristen en kolonialen, soms is het verschil moeilijk vast te stellen. Ik ben wel benieuwd wat die verlichte, maskerloze antivaxers gaan doen als zij straks aan de beurt komen voor die verplichte prik.

Er is ook veel positiefs. Door een gift van vrienden in Nederland kwamen we in contact met een initiatief om mensen van gratis rijst te voorzien, vooral gericht op de Javanen die hier wonen en daardoor niet in Bali geregistreerd staan. Niet geregistreerd betekent geen overheidshulp. Niet dat € 36,– per gezin per maand een groot verschil gaat maken maar ook beetjes zouden helpen. We betaalden € 60,– per 100 kilo rijst, kom daar maar eens om bij AH. Deze week gaan ze bij de moskee 500 kilo uitdelen, Bali is Hindoe, Javanen tref je bij de moskee. Zo zijn er veel initiatieven, gelukkig maar. Het blijft, ook voor de Balinezen, een moeilijke tijd. 

Lieve groet, Frank

Eén gedachte over “Het is stil in Bali

  1. En ik ga steeds meer op mijn moeder lijken. Er is maar één optie: aanvaarden en verzoenen, als bezigheid hoor, niet als voltooid project.
    En dank dat je voor ons weer het leven op Bali schildert.
    Ik ben ‘Revolusie’ aan het lezen. Adembenemend.
    Liefs vanuit grijs, stormachtig Groningen, Truus

Reacties zijn gesloten.