Schemerstilte kruipt de kamer binnen,
zoel voorjaar hangt luiwarm tussen meubels.
Bloesemgeur, late vogel, strijkkwintet,
dag vouwt zich samen tot voleinding.
Uur van terugzien, van stil trots en spijt.
Nog de lamp niet aan, luisteren naar pijn
en vreugde, om wat was toen ons samen
heimwee-uren vulde, wij niet wisten...

Als het donker wordt mis ik je het meest.