meer dan alles koester ik
kwetsbaar geslagen bruggen
– van wanhoopshout gebonden
met hoop en diep verlangen –
wankelwegen uitgestrekt
naar ongekende verten
voorzichtig te betreden
liefde bouwt fragiel en teer
schuifelvoet en aarzelstap
terughoudendheid verlaten
een hartenklop als richtsnoer
weg van ik en jij naar wij
eenmaal aan de overkant
afstand slechts een ademtocht
wordt de ruimte tussen ons
een domein waar god zich toont
Lieve Allemaal,
We hebben er een eind aan moeten maken: de tientallen die onder ons dak woonden hebben we weggestuurd, verjaagd eigenlijk. We hebben niet gezwaaid toen ze verdwenen in de nacht en we hopen dat ze nooit meer terug komen. Dat ze geluk zouden brengen geloofden we toch al niet en die hopen poep naast het huis begonnen nu echt te stinken. We gaan verder zonder vleermuizen.
Januari is alweer voorbij, het was een merkwaardige maand. Mijn ‘lastige data’ en Mr. Murphy was in town. Alles dat mis kon gaan ging mis. Ook mijn eigen toevoeging aan deze wet: ‘van wat niet mis gaat zal later blijken dat het beter mis had kunnen gaan’ bleek van toepassing. De nieuwe laptop kreeg een ernstig ongeluk en overleed ter plekke, het huis moest behandeld tegen een soort termiet en de regen hield niet alleen niet op, het kwam met een flinke storm – niet eerder zo gebeurd – van het noorden zodat we een aantal keren fors moesten dweilen. Ook daar moest wat gedaan worden. De werkzaamheden, vijf man met radio’s, zijn net vandaag afgerond. Aardige mannen hoor maar ook die hopen we voorlopig niet terug te zien. En als je denkt dat je het, na vijfendertig jaar, wel weet met dat glas blijkt ook dat niet op te gaan. Alles kleine gebeurtenissen en oprecht niets om moeilijk over te doen maar het kleurde de maand wat stressig, Niet alleen de vleermuizen schijten op een grote hoop. (Hoewel, daar wordt geloof ik iets anders mee bedoeld.)
De dreiging van de vulkaan – op een dag komt ie maar dat kan maanden, jaren of zelfs decennia duren – is min of meer voorbij, het waarschuwingsniveau is verlaagd. Hij rommelt nog wat maar meer is het niet voor nu. Toch is Ubud stiller dan normaal, geen idee hoe het komt. En er wordt ernst gemaakt met de nieuwe parkeerregels, gisteravond was er zelfs, nog niet eerder zo gezien, een flinke macht aan politie en pecalang (locale ordedienst) op straat en inderdaad, de straten waren goeddeels vrij van geparkeerde auto’s en motoren, weinig tegenliggers op éénbaanswegen ook. We dineerden in Jalan Gautama, een straat die recent helemaal is opgeknapt met leuke bestrating en waar zelfs geen geparkeerde motor was te vinden. Een verademing. Wat zou het fijn zijn als Ubud er zo uit gaat zien: rustig kunnen lopen, winkelen en eten.
Op Ubud Community, een pagina op FB die ik volgde, is het commentaar niettemin niet van de lucht. Er zijn al gevallen bekend van mensen die driehonderd meter te voet moesten om bij hun favoriete restaurant te komen. Ik schrijf volgde want daar ben ik gisteren mee gestopt. Ik vrees dat het niets bijzonders is maar de posts waarin mensen beschuldigd worden van diefstal, aanranding en nog veel meer, met naam, foto en wat heb je; FB als aanklager, rechter en beul ineen begon me de keel uit te hangen. Dat en de commentaren, scheldpartijen feitelijk. Dag UC. Ik twijfel nog over Facebook. Bijvoorbeeld vraag ik me af hoe het kan dat mensen die ik wel ken maar met wie ik geen ‘vrienden’ gemeen heb toch voorgesteld worden als potentiële ‘vriend’. Waar vist FB de wetenschap dat ik ze ken vandaan? Mijn email, mijn Whatsapp berichten? Zoals de meeste mensen meen ik niets te verbergen te hebben maar moet ik deze handelaren in big data faciliteren, in hoever wordt ik gemanipuleerd, weegt alle ellende van FB op tegen het leuk en gezellig? Ik ga er nog eens goed over denken.
Lieve groet, Frank
Lieve Frank.
In de weekbrief van deze week vervat en vanmorgen in de dienst werd je gedicht Bruggen voorgelezen door br. Leo Enkelaar. Je was ineens heel dichtbij.
Je hebt het heel goed omschreven: liefde bouwt fragiel en teer.
Maar het blijkt altijd sterker te zijn dan je denkt.
Dikke kus, Roeleke