Lieve Allemaal
In mijn achteruitkijkspiegel zie ik een jongeman steeds kleiner worden, dat het een wat schokkerig beeld is komt niet door het hobbelweggetje, hij huilt. Afscheid nemen doet zeer en het prikken in mijn ogen blijft lang aanhouden, hoe waardevol het ook is dat het toch gelukt is goed afscheid te nemen. Dag Thando, ik hoop dat het je wel gaat.
Deze dagen zijn er vol mee; ‘ik wens je het allerbeste en veel succes en wie weet, ooit…’. Het zal er over het algemeen niet van komen weet ik en dat maakt het zwaarder. Gisteren nog bij Cedric, een tijdje in zijn galerietje gezeten en er was eigenlijk niet veel te zeggen. Het gaat hem nog steeds niet goed – de gordelroos plaagt hem al meer dan twee jaar – en ik zou hem graag wat optimisme en moed geven. Als dat eens kon. Als ik eens achter kon laten wat nodig is voor een goede toekomst. Voor Thando, voor Cedric en voor velen meer… Het waren maar kleine zaadjes en verder, met de tijd…
Merkwaardig hoe sterk liefde zich doet voelen, juist in de tijd van afscheid nemen. Dagen vol zon, het landschap maakt meer dan ooit indruk en toch niet half zoveel als de mensen. In de schemering gaan zoals altijd stevig stappende mannen en vrouwen en ik hoop dat ze op weg zijn naar iets goeds. Dat het jullie goed mag gaan en dankjewel voor zoveel dat mooi was.
Morgen vertrek ik maar nee, ik zal Afrika niet vergeten en ik denk dat niemand dat mag doen. Hoeveel of hoe weinig ervaringen je ook hebt in landen waar het minder is dan in Nederland, of je nu wel of niet mensen kent die vloeken of bidden om hulp; we zijn samen en lotsverbonden.
Welke ondoordachtheid iemand ertoe brengt te willen bezuinigen op juist de hulp aan arme landen is mij niet duidelijk. We zullen het beter moeten doen, dat zeker. Maar ook eerder meer dan minder, er is maar één wereld.
Waarom jij mijn vriend bent,
veel weet ik er niet van.
We liepen langs dezelfde weg
of misschien dat niet eens…
We kwamen elkaar tegen
en herkenden, dat is zeker.
Zo anders, zo’n verschil,
toch stille vanzelfsprekendheid
In jou zie ik mezelf
en ik weet dat jij in mij
ook een spiegel ziet.
Meer is het niet
zo lijkt het me,
meer hebben we niet nodig.
Want jij bent ik en ik ben jij,
in andere gestalte.
Wij zijn broeders.