Alledaags

Consumenten die onlangs een zogeheten sambabaltoeter hebben gekocht, worden gevraagd dit artikel terug te brengen naar de winkel. Gebleken is dat het product kleine onderdelen bevat waardoor verstikkingsgevaar kan ontstaan, meldt fabrikant Toppoint maandag. U kunt het artikel retourneren met de aankoop bon. Oh, u bewaart geen bonnen van uw sambabaltoeteraankopen? (scrabble!) Wat slordig nu!

Lieve Allemaal,

Op het terras van het restaurant gaat haast ieders blik telkens weer naar een tafereeltje zoals je er eigenlijk elke dag honderden kunt zien. Een oudere, formeel Javaans geklede vrouw staat, met een jongetje op haar arm. Het is een mooi oud geworden dame; milde blik in een rimpelig gezicht, achterover gekamd, grijzend haar, eindigend in een wrong. Het jongetje begint pas, donker haar en nog donkerder ogen in een gaaf gelaat. Ze lachen beiden, naar elkaar, wij die daar kijken op het terras zijn alleen maar decor, onbemerkt. Alledaags; een grootmoeder met een kleinkind, altijd het mooiste en het liefste kleinkind. Een kleinkind met oma, altijd de liefste oma.

Onvoorwaardelijk ik hoor bij jou, bij de één door begrijpen, bij de ander door het hart dat weet. Alledaagsheid die raakt aan de essentie van leven – content en geborgen zijn in de verbinding met de ander. Een mens op jaren en een kind dat zijn eerste stappen bij wijze van spreken nog moet zetten. Vreemd dat we dat, vooral in de jaren die er tussenin liggen, zozeer uit het zicht kunnen verliezen. Hoe kom je op wegen die een ander overduidelijk schade berokkenen, wanneer besluit je dat die bonus het wel waard is moraal te laten waaien, waar ontstaat het beeld dat de nieuwste vul maar in een beetje sjoemelen met goed en niet goed wel rechtvaardigt of dat mijn consumptiegedrag even belangrijker is dan de vraag hoe het gemaakt is?

Dat soort bonus heb ik nooit gekregen maar die valkuilen ken ik van binnenuit. Alleen, als je er dan indondert, dan blijf je er toch niet zitten? (Erin) vallen en opstaan lijkt me, terug naar toen het goed was. Een wereld vol misleiders die ons willen doen geloven dat geluk in veel, duur en nieuw ligt. Met desastreuze gevolgen, ook – misschien wel juist – hier in Bali. Maar niet aan mee doen. En die leugenaars die roepen vanuit die kuil, laat maar roepen, als iedereen dat doet komen ze er op een dag vanzelf weer uit.

(Overigens, over kleinkinderen. Ik las vandaag het volgende: “Als ik had geweten dat kleinkinderen zo leuk zijn, dan had die het eerst genomen.”

matters

Een simpel tekeningetje dat ik op het net tegenkwam bleef dagen in gedachten. Misschien/wellicht/waarschijnlijk is het voor jou gesneden koek maar ik bleef er aan denken. Enige kritiek is dat het cirkeltje dat staat voor wat belangrijk is heel wat groter zou moeten zijn, en de cirkel met wat ik kan doen stukken kleiner. Blijft dat er een klein stukje is waar ze elkaar overlappen, als het me lukt daar wat beter op te letten komt er minder gemopper in de blog.

Ik ga nogal eens uit eten – er is nauwelijks tegenop te koken – dus nog een restaurant verhaal. Bij de gril verderop ben ik voor een keer niet de enige gast, er zitten ook acht jongeren. Met gitaren, elektrische gitaren. Ik had beter op moeten letten maar voor ik het door had, had ik al besteld en dan hang je. Na een paar minuten gingen ze los; gitaren op volle sterkte en gezang. Nou ja, gezang… Ik weet weinig van muziek maar toon houden en dezelfde melodie volgen; het valt me op als dat niet gebeurt. Het was gewoon vals en de stemmen waren ook niet al te best. Dat, gecombineerd met vier jankende gitaren, kwam niet geheel overeen met de rust die ik me voorstelde om mijn kipschnitzeltje te nuttigen. ‘Oh, kinderen van de kerk’ antwoordde de serveerster op mijn vraag. ‘Uit Java.’ Dat het geen Balinezen waren had ik al gezien en dit verklaarde alle Tuhan’s (heer) en Jezus’ die langs kwamen. Maar het hielp niet, het bleef niet om aan te horen. Ik kon de neiging mijn oren demonstratief te sluiten nog onderdrukken maar op mijn gezicht moet het te zien geweest zijn. Tijdens een (kleine) pauze kwam een van de jongens op me af. ‘U vindt het niet mooi geloof ik?’ ‘Mmm, ik ben er niet helemaal weg van’, ook als schijnheil doe ik het goed. ‘Maar u bent westerling.’ ‘Ja?’ ‘Nou, dan bent u toch ook christen, dan houdt u hier toch ook van? Wij loven de Heer.’ Achteraf heb ik zoveel zinnige, puntige antwoorden bedacht… op het moment zelf bleef ik stil.

En om maar in restaurants te blijven, vanavond bij de Indiër kwam D. binnen. Dat kan helemaal niet want D. eet thuis draadjesvlees met rode kool en appeltjes of soep ertjies. D. is een prettig gestoorde Nederlander, dit was een zeer onprettig gestoorde Amerikaan die wel erg op hem leek, maar niet D. zelf dus. Rijkelijk met het f-woord strooiend zag hij kans om binnen tien minuten de hele staf dicht bij een nervous breakdown te brengen en her en der begonnen gasten te kijken. Toen de beledigingen, hoorbaar door het hele restaurant, steeds erger werden gebeurde er iets bijzonders. Een man, klaarblijkelijk een landgenoot van de ruzieschopper, stond op en sprak hem toe. ‘Hey you, it’s okay to be an idiot, be my guest, but don’t insult our friends here. I’m going to use your favorite word only once but I mean it. Fuck off, now, out! Ik vreesde catastrofe maar hij ging, en de staf kon weer lachen. Je hebt toeristen en toeristen. De ene soort is ‘a pain and you know where’ en de andere soort, ja, daar wordt ik best blij van.

Wel hebben we er, hoe dan ook, een beetje teveel. Afgelopen week drie uur in de file in Kuta, weliswaar een deel omdat de chauffeur ietwat onhandig manoeuvreerde en twee keer in dezelfde file terecht kwam (ik denk dat dit sneller is mijnheer…), maar toch… Met regelmaat komen twee bussen, elk goed voor anderhalve rijbaanbreedte, elkaar tegen en dat is op krappe tweebaanswegen wel een probleem. C. deed van de week een dik uur over Monkey Forest, een kilometer of zo dus tel uit je winst. Ach, de wal zal het schip wel keren denk ik. Als ik zo’n ouder echtpaar (oh jee, mijn leeftijd eigenlijk) zie dat in Kuta is ondergebracht – onzinwinkels, strand zonder zwemmen en bier, dan vraag ik me af wat ze straks thuis te vertellen hebben. Persoonlijk zou ik die adviseur van het reisbureau wel weer eens willen spreken, die zo vrolijk vertelde over het idyllisch Ubud waar je je twintig jaar terug in de tijd waant. Ja, voor blinde gehoorgestoorden met een beperkt reukvermogen… Dat hadden ze er wel bij moeten zeggen. Maar dan, toeristen en expats – ik val onder die laatste groep – zoeken vaak een leuke plaats met veel restaurantjes en aardige winkeltjes maar zonder andere gasten. Zoeken, daar is geen wet tegen, toch?

Intussen bezoekt Pak Ahok, de acting gouverneur van Jakarta omdat Jokowi bezig is met zijn campagne voor president, diverse moskeeën in verband met ramadan. Ahok is christen en van Chinese komaf. Hij gaat met respect en wordt ook zo ontvangen, dat stemt hoopvol, zelfs blij.

Veel liefs,  Frank

 

2 gedachten over “Alledaags

  1. Lieve Frank,
    Toch wel fijn he, zo’n prettige gestoorde Nederlander waar je af en toe lekker van z’n rode kool mee mag eten!!!
    Altijd welkom!!!!

Reacties zijn gesloten.