Dansen

Vanaf het moment dat ik hoorde dat hij geveild ging worden wist ik; die is mijn. Ik gun mezelf toch al zo weinig. Alles anoniem geregeld natuurlijk, ik ben niet gek. Ik kon het gezeik al horen; ‘Kan dat geld niet beter besteed worden, wat moet je ermee, hoe dan met de ongelijkheid en ellende in de wereld, wat heeft de vinder ervan?’. Wel, ik heb aandelen in die toko en geloof me, het is goed voor ons allemaal!                                                      Hij ligt veilig in het nachtkastje, de wereld is helaas niet zo dat ik ermee naar de supermarkt kan maar ik heb ‘m. Alleen, ’s avonds onder de dekens, doe ik hem om en in het licht van mijn zaklantaarn zie ik 55 miljoen euro schittering en glans, het lijkt wel kerstmis. Het is mooi zo; licht brengen in duisternis, mijn centjes zijn goed besteed. De ‘Pink Star’, 59,6 karaat diamant, is van mij.                                                                        Wat nou, “ ‘t is wel roze “.

Lieve Allemaal,

Regen in Bali, het regenseizoen is nu wel van start, het regent al de hele dag en regelmatig komen forse buien over. De rijst van de sawah hiervoor is geoogst en ik hoop dat de ratten geen nieuwe behuizing gaan zoeken. Zij die vorige keer zo ongelukkig aan hun einde zijn gekomen zullen de collega’s wel niet gewaarschuwd hebben. Nu worden de eenden in de sawah losgelaten, een leuk gezicht en een gesnater waar je blij van wordt. ’s Avonds laten de kikkers, er moeten er duizenden zijn, van zich horen. Wel prettig zo, het piepje dat al weken in mijn oor zit hoor ik niet op die manier. Op de wand naast mijn schrijftafel zit een klein kikkertje geplakt met een ongelooflijk stemgeluid. Boomkikkertje? Hij/zij is niet bang, kijkt me aan met bolle ogen en kwaakt nog eens – het heeft een onderkin, dat wel. Zomaar een kwartier verdoen met naar dat beestje staren. ‘Gewoon evolutie’. Zal wel, geloof ik zo, maar het is wel een wonder.

IMG_1133

Met wat vals spel doet mijn tuin het verbazend goed. Een paar mooie, bloeiende struiken gekocht en dan lukt het prima. Ik tuinier als mijn vader – goede bedoelingen, weinig inzicht, gericht op snel resultaat – het heet erfelijk belast, of eigenlijk erfelijk gezegend.  Met het toeristenseizoen voorbij zijn de wegen wat minder vol hoewel altijd goed voor zweetmomentjes; een Balinees koopt zijn rijbewijs en heeft een hoogontwikkeld vermogen niet te zien wat hij niet wil zien. Wat meer wil je weten. Van de week even naar het ziekenhuis in Denpasar en dan ben ik om meer dan één reden blij weer veilig thuis te zijn. Kasih Ibu heet het ziekenhuis, dat betekent moederliefde. Met die liefde valt het wel mee, vrij veel boter bij de vis. Niets voor de doorsnee Balinees dus, maar het is een goed ziekenhuis. En de zorgwekkende scenario’s van het kliniekje hier in Ubud gingen van tafel; alles prima in orde; hart, nieren, longen en nog zo wat onderdelen gecheckt en alles is optimaal. ‘Uitstekende conditie voor 51 jaar’, zei de specialist. ‘Ik ben 61.’ ‘Oh, oh ja, ik zie het, nou prima dus.’ Aardige specialist máákt vergissing, patiënt toch blij. Hij had in Nederland, Groningen gestudeerd. ‘Mooi land, warme mensen, gastvrij, open…’  Hoe denken de buitenlandse studenten van vandaag erover?

Bij de tandarts, ook al zo’n luxe instelling met mooie meisjes achter de receptie, zachte muziek en wat te drinken als je moet wachten, liggen wat tijdschriften. Ik moet even wachten en kijk er een door. Zo’n heel dikke glossy, geheel en al gevuld met artikelen en advertenties over wat er zoal aan duurs en exclusiefs te halen is op Bali. Dat is veel, heel veel. Vooral in het zuiden, rond Kuta, moet je intussen struikelen over restaurants die elkaar in prijs en bijzonderheid proberen te overtreffen. Gerechten die niet veel meer honger stillen dan die naar status. Het wachten is op restaurants die leeuwerikentongetjes serveren, of koala-oortjes, ook bijzonder.

Ik lees over spa’s die echt goud en echte parels door hun zalfjes vermalen, facelift’s en liften voor elk ander lichaamsdeel aanbieden en botox spuiten waar je maar wilt. In twee of drie behandelingen 15 jaar jonger. (Wel in lijn met de website van iemand die ik ken uit Zuid-Afrika; haar site maakt duidelijk dat ouder worden gewoon een ziekte is, het hoeft helemaal niet als je haar supplementjes aanschaft.) Advertenties voor hotels waar gepoogd is gebrek aan smaak met veel geld te camoufleren, voor shops met prul en prots juwelen die het met carnaval best grappig zouden doen. Omdat ze ‘echt’ zijn kan mevrouw ermee lopen, laat u het prijskaartje er maar aan zitten. Veiligheidsrisico’s, dat weer wel.    Gelukkig excessen, in de eerste plaats zielig voor hen die zo nodig moeten, en toch vraag ik me af in hoeverre dit soort gedrag de wereld dichter naar het randje stuurt. Dansen op de vulkaan. Jezelf in proportie, als een deel van het geheel, blijven zien is misschien soms lastig maar wel voorwaarde om te functioneren. Tijdens de APEC, toen allerhande staatshoofden en regeringshotemetoten ingevlogen werden mocht er niet gevliegerd worden in Bali; een gevaar voor de luchtveiligheid. De rest van het jaar is het geen probleem.

Bali veranderd. Op een website lees ik dat ‘je je in Ubud twintig jaar terug waant in de tijd’, Sanur wordt omschreven als een rustig dorp, Kuta als een kustplaatsje. Het kan eigenlijk niet en toch is er maar één verklaring; die website is de laatste dertig jaar niet bijgewerkt. Natuurlijk gaan de meeste toeristen niet naar de ballententen zoals ik ze hierboven omschrijf maar het evenwicht raakt even zo goed wel zoek. Toeristen zijn altijd bevoorrecht geweest. Dat was in Noordwijk ook zo waar mensen in de zomer in het schuurtje gingen wonen om hun huis aan Duitsers te verhuren. Toeristen brengen geld en werkgelegenheid en, als het optimaal is, een andere blik op de wereld en misschien zelfs het begin van verbroedering. In dit deel van Bali hebben toeristen de winkel goeddeels overgenomen, Balinezen doen het werk, toerisme is de baas. Ceremonies nemen intussen in aantal en omvang steeds toe. Ibu Putu van het restaurantje bevestigde dat vanavond nog eens; ‘Ja, we doen nu beter ons best’. Op mijn vraag waarom had ze geen echt antwoord. ‘Gewoon.’ Frans ziet een mogelijk verband tussen die ceremonies en het toerisme. Hij heeft een punt lijkt me. Veel nieuws maar ook veel onbegrijpelijks komt op mensen af, veel zaken aantrekkelijk hoewel vaak met een ‘prijs’ die niet haalbaar of ongewenst is. Het leven verandert sneller dan ooit en is vaak verwarrend, de priesters zien hun greep verslappen. Vluchten in het vertrouwde en proberen de boel weer op orde te krijgen zijn logische reacties die, dat denk ik wel, ook in dit geval averechts zullen werken. Hoe het wel moet? Een bordje ‘alleen respectvolle toeristen’ aan de grens?

Ik heb net lekker gado gado gegeten bij Ibu Putu. Nee, daar is geen achtergrondmuziek, je kunt er niet loungen, ze accepteert geen creditcards en diët coke of cocktails doet ze niet aan. Geen happy hour, wel altijd blij. Ze komt bij je aan tafel zitten om te kwekken en je gaat zonder honger naar huis. Ze weten niet wat ze missen, die types in die patstenten.

Lieve groet,  Frank

Thuis

media_xl_1929042

 

 

 

 

 

 

 

 

Lieve Allemaal

Bali zat gisteren helemaal vast, uren file overal. De Mercedes club had zichzelf een pretje beloofd en scheurde in eindeloze rijen (veel te) dure auto’s over het eiland. Alles onder sirene gillende politiebegeleiding, alles is te koop en hier pikken de mensen zoiets nog. Ikzelf zat meer dan een uur vast, de mensen die nieuw groen voor de tuin kwamen brengen waren meer dan twee uur te laat. Het gevolg was dat ik zelf alles moest planten want de tuinman was al naar huis. Wel goed voor me, klopt. En zwetend in een snikheet Bali zakt dan mijn ergernis over een politie die maling heeft aan de kleine man en zich verhuurt aan wie wil betalen een beetje weg, eventjes.

Iran mag geen atoomwapens maken, terecht lijkt me, niemand zou die troep mogen fabriceren, laat staan ze mogen hebben. Dat afschrikkingsverhaal, de een kan de wereld honderd maal vernietigen, de ander wel honderdvijftig keer, moet bedacht zijn door zieke of inhalige geesten. Maar goed, Iran geen kernwapens. De onderhandelingen gaan tussen Iran en… een aantal landen die wél kernwapens hebben waaronder Frankrijk. Meneer Fabius die namens Frankrijk aanzit is minister van buitenlandse zaken van dat land. Tot 1974 ging Frankrijk, ondanks veroordelingen uit de hele wereld, door met atmosferische kernproeven en tot in 1995 met ondergrondse proeven; niet thuis natuurlijk maar in de ‘overzeese gebiedsdelen’ in de Stille Zuidzee. De statuur van Frankrijk, de prijs mocht een ander betalen. Ook nu nog kampen bewoners in het gebied van de proeven met een epidemie van ziektes; kanker en meer. Toen in 1985 protesten dik los kwamen en een vloot zou opstomen om de proeven te verhinderen besloot Frankrijk de Rainbow Warrior van Greenpeace in de haven van Auckland, Nieuw Zeeland, op te blazen. Er viel een dode, het schip was afgeschreven. Simpel terrorisme dus al kregen de twee daders die in Nieuw Zeeland veroordeeld werden later het Legion d’Honneur uitgereikt in Frankrijk. (Ik zou daar wel vergelijkingen kunnen maken.) Mitterrand was president in die dagen, Fabius eerste minister. Ondanks (gespeelde) verontwaardiging en stellige ontkenningen eerder kwam in 2005 uit dat de president expliciet toestemming had gegeven voor wat ze eufemistisch een operatie noemden.

Mijnheer Fabius meldde vandaag dat Iran meer moet doen en blokkeerde een akkoord. Hoe zou het nu komen dat het westen nogal eens als hypocriet wordt ervaren?

Ik moest in het noordoosten zijn en knoopte er gelijk maar een paar dagen aan de kust aan vast. De rit op de motor duurt een paar uur en heen en terug op dezelfde dag, ik had er geen zin in. De edelsmid, een echtpaar feitelijk, waar ik moest zijn ken ik al twintig jaar of langer en van een beginnend atelier toen zijn ze gegroeid tot een serieus bedrijf. Nooit laten ze na te herhalen dat het toen, toen ik zoveel werk voor ze had, echt begonnen is en nooit vergeet ik te herhalen dat het hun eigen werken is dat ze ver heeft gebracht. Het is fijn om te zien dat het goed gaat en dat hun medewerkers/sters ze op handen  dragen is een prima teken. Van de trouwringen van mijn ouders die ik ze eerder bracht, ik erfde ze van mijn moeder, hebben ze één nieuwe ring gemaakt en ik ben tevreden en geraakt. Goh Mam, nu draag ik het, een stukje thuis aan mijn vinger. We dronken uitgebreid thee, ik bestelde de vorm in zilver die ik nodig heb voor een opdracht, zij gingen aan het werk en ik reed door naar de kust. De rit alleen al is een fantastische belevenis. Een kronkelige kustweg, vaak hoog boven de zee, kleine dorpjes waar alleen de motorfietsen van een moderne tijd getuigen, de prauwen van de vissers op het strand zijn hoe ze al honderden jaren zijn. Mmm, misschien die blauwe plastic zeilen, misschien zijn die ook nieuw. In het hotelletje een simpele, nette kamer, vijf meter van de zee; het is stil, de meeste toeristen zijn naar huis. Na uren op de motor wil ik wel een massage en dat kan. Het kost 150.000 rupiah (10,–). Dat is voor Bali veel geld maar het is een goede massage, als herboren loop ik later langs het strand. En met iets van chagrijn. Niet vanwege het geld, op is op, maar omdat het weer geld in de pocket van een grote(re) jongen was. De masseur, hij moet op afroep beschikbaar zijn, krijgt 15.000 rupiah (€ 1,–)  per massage en de rest is voor de hotelhouder. Meestal doet de jongen zo’n drie a vier massages op een dag – en dan ben je kapot, geloof me – zo heeft hij een dagloon van maximaal 4 euro. De hotelhouder houdt er, ‘on the side’, bijna 40 euro per dag aan over. Veel toeristendingen hier – hotels, attracties, restaurants – zijn in handen van westerlingen, de zaken worden volgens westerse normen geregeld en de toerist is (meestal / soms) tevreden. Goed voor het toerisme maar is het ook goed voor de Balinezen? Afgezien dat allerlei hotelgroepen (Westin, Ritz Carlton, etc) maar doorgaan met giga hotels te bouwen die al te vaak het landschap aan gort helpen – er is een bouwstop maar met de juiste envelop op de juiste plaats is dat makkelijk te omzeilen – is het steeds het grote geld dat wint. Het zijn niet alleen westerse bedrijven, het is eerder een mondiale ziekte, maar ook hier steeds meer geld en macht in steeds minder handen. Overheden faciliteren of, een gunstiger geval, kijken verbijsterd wat er gebeurd.

‘A house is not a home’ schreef Burt Bacharach lang geleden, ik herinner me de uitvoering van de Anita Kerr Singers. Mijn huis is niet leeg en Bali is warm in meer dan één opzicht maar het is goed niet te vergeten dat thuis gevormd wordt door de ander. Dan is er thuis in een telefoongesprek, in een lieve email of gewoon in het ontmoeten van of denken aan hen die me dierbaar zijn. Een zoele avond, ik zit op het terras, de muziek komt uit Afrika, gedachten reizen, zeker rond deze tijd, makkelijk en ver, ook in her inneren is thuis. Afstand overbrugt door liefhebben, sneller dan het licht van hier naar Nederland, naar Afrika en, soms met een beetje tegenzin… weer terug. Mijn thuis is zo groot als ik het laat zijn, veel en veel groter dan het huis dat ik bewoon. Je bent wereldburger geworden zegt een goede vriend maar ik denk dat hij ongelijk heeft want zo, en niet anders, zijn we geboren. Dat ik wel eens moeite heb verder te kijken dan het doosje waarin ik het eerste levenslicht zag laat onverlet dat ik, manmade borders or not, een deel van het geheel ben; alles uit dezelfde bron. Willen kijken naar dat wat verbindt. Zij die telkens weer verschillen benadrukken en exploiteren zijn geen vredestichters, hun motivatie is dubieus en gevaarlijk. Als ik de kranten lees lijkt het of ik met die opinie tegen de stroom inga, als ik mijn vrienden – thuis – hoor weet ik dat we samen zijn. Het Drakensberg jongenskoor zingt intussen in het Afrikaans. Als het goed is en je klikt op deze link kun je meeluisteren.

04 Track 04 kopie

Lieve groet, Frank