Werk te doen

Lieve Allemaal

In Afrika druk bezig geweest het restaurant te versieren met nietszeggende rommel, bergen papier-maché manen, sterren en klokken en wat dacht je van roze engeltjes met een lampje in hun kop en één onder hun rok. Esthers restaurant organiseerde een kerstlunch en ook papieren hoedjes waren ingekocht.                                                     Het was geen doorslaand succes. Niet die kerstlunch, daar was ik gelukkig niet bij, ik bedoel Afrika. In het land waar nog altijd een deel van mijn hart woont voelde ik me twee weken niet op mijn plaats en dat is een understatement. Nog steeds zit ik te puzzelen over wat er is gebeurd en nog steeds wordt ik wat ziek van mezelf en de situatie. Tientallen gesprekken met bezoekers / vrienden van het restaurant en in nauwelijks een gesprek ontbrak het vloeken dat het land zolang al teistert: racisme. Vloeken, luider dan ik ooit hoorde; mijn huidskleur maakte dat niemand het ook maar voor mogelijk hield dat ik andere gedachten zou hebben. Een grimmige sfeer waar haat vrij spel kreeg, het oude liedje van wij en zij waarbij wij uiterst superieur zijn en zij … Nee, niet herhalen. Was het er altijd in die mate en keek ik niet goed, was het toeval dat ik er nu mee geconfronteerd werd, waren die vrienden dan zo erg veranderd? De schok was er niet minder om en gast zijn is dan geen voordeel. De conventie (of is het eigenbelang de lieve vrede maar te bewaren) schrijft voor beleefd te blijven. Geen harde woorden, woede inslikken en welopgevoed onduidelijk zijn. Een voorzichtige tegenwerping kan nog en dan houdt het op.

En het begint: een gevoel van laf verraad aan hem, mezelf en zovelen, alles waar ik voor zeg te staan in de derrie laten zakken. ‘Een verschil maken waar ik kan’ schreef ik naar aanleiding van kerst. En toen? Ik neig nu naar knuppel en hoenderhok (ook te laat) maar weet ook dat het alleen maar hakken in het zand gebracht had. Ik blijf zoekende. En beschaamd.

Welbehagen, een warme wintermantel die we onszelf en elk ander zo gunden: het kerstgevoel. Maar het feest van licht is achter de rug en kan sowieso niet meer dan een begin zijn, een intentie die pas in daden echte vorm krijgt. Het is tijd voor (her)opening van de winkel, er is werk te doen. Veel. Voorlopig sta ik in de min.

Oudejaarsavond kwam ik weer aan in Indonesië. Airmiles gebruikt voor een upgrade naar de business class dus lekker geslapen en goed gegeten. Bij de douane veel gedoe over een emmer shelfprimer (poeder) die ik bij me had maar nadat ze het proefden waren ze toch overtuigd; ik mocht naar huis. In Bali meer vuurwerk dan andere jaren. Al komen ze niet in de buurt van de 68 miljoen die Nederland de lucht in schoot, er kon blijkbaar wel het een en ander af. Zoef was extatisch me weer te zien, het huis stond er goed bij, een black label of twee en naar bed. Ibu Putu was de volgende morgen zo vriendelijk enthousiast te melden dat ik dik geworden was. We schatten de zegeningen daarvan duidelijk verschillend in.

Ook hier ziet het nieuwe jaar er niet in alle opzichten even positief uit. De gouverneur van Jakarta gaat voor herverkiezing. Zijn eerste termijn kwam niet van directe verkiezing, hij was running mate van de man die nu president is. Hij is van Chinese komaf – voorouders vele generaties terug kwamen daarvandaan – en christen. Wat knippen en plakken in een toespraak van hem, op het internet zetten en de gevolgen waren kolossaal. Honderdduizenden kwamen naar Jakarta om zijn aftreden te eisen (de milde reacties), onmiddellijke vervolging wegens blasfemie (de standaard reacties), of zijn dood (de fanatiekste). Onder druk van de fundi’s kwam het tot vervolging en het is hoogst onzeker hoe het af gaat lopen, rechters hier staan niet bekend om hun sterke knieën. De ware reden, chinees en vooral christen zijn, wordt door niemand uitgesproken, een stok is gevonden/gemaakt en dat is genoeg. Intussen zijn er krachten aan het werk die alcohol, overspel, seks buiten het huwelijk en homoseksualiteit willen verbieden. Fundamentalisten proberen de zaak over te nemen, de regering is zwak, het wordt spannend. Ik ben hier gast maar misschien toch maar mijn mond wat vaker opendoen, de winkel wijd open zetten.

Veel liefs, Frank