We make a living by what we get
We make a life by what we give
Lieve Allemaal,
Urenlang rijden door de velden en de schoonheid van Bali genieten; een goed plan om een zinnige invulling te geven aan wat eigenlijk een rotdag is. Op de sawah’s wordt gewerkt, de wegen naar het noorden zijn rustig, er is overal wel iets om te bekijken; hier een trouwerij, daar een crematie en weer verderop een ceremonie voor ik weet niet wat. De diepere zin ontgaat me meestal maar het is een mooi gezicht. De bergen op de achtergrond, terrassen met sawah’s maken een stapeling van eindeloos groen en een overweldigend landschap. Ik tuf met een rustig gangetje door, het is genieten. Er zijn van die data; in deze maanden is het een hele serie. Feitelijk is het onzin, er is geen echt verschil tussen de data, maar zo voelt het niet. Tien jaar en het is nu echt voltooid verleden tijd bedenk ik, alsof dat niet vanaf dag één het geval was. En toch, nog steeds rent – zoals altijd in mijn dromen op weg naar school – in korte broek en wit overhemd, een jongen. Ook tussen de rijstvelden van Bali.
’s Avonds bij Frans gegeten en het was goed. Het zal nooit ‘af’ zijn denk ik en toch: voltooid verleden tijd. Als het weer eens bijt ga ik wel naar die velden. Daar kan hij rennen.
Intussen werk ik hard aan een nieuwe serie objecten voor een tentoonstelling ergens dit voorjaar in Nederland. De basis is een keuze van gedichten van dichters die ik bewonder; o.a. Rainer Maria Rilke, Lucebert, Wally Serote, W.H. Auden, Ingrid Jonker en anderen. Lastig, spannend maar een goed gevoel als het lukt. Noem het mijn reactie op de wereld die ik zie. Ik moet er iets mee en meer dan mijn metertje heb ik ook niet.
’s Morgens de laptop gewoon niet open maken, het internet maar laten; ik zou soms wel willen maar voor struisvogel heb ik echt een te grote kop. Er zijn zaken die ik slecht kan verteren. De satire, wellicht toepasselijk, in het meelopen van een aantal regeringsleiders in Parijs. Satire of opportunisme in de reacties op de dood van de koning van Saoedi Arabië. Zelfverklaarde Charlies struikelen over elkaar in het verkondigen van leugens om oliewil. Intussen wacht Raif Badawi op de resterende 950 stokslagen van de duizend waartoe hij veroordeeld werd. En op tien jaar gevangenis en € 200.000,– boete. Hij had een blog geschreven, beetje liberaal, rook wat naar atheïsme en dat laatste heeft diezelfde koning vorig jaar tot een terroristische daad verklaard. Vandaar. De tachtig mensen die vorig jaar in dat land werden onthoofd wachten niet meer. De ambassadeur van Saoedi Arabië was niet de enige die door Parijs liep met grote pakken boter op het hoofd.
Min of meer gelijktijdig met de aanslagen in Parijs werden in Nigeria, volgens een schatting van Amnesty International, tweeduizend mensen vermoord. Iets eerder in Pakistan meer dan honderd kinderen. Twee feiten uit een lange, waanzinslange lijst. En het stopt niet. Deze week weer meer dan honderd mensen in Kameroen en god weet hoeveel op hoeveel andere plaatsen. De aandacht voor al die ellende is een fractie van die voor de gebeurtenissen in Parijs. Wie is verbaasd dat het beeld ontstaat dat zij ver weg er niet toe doen? Hoe zouden opportunisme, meten met maten die ons eventjes beter uitkomen, iets goeds kunnen brengen?
Het, in mijn optiek smalle, denkraam van Charlie zijn past me niet. Een anekdote uit het NRC komt weer in gedachten. De lerares vraagt de kinderen wat ze later willen worden. Alle beroepen komen voorbij, van ballerina via astronaut tot president. Eén jongetje daarentegen wil niets worden. “Niets worden?” vraagt de juf verbaasd. “Nee, ik wil gewoon mezelf blijven.” Daar kies ik ook voor, laat me Nigeriaan zijn, Syriër, Pakistaan en, en, en … Jij bent mij in een andere gestalte. Dan staat ook vrijheid van meningsuiting in het licht van respect.
De komende maanden wordt het weer hard werken door velen hier in Penestanan. Straks is er een Ngaben Masal, een massale crematie. De Balinese Hindoes – er zijn hier ook, met dank aan de missionarissen, een katholiek en een protestants dorp – worden gecremeerd. Nu was dat ooit, in ieder geval voor de minder vermogenden, een redelijk eenvoudige ceremonie maar die is in de loop der tijd zo uitgebreid geworden, en navenant duur, dat Wayan Modaal het niet meer kan betalen. En het moet toch want wat zullen de buren zeggen als wij simpeltjes … Dus wordt nu meestal eerst begraven en dan, eens in de vijf jaar, is er een crematie voor alle overledenen van de afgelopen jaren. Zo worden de kosten gedrukt, het kost nu ‘nog maar’ tien miljoen rupiah per ‘deelnemer’. Dat is voor dezelfde Wayan Modaal tussen een half en een heel jaarsalaris. “Je moet gaan kijken hoor” zegt Ibu Putu, “het is prachtig hier in Penestanan”.
De gouverneur van Bali vroeg zich in een recente toespraak af in hoever de steeds uitgebreidere ceremonies mede debet zijn aan toenemende armoede. Vast wel lijkt me. Ik kom hier niet met ongevraagde kritiek op al die kostbare ceremonies (zie boven) maar natuurlijk helpt het niet echt. Aan de grotere oorzaken wil ook de gouverneur niet komen; Indonesië is een van de landen waar de verdeling van welvaart het meest ongelijk is. Breder gezien: de tachtig rijkste mensen op de wereld bezitten gezamenlijk evenveel als de 3,5 miljard armste aardbewoners, de rijkste een procent net zoveel als de rest van de wereldbevolking. We moesten maar niet klagen als de prijs van de koffie omhoog gaat omdat de boeren iets meer willen, meer en grotere stappen zijn dringend gewenst.
Lieve groet, Frank