East and West.

Lieve Allemaal

“East is east, and west is west and never the twain shall meet.” Vaak geciteerde woorden van Kipling en toch denk ik dat hij ongelijk had. Zeker, arrogantie en eigendunk maken dat die ontmoeting nogal eens uitblijft. Dat beide zijden baat hebben bij zo’n ontmoeting is echter onmiskenbaar.

“Ach, de waarheid zal wel in de midden liggen.” Vaak klopt daar niets van. Een beetje integer en tamelijk betrouwbaar zijn kinderen van van die uitspraak. Waar het over de cultuur hier versus die in mijn moederland gaat, denk ik dat er veel in zit.   

“Toen ik in Bali was heb ik iemand ontmoet, aardige vent, misschien ken je hem? Wayan.” Ach, weet je, in Bali krijgt haast elk eerste kind, meisje of jongen, de naam Wayan. Dus we hebben er wel een paar…Ook bij ons thuis hebben we een Wayan. Wayan deed eerst alleen de tuin maar toen ik informeerde of hij iemand wist om het huis schoon te houden, wilde hij het wel zelf proberen. Dat mocht, graag zelfs. Het huis is nog nooit zo schoon geweest en het is ronduit een plezier Wayan als helper te mogen hebben. Een prettig mens, oprecht, vertrouwd, eerlijk en eenvoudig. En als ik zeg eenvoudig bedoel ik dat in de meest positieve zin mogelijk; enkelvoudig, geen dubbele bodem, wat je ziet is wat je krijgt. Hij werkt al een jaar of zes, zeven bij ons en van een verlegen jongeman werd hij in die jaren een zelfbewuste vader van twee jonge kinderen. Het is mooi om dat te zien gebeuren. Bij ons werkt hij maar twaalf uurtjes in de week en hoewel we hem, zoals dat hoort, goed betalen is het totaal aan inkomen natuurlijk geen volwassen maandsalaris – de helft van minimum maandloon of zo. Het baantje dat hij erbij heeft, de hekken van een school wat in de gaten houden, kost hem een uurtje per dag en al weet ik niet wat het oplevert, genoeg om tot een volgroeid maandsalaris te komen kan het niet zijn. Noch kunnen de twee halve dagen in de week die zijn vrouw als hulp in de huishouding werkt voor voldoende aanvulling zorgen. Nu ken ik iemand die hulp zoekt voor ook zo’n twaalf uur in de week en daar hetzelfde, misschien wel meer, aan salaris voor over heeft. “Misschien iets voor jou, Wayan?” Nee, zegt Wayan. “We redden het best en voor de kinderen (en naar ík denk voor de talrijke ceremonies die heel veel tijd vragen) is het belangrijk dat ik genoeg aandacht en tijd voor ze heb. We zijn gelukkig zo.” Wij noemen dat consuminderen, misschien is het gewoon levenskunst.

Ik lees een gedicht van Wislawa Szymborska: ‘Een versie van de gebeurtenissen’. Ze stelt zich voor dat ‘we’, onze zielen of zoiets, een keus gehad zouden hebben als het ging om het leven op aarde met de zin: “De geboden lichamen zaten ongemakkelijk en sleten lelijk.” Wie ouder wordt, herkent het misschien. Wat mij betreft zat het nooit gemakkelijk en als ik zie wat er zo op social media voorbijkomt ben ik (ook) daarin niet uniek. Pas nu, nu het een en ander ietwat versleten is, kan ik kijken naar een foto van toen en denken: “mooie jongen wel”. Rijkelijk laat. In het restaurant waar we vaak eten werkt Kadek. Een jongeman, twintig of zo, en fors, heel fors. Als hij aan komt rijden op zijn motor is de motor goeddeels verscholen. Natuurlijk weet hij dat. En natuurlijk drukt dat op hem. Ook hier doen opinie, commercie en die sociale media hun best je mee te geven dat je niet in orde bent, tenzij… Wie staan er dan naast je? De laatste maanden spreken we Kadek vaak. Niks ingewikkelds, niets diepgaands; gewoon “hallo Kadek, hoe gaat het?” en in plaats van koetjes en kalfjes doen we hier karbouwen en bebek*. (Ook) houden van jezelf, een gevoel van eigenwaarde ontwikkelen, red je niet in je eentje. Wie staan er naast je? Kadek komt nu blij op ons af als we er weer zijn en lacht. Kadek lacht en dan lijkt hij zorgeloos. De wereld heeft veel Kadeks, er is veel te doen.  

Hier druk met alle voorbereidingen voor de grote reis, met een overvolle agenda over vier continenten. Ik zie ernaar uit en ik zie er tegenop. Ze slijten, die lichamen. Doni is nog voor een paar dagen naar zijn familie in Lampung, straks is hij drie maanden alleen met Zoef. Een druk jaar, ik hoop dat we, later in september, op vakantie naar de orang utans in Kalimantan kunnen.

Lieve groet en misschien tot spoedig, Frank

* bebek = eenden