Eerst bouwen

Elke keer als er sancties worden opgelegd, worden buitenlandse tegoeden bevroren. Is dat een loos gebaar of hebben al die gasten forse tegoeden in het buitenland? En zo ja, gevonden op straat?

Als we nou gewoon eens stoppen al dat bloedgeld te stallen, zou dat niet een begin zijn?

Lieve Allemaal,

Het is zonnig weer, gevoelstemperatuur 36 graden, vaak de tuin sproeien, 400 baantjes trekken in het zwembad (oppassen voor het goudvis-syndroom) en verder rustig aan. Voor mij is elke dag een zondag, alleen maar kleine problemen. Zoals de vijver die niet lek is, dan opeens zeer lek en nu weer niet meer. (???) Wellicht heeft het dreigement dat de vissen tijdelijk in plastic emmers moeten geholpen en hebben ze het beneden zelf opgelost? Oh ja, en een spiegel die ongezeglijk is. Elke morgen gemekker over de wet van de zwaartekracht terwijl ik zo vreselijk mijn best doe. (zie zwemmen.) 50 plus zeg ik dan, nee, komt de correctie; 60 plus, zeer plus! Het is waar, straks al 62, maar 50 plus is ook zoiets. Moet je Baay of Klein stemmen; the name gives it away.

Het is Kuningan, de voorouders vertrekken weer naar waar ze normaal verblijven. Vorige week, tijdens Galungan zijn ze gekomen en nu is het dus voorbij. Of het gezellig was weet ik niet, het was vooral heel erg druk. Het zal je niet verbazen, een en ander ging gepaard met een veelheid aan offers en ceremonies. De penjors, hoge, versierde bamboe staken voor elk huis maar een detail van alles dat gebeuren moest. Het is een ritueel dat elke Balinese kalender, dat is elke 210 dagen, weer terugkomt. Tussendoor had Wayan thuis nog een kleine ceremonie – maar klein hoor – en dat alleen al kostte 500.000 Rupiah, een half maandsalaris.

penjor

 

Een vraag die ik nog steeds heb is hoe het gaat met die voorouders die gereïncarneerd zijn; komen die ook? Vorige week dacht ik er een antwoord op te kunnen krijgen, verderop was een voordracht van een Hindu priester, maar het is niet gelukt. Het bleek een Australiër die vooral vervuld was van zichzelf en een vraag beantwoordde met een monoloog van een uur of meer, doorspekt met Sanskriet woorden. Niet alleen dat mijn Sanskriet behoorlijk zwak is, het risico de lezing met nog een uur te verlengen door ook een vraag te stellen wilde ik niet lopen. ‘Een fake, een fraud’, vond een van de toehoorders die ik gisteren toevallig tegenkwam. Tja, dat dacht ik ook maar dat denk ik wel vaker. Anders gezegd, is het ook het geloof van de priesters of proberen ze de mensen dom te houden en daarmee een behoorlijk inkomen zeker te stellen? Of woord en daad één zijn vraag ik me niet alleen in Bali vaker af.

Misschien, misschien brengt het erbij horen en aan je verplichtingen voldoen ook wel een geluksgevoel. Het zou kunnen, het gevoel dat je het mooi gedaan hebt hoe het hoort is niemand vreemd. Alleen zo jammer dat de priesters hier de redding van de godsdienst zien in een isolatie van de cultuur en steeds meer en grotere ceremonies. IJver voor educatie in de ruimste zin van het woord, voor redelijker sociale verhoudingen, alles broodnodig, zal van die kant niet komen.

Op een dag breekt de revolutie uit, eeuwig onwetend houden gaat niet lukken. Maar dan ben ik allang op grote vakantie. Ach, misschien kom ik dan met Galungan eens langs.

In China doen ze het anders, daar laten ze de Oeigieren (moslims) gedwongen verhuizen zodat ze zich beter zullen mengen met de Han. Tegelijk wordt iedereen die mogelijk iets wil gaan zeggen over het drama op het Tiananmen plein, 4 juni al weer 25 jaar geleden, preventief vastgezet. Het is nooit gebeurd, de geschiedenis wordt herschreven of beter, uitgegumd. Bouwsels op drijfzand. Communistisch China; land van Bentley, Audi, BMW en fietsen, heel veel gammele fietsen en werknemers die duizend kilometer van huis in een hutje achter de fabriek wonen en tien dagen per jaar naar huis mogen. De economie loopt als een dolle.

Ontwikkelingen opleggen, religie onderdrukken, het gaat, tenzij je er genoegen in schept toekomstige problemen te creëren, niet werken. Ik ben van een generatie die dacht dat alles maakbaar was, ik denk nu dat een verandering alleen duurzaam kan zijn als hij van binnenuit komt. Het is als de export van democratie en westerse normen en waarden, kijk maar in de krant hoe geweldig dat loopt. Respectvol in gesprek blijven is de enige weg, en ooit komen die veranderingen.

En tot dan, tot mensen het zelf anders gaan willen, blijft Bali Bali en je kunt alleen maar hopen dat mensen voldoende geluk en blijheid vinden in hoe het gaat. Het is in veel opzichten een gezegend eiland, de inkomsten uit toerisme zijn zeer aanzienlijk en bij een eerlijker verdeling zou iedereen het erg goed hebben.

Eerlijker verdeling, we hebben het er maar moeilijk mee. Asielzoekers – in de tijd dat we begrepen dat het om mensen ging die hulp nodig hadden heetten ze vluchteling – asielzoekers dus, mensen die iets van ons willen!, daar hebben we er nu wel genoeg van. Opvangen in de regio, over hoe en wie dat moet betalen geen woord. Een miljoen officiële vluchtelingen uit Syrië in Libanon met 4 miljoen inwoners. ‘Zie het maar’, zegt Carolien Roelants in het NRC, ‘als 4 miljoen Belgen die hun toevlucht in Nederland zoeken’. Nou, dat wordt geen belgenmop. Ja ik begrijp ook wel dat we ze niet allemaal in Nederland kunnen hebben maar, laten we niet overdrijven mijnheer Rutte. Ontwrichte maatschappij.., we hebben hoogstens wat last van blikvernauwing waardoor we de nood van anderen niet altijd zien en, zelfs, hier en daar het lef hebben vluchtelingen gelukzoekers te gaan noemen. (Voor de goede orde, hoewel iedereen van geluk zoekt, is het hier opeens een afwaardering.) Waar zijn we geland als de absolute wanhoop die maakt dat mensen in een gammel bootje de zee opgaan ons ontgaat? Als we nou eens beginnen in die regio ook reële mogelijkheden te scheppen en daarna verder zien. Geen beker water weigerend en niet de logees de deur uit sturen naar een hotel dat nog gebouwd moet worden.

Lieve groet, Frank

Kamers

Tijd genoeg om te schrijven; ik zit op een stoel met een licht verstuikte enkel. Op weg naar de supermarkt van de trap gevallen, in een gat gestapt dat er, inderdaad, al maanden zit. Geruchten als zou er een verband zijn met het feit dat een erg leuke meneer de trap opkwam zijn uit de lucht gegrepen; niets anders dan roddel en achterklap.

Lieve Allemaal,

Het was bule dag. Bule is een woord voor blanke en deze week mochten de bule’s aan de bak. Ik moest in Kuta zijn – adu en kasian, het is een verschrikkelijk oord – en glipte op het laatste moment nog door een stoplicht. Hoe eerder je daar weer weg bent immers, hoe beter. Een kilometer of zo verder werd ik ingehaald door een agent op een brommer, ik was door rood gegaan meende hij. Volgen, terug naar het kruispunt. Tien tegen een dat je ermee wegkomt als je niet begrijpt en gewoon doorrijdt maar ach, ik ben gezagsgetrouw opgevoed en als ze echt kwaad willen…

Bij het kruispunt zaten vijf bule’s op een rij op de stoep, het was een bijzonder leuk gezicht geweest als ik niet nummer zes werd. Een dik half uur lang zag ik tientallen Balinezen, zonder helm, in vele vormen van overtreding langs komen, het rijtje bule’s breidde zich intussen nog wat uit. Eindelijk aan de beurt bleek het menens deze keer, geen eigen zakken vullen want een flink aantal ingenomen kentekenbewijzen lag op het tafeltje; eerst gaan betalen op het bureau en dan pas het kentekenbewijs terug. Het gesprekje, welles nietes welles en veel koetjes en kalfjes, verliep vriendelijk al sprak ik mijn verbazing erover uit dat al die Balinezen gewoon door mochten. ‘En hoe nu verder?’, vroeg de agent uiteindelijk. ‘Ik koop een cold drink voor jullie en we blijven gewoon vrienden.’ Hij vond het een goed plan al was de teleurstelling zichtbaar toen ik daadwerkelijk drie blikjes fris kocht en ze een fijne dag wenste. Wrange glimlach maar ‘goede reis en voorzichtig’ kon er nog wel af.

Het zijn, naast zaken die gigantisch mis gaan, de mildere gevolgen in een maatschappij waar regels hoogstens een suggestie zijn van hoe het ook kan. Wat goed als het wel allemaal prachtig volgens de regels gaat. Vijf jaar Rijkstoezicht en nog zo wat eisen en je mag blijven. Ah, het was gemeentetoezicht, nee, dan moet je weg, gemeente telt niet, zo zijn de regels. Of die regels fair zijn is blijkbaar niet het punt, protesten van 200 burgemeesters en de kinderombudsman landen in het ronde archief.

‘Regels zijn regels’ heeft een heel griezelige echo.

Land van koopman/dominees, zodra het geld kost wint de koopman. De Dalai Lama wordt nauwelijks ontvangen. Om overwegingen die niets met handel en China te maken hebben hoor, althans, dat stelt de MP. Draaikonterij die zich niet laat rijmen met het verlangen naar meer vertrouwen in de politiek. De blonde roeptoeter, fel tegen discriminatie van homo’s, onthoudt zich in het Europees Parlement van stemming als het gaat om een Europese maatregel om die discriminatie tegen te gaan. Met antisemitische en homofobe vrienden moet je wel. Toch? Mensenrechten als sluitstuk, luxe die een stok wordt om politieke vijanden mee te slaan.

Intussen leven Musika en Musaka – het klinkt als twee figuren uit een sprookje – even niet in een sprookje, zij zijn de eerste beklaagden onder de nieuwe anti homowetten in Uganda. De aandacht verslapt alweer, zowel voor Uganda als voor die andere eenenzeventig landen waar Musika en Musaka hun leven niet mogen leiden. Er is genoeg dat somber stemt en als ik een petitie teken voor vrijlating van die meisjes in Nigeria onderstreept dat eerder mijn gevoel van machteloosheid dan dat ik voel iets bij te dragen.

In de New York Times lees ik een artikel waarin de schrijver stelt dat het reacties zijn op de steeds verder toenemende verwesterlijking van samenlevingen die dat van oorsprong niet zijn. Boko Haram ziet hij als een extreme uiting van hetzelfde fenomeen. Ik denk dat het klopt, ik denk ook dat het tweede deel van zijn verhaal het belangrijkst is. Hij vraagt het vele positieve dat in Afrika plaatsvindt niet te vergeten, om ons beeld van het continent niet onder de donkere kleuren van de extremen weg te schilderen maar positief te zijn. Er gebeurt veel dat goed en hoopgevend is, Afrika is zoveel meer en anders dan vrouwen met blote borsten, krijgers in traditionele uitrusting en hongerkinderen. Wat hij feitelijk bepleit is: kijk naar alles wat goed gaat en ondersteun dat, laat de hoop niet varen en wees optimistisch over de toekomst.

Voor mij zijn de laatste lijntjes met Afrika schijnbaar verbroken; Cedric is er niet meer en voor T. is het ook over, I have no money, I’m useless. Het schrijnt nogal maar als ik nadenk weet ik dat het niet waar is, de lijntjes blijven wel. Zachte stemmen als ik alleen het woord Afrika maar denk, ogen vanuit die eindeloze vlaktes, altijd begeleid door die ene stem die alleen mijn naam maar fluistert… Het blijft het continent waar de ziel buigt in bewondering voor zoveel schoonheid. ‘Je kunt Afrika verlaten, Afrika verlaat jou niet’, die woorden van een vriendin zijn waar. Hij kan en mag niet gaan maar ook al die mensen blijven, vanzelfsprekend, een plaats vragen in mijn denken. “Too much love will kill you” zong Queen. Ik denk het niet; er is ruimte genoeg in mijn huis en ik hoef niet in elke kamer tegelijk te zijn.

Ibu Putu is weer bij haar man op bezoek geweest. Ze is zijn tweede vrouw, in de zin van, hij had twee vrouwen. Zij was bloedmooi, hij jaloers en achterdochtig en wat ze vertelt is niet alleen maar rozengeur. In haar, natuurlijk eenzijdige, verhaal moest ze zelf maar zorgen dat er geld kwam voor haar en de vier kinderen, hij kwam vooral langs om te mopperen. Nu gaat ze elke week een paar keer naar hem toe. Hij kan niet meer naar buiten, zij maakt koffie voor hem en, zegt ze, het gaat nu veel beter. Het was een kamer, vertelde ze, waar ze niet meer kwam maar nu is het nodig, hij heeft haar nodig.

Deze week is het al weer een jaar geleden dat mijn moeder jarig was, ziek werd en overleed. Ze zou nu 94 geworden zijn. Daar is een kamer die zozeer bij mij hoort dat ik er dagelijks wel kom. In Ibu Putu’s verhaal hoor ik nogmaals dat het wijs is al die kamers te blijven bezoeken, zij vormen wie ik ben.

And, there is nothing like “Too much love”.

Veel liefs, Frank

Balans

Lieve Allemaal,

Een maand lang geen blog geschreven, niet zozeer luiheid als wel druk. Nou ja, druk, ik had Werner, een vriend uit Afrika op bezoek en het was mooi en gezellig. Geen wereldschokkende activiteiten, gewoon Bali en nog meer genoten. Hij heeft me een paar dagen naar Flores meegenomen, Labuan Bajo in het uiterste westen van het eiland, en dat was een fantastische belevenis. ’s Morgens met een simpel bootje naar een van de vele eilandjes in de baai waar dan een privéstrand wacht, kleren in het zand mikken en, onder een stralende zon, de warme zee in; snorkelen en je verbazen over de schoonheid van de (onderwater) wereld. Terug op het strand een flesje wijn open maken – er moet natuurlijk ook iets gebeuren – en dan nog maar eens een flink eind zwemmen. Opdrogen in de zon en het restje wijn eerlijk delen… Alleen de apen op het strand kijken je na. “Mensen, merkwaardig soort dier…”P1010779

En de varanen gezien, Komodo en Rinca zijn vlak in de buurt en daar wonen die voorwereldlijke monsters. Werner vond ze er wel vriendelijk uitzien, gewoon naast gaan liggen en niet laten zien dat je bang bent, dan doen ze niets. Zei Werner… Ik heb het niet geprobeerd, hij ook niet trouwens; van een Zwitserse baron die verdween hebben ze alleen het brilletje gevonden. Ja, en een verrekijker.P1010758

Mooi hotel aan een (doodstil) strand en.., het internet deed het niet. Jawel, soms heb je alle geluk van de wereld. “Goh wat spijt me dat, een aantal dagen geen verbinding hé, en ik zie eerst nu uw email…” Overal prachtige mensen ontmoet en er weer eens met de neus opgedrukt hoe het leven ook kan zijn. Een simpele wereld met kleine wensen, met mensen die tevreden zijn. Niet toevallig zit daar het woord vrede in denk ik. Hoe lang het allemaal nog duurt weet ik niet, ook daar rukken de iPhones en andere rotzooi op en slimme politici en multinationals hebben allang bedacht hoe ze het volk het (weinige) geld uit de zak kunnen kloppen. Commercials doen hun best mensen te overtuigen dat ze véél meer nodig hebben om fatsoenlijk te leven. Politici romen het gemeenschapsgeld af en stallen de buit in bijvoorbeeld Nederland – altijd welkom! De multinationals weten hoe belasting te ontwijken; een nette uitdrukking voor je verantwoordelijkheden ontlopen of, nog duidelijker, de lokale, werkende mens de kolere laten krijgen. De ontwikkelingslanden verliezen miljarden méér aan gederfde belastinginkomsten dan ze aan hulp ontvangen. Als we nog verder op hulp korten kunnen we het ‘batig slot’ nog wel wat opleuken al komt steeds meer in steeds minder zakken terecht.

Flores is – nog – van een wonderlijke schoonheid. Aan alles komt een eind maar als ik mijn ogen een beetje dichtdoe, dan ben ik er weer. Tevreden.

Mijn bedrijfspensioen – 400 euro per jaar; ja, had ik maar moeten werken – is met twee jaar uitgesteld. Het door mij gedachte verdomme verdwijnt op Flores wel uit mijn kop. Daar geen AOW of bedrijfspensioen, mensen werken, net als in Bali, gewoon door. Ibu Putu, van het restaurantje verderop, moet in de zeventig zijn maar ze werkt elke dag met plezier en blijheid. Vijf uur op, zes uur naar de markt inkopen doen en de rest van de dag koken voor de klanten die komen. ’s Avonds om acht gooit ze de tent dicht, wel mooi geweest. Ik ben er niet zo zeker of het wel erg is als een mens tot op hogere leeftijd door moet rommelen – doen als je het kunt denk ik, en je blijft actief deel van de maatschappij. En hier, als het ooit niet meer gaat, zijn er wel mensen die helpen. Vanzelfsprekende mantelzorg waar geen overheid zich mee hoeft te bemoeien.

Alles zo lang het duurt, zaken veranderen in rap tempo. Verlangens worden groter en de eindjes aan elkaar knopen wordt al lastiger. P. komt geld lenen want hij is achter bij het afbetalen van één van de drie motorfietsen die het gezin heeft, terughalen door de bank dreigt. Hij heeft met zijn iPhone vooraf geïnformeerd of het past dat hij langskomt. Ik zie valkuilen waar velen van ons al lang ingedonderd zijn.

5 mei, bevrijdingsdag. Jan Terlouw, de schrijver en oud-politicus, vraagt zich af hoe het is met broederschap. Vrijheid en gelijkheid ziet hij wel in Nederland maar hij stelt vast dat vrijheid zonder broederschap een valse vrijheid is. We herdenken dat mensen vielen voor onze vrijheid, we vieren een geschenk: de mogelijkheid om vrij te zijn. Als onze vrijheid niet samengaat met verbondenheid met elk ander verwordt het al te snel tot een instrument in dienst van het ego; valse vrijheid zegt Terlouw terecht.

Broederschap, verbondenheid betekent delen maar de ongelijkheid groeit, bewondering voor overdreven rijkdom neemt niet af. Een mijnheer bij de PvdA ziet niet in hoe de koningin in een H&M jurk op staatsbezoek zou kunnen gaan. En ik begrijp het niet, of misschien toch wel. Als je je ideologie hebt afgeschud en je ophoudt in salons, ja, dan klopt het wel weer. En de kiezers, die begrijpen het maar niet. Domme kiezers. 0304WEBAPP06-980x665

Hoedje van papier

Als duur en exclusief synoniem worden voor waardig en voornaam is het tijd voor een nieuwe bril. De bizarre neiging zich te willen onderscheiden door (veel) bezit (te tonen) is echt wel rijp voor de mestvaalt, een moraal ontwikkelen waarin juist dat soort uitingen argwaan, schamper en dédain oproepen, zou goed zijn.

“Ik geloof er niet in dat we in de buitenwereld iets kunnen oplossen wat we niet eerst in onszelf oplossen” schreef Etty Hillesum. Het is vaak wél lastig. In Afrika is de oven stuk, er moet een reparatie plaatsvinden. Ik kan niet helpen en dat feit kwam me gisteren op een scheldpartij via whatsapp te staan. You’re useless, I’m so done with you… en nog zo wat minder vleiende frases. Hoe ga je er mee om en, er kan meer dan ik soms wil weten maar niet alles. Balans vinden, daar lig ik wel eens van wakker.

Lieve groet,
Frank