Broederschap

Lieve Allemaal,

De zon is nauwelijks op in Bali en ik lees de kranten op het net. Over de vliegramp die geen vliegramp is maar een catastrofe veroorzaakt door mensen, verblind door een ideaal dat dit nooit waard kan zijn… Er is geen dekking tegen het geweld van zeloten en andere fanatici die rücksichtslos niet alleen broederschap ontkennen, maar het met haat en zonder enig respect voor leven, met alle middelen die hen ter beschikking staan, bestrijden. Er is ook geen schuilplaats waar het slechte nieuws niet tot ons komt. De moderne techniek dwingt ons dagelijks onze broeder en zuster te zien, ook en vooral die in nood – als we willen herkennen. De wereld is intussen zo klein dat nationaliteit meer dan ooit een futiel detail is van wie we zijn. De nood is zo groot dat mineur of majeur verschil in godsbeleving geen reden kan zijn de broederschap, die al in onze genen ligt besloten, te ontkennen. Het is broederschap die maakt de ander nabij te willen zijn, zeker de ander in nood.

Vier mensen die me in bepaalde zin nader staan dan anderen behoren tot de slachtoffers. Iedereen kent direct of via wel iemand die … Intussen erger ik me aan Balinezen die benadrukken dat het om zoveel Nederlanders gaat, 12 Indonesiërs en twee Balinezen. Ze zijn niet de enigen die nationaliteiten tellen zie ik in de kranten. Bijna driehonderd mensen, en een nauwelijks in te schatten aantal nabestaanden die een loodzwaar verlies zullen moeten incasseren, daar gaat het over.

Niet zoveel later komt de hulp met slecht nieuws, ik denk dat ik het al weet. Het blijkt anders; Ketut, mijn ‘landlord’ is afgelopen nacht overleden, hij was al enige tijd ziek maar het leek weer beter te gaan en nu dit. Het betekent dezelfde dag nog een (voorlopige) begrafenis, de crematie komt veel later. Ik hoor daar te zijn maar gedurende de zeer uitgebreide ceremonies gaan gedachten heen en weer, vliegen over die klein geworden wereld die broederschap meer dan ooit tot voorwaarde maakt van leven. De zonder twijfel zeer lange, maar ook enige, weg uit de puinhopen van ons bestaan.

 

De hulp wist niet wie te kiezen maar ‘bapak’ (= vader, haar man dus) heeft het ingefluisterd. En die werd het, Jokowi, want Bali is een beetje Jokowi-land. De presidentsverkiezingen; beide kandidaten beschouwen zich erfgenaam van een eerdere president, respectievelijk Soekarno en Suharto. Dat dat dictators waren die hun eigenbelang strak in het oog hielden… de tijd heelt niet alleen wonden, het maakt vergeten een stuk makkelijker. Prabowo, de kandidaat van het establishment, is favoriet bij hen die kiezen voor rust en orde en bij een aantal fundamentalistische groepen die hopen op een streng islamitische samenleving. Logisch dus dat hij in Bali, goeddeels hindoe, weinig poot aan de grond krijgt. Jokowi, de man van gewone komaf, zegt schoon schip te willen maken en heeft dat als burgemeester en als gouverneur ook al wel laten zien. De elite wordt bedreigd in haar positie. De chauffeur van de week meende dat beide kandidaten hebben gewonnen. Ze claimen immers beiden een overwinning, via radio, kranten en tv. Mijn opmerking dat er ‘natuurlijk’ maar een kan winnen kwam niet aan. De media waren duidelijk, ze hebben allebei gewonnen. De echte uitslag komt pas op 22 juli, het tellen duurt even, vooral ook door alle afgelegen regio’s. De hoop dat er niet gerommeld gaat worden is waarschijnlijk een ijdele, nu al zijn districtjes bekend waar helemaal niemand op Jokowi stemde of waar aanmerkelijk meer mensen hun stem uitbrachten dan er kiesgerechtigden zijn. De rijkste man van het land, tevens een politicus die de door zijn bedrijf veroorzaakte ramp bij Probolingo nog steeds niet opgelost heeft, probeert met zijn radio en tv stations het tij te keren. Te laat voor hem hoop ik, intussen ondergaat de democratie hier een cruciale test en dat is in een van de meest corrupte landen ter wereld een hachelijk avontuur. Dat (potentiële) dictators de zaak beduvelen is niet nieuw, dat ze het op de stomst mogelijke manier doen eigenlijk ook niet. Een schijn-legitimiteit is hen voldoende, de rest wordt wel opgelost met ‘andere middelen’.

Zoef was er vandoor. Dagenlang probeerde ik om hem, al was het maar voor even, niet aan de lijn te laten lopen. Niet overdrijven, op stukken waar eenden en kippen te verwachten waren moest hij vast en zo ging het prima. Tot van de week. Tot vlak bij het huis liep hij keurig mee en opeens was hij weg. In het donker lopen zoeken en roepen – leuk voor de buren – maar hij kwam niet. Ik ging er van uit dat hij wel naar de Pars was gegaan en de volgende morgen met de hulp zou terugkomen maar nee… Een flinke tijd later kwam Frans met hem aanzetten, bij gebrek aan een riem gebonden aan een verlengsnoer. ‘Lieve Lita, mijn hond houdt niet meer van me, wat nu?’

Het trouwen van de dochter van W&P is uitgesteld. Een nichtje blijkt ook te gaan huwen, komende week al, en daar gaat zoveel energie en tijd voor ceremonies mee heen dat dochter er niet ook nog eens bij kan. Dat wordt dus augustus, misschien… Het moet ook weer niet al te lang gaan duren want ze is zwanger en trouwen met zo’n heel dikke buik is niet prettig. Gezien mag het overigens best, het is hier vrij normaal. Een Balinees verklaarde het eens als ‘Je koopt ook geen auto als je niet zeker weet dat hij kan rijden.’ Tja… hoe dat afloopt met mannen die onvruchtbaar zijn? Veel verloofdes kan maar altijd vrijgezel is met het oog op reïncarnatie ook geen oplossing.

Netanyahu gaat door met bombarderen tot het doel is bereikt; het herstellen van rust en vrede. De praktijk van Hamas is niet anders. Nu kun je met bommen wel het een en ander bereiken neem ik aan, maar vrede mijnheer Nethanyahu, nou nee, dat nou net niet… En met die opmerking bedoel ik niet partij te kiezen, dit soort gestoorde denklijnen vertroebelen het zicht aan beide zijden. Facebook verwijdert maar niet zo de pagina ‘joden moeten dood’, daar is extra druk voor nodig. In eerste instantie reageren ze met ‘het is niet in strijd met onze regels’. Fijn, de moraalridders van Facebook verwijderen een foto waarop een tepel te zien is ogenblikkelijk, maar echte vuiligheid mag blijven. Uiteindelijk zijn ze onder veel druk gezwicht, de pagina is weg. Waar hun moraal op stoelt blijft intussen een raadsel. Niet op broederschap vrees ik.

Lieve groet, Frank

 

Alledaags

Consumenten die onlangs een zogeheten sambabaltoeter hebben gekocht, worden gevraagd dit artikel terug te brengen naar de winkel. Gebleken is dat het product kleine onderdelen bevat waardoor verstikkingsgevaar kan ontstaan, meldt fabrikant Toppoint maandag. U kunt het artikel retourneren met de aankoop bon. Oh, u bewaart geen bonnen van uw sambabaltoeteraankopen? (scrabble!) Wat slordig nu!

Lieve Allemaal,

Op het terras van het restaurant gaat haast ieders blik telkens weer naar een tafereeltje zoals je er eigenlijk elke dag honderden kunt zien. Een oudere, formeel Javaans geklede vrouw staat, met een jongetje op haar arm. Het is een mooi oud geworden dame; milde blik in een rimpelig gezicht, achterover gekamd, grijzend haar, eindigend in een wrong. Het jongetje begint pas, donker haar en nog donkerder ogen in een gaaf gelaat. Ze lachen beiden, naar elkaar, wij die daar kijken op het terras zijn alleen maar decor, onbemerkt. Alledaags; een grootmoeder met een kleinkind, altijd het mooiste en het liefste kleinkind. Een kleinkind met oma, altijd de liefste oma.

Onvoorwaardelijk ik hoor bij jou, bij de één door begrijpen, bij de ander door het hart dat weet. Alledaagsheid die raakt aan de essentie van leven – content en geborgen zijn in de verbinding met de ander. Een mens op jaren en een kind dat zijn eerste stappen bij wijze van spreken nog moet zetten. Vreemd dat we dat, vooral in de jaren die er tussenin liggen, zozeer uit het zicht kunnen verliezen. Hoe kom je op wegen die een ander overduidelijk schade berokkenen, wanneer besluit je dat die bonus het wel waard is moraal te laten waaien, waar ontstaat het beeld dat de nieuwste vul maar in een beetje sjoemelen met goed en niet goed wel rechtvaardigt of dat mijn consumptiegedrag even belangrijker is dan de vraag hoe het gemaakt is?

Dat soort bonus heb ik nooit gekregen maar die valkuilen ken ik van binnenuit. Alleen, als je er dan indondert, dan blijf je er toch niet zitten? (Erin) vallen en opstaan lijkt me, terug naar toen het goed was. Een wereld vol misleiders die ons willen doen geloven dat geluk in veel, duur en nieuw ligt. Met desastreuze gevolgen, ook – misschien wel juist – hier in Bali. Maar niet aan mee doen. En die leugenaars die roepen vanuit die kuil, laat maar roepen, als iedereen dat doet komen ze er op een dag vanzelf weer uit.

(Overigens, over kleinkinderen. Ik las vandaag het volgende: “Als ik had geweten dat kleinkinderen zo leuk zijn, dan had die het eerst genomen.”

matters

Een simpel tekeningetje dat ik op het net tegenkwam bleef dagen in gedachten. Misschien/wellicht/waarschijnlijk is het voor jou gesneden koek maar ik bleef er aan denken. Enige kritiek is dat het cirkeltje dat staat voor wat belangrijk is heel wat groter zou moeten zijn, en de cirkel met wat ik kan doen stukken kleiner. Blijft dat er een klein stukje is waar ze elkaar overlappen, als het me lukt daar wat beter op te letten komt er minder gemopper in de blog.

Ik ga nogal eens uit eten – er is nauwelijks tegenop te koken – dus nog een restaurant verhaal. Bij de gril verderop ben ik voor een keer niet de enige gast, er zitten ook acht jongeren. Met gitaren, elektrische gitaren. Ik had beter op moeten letten maar voor ik het door had, had ik al besteld en dan hang je. Na een paar minuten gingen ze los; gitaren op volle sterkte en gezang. Nou ja, gezang… Ik weet weinig van muziek maar toon houden en dezelfde melodie volgen; het valt me op als dat niet gebeurt. Het was gewoon vals en de stemmen waren ook niet al te best. Dat, gecombineerd met vier jankende gitaren, kwam niet geheel overeen met de rust die ik me voorstelde om mijn kipschnitzeltje te nuttigen. ‘Oh, kinderen van de kerk’ antwoordde de serveerster op mijn vraag. ‘Uit Java.’ Dat het geen Balinezen waren had ik al gezien en dit verklaarde alle Tuhan’s (heer) en Jezus’ die langs kwamen. Maar het hielp niet, het bleef niet om aan te horen. Ik kon de neiging mijn oren demonstratief te sluiten nog onderdrukken maar op mijn gezicht moet het te zien geweest zijn. Tijdens een (kleine) pauze kwam een van de jongens op me af. ‘U vindt het niet mooi geloof ik?’ ‘Mmm, ik ben er niet helemaal weg van’, ook als schijnheil doe ik het goed. ‘Maar u bent westerling.’ ‘Ja?’ ‘Nou, dan bent u toch ook christen, dan houdt u hier toch ook van? Wij loven de Heer.’ Achteraf heb ik zoveel zinnige, puntige antwoorden bedacht… op het moment zelf bleef ik stil.

En om maar in restaurants te blijven, vanavond bij de Indiër kwam D. binnen. Dat kan helemaal niet want D. eet thuis draadjesvlees met rode kool en appeltjes of soep ertjies. D. is een prettig gestoorde Nederlander, dit was een zeer onprettig gestoorde Amerikaan die wel erg op hem leek, maar niet D. zelf dus. Rijkelijk met het f-woord strooiend zag hij kans om binnen tien minuten de hele staf dicht bij een nervous breakdown te brengen en her en der begonnen gasten te kijken. Toen de beledigingen, hoorbaar door het hele restaurant, steeds erger werden gebeurde er iets bijzonders. Een man, klaarblijkelijk een landgenoot van de ruzieschopper, stond op en sprak hem toe. ‘Hey you, it’s okay to be an idiot, be my guest, but don’t insult our friends here. I’m going to use your favorite word only once but I mean it. Fuck off, now, out! Ik vreesde catastrofe maar hij ging, en de staf kon weer lachen. Je hebt toeristen en toeristen. De ene soort is ‘a pain and you know where’ en de andere soort, ja, daar wordt ik best blij van.

Wel hebben we er, hoe dan ook, een beetje teveel. Afgelopen week drie uur in de file in Kuta, weliswaar een deel omdat de chauffeur ietwat onhandig manoeuvreerde en twee keer in dezelfde file terecht kwam (ik denk dat dit sneller is mijnheer…), maar toch… Met regelmaat komen twee bussen, elk goed voor anderhalve rijbaanbreedte, elkaar tegen en dat is op krappe tweebaanswegen wel een probleem. C. deed van de week een dik uur over Monkey Forest, een kilometer of zo dus tel uit je winst. Ach, de wal zal het schip wel keren denk ik. Als ik zo’n ouder echtpaar (oh jee, mijn leeftijd eigenlijk) zie dat in Kuta is ondergebracht – onzinwinkels, strand zonder zwemmen en bier, dan vraag ik me af wat ze straks thuis te vertellen hebben. Persoonlijk zou ik die adviseur van het reisbureau wel weer eens willen spreken, die zo vrolijk vertelde over het idyllisch Ubud waar je je twintig jaar terug in de tijd waant. Ja, voor blinde gehoorgestoorden met een beperkt reukvermogen… Dat hadden ze er wel bij moeten zeggen. Maar dan, toeristen en expats – ik val onder die laatste groep – zoeken vaak een leuke plaats met veel restaurantjes en aardige winkeltjes maar zonder andere gasten. Zoeken, daar is geen wet tegen, toch?

Intussen bezoekt Pak Ahok, de acting gouverneur van Jakarta omdat Jokowi bezig is met zijn campagne voor president, diverse moskeeën in verband met ramadan. Ahok is christen en van Chinese komaf. Hij gaat met respect en wordt ook zo ontvangen, dat stemt hoopvol, zelfs blij.

Veel liefs,  Frank