onzekerheid of vertrouwen

Lieve Allemaal

Het verhaal gaat dat geen herberg plaats had, alleen in een stal, ver van publieke opinie en gekrakeel was nog een plaatsje en daar moest het gebeuren, daar waar het oog van de wereld niet komt. Herders uit het veld – eenvoudige lieden, dicht bij de natuur en zeker niet hoog in de maatschappelijk rangorde, misschien later wel onder de hosanna roepers of in de massa van ‘kruisigt hem’ – die herders volgden hun hart en kwamen om het net geboren kind te aanbidden. Niet bepaald een koninklijke ontvangst. Er kwamen wel wijzen om eer te bewijzen maar zij waren koningen ‘van een ander land’. Ach arm, in een stal, tussen de dieren met niet beter dan een voederbak voor het nieuwe leven.

En toch, een plek om te schuilen werd wél geboden. Hoe is dat met de herbergiers in ons land, hoe is dat met de herbergier in mij? Hoe wil ik omgaan met medemensen in nood, met vluchtelingen, met de situatie waarin kinderen die in ons land geboren zijn na soms 10 of 12 jaar weggestuurd worden naar het land van hun ouders, naar een uiterst ongewisse toekomst, getekend door de onherstelbare gevolgen van verraad? Weggestuurd, niet teruggestuurd: ze zijn al thuis.

Het verhaal gaat dat in die stal opnieuw het evangelie van heb uw naaste lief gelijk uzelf werd geboren; van jij bent mij in andere gestalte, van wij zijn broeders. In de dagen die komen vieren we de geboorte van een nieuw mens- en wereldbeeld en noemen het een lichtfeest.

De tegenstelling tussen de hoogstaande idealen die we vieren en de uitkomst van ons handelen stemt vaak moedeloos. Maar in ontelbare stallen van de wereld worden telkens weer compassie en mededogen geboren, de belofte ‘Ik zal er zijn’ wordt steeds weer bewaarheid en bouwt, ver van publieke opinie en gekrakeel, aan een menswaardiger wereld.

Ik wens u en mezelf toe zo’n ‘stal’ te kunnen zijn. Ik wens u zinvolle dagen en een rijk jaar toe

____________

Weer terug in Bali en dat is goed, een mooie tijd in Nederland heb ik intussen wel binnen. Hoogtepunt mijn vrienden weer ontmoeten en de warme band die er altijd is van nabij ervaren. Intussen was de tentoonstelling van mijn werk ook een onverwacht succes, Apple blijkt in Nederland wél goede service te verlenen en de regelaar van de oven is gemaakt. Voorlopig weer ademruimte, financieel en qua gereedschap en dat is heel prettig. Zoef was blij toen ik thuiskwam maar is nu weer chagrijnig, Doni is deze week naar Lampung vertrokken dus het fijn met z’n drieën duurde maar even. Over twee weken weer een blije Zoef, voor nu ligt hij meestal achter het huis te mokken in de studio.

De gouverneur van Bali, ik schreef het al eerder, voerde nieuwe regels in. Op donderdag verplicht in traditionele kleding en op de scholen één dag les in het Balinees en één in het Engels. Van de eerste regel is niet duidelijk voor wie het nu precies geldt al zijn alle supermarkten al om, voor de tweede is mislukking onafwendbaar. Nogal wat kinderen (uit gemengde huwelijken of families van andere eilanden) spreken helemaal geen Balinees en leerkrachten weten niet hoe b.v. mathematica en Japans in het Balinees te onderwijzen. Les in het Engels is een grapje, dan zouden onderwijzers Engels moeten spreken dus dat gaat ‘m niet worden. Een week of zo geleden kwam er iets nieuws bij. Al jaren voert de Indonesische overheid, met veel succes, campagne om de gezinsgrootte tot vader moeder en twee kinderen te beperken.“Dua anak anak cukup” (twee kinderen is genoeg). De gouverneur denkt daar anders over. Minstens vier kinderen voor een Balinees gezin, anders verdwijnen straks de namen Nyoman en Ketut nog, de naam voor de nummer drie en vier in een gezin. (En als dat zo uitkomt zeven en acht alsook elf en twaalf.)

Onzekerheid en dus angst voor een snel veranderende wereld; wel een spagaat als je een voorname bron van verandering fors in huis hebt en tegelijk die verandering buiten wilt houden. Het eiland leeft van toerisme en de welvaart van Bali trekt veel bewoners van andere eilanden aan. Ook de steeds uitgebreider ceremonies hier moeten, denk ik, worden gezien in het licht van ‘niets veranderen, alles om traditie te handhaven en te versterken. Panta Rhei zeggen maar schrikken als het water beweegt.

Het is niet uniek voor Bali. Voor onzekerheid komt geen zekerheid in de plaats, hier niet, nergens niet en vertrouwen in de toekomst lijkt een lastig ding. Het is allemaal niet veel anders dan de roep om ‘behoud van onze tradities’ (zwarte piet), gebazel over homeopatische verdunning, een boerka verbod voor de bühne en nog zo wat dingetjes. Waar blokkeerfries het woord van het jaar wordt is nog wel iets te doen.

Vertrouwen lijkt me de enig begaanbare weg. Panta Rhei is een belofte want, heel eerlijk gezegd, zo geweldig loopt het ook nog niet allemaal. Een journalist verwoordde het zo: vertrouw erop dat het universum nog iets voor jou in petto heeft. Eens. Maar ook vertrouw ik erop dat ik nog wel iets in petto heb voor het universum.

Lieve groet, Frank