En toen?

Zoals iedereen zitten ook wij thuis. Eens in de week of zo gaat Doni inkopen doen, hij loopt met de hond – Doni met, hond zonder masker – en dat is het. We worden wel behoorlijk gek van de bouwplaats aan de overkant met machines, heel veel machines, die actief zijn van ’s morgens tot laat in de middag. Dit is Bali dus geen rustdag, gewoon zeven dagen in de week. Die zevende dag een rustdag, daar zit toch wel een plan achter, nog maar eens goed denken over die 24 uurs economie lijkt me.

Nieuws deze week is dat Indonesië nu alle nationale en internationale vluchten tot 1 juni heeft verboden. Geen vliegtuig gaat er in of uit. Ook de veerdiensten zijn dicht. Alles zover de vergaande decentralisatie van de overheid dat dan weer niet doorkruist. Veerdienst Bali Java is gewoon open en dus zouden moslims voor de Ramadan terug naar huis kunnen gaan. De moslims hier op Bali komen meestal van Java. Omdat Bali bang is voor besmette terugkeerders na de Ramadan, heeft de gouverneur nu de weg naar de veerpont af laten sluiten, wie niet vertrekt komt niet besmet terug is het idee. Er zijn allerlei (zeer) lokale regels die dan vaak weer weinig consequent doorgevoerd worden. Er zijn banjars (buurten) die niemand toelaten zonder masker en bezoekers eerst ‘sprayen’ met een desinfecterend middel. Ubud had gisteren dezelfde maatregel maar blijkbaar hebben ze vandaag een dagje vrij, iedereen kan er weer gewoon in of uit. Er zijn dorpen waar je straf krijgt als je zonder masker op de motor rijdt; zoveel keer opdrukken en dan met een plakkaat voorop de motor – tekst; ik draag geen masker, ik ga naar huis. De stranden zijn gesloten maar niet heel dicht. Er is veel verboden in dit land maar niet zo streng, er zijn veel regels, er is grote verwarring en onduidelijkheid.

Beetje de geest van deze bizarre tijd: onduidelijkheid. Maar ook, niet altijd om blij van te worden, veel duidelijkheid. Alsof de crisis zaken die er weliswaar altijd waren, en zichtbaar voor ieder die wilde zien, opeens in de  spotlight plaatst. Geweldige mensen met prachtige initiatieven én verbijsterende uitingen van de meest hufterige vorm van kapitalisme die je je voor kunt stellen. Wijze regeringsleiders (vooral vrouwen, valt op), redelijk capabele en incapabele politici en hier en daar een totaalidioot. Dictators in spe stevig op weg naar hun einddoel. Onzelfzuchtige acties én egoïsme dat je nekharen overeind zet. Alleenstaande kinderen ophalen uit Griekenland is, vindt onze overheid, geen ‘structurele oplossing’ dus laat ze maar. Ok, een fooi naar Griekenland, mogen die het oplossen. Solidariteit met minder gelukkige landen; doen we, als het maar geen geld gaat kosten. Terecht applaus voor de harde werkers in de gezondheidszorg en, wat mij betreft, voor al die onmisbare mensen die zorgen dat we verder kunnen, een even terechte afkeer van ‘zakenlieden’ die uit de crisis een slaatje proberen te slaan. Voetballers die voor niet voetballen nog steeds een half miljoen per maand vangen, verplegend personeel dat eigen leven in de waagschaal zet voor minder dan 50.000 per jaar. Blauwe luchten boven Los Angeles en Jakarta, de Himalaya zichtbaar vanuit New Delhi; dertig jaar lang niet gebeurd.

En toen?

Met of zonder mij, de crisis gaat eens voorbij al zal dat wel later zijn dan gehoopt. Geen god die een ramp op de mensheid afstuurt, geen macht die welwillend toekijkt hoe de boel naar de gallemiesen gaat, niet moeder natuur die ons met de neus op de feiten drukt. Toch zijn de feiten er niet minder om. Wie nu nog denkt dat we straks op de oude voet verder kunnen gaan verdient een gratis bril en gehoorapparaat. Tijd genoeg te overdenken hoe en wat ik er aan kan doen. Zeker is dat, als we niet samen aan verandering gaan werken, die blauwe luchten snel verleden tijd zijn. Al die mensen die de maatschappij echt draaiend houden mogen dan weer door met een te laag loon en te weinig waardering, de top één procent is dan weer wat rijker en die dictators blijven dan goed op koers.

Ja mevrouw Roland Holst, ik hoor u en ik geloof het met u, het kan en mag niet anders. Maar optimisme erin houden is soms een opgave. Voor vanmorgen twijfel ik tussen ‘Als de liefde maar blijft winnen’ en ‘Erbarme dich’. Allebei maar doen.

Veel liefs, Frank

‘Als de liefde maar blijft winnen’, Daniël Lohues https://www.youtube.com/watch?v=QaNTnBqZKRM

‘Erbarme dich’ uit de Mattheus Passion J.S.Bach, met Damien Guillon en Philippe Herreweghe https://www.youtube.com/watch?v=nZb7FcP84CM

Uit Bali

Lieve Allemaal

Er komen hier wel eens Nederlandse woorden en begrippen voorbij. De laatste weken hebben we telkens voor een paar dagen ingekocht, niet hamsteren maar genoeg boodschappen in huis om er niet telkens uit te hoeven. Nu is Doni in Sumatra bij zijn familie, ik ben alleen thuis. Vanmorgen belde hij, ik moet maar naar de supermarkt iets verder weg gaan, daar is het rustig en kan ik mooi voor een hele week boodschappen gaan doen. ‘Een week voor jou alleen, dat is net een flinke tas vol, dat kan. Met één tas ben je heus niet gelijk een eh…, oh ja, marmot.

Nee, ik ben geen marmot, zo slaap ik niet tenminste.  ’s Morgens heel vroeg wakker worden en binnen een seconde is het er: oh ja, dat. Niemand is zonder zorg denk ik. Aan de ene kant zien we prachtige, vaak roerende initiatieven de nood waar maar mogelijk te verlichten, aan de andere kant totaal onbegrip over het feit dat we één wereld zijn en hier met meer dan 7 miljard mensen samen doorheen moeten. Compassie, empathie en verbondenheid zijn meer dan ooit zichtbaar en dat geeft hoop. We zien ook een obsessie met (verkeerd begrepen) eigenbelang, niet alleen bij gestoorde presidenten en bretellullo’s. Alweer Henriëtte Roland Holst: “De zachte krachten zullen zeker winnen in ’t eind”. Ik geloof erin, ik wil en moet, het gaat niet anders. Maar het is “in ’t eind”, met en na deze crisis is er nog een crisis te doorleven.

Een ritje door Ubud – moest vanwege dat inslaan – het is er leeg. De meeste winkels zijn gesloten, restaurants allemaal dicht, logisch want van die paar toeristen die er nog zijn gaat het niet komen. Deze week twee keer twee vluchten van de KLM naar Nederland. Haast elk buitenland is druk eigen burgers terug te halen.  Het is duidelijk dat er, zeker hier, een ander rampenscenario achteraan gaat komen. De economie krijgt klappen, hier in Bali vele malen harder dan in bijvoorbeeld Nederland. Hier is haast elke werknemen een ZZP’er, geen werk: geen inkomen en geen ondersteuning van de overheid. Salarissen die sparen onmogelijk maken,  er wordt geleefd van de ene dag in de andere. Dat betekent voor velen, nu dit alles al een paar weken aan de gang is, dat ze al dik in de problemen zitten en geen eind in zicht.

Intussen heeft de overheid moeite een koers te bepalen. Vorige week was het Nyepi, het Balinese nieuwjaar, dan is het hele eiland gesloten. Vliegveld dicht, havens dicht, niemand op straat, geen licht, geen muziek. In onze regio werd het met een dag verlengd maar elders op het eiland weer niet. Donderdag verzocht de gouverneur tot en met zondag zoveel mogelijk thuis te blijven. Het werd aardig nageleefd maar ceremonies, tientallen of honderden mensen op een kluitje, gaan wel door. Een minister laat weten dat het virus met de temperaturen hier geen kans heeft, de uittocht na de Ramadan, de Mudik, wordt niet verboden. Miljoenen zullen uit de grote steden, de epi centra van de pandemie, naar hun dorp gaan. De supermarkten mogen nog maar korter open – meer klanten in een kortere tijdspanne. We wachten af, de situatie verandert met het uur.

Wij hebben niet te klagen, we zijn gezond (denken en hopen we) en, al is het halve verdienmodel voor dit jaar stuk, we redden het financieel wel. .Als de afzondering van nu een les is in hoezeer we verbondenheid met elk ander nodig hebben en moeten koesteren is dat winst. De komende tijd, ook en juist nadat deze pandemie voorbij is, is solidariteit meer dan ooit noodzaak. Geen groep of land ‘first’ maar samen, er is geen andere weg. Ook voor mij en naar ik denk voor ieder die dit leest, betekent dat inleveren. Een koopje als dat leidt tot een betere wereld.

Veel liefs, Frank