Klein en heel groot

Lieve Allemaal,

Honderd jaar zou ze vandaag zijn geworden, mijn moeder. Na het overlijden van mijn vader leefde ze nog dertien jaar lang in dat kleine huis met de grote tuin; blijmoedig ondernemend, druk in de tuin en druk met kinderen en kleinkinderen, vrienden en familie. Het leek me dat ik bij elk bezoek dieper moest bukken om een zoen te geven. ‘Ja ik krimp’ lachte ze dan. Zij zat er niet mee.

Mijn kleine moeder werd nog kleiner, de volgende tien jaar zat ze in een rolstoel, niet meer in staat tot praten. Maar heel goed in staat ieder in haar omgeving een grootheid te laten zien die imponeerde. Met haar ogen , gezichtsuitdrukking en vaak een hand op die van de ander verspreidde ze liefde en mededogen, gaf ze waarvan je zou denken dat zij het zelf het hardst nodig had. ‘Hoe voelt u zich nu, Mam’, vroeg mijn broer haar op een verjaardag. Ze had zo’n rottig schriftje met woorden waarin het lastig zoeken was. Ze vond ze na lang bladeren en wees ze aan: Dankbaar en Gelukkig. Misschien is zij iets groter geworden in die wanhopig belabberde situatie, zeker is dat ik steeds meer ben gaan zien wie ze werkelijk was.  Mijn kleine moeder die zo groot bleek te zijn.

Heel veel gebeurt er niet hier op Bali. De meeste winkels en restaurants zijn gesloten, zit weinig anders op met alleen de westerlingen die hier wonen en een aantal gestrande reizigers. Toeristen kunnen het land niet in, geen visum te krijgen, er zullen ook weinig mensen zijn die willen komen. De regelingen van de overheid blijven verwarrend; niemand mag op reis om het suikerfeest te vieren maar, als er een andere aanleiding is zoals een huwelijk of zo, is het okay. Veel zeer plaatselijke verordeningen; Ubud is tot een ‘masker-verplicht’ gebied verklaard, soms is er controle door wat bewakers die regelmatig zonder masker langs de weg zitten. Intussen dragen de meeste mensen wel een masker op de motor en in winkels.

Hoe het echt is met de crisis hier weet niemand, hier het laagste aantal testen per miljoen inwoners maar (bizar om dat zo op te schrijven) ‘relatief’ weinig doden ook.

Misschien en hopelijk dat het warme en vochtige klimaat de ramp wat dempt.

Wij zijn meestal thuis, één of twee keer in de week gaan we lunchen bij een restaurant verderop wat nog open is; alleen op het terras met niemand dichter bij dan een meter of vijf, de bediening met een masker. Het nieuwe E-boek is klaar en verkoopt redelijk al is de verkoop goed te merken dat het crisis is. We redden het wel.

Dat lange haar en dat ongeschoren hoofd, dat had wel een hoofdschuddende glimlach opgeleverd.

Vanavond uit eten geweest. Moeder dus haar honderdste geboortedag, het vorig jaar overleden kind van Doni zou ook vandaag verjaardag vieren. Een glas wijn en weten dat je gelukkig kunt zijn, en dankbaar.

Lieve groet, Frank