Zorg en geluk

Lieve allemaal, 

G. ken ik al meer dan vijfentwintig jaar. Ooit ontmoetten we elkaar in een koffieshop in Yogyakarta en kwamen in gesprek. Waar kom je vandaan is dan onder expats een standaardvraag en het antwoord was Duitsland. Toen ik overschakelde op Duits verstond G. er geen woord van. Zo slecht is mijn Duits nu ook weer niet dus: door de mand gevallen. G. is een Israëlische Jood en reisde naar Indonesië op een Duits paspoort omdat Israëliërs er hier niet inkomen. We raakten bevriend; elke morgen zwemmen bij hotel Tulip en het nieuws doornemen. We spraken over van alles en niet zelden wilde G. wel even benoemd hebben dat hij geboren is in Palestina. “Die onzin als zou dat land niet bestaan en over ons beloofde land, ik geloof er niet in. En zolang de regering handelt zoals nu ga ik niet terug.” Later, geplaagd door ziekte en problemen met een ziektekostenverzekering, moest hij wel. Hij ging terug naar Israël. Twee keer bezocht ik hem daar. Eén keer in Eilat en later in een kleine kibboets niet zo ver van daar. Uit een vroeger huwelijk had hij twee kinderen en hij was gelukkig weer in hun buurt en die van zijn kleinkinderen te zijn maar ook bezorgd over de toekomst en over zijn kleinkinderen die het leger in moesten. Ongelukkig met zijn vaderland en zijn eigen situatie. “Ik lig er wakker van.” De insteek van zijn kinderen was als die van G., ik putte er hoop uit. Nu zie ik berichten van zijn kinderen op Facebook die een mIx zijn van wanhoop, woede, haat en onverzoenlijkheid. De gruwelijkheden van zeven oktober en de ontvoering van hun vierentachtigjarige moeder door Hamas, doen dat met mensen. Had ik een Palestijnse vriend, dan had ik een in de kern gelijk verhaal over hem of haar kunnen schrijven.

Een aantal jaren terug was er nogal wat commotie omdat partijen het aandeel van de ontwikkelingshulp in de begroting kleiner wilden maken dan de internationaal afgesproken 0,7 % van het BNP. Deze keer zijn er partijen die de hulp maar helemaal af willen schaffen en ik hoor er niemand over. Wel over de instroom van buitenlanders die, maar even negerend dat de grote toeloop niet van asielzoekers komt, dan meestal de asielcrisis wordt genoemd. Dat levert wat gemorrel op maar puur eigenbelang is een salonfähige insteek geworden. Dat het slecht begrepen eigenbelang is wordt niet benoemd. Regeren is vooruitzien meldde Bram van de commune, maar dat juist miserabele omstandigheden, om het even of door armoede of klimaat, tot meer vluchtelingen leiden is geen sexy onderwerp. Stoppen met ontwikkelingshulp, ik schaam me kapot over een politiek klimaat waar dat zelfs maar gedacht kan worden. Schaamte: niet voor het eerst en ik vrees dat het morgen – het is nu 22 november – met de uitslag van de verkiezingen nog wel eens veel erger zou kunnen worden. Nog veel schokkender standpunten, voorlopig in de ijskast of niet, lijken teveel kiezers niet te weerhouden hun stem juist op een partij van kortzichtige egoïsten – niet rechtstatelijk heet dat in jargon – uit te brengen. Het is met grote zorg dat ik morgenochtend de krant opensla. 

Hier hebben we een nieuwe huisgenoot. Huisgenote eigenlijk maar dat verschil hoor je in het Indonesisch niet. Na de dood van Zoef besloten we toch maar weer een hond te nemen. Uiteraard kwam alleen adoptie in aanmerking, er zijn genoeg honden in Bali. Bij Barc, hier nogal ver vandaan, hebben ze wel honderd honden die allemaal geadopteerd moeten worden, twee kwamen direct op ons af en – onze vertaling hoor – leken te zeggen ‘neem mij’. Een hond mag mee ‘op proef’ en wij kozen voor een helemaal zwarte Bali-hond. Het bleek al snel geen succes. Lieve hond maar volkomen wild en, lastig, ook zo atletisch dat hij zonder moeite over de tuinmuur heen sprong en dan weg was. We wilden het niet te lang laten duren dus na een paar dagen viel de (trieste) beslissing dat hij terug moest. En toen is Dopie gekomen, Dopie de derde wel te verstaan want eerder had ik in Afrika al twee keer een hond die Dopie heette. Ze maakt het goed en heeft intussen gekozen voor Doni. Ik word getolereerd, iets meer dan dat zelfs, maar Doni is haar grote liefde. Was met Zoef niet anders, ik doe mijn best er geen complex aan over te houden. Dopie is niet groot en kan dus gelukkig niet over de muur springen. Als ik dat zeg roept Doni dat ik aan body-shaming doe. Maar goed, Doni vindt de eerdere, zwarte hond erg dom en daar heb ik dan ook wel weer iets over te zeggen. Kortom, we hebben er veel plezier in, het gaat ons hier goed.

Lieve groet, Frank