Haast vol

In Saoedi Arabië staat een jongeman van 21 op het punt onthoofd te worden. Protesten tegen de regering toen hij 17 was dus je begrijpt. Na de onthoofding wordt het lichaam gekruisigd en aan het publiek getoond. Saoedi Arabië is onze vriend dus: snaveltjes toe. Mensenrechten hebben sowieso niet langer prioriteit, handelsbelangen gaan voor meldt de UK. Ze melden het eerlijk.

Lieve Allemaal,

Verwarring. Roept de ene opruier dat het allemaal jonge mannen, testosteron bommen, zijn die naar Nederland vluchten, laat de naaste concurrentie weten dat ze borstvergrotingen en ooglidcorrecties willen én krijgen. Oh, klopt niet, wordt helemaal niet vergoed, foutje, excuses! Het zaadje is, volgens plan, gezaaid. Intussen de stroom van vluchtelingen overdrijven met de factor 10…; stemming maken voor gevorderden. Fact-free geleuter en onzin die een oplossing weer wat verder van huis brengen; in kringen waar de eigen (ongenuanceerde) mening synoniem wordt geacht aan wat ‘wij Nederlanders’ vinden is elk argument welkom. Iedereen weet hoe het moet, zonder twijfel aangemoedigd door het feit dat velen van hen die een koers aan zouden moeten geven zich liever op de vlakte houden of zich verliezen in rekensommetjes en partijpolitiek. (Ver)oordelen voert de boventoon en overdachte overwegingen van beide kampen worden weggeblazen in een storm van redeloosheid.

“Politici die boven zichzelf uitstijgen, die wijze dingen zeggen en helderheid bieden: ik denk dat daar nog steeds heel erg veel behoefte aan is in Nederland.”                                 Victor Molkenboer, burgemeester Woerden.

Heb je

Boos worden. (Zie vorige blog.) Mijn moeder zei het vaak, ‘Boos worden is dubbel werk, je moet ook weer goed worden’. Het eerste is wel opvallend makkelijker dan het tweede merk ik steeds. Toch moet het er van komen, al was het alleen maar om mezelf uit de kampen van schreeuwers te houden. Het essentiële is onzichtbaar voor het oog; in de media niet meer dan een glimp, in alledag een woord of een daad van menselijkheid die zo logisch is dat het niet opvalt. Blijven opletten. Na een bestorming van een opvangplek voor vluchtelingen door twintig zieke geesten zijn er honderden burgers die uit solidariteit hun giften brengen. Naast alle ellende op facebook valt op dat de meesten compassie hoog in het vaandel hebben, onfatsoen schreeuwt alleen een stuk harder. Glas half leeg of half vol? Goede wil kiest voor haast vol.

Niet meer boos? Soms wel, meestal niet. Om bruggen te slaan is boosheid een belemmering, het is duidelijk waarheen de wind moet gaan.*

En soms stort er een brug in elkaar, kan ook gebeuren. Met P en zijn vrouw was de relatie jarenlang uitstekend en opeens ging er iets mis. Wat? Geen idee. ‘Erover praten’ is hier niet zo de gewoonte, makkelijker om tegen alle tekenen in vol te houden dat er niets aan de hand is. Mijn eigen dagenlange bedenken over wat er mis zou kunnen zijn leidde tot niets. Ik weet het dus niet. Maar onder het mom van ‘te druk’ heeft de vrouw van P haar werk hier opgezegd, komt P nooit meer langs en zijn de contacten de facto verbroken. Ik vind het frustrerend en heb moeite me erbij neer te leggen: waarom, hoezo, wat is er dan? Doni meent dat het niet mijn schuld is en dat ik het ‘dus’ van me af moet zetten. Heeft hij gelijk in, nu nog even doen.

Doni: Doni ken ik al bijna tien jaar en in die tijd waren we regelmatig samen voor één of twee weken. Hij is deze week weer naar Bali gekomen. Het plan is dat hij een zaak op gaat zetten en ondanks een aantal belemmeringen hopen we het samen verder te kunnen rooien. Een maand Bali en dan twee weken Lampung, een maand Bali, twee weken Lampung, enzovoort. Niet ideaal maar dit is wat kan, we willen er iets moois van maken. Half leeg? Haast vol!

Versie 5

Overmorgen naar Yogyakarta om de meubels voor Afrika te inspecteren en dan voor de verzending zorgdragen. Vandaag zoeken naar een logeeradres voor Zoef want met de problemen met de P’s is ook de oplossing daarvoor verdwenen, het komt wel goed.

 

En we hebben er mooi weer bij placht D. te zeggen, en zo is het ook.

Veel liefs, Frank

Boos

Lieve Allemaal,

Een streep van late middagzon kiert tussen de gordijnen, kruipt langzaam omhoog op het bed en verdeelt het lichaam van de man naast hem in tweeën. Zijn wijsvinger volgt voorzichtig de heldere lijn, de straal van zon die licht heen en weer lijkt te bewegen op het rustig ademende lichaam. Tedertraag gaat zijn vinger over het spoor op de zachte huid, heen en terug, heen en terug. Een slaperig gemompel beantwoordt hij met een kus, midden op het licht. Hij ademt diep uit en legt dan zijn hoofd tegen de schouder naast hem, zijn rechterhand houdt de andere schouder vast. Hij voelt hoe een arm zich warm om zijn hals kromt en sluit zijn ogen.

Woordloze beloften zijn vanmiddag van mond tot mond gegaan, nieuw in elke herhaling. In gedachten hoort hij de zachte fluisteringen weer en speurt opnieuw hoe warme lippen zijn oor beroerden. Vanmiddag weet hij de wereld in hun handen, klaar voor tienduizend nieuwe morgens. Moeiteloos voert geborgenheid hem in slaap.

Als, met het vorderen van de middag, de streep van zonlicht zijn gezicht bereikt dringt het opeens tot hem door en schrikt hij wakker. De gordijnen, de gordijnen zijn niet dicht!

Hij rukt een laken van het bed, slaat het om en rent naar het raam. Tussen de haastig gesloten gordijnen is een spleetje van nog geen vier centimeter open gebleven. Hij gluurt naar buiten en weet het weer; ze zijn op de tiende etage. Met een zucht vallen zijn armen slap naast zijn lichaam, het laken glijdt uit zijn handen. Terug lopend struikelt hij erover en valt languit over het bed. Even ligt hij stil, dan begint hij geluidloos te huilen. De ander neemt het betraande gezicht tussen zijn handen, lippen herhalen de beloften van daarvoor. Intussen wringt de buitenwereld zich een weg door die paar centimeter opening en vult al snel de hele kamer.

Geen wetgever kan discriminatie wegnemen. ‘Persoonlijke meningen’, al dan niet geënt op godsdienst, kunnen niet verboden worden. Pleiten voor het ‘recht’ van de weigerambtenaar mag, tegen bepaalde rechten zijn is niet verboden, in naam van je eigen god het leven van een ander willen bepalen is niet ongewoon, het alles onderbouwen met vooroordelen en evidente nonsens is dagelijkse kost. De impact op veel levens is niettemin ruïneus. Desastreus voor de geoordeelde zowel als voor hen die meegesleurd worden in de val naar de hel van onwaarachtigheid.

Ervaringen de laatste weken maakten me boos, verdrietig en aangedaan. Mijn geduld ermee en begrip ervoor zijn op. Vergoelijking omdat die partij of dat instituut ook zoveel goeds doet zit er niet in; dit raakt aan de essentie van mens-zijn, disrespect voor de ander kan geen goeds voortbrengen.

Ja, ik ben boos.

Deze blog is ‘preken voor eigen parochie’, ik weet het, ik meen dat we het wel eens zijn. Toch moesten deze woorden eruit. Ik ben boos

Lieve groet, Frank

 

Idealen

Andere ogen

Als deze stad onteerd werd

Door een onverschillig kwaad,

Dat gif in onze welle goot,

Ons terugdreef tot de laatste straat,

Tot in de laatste vrije veste

En het handjevol van ons dat restte

Vluchtte met de dagenraad,

Naar landen waar men jarenlang al

Vrede drinkt als water en

Men oorlog simpelweg verlaat

Als ’s ochtends weer de krant dichtslaat,

Dan weet ik, denk ik, hoop ik zo

Dat als wij voor hun muren staan

En daar het luikje wordt verschoven

En men kijkt in onze ogen,

Grendels van de poorten gaan.

Jovan Bilbija

“Ik moet toegeven dat ik bij bijna alles aan vluchtelingen denk, omdat ik vrees dat we op een beleid afstevenen dat we pas vijftig jaar na dato fiks zullen veroordelen.

Simone Saarloos.

Lieve Allemaal,

De hoogstaande idealen van onze westerse maatschappij; ijkpunten tussen dagelijksheid of zo weerloos dat (vermeend) eigenbelang ze ogenblikkelijk overschreeuwt? Beelden van inktzwarte reprises van oorlogen die ik nooit meemaakte. Het kan niet anders of de golf van wanhoop die door de wereld raast roept de best verstopte idealen wakker – als ze er zijn. Regelmatig niet, bij de meesten wel en daar houd ik me dan aan vast.

De bottom-line, de notie “jij bent ik in een andere gestalte”, mist niettemin te veel en te vaak, ook bij die partij waar ik dit een natuurlijke reflex zou hopen. Een dame die als mens bezorgd is maar als politicus niets kan zeggen – godbetert de professie die bij uitstek menselijkheid boven in het vaandel hoort te voeren – meent daarmee een excuus te hebben om zich erbuiten te houden.

En gelukzoekers willen we niet. Nou, maak de wereld dan maar vrij van mensen.

Oponthoud in Singapore, er is een technisch probleem met het vliegtuig en het gaat niet verder. KLM lost de zaken adequaat op; goed hotel, taxi en maaltijden, uiterst correcte service in een vervelende situatie. Een oudere man (nog ouder dan ik) maakt stennis. Hij vind het onacceptabel, dit soort dingen mogen eenvoudig niet gebeuren; de staf wordt afgebekt. 70 of ouder worden en nog steeds niet begrijpen dat zaken soms misgaan. Hij zoekt steun bij mij. Ik kijk weg en begin maar niet over die stromen vluchtelingen voor wie noch hotel, noch maaltijd en taxi gereed staan.

Singapore is, een eufemisme, hazy. Bedoeld wordt dat de hele stadstaat onder een wolk van vervuilde lucht zucht. De bosbranden in Sumatra, Kalimantan en Borneo zijn er debet aan. In Singapore, en in veel meer landen in Azië, lopen steeds meer mensen met maskertjes op. Er gebeurt niet veel om de situatie te verbeteren. De bosbranden (aangestoken) zijn een jaarlijks terugkerend fenomeen, de economische groei tuft lekker door en ruilt gezonde leefomgeving in voor (nog meer) geld. Ga eens kijken in Bejing, het gaat goed met ons. Maar in China chatten elke dag miljoenen jonge Chinezen met een computerprogramma dat kleine Bing heet. ‘Goedemorgen Kleine Bing, ik voel me verdrietig vandaag, mijn verkering is uit’. Of ‘Ik weet niet hoe het verder moet’, misschien wel ‘Het gaat geweldig deze week’. De ideale vriend want Kleine Bing vertelt het niet door, (hoewel … China?) is slim, onthoudt alles en vraagt morgen gegarandeerd of het al wat beter is én wenst je sterkte. ‘Fijne dag gewenst kleine Chinees.’ ‘Fijne dag Kleine Bing.’ Het internet als troostende metgezel om je verbonden te voelen zonder enige consequentie. Kleine Bing vraagt niets van je. Momentopnamen die zeker niet het totale beeld weergeven en toch …

Deze week stortte een Brits gezin, vader moeder en twee kinderen, zich vertederd op Zoef en raakte intussen niet uitgepraat over al het moois op Bali. Lachende gezichten en ‘wat een geluk dat we hier op vakantie kunnen zijn’. Een namiddag op een terras in Ubud leverde een ander beeld op: een massa toeristen die zich verveeld en vermoeid door het dorp bewoog, zich half de tijd verborg in de zegeningen van hun smartphone, tablet of laptop en er maar niet in slaagde een blij gezicht te laten zien. Die foto van twaalf scholieren voor de Nachtwacht die allemaal in hun telefoon gedoken zaten is geen uitzondering, hier doen ze precies hetzelfde. Nou ja, zonder nachtwacht dan. En er worden selfies geschoten, steeds vaker mét selfiestick. ‘Leuk voor Facebook straks, kunnen ze thuis zien hoe gelukkig ik ben.‘                                                                 Really?

Een kennis van P. is net politieagent geworden. Het kost wat maar dan heb je wat. 250 miljoen; nachtkastje vol met leenovereenkomsten met vrienden, familie en de banjar. (Aart, ben je daar nog?)

Als hij het de komende jaren goed doet heeft hij over een jaar of vijf een inkomen van 5 miljoen in de maand. Een vijftigste van wat hij heeft betaald. ‘Dat gaat de bevolking dus betalen’ zeg ik. P. kijkt me aan met een gezicht van ‘je hebt niet geluisterd’. ‘Nee Pak, dat heeft hij zelf betaald.’ Een jaar geleden hadden we een soortgelijk gesprek over de kandidaat voor het parlement die er een paar miljard aan smeergeld tegenaan gooide. 300.000 Rp. voor ieder straks op hem stemde. Ook toen viel het kwartje van ‘de bevolking die betaalt’ niet.

DSC_0012

Er staat een grote boom in de voortuin maar vlak voor mijn vertrek raakte hij in een soort van herfststemming, alleen nog kale takken, geen blad meer te zien. Dat was 11 dagen geleden. Nu zijn de nieuwe bladeren zo’n 20 centimeter en groter. Als zo’n boom nou zo snel en vernieuwend bezig kan zijn ….

Veel liefs Frank

 

Vluchten

If you wait till you can do everything for everybody instead of something for somebody you’ll end up doing nothing for nobody.

Lieve Allemaal,

Geen beter recept om de dag de emmer in te werken dan, met toch al de p in, verhalen te lezen over Afrika. Van die verhalen die binnenkomen bedoel ik. Van Dis weet dat niet maar die jongen die in zijn oor fluisterde ken ik. Dat boek dat hij bespreekt, ‘Country of my scull’ van Antjie Krog, las ik en het liet sporen van verdriet én herkenning achter die zich niet makkelijk laten wissen. ‘Deze ontmoeting maakt ons weer heel’ bleek uit een bedding te komen, diep in de harten van mensen. Die alcoholist vroeg ook mij om nieuwe schoenen.

Deze week was het elf jaar geleden dat ik trouwde en, voor de eerste keer, vroeg ik me niet alleen af hoe maar ook of het (nog) zou zijn geweest. Vragen stellen die nooit beantwoord kunnen worden is zinloos, bedenken dat alles, altijd, stroomt kan een verontrusting zijn of een bemoediging. Ik probeer het laatste, zoete herinnering is geen bruikbare mal voor de toekomst.

Toch, zo’n verhaal opent kisten vol verleden, kisten die toch al nooit echt dicht waren. En zonder de verhalen zijn er wel de nachten waarin droom ongecontroleerd put uit wens, herinnering en weten – vooral uit wens. Paton schreef ‘Cry the beloved country’ toen ik nog in de schoolbank zat maar die Msimangu (geen familie) zou ook zonder dat boek in mijn hart wonen. Schrijvers die behendig een wereld schetsen die één op één overeenkomt met de wereld die ik ken en die daarmee het besef van broederschap eens te meer onontkoombaar maken. Nog steeds zit ik graag op die helling in Nkonjeni vanwaar je, met een scheef huis in de rug, zo ver kunt kijken. Ver, ver, ver.

You can leave Africa, Africa won’t leave you my friend.

Die jongen die in Van Dis’ zijn oor fluisterde, die jongen, die ken ik. Zijn fluistering wordt soms een roep: ‘kom terug’. Van hier zie ik het werk daar voor het opscheppen en zou ik graag willen. Werk met resultaat, anders dan in mijn eigen omgeving niet gehinderd door realiteit. Verleidelijke dromen die het ongewenste eenvoudig censureren en de weerbarstigheid van de echte wereld buiten houden.

‘East is east and west is west, and never the twain shall meet’ schreef Kipling. Noord zuid zeggen we tegenwoordig; politiek correcter geloof ik. Als Kipling doelde op de enorme verschillen in werelden die lang niet altijd compatibel zijn, als in zijn definitie van ontmoeten gelijkgestemdheid een voorwaarde is, dan had hij een punt. Maar elkaar ontmoeten doen we al zolang mensen reizen, steeds vaker, steeds intensiever, dat geldt althans voor eenieder die iets verder wil zien dan eigen kring. En hier zowel als in Afrika is het simpelweg een consequentie van er zijn.

Ja ik zie de verschillen, maar niet ik alleen. Ook voor hen, voor de ander, wordt de wereld steeds kleiner en – het lijkt een contradictie – onbegrijpelijker. Oost west of noord zuid, rijk arm is waar het over gaat maar dat klinkt zo; steeds meer zien we van elkaar en nogal eens achten wij uit het westen onze hooggestemde idealen superieur. Een kwalificatie, soms misschien terecht, die alle legitimiteit verliest waar woord en daad niet samenvallen.    Vrijheid, gelijkheid en broederschap zijn lastig te verkopen in een wereld waar (economische) uitbuiting aan de orde van de dag is. De woede en afkeer, het wegduiken in eigen cultuur, de immer aanzwellende stroom van vluchtelingen; de kloof, zelfs in onze eigen maatschappij, wordt steeds breder en dieper. Zo lang we onze eigen idealen niet serieus nemen is verbazing daarover gelijk aan hypocrisie of domheid.

De hulp en haar man die hier een nieuwe poort maakt waren beiden niet te genieten en toen was het emmertje vol; ik wilde weten wat er aan de hand was. ‘Bingung’ – in verwarring. Met de massale crematie op komst worden ze geacht elke dag vrijwilligerswerk te doen. Vrouwen hele dagen, mannen halve dagen. Het vrijwillige is een grapje, het wordt weliswaar niet betaald maar niet meedoen zet ze buiten de gemeenschap, nog niet gesproken van het schamen voor de buurt. In een maatschappij waar per dag betaald wordt en niet werken gelijk is aan geen geld een rampzalig schema. De mensen van de lage lonen houden letterlijk niets over, alleen voor de rijken is het een makkie. En voor de priesters, wier kinderen opvallend vaak studeren in Australië of Singapore, ook geen magere maanden vanwege gotong royong (werken voor de gemeenschap), integendeel, dit zijn de vette maanden.

Het wordt ze makkelijk gemaakt. De wens om weg te vluchten in eigen cultuur is niet uniek voor delen van de islamitische wereld, die kruipt over de hele wereld. (Hallo zwarte piet.) Hier, niet alleen hier, resulteert het nogal eens in een spagaat: de traditionele leefwijze tegenover de ‘verworvenheden’ die de moderniteit biedt – tegen een prijs. De held die opstaat en zegt bekijk het en een derde weg zoekt moet misschien nog geboren worden. De kleine man is, inderdaad, te klein. De revolutie is ver, ver weg.

De zoon van P. gaat trouwen, direct na de maand van niet werken en geen inkomen; het kan niet langer wachten. Je begrijpt. P. moet betalen, zo hoort dat als het een zoon is. Nu is de financiële situatie van het gezin zo dat Griekenland er een puntje aan kan zuigen dus ze doen het minimum, net genoeg om je niet te schamen voor de buren. Vijfendertig miljoen – een dik jaarsalaris – en het aantal gasten wordt beperkt tot honderdvijftig. Vanavond kwamen de eerste omtrekkende bewegingen om straks tot een lening te komen want er is nog geen miljoen in huis.

Schaamtecultuur, een priesterlijke stand die, ik kan het niet anders zien, al lang van god los is, belabberd onderwijs en corruptie een gegeven. Waarheen moeten ze vluchten?

Veel liefs, Frank

(In vervolg op de vorige blog: de voedselhulp aan Syriërs die naar Jordanië gevlucht zijn wordt gehalveerd. De VN heeft geen geld genoeg meer. Opvang in de regio, weet je nog?De situatie met vluchtelingen op een aantal Griekse eilanden intussen is dramatisch, het contrast tussen toeristen en vluchtelingen surrealistisch. Een aantal toeristen trekt zich, binnen de beperkte mogelijkheden, het lot van de vluchtelingen aan. In kranten verder geen melding van de humanitaire ramp die zich, ook daar, voltrekt. Het wordt gewoon. De krant voor wakker Nederland bericht wel dat een zanger hartelijk dankt voor alle blijken van medeleven toen zijn moeder van de fiets viel, ze maakt het goed.)

 

 

Die voor ons waren

Lieve Allemaal

Eergisteren was het Kalungan, de voorouders die vorige week met Galungan op bezoek gekomen zijn gingen weer terug naar hun gebruikelijke verblijfplaats. Ook voor mijn huis had ik, zoals het hoort, een mooie penjor laten plaatsen maar wat weten Nederlandse voorouders van Balinese gebruiken? Ze zijn niet explicieter langsgekomen dan anders. Was ook niet echt nodig, ze zijn er altijd wel in meer of mindere mate. Het idee om verbondenheid te vieren met hen op wiens schouders we staan is niet zo slecht, of een Balinees dat er ook in beleeft weet ik niet. Het lijkt eerder een vasthouden aan regels en voorschriften; meedoen en als het even kan je toch onderscheiden met, dat is het meest voor de hand liggend bij Galungan en Kuningan, een nog grotere en duurdere penjor. P vertelt dat Galungan en alles eromheen hem minstens 2,5 miljoen kost (een kwart jaarsalaris voor de twee keer Galungan per jaar), de grootste penjor in het dorp kostte 5 miljoen en dan komen er nog talloze offers bij en heel veel er omheen.IMG_2178IMG_0049

 

 

 

 

 

 

 

 

De oude cultuur, steeds sterker vergroot en opgeblazen, in concurrentie met de o zo aantrekkelijke consumptiemaatschappij die het westen aanbiedt. Vandaag ging de school hierachter weer open en natuurlijk moest er gebeden worden. Mét een megafoon, niet omdat de goden doof zijn lijkt me maar het letterlijk overschreeuwen van dat wat ook hier aanstormt. Traditie of de lege maar evenzogoed aantrekkelijke opties van het consumentisme. Kiezen is moeilijk, pogingen om beide heren te dienen monden nogal eens uit in onstopbare gaten in een toch al wankele gezinsbegroting. Een wedloop waarbij ik zou hopen dat het een derde weg oplevert maar ik vrees – over voorouders: had ik het optimisme van mijn moeder maar – dat de consumptie gaat winnen.

Een reis naar Java ging (alweer) niet zonder hindernissen. Bij het vertrek had ik me verslapen, de chauffeur belde me wakker. ‘Oh jee, we moeten rennen’, riep ik paniekerig en hing op. Douchen, tandenpoetsen en pipi doen ineen combineren, daarna aankleden en koffer(tje) pakken. Alles in 8 minuten. Onderhand nog een keer de telefoon beantwoorden; de chauffeur wil weten waarheen hij dan moet rennen. In noodvaart naar het vliegveld waar we uiteindelijk toch nog veel te vroeg aankomen. Koffie.

De terugweg ging wat gecompliceerder. Al in de lucht en halverwege kwam het bericht dat de berg Raung aan het uitbarsten was, het vliegveld in Bali gesloten, en dat we gingen landen in Surabaya. Dat is halverwege en, voor de ouderen onder u, vergeet die zee en die hemel zo blauw. Een volle dag gedoe op het vliegveld; het viel allemaal samen met Ramadan dus was heel Java onderweg. Customer service stuurt je, nadat je uren in de rij hebt gestaan, door naar de helpdesk. De helpdesk verwijst vriendelijk maar vermoeid naar customer service. Niet ontploffen, rotzooi helpt niet. Het waren kleine ongemakken vergeleken bij de vele honderden toeristen die op Bali gestrand waren; die waren hele dagen op het vliegveld zonder een idee wanneer ze naar huis konden en stonden in rijen tot buiten het gebouw. Tel uw zegeningen.

De tweede dag Surabaya hebben we in Tunjungan Plaza doorgebracht, een enorm winkelcentrum midden in de stad waar zo ongeveer alles te koop is. Ook daar viel me weer op hoe groot het contrast is tussen het aangebodene en dat wat de doorsnee bezoeker zich kan permitteren. Het bracht mijn gedachten op een recent artikel in de Washington Post over het grootste “exportproduct” van Gambia: vluchtelingen.

Mijnheer Zijlstra heeft het liever over migranten of asielzoekers. Best een manier om de vaak uiterst wanhopige situatie wat te verdoezelen maar het gaat dus over vluchtelingen. Mensen die door oorlogsgeweld of politieke vervolging niet in eigen land kunnen blijven en mensen die geen perspectief vinden in hun eigen land. Dat laatste onvergelijkbaar, vele malen minder schrijnend en … evenzogoed onhoudbaar. Nederlanders vertrokken in de vijftiger en zestiger jaren om minder naar Australië, Canada, Zuid-Afrika en Nieuw Zeeland.

Opvang in de regio roept diezelfde mijnheer maar wat is opvang? Een bed in een hut met twintig anderen, een gezamenlijk toiletblok in een uitzichtloos bestaan? Misschien staat in een van de gemeenschappelijke ruimtes nog wel een tv die ze onze rijkdom nog eens in kan wrijven. De wereld telt 66 miljoen (Zesenzestig Miljoen) vluchtelingen en wat dacht je wat mijnheer Zijlstra, 95% daarvan wordt opgevangen in de regio. Maar intussen krijgt de VN het geld om alleen al Syriërs op te vangen niet bij elkaar. Het gerommel in de marge, de kool en geit sparen spelletjes, de bal bij een ander leggen, het gaat niets helpen. Om werkelijk tot oplossingen te komen zijn grootse plannen nodig. Grootse plannen komen van groots denkende mensen, niet van bestuurders wiens belangrijkste zorg het is wat de kiezer denkt. (In ‘zomergasten’ zei Aboutaleb: “… Je kan niet een raampje open doen en aan de mensen vragen: wat wil je hebben? en het dan zo doen. Zo werkt het niet. Je hebt iemand nodig die voorloopt op de samenleving.”)

Tot zo’n plan er is en gaat werken blijft het dweilen met tientallen kranen open, blijven de vluchtelingen komen en kan ook het waanzinnig hoge aantal zelfmoordaanslagplegers niet los gezien worden van, al dan niet persoonlijke, uitzichtloosheid. (De vaststelling dat sommige van deze verdoolden het zelf materieel goed hadden ‘en dus geen reden anders dan fanatisme’ is niet correct; voor een aantal gaat op dat wanhoop over de wereld waarin ze leefden ondraaglijk werd en zo uitmondde in ontoelaatbaar fanatisme.)

Of de motivatie nu komt uit het feit dat het westen zelf een aantal van die kranen heeft opengezet, omdat het onhoudbaar wordt, omdat het niet goed voelt om aan de tafel der mensheid vette maaltijden te gebruiken terwijl anderen het toekijken hebben of gewoon uit compassie en liefde voor de ander; zelfs puur eigenbelang dicteert het belang van zo’n plan, van actie nu. Het gaat veel geld kosten, het alternatief is een wereld die steeds verder aan gort gaat. Zou eigenlijk een makkelijke keuze moeten zijn. Misschien iets om ook bij de komende verkiezingen eens goed over na te denken. De contradictie dat onze toegenomen welvaart delen voor ons moeilijker maakt dan dat was voor het die ons voorgingen mag toch niet waar zijn?

Vanavond eten bij Made’s. Het loopt daar niet altijd even soepel, vooral als die jongeman in de bediening staat die er nooit iets van begrijpt. Goedenavond komt niet aan, geen antwoord. Bestellingen worden meestal verkeerd begrepen. Die jongen blijkt doof en een beetje achter maar daar mag hij een boterham verdienen. Er zijn van die plekken waar we elke dag wel iets van betekenis kunnen doen.

Veel liefs, Frank

 

onderweg

Een half, afgescheurd papiertje uit een kladblok, onhandige kinderletters. Gevonden tussen de spullen van mijn moeder. Zevenenvijftig jaar lang lag dit tussen haar spulletjes en ik denk dat ze het zo af en toe wel heeft bekeken, zevenenvijftig jaar lang be-waard-e ze een moment van geluk. De schoonheid vastpakken als het langskomt, het donker niet te lang in het blikveld houden; laten verglijden in de nevel van verleden tijd. Lesje levenskunst via kladpapier.IMG_2088 IMG_2087

Lieve Allemaal,

Vijf weken was ik onderweg en is het er nauwelijks van gekomen te schrijven. Wie veel reist kan veel verhalen is het gezegde. Misschien – de reizen ‘binnendoor’ blijven interessanter denk ik. Niettemin, even bijpraten is wel goed.

Eerst een paar dagen les gegeven. Leuke studenten, ook ik leer dan wat bij, en toen was er natuurlijk de opening van mijn tentoonstelling in Leerdam Glas Galerie. Ook voor mij de eerste keer dat ik alle werk bij elkaar zie, een opluchting als het dan allemaal klopt. En dan komt de opening. Zoveel lieve vrienden en bekenden die de moeite nemen te komen kijken, zo blij ze te zien en voor niemand echt tijd. Meer dan honderd mensen in twee uur, dat is voor ieder een minuutje. En toch is het een warm badje dat ze er allemaal zijn, het is goed. Veel complimenten voor het nieuwe werk en een aantal verkopen, er komt nog wel meer meent de galeriehouder, hij heeft een mooie regeling om in stukjes te betalen. (Voor hen die nog geen gelegenheid hadden, de tentoonstelling loopt nog tot 26 juli.)DSC_0224[1]

Nog wat gewerkt, een gezellig weekend in Zwitserland en toen naar Afrika, thuiskomen op een plek waar mijn huis niet meer staat. Zeker elke keer dat ik land in Johannesburg overvalt me de weemoed die hoort bij een liefde die geen vorm meer heeft maar nooit overgaat. Mijn armen om die wereld slaan, ik zou wel willen.                                         Even terug naar de realiteit Frank. Ja, in Bali is het ook goed, heel goed zelfs. Twee weken druk met allerlei. Lieve vrienden zijn bezig een restaurant annex hotel te bouwen en het is fun daar een beetje in mee te denken. De wandpanelen die ik in Nederland vervaardigde komen goed aan, ik maak er straks nog een aantal bij; nog een project van mij in Afrika! Genieten van de stilte op de farm waar ik mag zijn, genieten van de vergezichten, prachtige maaltijden en goede wijn en van het beste gezelschap dat ik me kan wensen. Ik vraag me af of er nu veel mensen zijn die zoveel geluk hebben als ik.

En Bali is nog steeds Bali. Zoef was uitzinnig van blijdschap me weer te zien maar… hoe diep dat gaat met hondenliefde weet ik niet; gisteravond is hij er tijdens een hernieuwd experiment om een stukje los te lopen toch weer vandoor gegaan richting hulp alwaar twee vriendjes van hem wonen. Even kwam hij me nog achterna maar voor ik het hek dicht kon doen glipte hij de tuin weer uit. Ach, als hij straks weer hier komt heeft hij weer een reden heel blij te zijn.

Ceremonies nog steeds allover the place, de Balinezen die in het buitenland wonen druppelen langzaam binnen voor de massale crematie straks in augustus. P. en zijn vrouw stoppen gaten met gaten en elk nieuw gat lijkt een beetje groter dan het vorige, elke upacara brengt ze weer wat verder achterop. De chauffeurs klagen dat er te weinig toeristen zijn, de vaststelling van P. dat we waarschijnlijk teveel chauffeurs hebben is daar nog niet geland. Het kleine weggetje hier verderop is onderweg een hoofdstraat te worden; overal worden huizen gebouwd voor de verhuur, de meeste staan leeg. Teveel van alles, dat dat toerisme misschien wel tegenwerkt is een notie die maar niet wil postvatten.

Maar het weer is prima, de mensen zijn mooi en vriendelijk. Op een koude douche is het even wachten tot het warme water uit de leidingen is verdwenen, het zwembad is lauwwarm. Zwembad heeft een belangrijke rol in de komende weken om de kilo’s die ik bij vergissing van mijn reis heb meegenomen weer kwijt te raken.

Oh ja, en ik was jarig. Dank voor alle goede wensen, jullie vriendschap en verbondenheid markeerden mede het begin van een nieuw jaar. Drieënzestig nu en ik denk dat de vage notie dat ik leven een beetje beter begin te begrijpen iets te maken heeft met ouder worden, dat onderweg wat toegevoegd wordt. Het is wel goed zo.

Veel liefs, Frank

 

De zee is moe

Het is niet waar dat mensen hun dromen niet meer volgen omdat ze oud worden. Ze worden oud omdat ze hun dromen niet meer volgen.

Lieve Allemaal

Een korte trip naar Java. Meubels bekijken voor een vriendin in Afrika en de laatste volle dag even lekker door Yogyakarta slenteren. Het wordt een reis met wat hindernissen. Op het vliegveld blijkt dat het ticket dat de agent naast de Bintang heeft geregeld weliswaar voor de 16de is maar dan wel december. Susah. Susah op het vliegveld en natuurlijk straks bij de agent op wie ik de extra kosten wil verhalen. Twijfelachtig of dat lukt, ik weet het. Vliegen naar Yogyakarta en verder met de trein naar Solo gaat prima. De meubels zien er goed uit, het bedrijf is serieus, goed dat ik gegaan ben. De vrijdag heb ik afgesproken in Semarang. Ik boek de bus voor ’s morgens heen en laat in de middag terug. Dat zal niet gaan meent vervolgens de fabrikant in Semarang als ik hem bel. Het is drie uur rijden naar de showroom want die is in Jepara (75 km verderop), we zijn nooit op tijd terug in Semarang. Merkwaardig voor een bedrijf dat gevestigd is in Semarang en een beetje laat om me dat te vertellen. ‘Goed mijnheer, dan verander ik mijn reis en vertrek pas zaterdag uit Semarang.’ ‘Ja, dat is een goede oplossing’ vindt hij.

Ik gooi een ticket weg (ha ha, ruilen? Nee Pak, dat gaat niet.) en koop een nieuw voor zaterdag. Donderdagavond laat komt er nog een smsje. Hij had er even niet aan gedacht maar morgen is het vrijdag en dus sholat (bidden in de moskee). Hij haalt me om 1 uur op in mijn hotel. Mijn haast nachtelijk vertrek uit Solo had dus best later op de morgen gekund.

Het is bijna twee uur als hij vrijdags in het hotel komt. ‘Eh, nou, eh, nee. Nu nog naar Jepara? Te laat Pak, drie uur heen, drie uur terug, dat wordt niks.’ ‘Eh, hoe kan ik dan de meubels zien?’ Hij weet het niet maar misschien heb ik een idee? De ideeën die ik nog in het hoofd heb zijn vooral gewelddadig. Dag mijnheer, dag mijnheer. Ik ben niet zo blij.

Troosteten bij Toko Oen, een restaurant dat hier sedert 1928 is gevestigd en waar sindsdien opvallend weinig is veranderd, zelfs de ober lijkt overgebleven uit de dagen van weleer. Een zanger van rond de tachtig zingt ballades en kroncong met een zuivere, hoge stem die de passende intonatie vindt bij elk gezongen woord. Tempo Dulu, een reis naar de tijden van voor ik zelfs maar geboren was. De nasi goreng is de beste die ik ooit at, de saté is overheerlijk. Tien minuten Toko Oen en ik ben vervuld van een gevoel van dankbaarheid; dat ik hier mag zijn en de gracieuze eenvoud op me in mag laten werken. Semarang, Midden Java.

Een columnist stelt in NRC dat bootvluchtelingen, misschien (sic) met uitzondering van mensen uit Syrië, gelukzoekers zijn. Het gaat in Afrika economisch immers steeds beter? Hij geeft internet de schuld; de snelle communicatie en de te mooie voorstelling van Europa die daar binnen komt … Maleisië, Indonesië en Thailand sturen bootvluchtelingen, voornamelijk Rohingya uit Birma, terug naar de zee op. Myanmar (Birma) moet het zelf maar oplossen en die mensen op zee …. Europa maakt wat inadequate plannen, het moet betaalbaar blijven. Zijlstra vergelijkt ze met een crimineel, Katie Hopkins, columnist voor de Sun in GB, noemt bootvluchtelingen kakkerlakken en stelt voor de boten gewoon in zee te schieten.

De zee is moe” zong Paul van Vliet. Ja, meer dan ooit zou ik denken, en niet alleen de zee.

Internet; rijkdom blijft geen gerucht meer, is niet verborgen maar voor iedereen zichtbaar. Of afgunst nog afgunst mag heten als nood en honger samengaan met rechtvaardigheidsgevoel vind ik geen lastig te beantwoorden vraag. Hoe de chinees die 12 uur per dag telefoons in elkaar frut voor een salaris van bijna niets uit te leggen dat de mevrouw die voor de verkoop verantwoordelijk is 80 miljoen per jaar ontvangt weet ik dan weer niet. De soapies met hun altijd welvarende karakters in grote huizen en dikke auto’s zijn te zien op elke TV, de indringende commercials voor vaak onnutte maar wel dure producten eveneens; vette onderstrepingen van onredelijke ongelijkheid. Zaadjes voor een revolutie vallen steeds meer en overal. Het botte, zelfgenoegzame argument van “we hebben het verdiend” is intussen ver voorbij de houdbaarheidsdatum en, daar heeft die columnist zeker gelijk, de ramen en deuren dichthouden is mede door internet onmogelijk. Waarom je dat wel zou willen is weer een andere vraag. Als de uitspraak ‘jij bent mij in een andere gestalte’ waar is, en dat geloof ik met heel mijn hart, gaan we wel heel erg schizofreen met onszelf om.

Intussen ligt de opening van mijn tentoonstelling in Leerdam alweer achter me. Het was goed, zeer goed. Het is een prachtige tentoonstelling geworden en de reacties waren uiterst positief. Me een dag lang wentelen in complimenten gaat me opvallend goed af. Nu weer gewoon aan het werk in Hilvarenbeek, wandobjecten maken voor een restaurant in Afrika. Het voelt een beetje als opnieuw beginnen.

Veel liefs, Frank

DSC_0224[1] DSC_0223[1]

 

 

 

 

 

 

Samen, allemaal

Lieve Allemaal,

Het werd een onvoldoende voor die spreekbeurt half zestiger jaren. Eigen schuld wellicht, hij had het op zijn minst kunnen voorzien. Fout onderwerp en een nieuw pas ingevoerd beoordelingssysteem – de toehoorders, de klas dus, mochten het cijfer bepalen – vormden een slecht startpunt voor het verhaal van een wat wereldvreemd jochie van vijftien dat toch al nooit bij de binken hoorde. Niet voorzien van kennis of inzicht, slechts gebaseerd op een vage notie dat er iets moest gebeuren had hij, het Biafra uit de kranten en het journaal op zijn netvlies, ontwikkelingshulp als onderwerp gekozen. Geen sexy thema. Een half uur volpraten met woorden als ‘geven naar vermogen’, compassie en naastenliefde en wat vaag gestuntel over promillages die hij tot procenten omgebogen wilde zien. De klas vatte het op als ‘een vermogen moeten geven’, zag geen enkele noodzaak en begreep dat de jongen nog gekker was dan ze al dachten.

Verongelijkt worstelde hij zich zwetend door de laatste tien minuten waarin de klas vragen mocht stellen en sloot af met woorden die als een bedreiging klonken: ‘Als wij het niet brengen komt de dag dat ze het komen halen’. Het werd joelen en een vette onvoldoende.

Het cynisch verminderen van het toezicht op de Middellandse Zee – mogelijk verdrinken er eerst wat meer maar dan wordt het wel minder – heeft het tegendeel bewerkstelligd. Duizenden zijn verdronken maar er waren negenhonderd doden met één schip nodig om tot een nieuw tienpunten plan te komen. We gaan het anders doen. In den Haag eindeloos overleg of we mensen, waarvan iedereen het erover eens is dat ze niet kunnen blijven, nu wel of niet van de meest elementaire behoeften moeten voorzien zolang ze hier zijn. Het gaat niet zozeer om de kosten lees ik, die schijnen wel mee te vallen, maar principe hé, en de kiezer naar de mond praten. Dat een goed deel helemaal niet terug kan past even niet in het plaatje, de mens is al lang uit beeld.

Dat jochie van toen, ik was het zelf, weet vandaag maar een klein beetje meer. ‘Ze komen het halen’ klinkt niet meer als een bedreiging, het is een logisch en begrijpelijk feit van de dag geworden. En ik kan het ze niet kwalijk nemen. Roepen dat ze opgevangen moeten worden in de regio. Halb werk Zijlstra, dan moet je ook wat doen. Pas als die opvang er werkelijk is, geen verrotte tent met een emmer voor twintig man in de hoek maar adequaat, pas dan kunnen we verder praten. Waarom heeft de VN moeite om zelfs maar die dertig miljoen die broodnodig zijn voor Yarmoek, dat kamp in Syrië bij elkaar te krijgen?

Die spreekbeurt doe ik niet nog een keer. Ook vandaag zou de klas me een vette onvoldoende geven vrees ik.

Intussen wordt in Alexandra, Alex zeiden we liefkozend, het leger ingezet om het moorden met xenofobische achtergrond te beteugelen. Afgelopen nacht weer twee slachtoffers. De koning van de Zulu’s – van de Zulu’s for Christ sake!!! – heeft woorden gegeven aan een blijkbaar aanwezig Volksempfinden: ‘Die luizen moeten eruit’ hield hij zijn gehoor voor. Dat ging dus over buitenlanders in Zuid-Afrika, Wilders in Afrikaanse uitvoering. Geesten komen makkelijk uit de fles, erin terug is een ander verhaal.

De m.i. echte oorzaken van al die haat en afgunst, grof zakkenvullende politici die, allang losgezongen van het volk waarvoor ze pal zouden moeten staan, een nieuwe auto belangrijker vinden dan de waterleiding voor de moeder van Emmanuel, de uitzichtloosheid die inadequaat bestuur met zich meebrengt, ze worden niet benoemd. Stemmen krijgen ze toch wel, ze hebben immers het land bevrijd? En ongemerkt leidde een geest van beschamend egoïsme en neo-liberalisme (is er verschil tussen die twee?) de mensen naar een nieuwe onderhorigheid.

Vanavond klinkt die zacht zoete tenor luid en duidelijk, net als toen met een vleug van wanhoop. ‘We moeten het samen doen, samen, allemaal.’

Veel liefs Frank

 

Rekenmachientje

Toen was alleen het rekenmachinetje over als kompas. Briljant in het berekenen van overheidstekort, economische groei en hoeveel centjes een investering opleverde, kon het machientje de mens niet zien staan. Dat was wel jammer.

Bali, Goede vrijdag 2015.

Lieve Allemaal,

De Mattheus Passion van Bach uit mijn stereo klinkt tot over de sawah’s, in de kamer roept een tokeh – negen keer, dan mag je een wens doen – in de verte oefent het lokale gamelanorkest. De omgeving werkt vervreemdend op de muziek en toch speelde de geschiedenis waar goede vrijdag de herdenking van is zich af in een wereld die meer overeenkomsten heeft met het Bali van vandaag dan bijvoorbeeld met Nederland.

Bij het herlezen van “Angst voor de vrijheid” van Erich Fromm viel me op hoezeer zijn beschrijving van de instelling van mensen tijdens en voor de middeleeuwen op die van de bewoners van het huidige Bali past. Dat daardoor hier een botsing met moderniteit aan de gang is; misschien is het onontkoombaar. Het laat onverlet dat de grondhouding er nog altijd een is die ‘tijd is geld’ niet kent en waarin waarde en geld twee verschillende zaken zijn.

‘Westerse’ normen en ideeën rukken intussen op, niet die van de zoekers en denkers. Het simplisme dat aan een rekenmachine genoeg heeft gaat de strijd aan om de gunst van ook de mensen hier met, op het eerste gezicht, aantrekkelijke horizonten die leegte uiteindelijk maar tijdelijk opheffen. En dat is ook de bedoeling denk ik, direct door naar de volgende doelstelling. Maar de focus op meer van de dingen die we kunnen zien, op materie, leidt vroeg of laat tot de ontdekking dat een nieuwe motor, meer geld, een groter huis of welke verworvenheid dan ook, vluchtige antwoorden zijn op vragen die de ziel nooit stelde.

Ik ga er niet over maar ik hoop dat de bewoners van Bali stand houden en althans een deel van hun cultuur blijven koesteren. Ubuntu (ik ben omdat wij zijn) is geen Balinees woord en toch leeft de Balinees in de wetenschap deel van een geheel te zijn. “Met de (voorzichtige) opkomst van het kapitalisme won de mens zijn vrijheid , tegelijk raakte hij los van de banden die hem veiligheid en vertrouwde zekerheid plachten te bieden” schrijft Fromm. Bij alle winst lieten we ook veel uit onze vingers glippen. Terugvinden is dan een ander verhaal.                                                                                                            Bhutan introduceerde een aantal jaren geleden de BNG index – Bruto Nationaal Geluk index. Een zinnig signaal hoewel lastig te meten. Intussen zou het niettemin helpen als de rekenmachine wat opzij gaat en we met zijn allen de prioriteiten wat verleggen. Al was het maar als een voorbeeld voor Bali waar dezelfde valkuil waar wij ooit in gedonderd zijn om de hoek ligt. Goede vrijdag was een goede gelegenheid dat eens te overdenken.

Tijdens het flitsbezoek aan Nederland liet ik een paar objecten achter bij Marco Hamoen die ze zou fotograferen. Nu is Marco een van de beste fotografen van Nederland dus de verwachting was hoog. Van de week kwamen de foto’s; tien keer mooier dan gedacht! Fijn natuurlijk maar, ‘elluk foordeel hep se nadeel’. Mijn eigen foto’s durf ik nauwelijks meer in een blog te zetten. Daarom maar een paar van die prachtige foto’s van Marco. (Tentoonstelling opening 17 mei aanstaande in glasgalerie Leerdam. Welkom!)FrankvdH_310320150037FrankvdH_310320150049

Intussen werk ik gewoon door, af en toe een beetje balancerend op de rand van depressie. Nee, geen (persoonlijke) reden. Alles gaat goed en hoewel ik vanavond moest vaststellen dat een bepaald stuk na drie reddingspogingen nu toch echt verloren is – mijn fout, stom stom stom – komt alles best op tijd klaar.                                                   Teveel denken misschien. En die gedichten waarop ik mijn werk baseer, daar staat soms meer in dan je wilde weten.

De strijd met Ibu Putu is nog niet gestreden. Vriendschappelijk hoor, en haar wapens zijn grote borden eten dus het is niet echt gevaarlijk maar toch, het is een beetje oorlog. Dat zit zo. Ik ben wat afgevallen en dat is prima zo. Maar Ibu Putu is het er niet mee eens. Te mager zegt de vrouw wier botjes ik op afstand kan tellen. Ik bestel een kleine portie nasi goreng of iets dergelijks – klein ja, ik heb niet veel trek – en zij komt aan met een schaal vol. ‘Opeten, is gezond!’ Een vruchtensap uit de blender, zonder suiker. Ze maakt ‘per ongeluk’ wat teveel. Zonde om weg te gooien dus ik krijg twee volle glazen. ‘Vitamines, heel belangrijk!’

Tegenwerking die goed doet. Bestaat ook. Bij het afrekenen ben ik altijd degeen die uitrekent hoeveel het totaal is. Ibu Putu heeft geen rekenmachine.

Veel liefs Frank

 

Verwondering

formcartoon_10663_4bb54889831a39b33ef4f853976e100248453273-468x293

 

 

 

 

 

 

 

Lieve Allemaal,

Het is het jaar 1937 en stikdonker, ik zit op het terras, er mag geen licht aan vanavond. Alles is doodstil op die rothonden bij de buren na, het is Nyepi, het Balinese nieuwjaar. Gisteren net terug gekomen uit Nederland en de rit van het vliegveld naar huis duurde uren. Overal de Ogoh-ogoh, groteske figuren die elke banjar (buurt) maakt en vervolgens in processie rondsjouwt over hoofdwegen en achterweggetjes, alles was verstopt. Bij ceremonies is er geen consideratie met verkeer, toerisme of wat dan ook. En vandaag dus verplichte rustdag, machines mogen niet en het plonsen van het zwemmen durfde ik ook niet aan. Niet zo’n probleem: ‘hij is een beetje moe’.

Het bezoek aan NL was kort: glas halen en brengen, alles voor de tentoonstelling straks in mei. De dichtst bij zijnde dealer zit in Australië maar daar is het glas zo duur dat een ticket NL uiteindelijk goedkoper uitkwam. Bovendien kon ik zo al een flink deel van de tentoonstelling meenemen. En lekker tweeëndertig uur in het vliegtuig. Vroeger adverteerden busondernemingen met ‘echte vliegtuigstoelen’, ik neem aan dat ze dat niet meer doen. Niettemin, blij dat het allemaal weer veilig verliep.

Dat ik er tijdens de verkiezingen was hielp natuurlijk helemaal niets. Ik begrijp het niet meer. Visieloos met een partij vol kwartjesvinders en toch de grootste blijven. De eerste resultaten zijn te lezen in hun ‘nieuwe plan’ m.b.t. asielzoekers: grof egoïsme verkleed in plastic compassie. En dat dan ook nog eens zonder enig benul van internationale verdragen. Alvast een deur open zetten voor straks of uit overtuiging van hetzelfde laken en pak als die blonde gek? Elk land krijgt de regering die het verdient. Wat hebben jullie dan in ‘s hemelsnaam allemaal uitgespookt terwijl ik weg was om zo gestraft te worden?

Dat twee dagen na mijn aankomst in NL een achttal Facebook vrienden opeens een trip van de KLM naar Bali gingen liken heeft een beetje zeer gedaan. Niet subtiel jongens, niet subtiel.

Thuis was alles goed behalve met de waterpomp, die was stuk. Vermoeid. Oververmoeid meende Pak Par. Het zou best kunnen. Door een dom plan deel ik de waterpomp met de buren die er drie huizen op hebben zitten en volgens mij de dag doorbrengen met douchen en badderen; er gaat water doorheen als door een middelgrote rivier. Pomp moe en nu dus dood. Na het weekend zal de discussie wel komen wie wat en hoeveel betaalt. En een paar vissen waren dood. Meer dan zeventig vissen intussen en toch sta ik treurig te kijken naar de dode vissen die tussen de waterplanten liggen. Leven, hoeveel snappen we er echt van? Ik lees over universums die mogelijk naast dat van ons bestaan, ontelbare wellicht, en stel vast dat het niet veel is. Dat begrip van mij bedoel ik. Ik denk met een glimlach aan J. die opperde dat het misschien allemaal gewoon een scheikundig experimentje is van een scholier in een andere dimensie. Veel verder dan verwondering over de oorzaak van de oorzaak kom ik niet. Hoeft ook niet, verwondering is een prima gereedschap om blij in het leven te staan.

Morgen weer aan het werk. Veel slijpen en polijsten, niet mijn favoriete bezigheden maar het wordt er wel mooi van. En op stap naar de zandstraler, het kan want mijn rijbewijs is weer verlengd. Dat moet elk jaar, ze willen er niet aan denken dat ik straks met een geldig rijbewijs zit terwijl mijn verblijfsvergunning is verlopen. Dat de verblijfsvergunning elk jaar 6 maanden voor het rijbewijs verloopt is geen probleem. Lees: per jaar verlengen brengt meer geld.

Eerst naar de dokter voor een gezondheidsverklaring. Juffrouw vult formuliertje in, kijkt niet naar mij, ik betaal twee euro en ben weer helemaal gezond. Koopje! De politie intussen heeft iets nieuws bedacht, ze willen nu ook een kopie van mijn paspoort, die verblijfsvergunning telt opeens niet. Terug naar huis, langs de copyshop en weer naar de politie. ‘Ah, maar uw rijbewijs is gisteren verlopen.’ ‘Ja, daarom kom ik het verlengen.’ ‘Tja, het is niet meer geldig dus we kunnen helemaal niet verlengen, u moet opnieuw aanvragen.’

Het werd een warrige test op een computer. ‘Mag je met een ladder van, pak ‘m beet, een metertje of tien hoog op je schouder motor rijden?’ ‘Mag je voetgangers op een zebra omver rijden?’ ‘Mag je om de gesloten halve bomen van een spoorwegovergang slalommen?’ Tja, dat moet je allemaal maar weten maar, voor Bali wel relevant. (Behalve die spoorbomen, we hebben hier geen trein.) In de verwarring ben ik intussen, geheel volgens politieplan lijkt me zo, toch gezakt. 5 op 30 fout was er één teveel. Protest van mijn kant. Niet rechtvaardig! Ik had een rijbewijs! Ik rijd al meer dan veertig jaar! (oeps, is het verstandig te benadrukken dat ik al zo oud ben?) Indonesisch is niet mijn moedertaal! Enz.

De chef! De chef!!!

Rustig maar, de chef kon het wel regelen. ‘Hoeveel heeft u vorig jaar betaald?’ Eerst veinzen dat ik dat niet precies meer wist om uiteindelijk toe te geven: 300.000 rupiah (€ 19,–) Oh, nou, voor dat geld kon het nu ook hoor, geen zorg ziet u wel? Hij hielp de mensen graag. Vijf minuten later stond ik buiten met een nieuw rijbewijs. De prijs vier euro hoger dan normaal. Tot volgend jaar maar weer. ‘Wordt niet boos, verwonder u slechts’, zegt D.

Lieve groet, Frank