koffers

“Het geeft niet, wij geven wel wat rijst aan onze buren.” In dit land gaat veel van de hoognodige hulpverlening mis. Het komt niet aan of bij de verkeerde mensen. De reactie van een inwoner van Oost Java doet geloven dat het, ondanks dat, wel goed komt hier.

Lieve Allemaal,

De gebeurtenissen in de VS en de rest van de wereld gaan aan Indonesië, zeker aan Bali, goeddeels voorbij. Doni bewijst als fervent lezer van het nieuws dat het allemaal wel te volgen is, er zijn maar weinigen die dat ook doen. Het nieuws ontvangen we, verbijsterd en wel, meest van buiten dit land. Een gruwelijke moord werd de druppel en met het overlopen van de emmer wordt een eindeloze reeks van misstanden zichtbaar voor iedereen of, beter gezegd, het wordt moeilijker dan ooit ze niet meer te (willen) zien. Grote demonstraties maken reacties los; vaak nog meer vuil uit die emmer – nog vaker hoopgevende response. Dat laatste op z’n best een begin van wat hoognodig gedaan moet worden, van wat al lang klaar had moeten zijn.

Getrouwd met een zwarte man, in een relatie met een bruine man; dan kun je veilig aannemen dat iemand geen racist is.

Toch ..?

Nee, ik ben geen racist en, daar ben ik zeker van, u ook niet. Zo ben ik, zo bent u niet opgevoed. De enige opmerking over zwarte mensen die ik me herinner van mijn ouders, mijn vader, is toen er een zwarte man, dat heette toen nog neger, in een wit zomerpak over ons plein fietste. ‘Mooi he Frankje, zo’n donkere man in zo’n wit pak’, en er klonk bewondering in zijn stem. Misschien in het licht van vandaag geen politiek correcte uitspraak, zijn intentie toen is duidelijk. Maar ik ben niet de enige die, zo langs de weg, wat beeldvorming oppikte waarvan het een ander in de koffer terechtkwam. Ik heb mezelf echt wel eens betrapt op denken of woorden die feitelijk racistisch waren. Nee, ik ben geen racist maar aannemen dat ik ‘dus’ vrij ben van alles wat discrimineert? Zou mooi zijn, en domme hoogmoed, dat ook. Misschien dat demonstraties bewustwording bevorderen, het echte werk zullen we zelf, aan onszelf moeten doen. Iemand die kan melden dat het allemaal klaar is?

Een soort van lockdown en de bouw voor onze deur van wat ik Fort Knox noem – volgens Doni is het meer een gevangenis – is geen goede combinatie. Meer dan een half jaar nu gieren en janken machines op een meter of zes van het huis. ’s Morgens vroeg beginnen ze en dan houdt het niet op voor de rest van de dag.  Het goede nieuws is dat de bouw bijna klaar lijkt te zijn, nog een week of twee, drie. Het resultaat mag dan een kolossaal massief monstrum zijn en ons uitzicht aan gort; er was een kans dat we ook overdag ons leven gewoon weer op konden pakken. Was. Sinds een dikke week zijn de buren naast ons begonnen met een grote bouw c.q. verbouwing. Ook zij hebben machines, veel zeer luidruchtige machines. Een maand of zes vertelden ze aan Doni, dan zou het klaar moeten zijn. Verschil is dat zij al om zeven uur ’s morgens beginnen en wat langer doorhalen. Je kan er niets van zeggen maar we zijn niet blij. Voor mij voegt het toe aan een nervositeit die al weken sluimert. Oorzaak: van alles. Het is soms lastig vertrouwen te houden dat het allemaal wel goed komt met de wereld of, beter gezegd: het weten dat ik het niet ga zien is intussen wel ingezonken, Misschien is het echte probleem dat in een tijd dat introspectie voor de hand ligt, de rugzak wel erg vol blijkt te zijn. Twee weken geleden mocht ik de leeftijd bereiken die mijn vader had bij zijn overlijden. Pogingen veeleer te denken aan de hoge leeftijd die mijn moeder mocht behalen lukken niet best. Dromen die telkens terugkeren: nachtelijke paniek over moeten vertrekken en niet klaar zijn, geen koffer gepakt en een vliegtuig dat elk moment kan gaan … Deze dagen kijk ik soms met weemoed, soms met spijt en soms met trots omdat het lukte terug maar inderdaad, een volle rugzak is een mank excuus het er verder maar bij te laten. Domme onzin, wat u zegt, ik blijf mijn best doen.

Lieve groet, Frank