Het donker

Mazen Al-Hamada was één van de tienduizenden slachtoffers van de slachter van Damascus. Ik had nog nooit van hem gehoord. Nu, nu ik z’n foto heb gezien, hem zag en hoorde op beelden van toen hij een aantal jaren terug in Nederland verbleef, gaat hij niet meer weg uit mijn gedachten. De wanhopige oogopslag, de tranen in ogen die zagen wat niemand ooit zou moeten zien, het broze lichaam gehavend door onzegbaar geweld, de naïeve wens om terug te gaan naar Syrië om verandering te brengen; dat alles van waarde weerloos is moest ook Mazen ervaren. Hij ging terug, een paar dagen geleden werd zijn gemartelde, dode lichaam gevonden in de hel die het regime creëerde voor elke stem van rede en menselijkheid. 

Mijn eerste impuls, bidden voor zijn zielenheil, verwart me. Ik ben niet zo van bidden en het zielenheil van een mens die niet meer is? En toch, misschien dat heil voor zijn ziel daarin kan bestaan dat ik – wij hoop ik eigenlijk – erop toezie dat er licht zal zijn, dat dat wat nobel en mooi was in zijn ziel verder wordt gedragen. Laat bidden dan maar een zoeken in mezelf zijn naar kracht om door te gaan. In mijn riante positie, zo onvergelijkbaar die van Mazen en zovelen in deze wereld, is brengen van licht niets meer dan het gewone doen.   

Nog even en het is Kerstfeest, feest van de geboorte van het licht. Of je daarbij denkt aan de geboorte van Jezus, aan ‘heb uw naaste lief gelijk uzelf ‘ of aan welke bron van licht dan ook maakt niet veel uit denk ik. Veel lichtbrengers en ontelbare lichtdragers gingen ons voor in een hoopgevend leger van zachte krachten waarin eenieder welkom is en kan bouwen aan een veilig thuis, aan een toevluchtsoord.

Voor mij schijnt de zon en is content en voldaan de status quo, rondom kruipt het donker. In een wereld vol van groot en nog groter leed is Syrië bepaald geen incident. De hoop in de kracht van ‘kleine goedheid’ * opgeven is echter capituleren voor het zwart van de nacht. Het is goed te bedenken dat juist in het donkerste donker zelfs het kleinste lichtje heel ver reikt.

Met Doni wens ik u allen een inspirerend feest van licht en een heel gelukkig Nieuw Jaar.

Lieve groet, Frank.

*  Het enige wat levendig overeind blijft is de kleine goedheid van het dagelijks leven. Ze is fragiel en voorlopig. Ze is een goedheid zonder getuigen, in stilte voltrokken, bescheiden, zonder triomf.
Ze is gratuit en juist daardoor eeuwig. Het zijn gewone mensen, ‘simpele zielen’, die haar verdedigen en ervoor zorgen dat ze zich telkens weer herpakt, ook al is ze volstrekt weerloos tegenover de machten van het kwaad.
De kleine goedheid kruipt overeind, zoals een platgetrapt grassprietje zich weer opricht. Ze is misschien wel ‘gek’, een ‘dwaze goedheid’, maar ze is tegelijk het meest menselijke in de mens.
Ze wint nooit, maar wordt ook nooit overwonnen!’

Emmanuel Levinas. 1906 – 1995 

Een megafoon of ..?

De dood van menselijke empathie is een van de eerste en meest duidelijke tekens van een cultuur die terugvalt in barbarij. (Hannah Arendt 1906 -1975).

Lieve allemaal,

Wikipedia omschrijft kunst als ‘bewuste creatie van iets moois of betekenisvols met behulp van vaardigheid en verbeelding’. Mooi beschreven hoewel ik ‘het onzichtbare zichtbaar maken, het onzegbare zegbaar’ veelzeggender vind. Kunst, ook in de werken van de oude meesters en getalenteerde fotografen, is een overdracht van ideëen, idealen, vergezichten of denkbeelden en zegt veel meer dan een simpel kiekje ooit kan doen. 

Nederlandse taal is soms wat verwarrend: er is Kunst, kunst, iemand doet een kunstje, stoelbekleding of een jas van kunstleer, een bouwwerk van lucifers is kunstig gemaakt maar een voor de hand liggende vaardigheid doen we af als ‘joh, da’s geen kunst’. 

Een banaan die met duck-tape op de muur is geplakt is lastig in te passen in de definitie van Wikipedia. Smaken verschillen maar wat is de schoonheid van een banaan aan de muur? En de betekenis? Niet dus, toch kreeg het ‘ding’ of beter, de gebeurtenis door de reacties alsnog betekenis. De waanzin van onze wereld werd pijnlijk bloot gelegd. Talloze critici bleken bereid serieus in te gaan op wat niets anders was dan een provocatie. Iemand bleek zelfs bereid er meer dan 5 miljoen euro voor te betalen en dat niet van zijn of haar laatste centjes lijkt me. Ongeacht hoeveel geld die persoon ook heeft, de keuze om een overduidelijk teveel aan geld niet ten goede aan te wenden maar om met een ‘Kijken jullie eens hoe waanzinsveel geld ik heb’ en ‘Ik ga die banaan nog opeten ook’ een dikke middelvinger op te steken naar alles en iedereen is onthullend. 

Naast het ‘geen kunst’ van een banaan op de muur plakken, de kunst (als in ‘art of the deal’) om met gebakken lucht vet rijk te worden en het steeds lastiger wordende kunstje de wereld te shockeren is er misschien toch Kunst ontstaan. De betekenis die er door de reacties aan werd gegeven, hoe onthutsend en negatief van aard ook, ís een betekenis. Niet een betekenis waar je blij van wordt, dat dan weer niet.

Een bizarre zaak die raakt aan de door Hannah Ahrendt bedoelde dood van empathie. Als één aap een reuzevoorraad bananen onder zich houdt terwijl de rest van de groep honger lijdt, dan sturen we er deskundigen op af; zo’n bizar fenomeen moet bestudeerd worden, wat is er aan de hand? Wanneer personen honderden miljoenen of zelfs miljarden onder zich houden roept dat vaak bewondering op en nauwelijks veroordeling. Trump – de man van ‘Art of the deal’ – verzekerde zijn aanhang dat hij mega rijk is, hij gebruikte het als een argument om vooral op hem te stemmen. Het bleek geen rode vlag maar voor velen een aanbeveling. *

Een lieve, wijze vriendin raadt me aan te focussen op m’n eigen vierkante meter. Natuurlijk heeft ze gelijk, daar zal het moeten gebeuren maar… is het fout om naar de omliggende percelen te blijven waarschuwen dat onze samenleving aan gort gaat als wij niets doen? 

Oliemannetje was een benaming voor een persoon, politicus meestal, die vaak in stilte compromissen sluit en bruggen slaat. Intussen is er een nieuwe betekenis: een mannetje of vrouwtje dat met een flinke kan olie op elke brand afrent om die verder te doen oplaaien. Stok nodig, stok gevonden – discriminatie als instrument om te discrimineren. Ik herinner me een voetbalcompetitie waarin Nederland al uitgeschakeld was en Marokko nog in de race. Nederland ging massaal voor Marokko. Er is een breed midden in onze maatschappij dat geen affiniteit heeft met machtsbeluste pyromanen. Juist voor dat midden is stil blijven geen leefbare optie en uiteindelijk zelfdestructief. Laat de belendende percelen weten dat het zo niet langer mág gaan. 

Hier in Bali blijven de plannen onduidelijk. Half oktober had het regenseizoen moeten beginnen maar het komt er niet echt van. Eergisteren een bui als vanouds; rond het middaguur een gigantische emmer leeggestort over het eiland waarbij straten in kleine rivieren veranderden, twee uur later weer zonnig. Verder is het vooral heet, zo’n graad of 32. De weerstations melden er enthousiast bij dat het voelt als 39 of 40. Volgens de aankomend president van de VS wordt de wereld alleen maar kouder. Een megafoon, is dat wat? Of toch maar het respectvol overtuigen van de buren?

Lieve groet, Frank

* (In het Nederlands en Duits verdient iemand geld, de stam is dienen. In het Engels is het earning, oogsten. Amerikanen maken geld. Indonesië is neutraal, hier verkrijgt men geld.

Ik leef nog

Het was vier uur in de morgen maar slapen ging niet meer dus ik was vroeg op en kon de Kamerdebatten op tv volgen. Tegen vijven bleek ik Doni ook wakker te hebben gemaakt, hij kwam vragen wat oepsoeddemitteren en doeme koe betekent.

Lieve allemaal,

De laatste blog is van maanden geleden. Er was, buiten verdriet, wanhoop, boosheid en ergernis die u ongetwijfeld ook treffen als u het nieuws leest of hoort, niet zoveel te vertellen. Intussen heb ik de laatste workshop in Europa achter de rug. Eerst twee in Nederland, toen les in drie talen in Duitsland en vervolgens tien Zwitserse dames in een studio bij Zurich. Vooral na Zurich wist ik weer waarom ik ga stoppen. Zij wilden losjes, gezellig én een paar leuke objectjes mee naar huis, ik wilde ze iets bijbrengen. Zij rekenden erop dat alles wel vanzelf kwam, ik dacht daar anders over. Uiteindelijk gingen zij toch tevreden naar huis maar ik had me de laatste lessen leuker voorgesteld. Nu nog één keer lesgeven in Texas het komend jaar. Misschien, want ik houd het voor mogelijk dat ik tegen die tijd helemaal niet meer naar de VS toe wil. Maar, Amerika of niet, daarna stopt het. Het zijn altijd (meestal vijf) lange, intensieve dagen en het goed begeleiden van zo’n tien deelnemers vraagt veel. Beter een punt erachter als alles nog te doen is. Intussen weer thuis stel ik overigens vast dat in ieder geval dat reizen geen goede combinatie (meer) is met de leeftijd; het is een aanslag op de conditie. Maar goed, des te heerlijker is het weer thuis te zijn na een maand leven vanuit de koffer. Ik had meer vrienden willen ontmoeten, van de wel gelukte, veel te korte ontmoetingen met hen die me dierbaar zijn in Nederland heb ik zeer genoten maar het meest dierbare is toch hier in Bali.

Alweer een tijdje geleden keken we, op aanraden van Doni, naar de film ‘Our brand is crisis’. Daarin wordt een consultant, Sandra Bullock in de film, naar een Zuid-Amerikaans land gestuurd om daar de verkiezing van een dubieuze figuur zeker te stellen. Dat lukt, er wordt crisis gecreëerd en… voila! De natie gaat aan gort maar gelukkig is de redder nabij. Of mevrouw Mijntweetklopt-Faber, in tegenstelling tot Bullock een trieste brokkenpilote zonder glamour, de film heeft gezien weet ik niet. De toegepaste tactiek is wel dezelfde en de door het kabinet beoogde ‘Verelendung’ doet daar nog wel wat scheppen bovenop. Angst aanjagen en leugens om de geesten rijp te maken voor het ware crisisgevoel en daar dan met een Kafkaësk, onbarmhartig ‘wet is wet’ oplossing overheen. ‘Wet is wet’ doet mij dan weer denken aan die andere uitvlucht met twee keer hetzelfde zelfstandig naamwoord. Wereldwijd lijkt hufterigheid de politieke mode. Morgen de verkiezingen in de VS, alleen al de reële mogelijkheid dat…

Wanneer individualisme, op zich al een instelling die snel neigt twijfelachtig te worden, overgaat in schunnig egoïsme is het gevolg wat Hannah Arendt benoemde als ‘de banaliteit van het kwaad’. 

Daarstraks ‘even’ door Ubud gereden naar het politiekantoor. Fout plan. Er is een enorme ceremonie aan de gang, de hoofdstraat is deels afgesloten om ruimte te geven aan bijna honderd trucks met elk zeker vijftig mensen erop; de bezoekers komen van het hele eiland. Via allerlei gangetjes toch aangekomen bij de politie. De bedoeling was dat zij even een formulier tekenden om te bevestigen dat ik nog in leven ben. Voor de AOW gaat dat tegenwoordig via een smartphone, het fonds waar ik elke maand nog geen dertig euro van ontvang doet het met een formulier. De politie gaf toe dat ik nog in leven ben maar daarvoor een stempel zetten ging ze echt te ver, dan zou iedere bule (westerling) wel kunnen komen. Oh, en toen ik het eerder in Amersfoort probeerde bleek het politiekantoor die dag gesloten (!!!) en elders moest ik eerst een afspraak maken via het internet. Morgen ga ik het proberen bij het dorpshoofd, die kant op is er waarschijnlijk ook geen opstopping. 

Veel liefs, Frank

Gelukkig huis

Lieve allemaal,

Pal voor ons huis, op geen twee meter afstand, loopt een snelweg. Vooral vroeg in de morgen, het uur dat de nacht tropisch snel overgaat in de dag, spoedt een stroom van weggebruikers zich naar onbekende bestemming. Misschien is snelweg een niet geheel correcte benaming voor de elektriciteitskabels die, zoals overal in Indonesië, bovengronds lopen maar druk is het er; eekhoorns rennen af en aan. De weg geeft, afgezien van Knabbel en Babbel geluiden en ondanks die uren aanhoudende verkeersstroom geen geluidsoverlast. Eekhoorns gaan vroeg op stap maar zijn (nog) niet gemotoriseerd.

De supermarkt waarachter we wonen breidt uit en recent is de trap van de grote weg naar ons niveau – jazeker, wij wonen op niveau – verplaatst en vervangen door een doodenge smalle opgang voor voetgangers en, nieuwigheid, een oprit voor motoren. Het begin van het looppad richting ons huis, gang zeggen Indonesiërs, staat nu vol geparkeerde motorfietsen en hoewel de gang verderop zo smal wordt dat het verstappenachtige stuurmanskunst vraagt om zonder de muren te raken door te rijden, slagen vooral toeristen er regelmatig in om tot voorbij ons huis te komen. Ronkend zoeft er dan weer een langs. Twee keer zelfs want ze moeten ook terug, iets verderop loopt de weg dood. Iemand zal binnenkort wel een paaltje plaatsen en dan is het over. Die elektriciteitskabels daarentegen blijven. Dat hopen we tenminste.  

Voor me ligt een mondharmonica. Niet toevallig en opeens, ik heb hem uit de boekenkast gehaald om deze dagen zo af en toe in de hand te nemen. Een oude, ietwat geroeste mondharmonica in een rood stoffen hoesje.

Tussen onze dagelijksheid liggen of staan door het hele huis voorwerpen die, zouden ze woorden hebben, een verhaal kunnen vertellen. Maar, schilderijen en voorwerpen praten niet. Aanvankelijk roepen ze herinnering op aan die of die, aan wat toen gebeurde; wijzelf vertellen aan onszelf het verhaal. Met het verstrijken van de tijd wordt dat roepen een maar af en toe gehoorde fluistering, niet zelden overstraald door het licht van de dag. Toch heeft het ‘toen’ een woning in vandaag, vormt in stille aanwezigheid de fundering van het huis waarin we leven, van nu en morgen. Ons huis is een gelukkig huis.

Die mondharmonica, misschien wel gekocht om heimwee wat weg te spelen toen hij opgroeide in dat tehuis in Kaapstad, is een deeltje van de geschiedenis van een eenvoudig leven waarin weinig vanzelf sprak. Als ik hem oppak zie ik, meer nog dan in foto’s, beeld en schilderij, iets van de essentie van wie hij was. Dat simpele ding, gevonden tussen de paar bezittingen die hij achterliet en waarvan ik niet eens weet of hij er ooit op gespeeld heeft, spreekt van het voornemen muziek te maken.  

Als ik scherp luister kan ik de melodie nog horen van de dag waarop we in augustus 2004 trouwden. Het antwoord hoe de muziek verder zou gaan als niet vijf maanden later dat huis instortte, woont tussen hoop, twijfel en weemoed. Nog altijd krijsen en janken nachtelijke uren soms over ‘waarom’ en ‘hoe als’, maar ik zoek geen antwoord op die onmogelijke vraag, niet meer. 

Geluidloos speelt de mondharmonica een liedje van hoop en toekomst. Daar luister ik dan naar. Ons huis is een gelukkig huis.        

Lieve groet, Frank

Instinct

Lieve allemaal,

Meer dan een maand terug viel ik op vliegveld Parijs met mijn scheenbeen op de opstap van een bus. Dat mijn broek nat was van bloed merkte ik pas in het vliegtuig naar Nederland. Weer thuis begon het been dik te worden en de wond wilde niet helen. Maar, ik zit tegenwoordig in de BPJS, de nationale ziektekostenverzekering in Indonesië. Dat kost € 9,– per maand. Ietwat achterdochtig – wat kan het nu helemaal zijn voor dat geld? – ging ik naar de ‘Puskesmas’, de lokale kliniek. Excellente service en behandeling, snel en adequaat. Nog naar een cardioloog gestuurd die moest beoordelen of het trombose was. (Niet.) Modern ziekenhuis, weer snelle service en meende de cardioloog, nu ik er toch was gelijk maar even mijn hart controleren. Ook prima. Hoera voor de BPJS.    

Jetlag, slapen zit er niet meer in, 5 uur ’s morgens zit ik op het terras. Het is nog pikkedonker. Nog wat wankel van moe en cultuurschok word ik geraakt door een fluitende vogel. Het klinkt wat aarzel, telkens twee of drie seconden klaaglijk roepen, afgewisseld met korte stiltes. Een antwoord blijft uit. Een nieuwe dag staat te beginnen en een vogel zoekt contact met soortgenoten.

Instinct, een nuttig kompas maar wel gericht op eigenbelang en korte termijn. Desmond Tutu benoemde een (willen) weten dat daaraan voorbijgaat:  ‘Ik ben omdat wij zijn’, Ubuntu. Ook bij dieren speelt meer dan alleen dat basale ik. Filmpjes van schildpadden die een ‘collega’ weer terug op de poten draaien, een orang-oetang die een hond uit een diepe kuil helpt, een dolfijn die een drenkeling aan land helpt… De eerste respons en onderbuik liggen dicht bij elkaar, nood (soms) en voorspoed (vaker) grijpen dan terug op dat basale instinct. Vergeet ‘ubuntu’ of ‘heb uw naaste lief gelijk uzelf’, negeer dat jij evenzo een vreemde bent voor de ander en anderen moeten met hun ‘vreemdheid’ al dankbaar zijn gedoogd te worden. Als er al hulp wordt geboden is dat een gunst die niet schuldeloos wordt verkregen. Ontwikkelingssamenwerking wordt dan weer ontwikkelingshulp.

Opeens is het vol in de belangstelling: ‘overtoerisme’. Haast alle grote steden hebben er problemen mee. Overlast voor de lokale bewoners, (schaarse) woonruimte die verdwijnt ten gunste van de toerist, prijsstijgingen alom, karakter ingeruild voor te dure koffieshops, souvenirwinkels en eet- en drinktenten van een grote keten. Kortom: steden verworden tot pretparken, pret overigens die zelden nalaat teleur te stellen.

Bali is geen stad maar al die problemen treffen ook het eiland. Daarbij is de verkeerssituatie intussen onhoudbaar. De wegen zijn niet op de steeds grotere verkeersstroom berekend en aanpassing zit er – huizen en winkels worden hier tot strak aan de smalle wegen gebouwd – niet in. De totale afwezigheid van parkeerplaatsen, geen discipline in het verkeer en nul handhaving helpen ook al niet. Het pittoreske Ubud, het rustige Sanur en het dromerige Amed: dat was vroeger. Nu Balidorm en Babiza.      

Dorpjes in Oostenrijk waren ooit heel populair bij o.a. Duitsers en Nederlanders. Met de vele toeristen kwamen er sauna’s, nachtclubs, disco’ en al wat het moderne leven te bieden heeft. Onderzoek wees uit dat de daaropvolgende teruglopende populariteit vooral daarmee te maken had: Oostenrijk was niet authentiek meer. En op bestemmingen waar toeristen wel bleven komen was dat een ander type toerist. Terug in de tijd is nooit een optie en nog altijd is alles van waarde weerloos. De verliezende partij is de lokale bevolking; kwaliteit van leven ingeruild voor wat, zeker hier in Bali, slecht betaalde werkgelegenheid. Of het grote geld dat naar een kleine Balinese elite, rijke Jakartanen en talloze buitenlanders gaat winst mag heten is een vraag. Definieer winst. 

Bali is een favoriete vakantiebestemming en zeker als je hier niet eerder was is er (nog steeds) veel te beleven en vooral te bewonderen. Elke keer als vrienden voor het eerst hier komen zie ik hoe ze van de ene verbazing in de andere vallen waar het voor mij intussen ‘gewoon’ is. Toch denk ik niet dat ik, als ik opnieuw een verblijfsplaats moest kiezen, voor Bali zou gaan. Zoveel andere eilanden in dit land waar het prachtig en (nog) rustig is. Maar, je weet niet voor hoelang en ik ben 72, verhuizen is gedoe en je neemt jezelf mee… We hebben een prachtige tuin, een mooi huis alleen te bereiken via een rustig voetpad en verder eten we er wel omheen. Ik denk nog vaak aan Afrika. Mooie mensen, prachtige natuur, 4 hectare tuin en de naaste buren honderden meters verderop. Maar in Bali is het veilig en in Bali is Doni. Ons leven is goed.

Lieve groet, Frank.

Kou

Lieve Allemaal,

‘Goede dood wiens zuiver pijpen door het verstilde leven boort’, schreef P.C.Boutens. Het wás stil geworden in zijn leven. Of het daarmee een goede dood was vind ik twijfelachtig. Een door covid zwaar aangetaste gezondheid, somberheid en zorgen over de toekomst, het alleen zijn; zijn laatste jaren waren niet makkelijk, ze vielen hem zwaar. Net 67 jaar oud overleed op 22 april mijn jongste broer, van dat gezin van vijf personen ben ik alleen nog over. 

‘Winter in America is cold..’, een song van jaren terug die door mijn hoofd speelt. Nee, het is niet koud buiten, het is ook geen winter. Eerder in Denver en nu in Texas is het, als je die malle fahrenheit omrekent, meer dan dertig graden. Ik geef de laatste workshops in de VS, in oktober nog twee in Nederland en één in Duitsland en dat is het dan. Na dit jaar stop ik ermee. Beter ophouden als alles nog goed en soepel gaat. Hier leuke studenten en de dagen zijn plezierig. ’s Avonds wat lezen of op het internet dwalen. TV is hier een reclameramp met korte onderbrekingen voor wat nieuws of een filmfragment. Alle tijd te overdenken en te denken aan. Nederland is ver weg, thuis nog veel verder, ook zomer in Amerika kan koud zijn.

Uit de Nederlandse media duikt het ene na het andere bericht op waarvan ik dan denk dat het niet waar kán zijn. Dat er een bizar stel ministers en staatssecretarissen aan zat te komen was wel duidelijk al ging de benoeming van een Ongehoord Nederland mevrouw die tegen alle ontwikkelingssamenwerking is als minister van diezelfde ontwikkelingssamenwerking nog een paar stappen verder dan ik voor mogelijk hield. Dat andere partijen het allemaal laten gebeuren is het echt schokkende. Stop voor nu al je onwelvoeglijke rommel even in een ijskast en je mag gewoon meedoen of beter: wij doen met jou mee. Je hebt verwerpelijke ideeën maar gaat gewoon een ander verhaal uitdragen. What could possibly go wrong?

‘Zeg, die zachte krachten die zeker zouden overwinnen in ’t eind, niet om het een of ander, dit of dat en wat niet al, maar komt daar nog wat van?’ vroeg Rob van Essen zich af bij de uitreiking van de Libris literatuurprijs. Politiek gaat Nederland dat voorlopig niet meemaken vrees ik. Vooralsnog zijn er heel andere krachten aan het werk. We moeten het hart zacht houden zegt Natascha van Weezel. Zeker, maar die ijskasten kunnen ook open. Geef ze de kans en wees niet verbaasd. Er is een ijzig koudefront op komst.

Hier in Texas verblijf ik in het huis van één van de studenten. Modern en van alle gemakken voorzien. Het is, net als andere huizen in de buurt, een soort van cocon waarin de bewoners zich terugtrekken. Een wereld van hebben, niet zozeer van zijn. Airconditioner op koud, luiken dicht, weg van de wereld. Er is een koffiemachine die een doorsnee maandsalaris kost, niemand weet hoe het werkt; semi-universitaire opleiding vereist vrees ik. De keuken kan zo in zo’n blad voor beter wonen, de pannen zitten nog in hun verpakking, het fornuis met wel acht pitten is nog nooit gebruikt (zie koffiemachine). Mijn toilet heeft een lampje in de pot, verwarmde bril en spoelt automatisch door. De airconditioning staat op zo’n 17 graden. Maar, aardige mensen en ik houd het wel een week uit. Zondagavond gingen we naar een echte Texaanse barbeque. Bij een giga-restaurant een dik uur in de rij gestaan tussen rokende vuren, het was ook nog Vaderdag dus het was druk. Vervolgens bij de ‘pitmaster’ aangeven welk vlees je zoal wenst, keuze uit bergen worst, steak, ribs en wat al niet. Dan weer in de rij om aanvullingen als mais, sausen, salade en brood op te laden en door naar de kassa. De overvolle dienbladen – geschikt voor een omvangrijk gezin – zijn bedoeld voor één persoon. Ook elders enorme porties en de vraag hoe het komt dat zoveel mensen hier meer dan zomaar dik zijn is geen vraag. Alles is hier XXXXL. 

Ook de vriendelijkheid en de behulpzaamheid van de mensen overigens. Hoe diep het allemaal gaat is de vraag. Ieder z’n eigen bubbel en het wereldnieuws is ver weg. De kou die in Nederland op ons afkomt is hier waarschijnlijk nooit weg geweest.   

Lieve groet, Frank  

Eli Eli …

‘Het is huilen met de pet op’, zei mijn moeder wel vaker. Het kreeg de afgelopen weken weer een andere dimensie toen dezelfde personen als minister een wet voorstelden die ze vervolgens als kamerlid wegstemden. Gaan ze nu als ‘burger’, met pet nummer drie als het ware, hun eigen gedrag afkeuren als vertrouwen ondermijnend?

Lieve Allemaal, 

De Alt Rapsodie van Brahms; wekenlang zong het rond in mijn hoofd. Als een bij een grammofoonplaat die blijft hangen herhaalde en herhaalde zich het ‘Erst verachtet, nun ein Verächter …‘* Na het luisteren naar de Matthäuspassion, blijf ik horen wat elke dag, in elk denkbare taal, miljoenen keren geroepen, gestameld of geschreeuwd wordt.  Het ‘Eli, Eli …’ klinkt meer verloren, wanhopiger, schriller en eenzamer dan ooit.

Dopie ontkwam aan wat mogelijk een ontvoeringspoging was. Zoals altijd maakte Doni bij het inkopen haar riem vast aan een rek buiten de supermarkt. Dat gaat prima, die keer niet helemaal. Iemand had Dopie’s halsband losgemaakt. We kunnen niets anders bedenken dan dat ze haar mee wilden nemen. Gelukkig weet Dopie, zoals Doni het zei, wie haar vrienden zijn. Ze zat netjes naast de riem en halsband te wachten. Lichtpuntje: Dopie vindt iedereen die ze tegenkomt leuk en lief, ze vindt ons toch nog leuker. Het is een zorg hier in Bali, er verdwijnen nogal eens honden. Misschien omdat iemand een hond wel wil hebben, misschien voor de saté. Hondenvlees eten is verboden maar dit is Bali, er is veel verboden maar niet zo streng. Doni is in Lampung en toen ik gisteren uit de supermarkt kwam en Dopie niet vond sloeg de paniek toe. Overal gekeken en geroepen (geschreeuwd eigenlijk), geen Dopie. Later bleek dat ik de riem niet goed had vastgemaakt en vond ik Dopie terug ín de supermarkt. Afdeling vleeswaren.

Bijna vijfenvijftig jaar geleden: op weg naar de keuringslocatie in Utrecht rookte ik, tot misselijk aan toe, een half pakje zware shag leeg. De treincoupé moet blauw gestaan hebben, mijn kop groen en geel – alles om maar afgekeurd te worden voor militaire dienst. Het lukte, een A5. Iets met astma en dan hoefde je niet. Ik had mezelf en mijn medereizigers de ellende kunnen besparen, het S5 waarmee ik verrast werd was ruim voldoende geweest. Ik bleek een instabiel geval. Voor niets een fraudeur geworden, ze wilden me sowieso niet. 

Een leuk verhaal, veel begrip voor mijn actie. Slim aangepakt! Dat een bekende bij zijn huwelijksvoltrekking z’n militaire uniform droeg werd in ‘mijn kring’ beschouwd als eng fanatiek of erger. Toen in 1989 de muur viel bleek maar eens dat we het allemaal goed gezien hadden. Intussen blijkt alles toch anders. Ik word nog immer niet blij van uniformen en salueren en zo’n patchwork van onderscheidingen op de borst werkt nog altijd op mijn lachspieren. En, vraag ik me soms af, dienen leger en politiemacht elke overheid? Maar het is anders nu. De noodzaak van een leger lijkt nauwelijks meer te ontkennen. Gedwongen leven met iets waar je niet blij van wordt, een ideaal wereldbeeld vooralsnog een utopie.      

Hier in Bali is het, omdat niet alles voorhanden is, soms onvermijdelijk via het internet te bestellen. Er gaat nogal eens iets mis waar dingen via het internet geregeld worden. Ze hebben wel leuke namen, de virtuele assistenten die geld moeten besparen voor het bedrijf. De laatste weken had ik een paar keer contact met zo’n uitwas die efficiency heet. Contact is een slecht gekozen woord. Er is een uiterst beperkt menu van vragen die je kunt stellen en een even beperkte reeks antwoorden. Mijn vraag zit vaak niet in het pakket, het antwoord ook niet.  

Minder dan één procent mijnheer. Zo weinig klanten zou de KLM kwijtraken omdat gerechtvaardigde klachten niet opgelost worden. Lang geleden legde een vriendelijke en (te) eerlijke meneer aan de balie op Schiphol het me uit. ‘Natuurlijk heeft u gelijk maar het gaat goed met KLM en niets doen is goedkoper dan dure oplossingen bieden.’ Ik kan u, na diverse confrontaties zeggen: het gaat wederom uitstekend met de KLM en met heel veel andere bedrijven. 

Ook met ons gaat het goed, ik hoop van harte met jullie ook. 

Lieve groet, Frank

* Brahms gebruikte voor de Alt Rapsodie de tekst van ‘Harzreise im Winter’ van Goethe.

Onrecht

Dopie is een langharige hond en moet regelmatig worden gecontroleerd op teken. Dat doet Doni een paar keer per week. Bij het aaien van de hond vind ik er niettemin wel acht op haar buik die niet zo snel weg gaan. Slordig van je, klaag ik. Ja, antwoordt Doni, maar die tepels zijn echt moeilijk weg te krijgen.

Lieve Allemaal,

Alweer een tijd geen blog geschreven. Ik vind het lastig over allerlei te berichten terwijl te vaak verdriet, verbijstering, teleurstelling en woede een plaats in mijn hoofd vragen.
‘Onpartijdig blijven bij onrecht en onderdrukking is gelijk aan partij kiezen’, schreef Desmond Tutu. ‘De status quo wordt zo ondersteund en zwijgen en niets doen zijn in zo’n geval gelijk aan tolereren en daarmee aan instemmen.’
Dat! Tegelijk, petities tekenen, posten op Facebook, ingezonden brieven naar de krant? Ik geloof niet in de zin. En een blog volschrijven met wat eenieder die wil zien wat er gebeurt in de wereld ook wel weet is even zinloos. Als het zover is, stemmen met compassie en een radar voor hypocrisie, natuurlijk. De kleinste kans om iets te doen aangrijpen maar voor alles gaat het om de kleine goedheid, werken op eigen vierkante meter, de weg van de zachte krachten. Frustrerend bij gebrek aan instant resultaat, lastig met een hoofd vol boosheid en toch, ik zie geen andere weg dan die lange waarvan geen generatie ooit het einde zal zien. Op weg met een zwaar gemoed, de hoop levend houdend.

De opkomst bij de presidentsverkiezingen hier was hoog. Uitgekiende campagnes, de steun van de huidige president die zijn zoon graag als de nieuwe vicepresident ziet, leuke filmpjes op TikTok en zie, de leuke opa van die grappige dansjes werd de nieuwe president. De steenrijke ‘zakenman’ rekende erop dat het grootste deel van de kiezers niet zou weten van de verschrikkingen die hij, toen samen met schoonpapa Suharto, over het land bracht. En zo ging het. Prabowo president, dictator Suharto weer een held, de nauwelijks begonnen democratie dreigt opnieuw een autocratie te worden.

Nogal wat expats hier hebben het over het ‘echte’ Bali. Wat ze bedoelen is een Bali zoals het ooit was en dat is wat dwaas. Bali is wat het vandaag is. De boeren die er nog zijn ploegen hun sawah met een machine, de karbouwen zijn met pensioen, de sarongs zijn vervangen door jeans. Daarbij werd Bali in de afgelopen decennia een uiterst populaire bestemming. Hier in het zuiden leeft haast iedereen, direct of indirect, van het toerisme en diepe armoede is, zeker in vergelijking met andere eilanden, fors afgenomen al is de situatie verre van ideaal. Veel bedrijven komen ermee weg om zelfs minder dan het toch al schrikbarend lage minimumloon van € 160,– per maand te betalen. Over de verdeling van al dat binnenkomende geld valt nog wel iets te zeggen. Het toeristisch succes heeft, met enorme overlast, ook veel buitenlandse investeerders aangetrokken. Kleine krabbelaars die, vaak illegaal en over de rug van locale bewoners, een leven van luxe en gemak proberen te financieren, groot geld dat het allemaal breed aanpakt en van harte wordt welkom geheten. Lokale overheden gaan erin mee want werkgelegenheid en, wie weet, een envelop of wat onder de tafel.

Twee geplande projecten met daarboven een foto van wat daaraan voorafgaat op een terrein hier in Ubud.*

“Ik was gewend in slaap te vallen en te ontwaken bij het geluid van de vogels. Nu hoor ik ze de hele nacht schreeuwen omdat ze hun huis verloren hebben.” Aldus een Balinees in een interview. Tja, hij is geen politicus, heeft geen ‘connecties’, is niet van adel; wat wil zo’n man eigenlijk? En die vogels, die leveren ook niets op.

Lieve groet, Frank

  • Recent zijn het vooral Russische investeerders die giga projecten opzetten. Er zijn hier veel Russen die voor het misdadig regime zijn gevlucht, onmogelijk te beoordelen voor wie dat wel en voor wie dat niet geldt. Ook onder hen de ‘krabbelaars’ die op allerlei manieren wat geld proberen te verdienen. Het mag niet, ik ben er niet voor maar begrijp er wel iets van. Daar zit je dan, gevlucht naar een land waar je nog wel in mocht, heel wel mogelijk zonder inkomen. Intussen ben ik zo vrij om Russen die tussen hier en Moskou heen en weer reizen en vele miljoenen in Bali investeren grondig te wantrouwen.

Pet

“Twee tot drie burgerslachtoffers op elke gedode strijder, dat is een gunstig, misschien wel uniek resultaat”, hoor ik iemand op tv zeggen. De hoop op beter levend houden is vaak een opgave. 

Lieve Allemaal,

Na alle goede wensen alweer eind januari. Het jaar ziet eruit als een jaar waarin goede wensen broodnodig blijven. “Bidden verandert niets”, zei moeder Theresa, “bidden verandert ons en wij kunnen zaken veranderen”. Met wensen is dat, hoop ik, niet anders. In een cartoon duwt iemand op afstand, met een lange stok en bedrukt gezicht, de deur naar 2024 een kiertje open. Het gevoel herken ik maar, toch maar liever die andere cartoon waarin iemand wordt gevraagd wat hij denkt dat het jaar zal brengen. ‘Bloemen’, is het antwoord. ‘Hoezo bloemen???’ ‘Omdat ik bloemen zaai!’ 

Af en toe is er een aarzelend beginnetje maar de regentijd is nog steeds niet echt begonnen, nu drie maanden overtijd. Onze waterput is diep dus daar geen probleem, bij bekenden die de put niet zo diep hebben is het water wel op. Wij hebben intussen te maken met een beleg door kokokan. Kokokan zijn vogels, hoog op de poten, wit met een beetje bruin. Een kolonie van duizenden overnacht in de bomen van een dorp niet ver van hier, overdag gaan ze op stap. Kokokan zijn visliefhebbers, in de vijver langs onze veranda zit vis, na recente geboortegolven zelfs heel veel vis.  Kokokan weet van de vijver, noemt het in gedachten de snackbar, maar weet ook van Dopie. Dopie wil eigenlijk alleen maar spelen maar dát weet kokokan dan weer niet. Gedurig zitten er kokokan doodstil in een boom of struik te wachten op een kans, regelmatig sluipt (!) er een dichterbij. Meestal mislukt het maar ze houden vol. De vissen houden zich onderhand meestal schuil onder het bruggetjes over de vijver, Dopie staat op alert. Arme kokokan want Dopie, jammer voor Dopie, kokokan kan vliegen. 

“Erst verbrennen sie Bücher, dann Menschen” Heinrich Heine in 1821

De poging in Arnhem om een koran te verbranden; vermeende eigen superioriteit ontmaskerd als fascisme, ‘zorg over eigen cultuur’ als kleinzielige haat. Zeker, een dorpsgek met geringe aanhang; het werd in Indonesië wel opgemerkt. Gevoelens gekwetst en begrip voor de westerse samenleving kreeg weer een tikkie naar de min. Dat dit soort acties in Nederland als vrijheid van meningsuiting wordt beschouwd is hier niet uit te leggen. Demonstraties bleven niettemin uit, zelfs de kandidaten in de presidentsverkiezing zagen er geen brood in. Dat houdt geen onverschilligheid in, ik denk eerder dat Westerse waarden als irrelevant worden afgeschreven. Nodeloos kwetsen moet kunnen hoor ik in Nieuwsuur. Nodeloos, zonder noodzaak. Dat gaat dus niet over belletjetrek maar over stront door de brievenbus smijten, doelbewust kwetsen, de ander raken waar het de meeste pijn doet. Nodeloos. Helaas, medemenselijkheid wordt niet afgedwongen door een wet, ontstaat niet door een andere pet of een koelkast. 

Hier komen de presidentverkiezingen eraan. Een paar families beconcurreren elkaar en verdelen uiteindelijk de buit. Steekwoorden: lood, oud ijzer, kat, hond, gebeten. De ex-schoonzoon van Suharto gaat het voor de derde keer proberen. Verantwoordelijk voor de moord op een aantal studenten en andere misdadigheid, lid van de clan die uitblonk in onderdrukking en graaivermogen, vluchtte hij na de val van schoonpapa Suharto naar Aman in Jordanië. (grappig detail: in het Indonesisch betekent aman veilig.) Dat is lang geleden intussen, hele generaties hebben er geen weet van dus maakt hij een goede kans. Als kandidaat vicepresident koos hij de zoon van de huidige president. Die jongeman is, ik moet nu eigenlijk zeggen was, te jong en mocht zich daarom niet kandideren. Een er snel doorgejaste verandering in de wet door het hooggerechtshof, zijn oom staat daar aan het hoofd, maakte het alsnog mogelijk. 

Veel Indonesiërs zijn er wel een beetje klaar mee, zie de steekwoorden hierboven. Er zijn andere zorgen en wat ‘de hoge dames en heren’ doen en roepen boeit niet echt. Met de pet ‘volksvertegenwoordiger’ wordt een imago opgebouwd ‘een van jullie te zijn’. Eenmaal gekozen gaat die pet binnenskamers snel weer af en worden baantjes en lucratieve projecten verdeeld onder familie en vrienden. 

Het lijkt een triest makende mode, bevlogenheid en overtuiging inruilen voor een pet. Gegoochel waarbij verborgen blijft wat een politicus nu echt vindt of zelfs eerdere uitlatingen er opeens niet meer toe doen, ongeloofwaardigheid die betrouwbaarheid én vertrouwen in de weg zit. Het is wegduiken voor je verantwoordelijkheid als mens. Bij Buitenhof zag ik bij Maarten Loonen, een poolbioloog, de tranen komen toen hij het had over de catastrofale veranderingen van het klimaat voor Spitsbergen. Een burgemeester schoot vol toen hij het had over de problemen van zijn stad én de asielzoekers. Geen pet, gewoon eenduidig mens. Daar put ik dan weer hoop uit. 

Lieve groet, Frank.

Kleine goedheid

Kom, dachten ze, dat ‘probleem’ met die ‘instroom’ gaan we zo snel niet oplossen maar we kunnen wel het fatsoenlijk regelen van de opvang, van een menswaardig leven voor hen die hier al zijn frustreren. Doen we al jaren natuurlijk maar er kunnen best een paar scheppen bovenop en zo lijkt het toch nog wat voor de achterban. 

Lieve Allemaal

Een paar flinke littekens op haar gezicht verraden een wild, mogelijk zelfs crimineel verleden. Dat stelen van haar  – een borsteltje uit de badkamer, een kwast uit de studio, een dopje van mijn statief, een slipper  – dat kan niet nieuw zijn. Niet dat ze het nodig heeft, al gauw ligt het gestolene ergens onbeheerd in de tuin. Het gaat gewoon om de jat, vandaag was haar etensbak verdwenen, bleek verstopt tussen de struiken. En dat leuke piepeendje (€ 2,50!) is ook weg. Het zit in haar karakter. En dan haar ordinaire verleidingskunsten. Even naar haar kijken en ze ligt al op de rug, blonde diva met de benen wijd in een weinig elegante pose. Of je maar even op haar buik wil kroelen. Intussen laat ze in haar slaap, onhoorbaar maar zeer ruikbaar, flinke scheten. Dopie is een erg leuke hond, we hebben er veel plezier mee maar Dopie is geen dame.

Op een paar halfhartige pogingen na het regenseizoen in te zetten is er hier weinig gebeurd. Het is nog steeds extreem warm en (meestal) droog. En weer druk. Drommen komen uit Jakarta om hier de kerstdagen door te brengen, duizenden toeristen landen dagelijks op het eiland. Tropische zon, halfnaakte toeristen, een plastic bling-bling boom met schitterlichtjes en schretmuziek in de mal, de medewerkers in de supermarkt hebben dit jaar twee wiebelende, groene hartjes aan een rood lint als hoofdtooi. Een vervreemdend decor voor wat misschien toch ook een tijd van introspectie zou moeten zijn. En dan is nog het ‘nieuws’. Heb ik andere jaren niet opgelet? Ik kan me geen jaar herinneren waarin de kerstgedachte zozeer verdronk in haat en geweld. 

Dit gedicht kwam ik tegen.

De ooit witte bladzijde van de geschiedenis is dit jaar meer dan ooit volgekalkt met onnavolgbare dik-zwarte teksten en vlekken, met bloed en onwaarschijnlijke rechtvaardigingen van mantra’s van zeloten om de mens in de ander niet te hoeven erkennen. Daarbij dan nog de kleine krabbelaars die in de kantlijn hun haat en domheid krassen in het diep donkerbruin van eigen volk eerst. 

‘Geloof, hoop en liefde en de grootste daarvan is de liefde.’

Die eerste twee worden maar zo wanhoop over zoveel lijden en ongeloof over de onwil en eigendunk. Alleen liefde kan, als ik dat wil, soms met inspanning, overeind blijven. Een magere oogst voor kerst en alle andere dagen? Misschien toch niet.

De ‘kleine goedheid’, het zaad van beter, waarover Levinas schrijft kan en moet blijven. De barmhartige mens: koppig, moedig en tegendraads. Misschien dwaas maar ook het meest menselijk. Zoek de blanke stukjes op die bladzijde van de geschiedenis en schrijf er met een gouden pen, desnoods dwars over de bagger heen. Ik wens het jullie en mezelf toe, kleine goedheid betrachten. Mooie kerstdagen en een goed nieuw jaar. 


Lieve groet, Frank

PS Aanrader, de documentaire ‘Brug over de breuklijn’. Te zien op NPO uitzending gemist.

* Warsan Shire, *1988, is een Britse schrijver, dichter, redacteur en leraar, geboren uit Somalische ouders in Kenia.