Lieve Allemaal,
Het moest ooit gebeuren, we wisten het. Ik heb hem maar één keer gezien, van een afstand in de hal van een ziekenhuis, omgeven door lijfwachten die daar alleen maar konden zijn om al te enthousiaste blijken van affectie te voorkomen. Niemand in die hal wenste hem kwaad te doen, die fragiele, oude heer die de grote ruimte met gemak vulde. Respect en liefde waren voelbaar en zichtbaar. Grote, lompe mannen stonden met tranen in de ogen, dat ze dit mochten zien, iedereen was muisstil tot een dame op Afrikaanse wijze haar vreugde en bewondering uitte, toen barstte een kakafonie van blijheid los, Een bescheiden mens liep glimlachend en vriendelijk zwaaiend langs.
Uit het publieke leven was hij al weg, uit de harten van Zuid-Afrikanen en miljoenen op deze wereld kan hij niet verdwijnen, hij gaf hoop. In ons tijdsgewricht zijn er weinigen die zelfs maar in zijn schaduw kunnen staan, die zijn statuur evenaren. Terugkijken in dankbaarheid en aan het werk gaan met zijn erfenis, de beste manier om te zeggen; Dank u wel mijnheer Mandela, dank u wel Madiba.
Afrika, niet alleen door het bericht van vanmorgen denk ik er vaak aan. Dat de studio (voorlopig?) dicht is was het slechte nieuws eerder deze week en, hoewel ik er niets aan kan veranderen, het is verlies. Denkend aan mijn vrienden daar kwam ook C. weer in gedachten en ik besloot om, opnieuw, te proberen hem bellen. Deze keer lukte het. Via via had ik gehoord dat hij in het ziekenhuis lag maar hij was weer thuis, een slaperige stem nam de telefoon op. Wat zeg je dan? Dag, hoe gaat het? Inderdaad, zoiets, ik stuntel dan maar een beetje en probeer iets over de lijn te sturen dat zich niet in woorden laat vatten. En dan komt het; C. was hoorbaar ontroerd en vooral blij dat ik belde, we zwegen een flink aantal kwartjes en het was goed. God bless you zei hij voor hij ophing. En dat ontroerd mij dan weer.
Selfie; het Britse woord van het jaar! Het maakt die kans ook in Nederland en het komt in de Van Dale. Een selfie is een foto met de voorkant van je telefoon, van jezelf dus en die zet je dan op een social network. Zie je mij, hier sta ik. Misschien is het jaloezie omdat ik zelf niet goed uitkom op foto’s – nee, hoe het in real life is gaan we niet bespreken – maar eigenlijk hoop ik op juist wat minder selfie. De paus stelt dat een christen niet anders kan dan radicaal voor de armen zijn. Terecht, al kan dat niet alleen voor christenen gelden. Elk mens heeft boodschap aan de ‘revolutie van tederheid’ waar de paus voor pleit. Het kan niemand ontgaan dat het nogal urgent is.
Dennis, acht jaar geleden geboren in Nederland uit ouders uit Burundi, moet terug naar Afrika. Hij stond een aantal maanden niet onder toezicht van het Rijk en dat is wel vereist voor het kinderpardon. Moeder was uitgeprocedeerd dus Dennis uit de opvang, kinderen op straat gooien deden we toen nog gewoon. En nu voldoet hij niet aan de regels. Jammer dan. Protest van mensen die vinden dat dit niet kan maar de staatssecretaris wordt wat moe van al die ‘individuele gevallen’.
Omhooggevallen naar een van de hoogste posten van het land en de mens niet kunnen of willen zien… ‘Hoe weet je dat de dag begint’, vroeg de oude rabbi.’*
In Bali regende het, alweer. Stortregens, bakken vol, 100 mm in een paar uur. De tuin stond blank en de vijver liep over. Geen ramp hoor, het droogt wel weer op, maar er is wel iets met water. Zolang ik weet heb ik er problemen mee. Een soort Willem Alexander met z’n watermanagement maar dan omgekeerd. Het hebben van een zwembad, dat zijn 40.000 liters, is misschien ook wel de goden verzoeken. Maandagmorgen stond ik op en, ik moest drie keer kijken voor ik het geloofde, het zwembad was half leeg. Okay, ik roep het zo vaak, halfvol dan. Maar toch, duizenden liters weg. Dat had de hond niet opgedronken.
En ook stond de septic tank vol water. Daar komen geen aangename taferelen van. De euvelen zijn intussen opgelost. Vuiltje in de klep van de zwembadpomp, klep vast, water loopt terug in de reservetank, tank loopt over, water weg. Klep schoongemaakt, gaasje geplaatst zodat er geen vuil meer kan komen. En de septic tank; regentijd, teveel water in de grond, pompje eraan, overtollig water eruit, opgelost. Nee, ik geloof niet dat we hier het ene probleem met het andere op hadden kunnen lossen.
Het zijn de dingen waarvan ik geleerd heb me er geen zorgen over te maken. Nou ja, bijna niet.
Ron de glasblazer is voor een week of zo terug van Sumba. Hij werkt daar in een hotelproject om wat geld bij elkaar te sprokkelen, met het glas wil het niet. Een groot project; luxe villa’s, kamers en restaurants en zesduizend (!) kubieke meter aan zwembaden. Zes miljoen liter water, alleen om te zwemmen in een resort dat aan een bounty strand ligt. De paar reservoirs in de buurt gaan leeg voor het hotel, het slaan van nieuwe putten is mislukt, er is te weinig water. Dat is niet nieuw, de dorpelingen verderop moesten al een uur lopen om water te halen, het is alleen maar wat erger geworden. Wat er nog is, is vervuild en er moet verder gelopen worden voor een eerste levensbehoefte; voor water. Wat zullen ze blij zijn met dat toerisme.
Leen geen geld uit als je het ooit nog nodig gaat hebben. Die wijze raad heb ik wel onthouden maar als het dan niet terugkomt is het toch zaak even te praten. Dat gaat me niet makkelijk af. Het is mijn geld maar het voelt als zeuren en bedelen. (In Trouw lees ik dat de recessie jongere vrouwen en oudere mannen dommer maakt, vandaar misschien.) De relatie heel houden – geld kan uiteindelijk nooit een reden zijn die kapot te laten gaan – en toch duidelijk zijn. In Bali. Er zijn ook andere afspraken niet nagekomen maar, we willen geen gezichtsverlies. Ook dan moet het selfie aan de kant en toen viel het niet tegen. ‘Pak, als je vrienden hebt moet je daar wel voorzichtig mee zijn, vind je ook niet?’ Het kwartje viel gelijk. Het tussen de regels stoppen, de non-verbale kant in toom houden… Ik hoefde alleen nog maar de beschaamdheid weg te wuiven. ‘We vergeten allemaal wel eens wat’. Misschien, misschien leer ik nog eens wat.
Lieve groet, Frank
Een oude rabbi vroeg eens aan zijn leerlingen ‘Hoe kun je bepalen dat de nacht ten einde is en de dag begint?’
‘Is het ’t moment, dat je uit de verte een hond van een schaap kunt onderscheiden?’ Vroeg één van zijn leerlingen. ‘Neen’, antwoordde de rabbi.
‘Is het ’t moment, dat je van verre een dadelboom van een vijgenboom kunt onderscheiden?’ vroeg een andere leerling. ‘Neen’ zei de rabbi.
‘Maar wat dan?’ vroegen de leerlingen.’Het is’ zei de rabbi, ‘als je in het gezicht van een mens kunt kijken en daarin je zuster of broeder ziet. Tot dat moment is de nacht nog bij ons.’
Chassidisch verhaal.