Selfie

 

Lieve Allemaal,

Het moest ooit gebeuren, we wisten het. Ik heb hem maar één keer gezien, van een afstand in de hal van een ziekenhuis, omgeven door lijfwachten die daar alleen maar konden zijn om al te enthousiaste blijken van affectie te voorkomen. Niemand in die hal wenste hem kwaad te doen, die fragiele, oude heer die de grote ruimte met gemak vulde. Respect en liefde waren voelbaar en zichtbaar. Grote, lompe mannen stonden met tranen in de ogen, dat ze dit mochten zien, iedereen was muisstil tot een dame op Afrikaanse wijze haar vreugde en bewondering uitte, toen barstte een kakafonie van blijheid los, Een bescheiden mens liep glimlachend en vriendelijk zwaaiend langs.

Uit het publieke leven was hij al weg, uit de harten van Zuid-Afrikanen en miljoenen op deze wereld kan hij niet verdwijnen, hij gaf hoop. In ons tijdsgewricht zijn er weinigen die zelfs maar in zijn schaduw kunnen staan, die zijn statuur evenaren. Terugkijken in dankbaarheid en aan het werk gaan met zijn erfenis, de beste manier om te zeggen; Dank u wel mijnheer Mandela, dank u wel Madiba.

Afrika, niet alleen door het bericht van vanmorgen denk ik er vaak aan. Dat de studio (voorlopig?) dicht is was het slechte nieuws eerder deze week en, hoewel ik er niets aan kan veranderen, het is verlies. Denkend aan mijn vrienden daar kwam ook C. weer in gedachten en ik besloot om, opnieuw, te proberen hem bellen. Deze keer lukte het. Via via had ik gehoord dat hij in het ziekenhuis lag maar hij was weer thuis, een slaperige stem nam de telefoon op. Wat zeg je dan? Dag, hoe gaat het? Inderdaad, zoiets, ik stuntel dan maar een beetje en probeer iets over de lijn te sturen dat zich niet in woorden laat vatten. En dan komt het; C. was hoorbaar ontroerd en vooral blij dat ik belde, we zwegen een flink aantal kwartjes en het was goed. God bless you zei hij voor hij ophing. En dat ontroerd mij dan weer.

Selfie; het Britse woord van het jaar! Het maakt die kans ook in Nederland en het komt in de Van Dale. Een selfie is een foto met de voorkant van je telefoon, van jezelf dus en die zet je dan op een social network. Zie je mij, hier sta ik. Misschien is het jaloezie omdat ik zelf niet goed uitkom op foto’s – nee, hoe het in real life is gaan we niet bespreken – maar eigenlijk hoop ik op juist wat minder selfie. De paus stelt dat een christen niet anders kan dan radicaal voor de armen zijn. Terecht, al kan dat niet alleen voor christenen gelden. Elk mens heeft boodschap aan de ‘revolutie van tederheid’ waar de paus voor pleit. Het kan niemand ontgaan dat het nogal urgent is.

Dennis, acht jaar geleden geboren in Nederland uit ouders uit Burundi, moet terug naar Afrika. Hij stond een aantal maanden niet onder toezicht van het Rijk en dat is wel vereist voor het kinderpardon. Moeder was uitgeprocedeerd dus Dennis uit de opvang, kinderen op straat gooien deden we toen nog gewoon. En nu voldoet hij niet aan de regels. Jammer dan. Protest van mensen die vinden dat dit niet kan maar de staatssecretaris wordt wat moe van al die ‘individuele gevallen’.

Omhooggevallen naar een van de hoogste posten van het land en de mens niet kunnen of willen zien… ‘Hoe weet je dat de dag begint’, vroeg de oude rabbi.’*

In Bali regende het, alweer. Stortregens, bakken vol, 100 mm in een paar uur. De tuin stond blank en de vijver liep over. Geen ramp hoor, het droogt wel weer op, maar er is wel iets met water. Zolang ik weet heb ik er problemen mee. Een soort Willem Alexander met z’n watermanagement maar dan omgekeerd. Het hebben van een zwembad, dat zijn 40.000 liters, is misschien ook wel de goden verzoeken. Maandagmorgen stond ik op en, ik moest drie keer kijken voor ik het geloofde, het zwembad was half leeg. Okay, ik roep het zo vaak, halfvol dan. Maar toch, duizenden liters weg. Dat had de hond niet opgedronken.

En ook stond de septic tank vol water. Daar komen geen aangename taferelen van. De euvelen zijn intussen opgelost. Vuiltje in de klep van de zwembadpomp, klep vast, water loopt terug in de reservetank, tank loopt over, water weg. Klep schoongemaakt, gaasje geplaatst zodat er geen vuil meer kan komen. En de septic tank; regentijd, teveel water in de grond, pompje eraan, overtollig water eruit, opgelost. Nee, ik geloof niet dat we hier het ene probleem met het andere op hadden kunnen lossen.

Het zijn de dingen waarvan ik geleerd heb me er geen zorgen over te maken. Nou ja, bijna niet.

Ron de glasblazer is voor een week of zo terug van Sumba. Hij werkt daar in een hotelproject om wat geld bij elkaar te sprokkelen, met het glas wil het niet. Een groot project; luxe villa’s, kamers en restaurants en zesduizend (!) kubieke meter aan zwembaden. Zes miljoen liter water, alleen om te zwemmen in een resort dat aan een bounty strand ligt. De paar reservoirs in de buurt gaan leeg voor het hotel, het slaan van nieuwe putten is mislukt, er is te weinig water. Dat is niet nieuw, de dorpelingen verderop moesten al een uur lopen om water te halen, het is alleen maar wat erger geworden. Wat er nog is, is vervuild en er moet verder gelopen worden voor een eerste levensbehoefte; voor water. Wat zullen ze blij zijn met dat toerisme.

Leen geen geld uit als je het ooit nog nodig gaat hebben. Die wijze raad heb ik wel onthouden maar als het dan niet terugkomt is het toch zaak even te praten. Dat gaat me niet makkelijk af. Het is mijn geld maar het voelt als zeuren en bedelen. (In Trouw lees ik dat de recessie jongere vrouwen en oudere mannen dommer maakt, vandaar misschien.) De relatie heel houden – geld kan uiteindelijk nooit een reden zijn die kapot te laten gaan – en toch duidelijk zijn. In Bali. Er zijn ook andere afspraken niet nagekomen maar, we willen geen gezichtsverlies. Ook dan moet het selfie aan de kant en toen viel het niet tegen. ‘Pak, als je vrienden hebt moet je daar wel voorzichtig mee zijn, vind je ook niet?’ Het kwartje viel gelijk. Het tussen de regels stoppen, de non-verbale kant in toom houden… Ik hoefde alleen nog maar de beschaamdheid weg te wuiven. ‘We vergeten allemaal wel eens wat’. Misschien, misschien  leer ik nog eens wat.

Lieve groet,  Frank

Een oude rabbi vroeg eens aan zijn leerlingen ‘Hoe kun je bepalen dat de nacht ten einde is en de dag begint?’

‘Is het ’t moment, dat je uit de verte een hond van een schaap kunt onderscheiden?’ Vroeg één van zijn leerlingen. ‘Neen’, antwoordde de rabbi.

‘Is het ’t moment, dat je van verre een dadelboom van een vijgenboom kunt onderscheiden?’ vroeg een andere leerling. ‘Neen’ zei de rabbi.

‘Maar wat dan?’ vroegen de leerlingen.’Het is’ zei de rabbi, ‘als je in het gezicht van een mens kunt kijken en daarin je zuster of broeder ziet. Tot dat moment is de nacht nog bij ons.’

Chassidisch verhaal.

Dansen

Vanaf het moment dat ik hoorde dat hij geveild ging worden wist ik; die is mijn. Ik gun mezelf toch al zo weinig. Alles anoniem geregeld natuurlijk, ik ben niet gek. Ik kon het gezeik al horen; ‘Kan dat geld niet beter besteed worden, wat moet je ermee, hoe dan met de ongelijkheid en ellende in de wereld, wat heeft de vinder ervan?’. Wel, ik heb aandelen in die toko en geloof me, het is goed voor ons allemaal!                                                      Hij ligt veilig in het nachtkastje, de wereld is helaas niet zo dat ik ermee naar de supermarkt kan maar ik heb ‘m. Alleen, ’s avonds onder de dekens, doe ik hem om en in het licht van mijn zaklantaarn zie ik 55 miljoen euro schittering en glans, het lijkt wel kerstmis. Het is mooi zo; licht brengen in duisternis, mijn centjes zijn goed besteed. De ‘Pink Star’, 59,6 karaat diamant, is van mij.                                                                        Wat nou, “ ‘t is wel roze “.

Lieve Allemaal,

Regen in Bali, het regenseizoen is nu wel van start, het regent al de hele dag en regelmatig komen forse buien over. De rijst van de sawah hiervoor is geoogst en ik hoop dat de ratten geen nieuwe behuizing gaan zoeken. Zij die vorige keer zo ongelukkig aan hun einde zijn gekomen zullen de collega’s wel niet gewaarschuwd hebben. Nu worden de eenden in de sawah losgelaten, een leuk gezicht en een gesnater waar je blij van wordt. ’s Avonds laten de kikkers, er moeten er duizenden zijn, van zich horen. Wel prettig zo, het piepje dat al weken in mijn oor zit hoor ik niet op die manier. Op de wand naast mijn schrijftafel zit een klein kikkertje geplakt met een ongelooflijk stemgeluid. Boomkikkertje? Hij/zij is niet bang, kijkt me aan met bolle ogen en kwaakt nog eens – het heeft een onderkin, dat wel. Zomaar een kwartier verdoen met naar dat beestje staren. ‘Gewoon evolutie’. Zal wel, geloof ik zo, maar het is wel een wonder.

IMG_1133

Met wat vals spel doet mijn tuin het verbazend goed. Een paar mooie, bloeiende struiken gekocht en dan lukt het prima. Ik tuinier als mijn vader – goede bedoelingen, weinig inzicht, gericht op snel resultaat – het heet erfelijk belast, of eigenlijk erfelijk gezegend.  Met het toeristenseizoen voorbij zijn de wegen wat minder vol hoewel altijd goed voor zweetmomentjes; een Balinees koopt zijn rijbewijs en heeft een hoogontwikkeld vermogen niet te zien wat hij niet wil zien. Wat meer wil je weten. Van de week even naar het ziekenhuis in Denpasar en dan ben ik om meer dan één reden blij weer veilig thuis te zijn. Kasih Ibu heet het ziekenhuis, dat betekent moederliefde. Met die liefde valt het wel mee, vrij veel boter bij de vis. Niets voor de doorsnee Balinees dus, maar het is een goed ziekenhuis. En de zorgwekkende scenario’s van het kliniekje hier in Ubud gingen van tafel; alles prima in orde; hart, nieren, longen en nog zo wat onderdelen gecheckt en alles is optimaal. ‘Uitstekende conditie voor 51 jaar’, zei de specialist. ‘Ik ben 61.’ ‘Oh, oh ja, ik zie het, nou prima dus.’ Aardige specialist máákt vergissing, patiënt toch blij. Hij had in Nederland, Groningen gestudeerd. ‘Mooi land, warme mensen, gastvrij, open…’  Hoe denken de buitenlandse studenten van vandaag erover?

Bij de tandarts, ook al zo’n luxe instelling met mooie meisjes achter de receptie, zachte muziek en wat te drinken als je moet wachten, liggen wat tijdschriften. Ik moet even wachten en kijk er een door. Zo’n heel dikke glossy, geheel en al gevuld met artikelen en advertenties over wat er zoal aan duurs en exclusiefs te halen is op Bali. Dat is veel, heel veel. Vooral in het zuiden, rond Kuta, moet je intussen struikelen over restaurants die elkaar in prijs en bijzonderheid proberen te overtreffen. Gerechten die niet veel meer honger stillen dan die naar status. Het wachten is op restaurants die leeuwerikentongetjes serveren, of koala-oortjes, ook bijzonder.

Ik lees over spa’s die echt goud en echte parels door hun zalfjes vermalen, facelift’s en liften voor elk ander lichaamsdeel aanbieden en botox spuiten waar je maar wilt. In twee of drie behandelingen 15 jaar jonger. (Wel in lijn met de website van iemand die ik ken uit Zuid-Afrika; haar site maakt duidelijk dat ouder worden gewoon een ziekte is, het hoeft helemaal niet als je haar supplementjes aanschaft.) Advertenties voor hotels waar gepoogd is gebrek aan smaak met veel geld te camoufleren, voor shops met prul en prots juwelen die het met carnaval best grappig zouden doen. Omdat ze ‘echt’ zijn kan mevrouw ermee lopen, laat u het prijskaartje er maar aan zitten. Veiligheidsrisico’s, dat weer wel.    Gelukkig excessen, in de eerste plaats zielig voor hen die zo nodig moeten, en toch vraag ik me af in hoeverre dit soort gedrag de wereld dichter naar het randje stuurt. Dansen op de vulkaan. Jezelf in proportie, als een deel van het geheel, blijven zien is misschien soms lastig maar wel voorwaarde om te functioneren. Tijdens de APEC, toen allerhande staatshoofden en regeringshotemetoten ingevlogen werden mocht er niet gevliegerd worden in Bali; een gevaar voor de luchtveiligheid. De rest van het jaar is het geen probleem.

Bali veranderd. Op een website lees ik dat ‘je je in Ubud twintig jaar terug waant in de tijd’, Sanur wordt omschreven als een rustig dorp, Kuta als een kustplaatsje. Het kan eigenlijk niet en toch is er maar één verklaring; die website is de laatste dertig jaar niet bijgewerkt. Natuurlijk gaan de meeste toeristen niet naar de ballententen zoals ik ze hierboven omschrijf maar het evenwicht raakt even zo goed wel zoek. Toeristen zijn altijd bevoorrecht geweest. Dat was in Noordwijk ook zo waar mensen in de zomer in het schuurtje gingen wonen om hun huis aan Duitsers te verhuren. Toeristen brengen geld en werkgelegenheid en, als het optimaal is, een andere blik op de wereld en misschien zelfs het begin van verbroedering. In dit deel van Bali hebben toeristen de winkel goeddeels overgenomen, Balinezen doen het werk, toerisme is de baas. Ceremonies nemen intussen in aantal en omvang steeds toe. Ibu Putu van het restaurantje bevestigde dat vanavond nog eens; ‘Ja, we doen nu beter ons best’. Op mijn vraag waarom had ze geen echt antwoord. ‘Gewoon.’ Frans ziet een mogelijk verband tussen die ceremonies en het toerisme. Hij heeft een punt lijkt me. Veel nieuws maar ook veel onbegrijpelijks komt op mensen af, veel zaken aantrekkelijk hoewel vaak met een ‘prijs’ die niet haalbaar of ongewenst is. Het leven verandert sneller dan ooit en is vaak verwarrend, de priesters zien hun greep verslappen. Vluchten in het vertrouwde en proberen de boel weer op orde te krijgen zijn logische reacties die, dat denk ik wel, ook in dit geval averechts zullen werken. Hoe het wel moet? Een bordje ‘alleen respectvolle toeristen’ aan de grens?

Ik heb net lekker gado gado gegeten bij Ibu Putu. Nee, daar is geen achtergrondmuziek, je kunt er niet loungen, ze accepteert geen creditcards en diët coke of cocktails doet ze niet aan. Geen happy hour, wel altijd blij. Ze komt bij je aan tafel zitten om te kwekken en je gaat zonder honger naar huis. Ze weten niet wat ze missen, die types in die patstenten.

Lieve groet,  Frank

Thuis

media_xl_1929042

 

 

 

 

 

 

 

 

Lieve Allemaal

Bali zat gisteren helemaal vast, uren file overal. De Mercedes club had zichzelf een pretje beloofd en scheurde in eindeloze rijen (veel te) dure auto’s over het eiland. Alles onder sirene gillende politiebegeleiding, alles is te koop en hier pikken de mensen zoiets nog. Ikzelf zat meer dan een uur vast, de mensen die nieuw groen voor de tuin kwamen brengen waren meer dan twee uur te laat. Het gevolg was dat ik zelf alles moest planten want de tuinman was al naar huis. Wel goed voor me, klopt. En zwetend in een snikheet Bali zakt dan mijn ergernis over een politie die maling heeft aan de kleine man en zich verhuurt aan wie wil betalen een beetje weg, eventjes.

Iran mag geen atoomwapens maken, terecht lijkt me, niemand zou die troep mogen fabriceren, laat staan ze mogen hebben. Dat afschrikkingsverhaal, de een kan de wereld honderd maal vernietigen, de ander wel honderdvijftig keer, moet bedacht zijn door zieke of inhalige geesten. Maar goed, Iran geen kernwapens. De onderhandelingen gaan tussen Iran en… een aantal landen die wél kernwapens hebben waaronder Frankrijk. Meneer Fabius die namens Frankrijk aanzit is minister van buitenlandse zaken van dat land. Tot 1974 ging Frankrijk, ondanks veroordelingen uit de hele wereld, door met atmosferische kernproeven en tot in 1995 met ondergrondse proeven; niet thuis natuurlijk maar in de ‘overzeese gebiedsdelen’ in de Stille Zuidzee. De statuur van Frankrijk, de prijs mocht een ander betalen. Ook nu nog kampen bewoners in het gebied van de proeven met een epidemie van ziektes; kanker en meer. Toen in 1985 protesten dik los kwamen en een vloot zou opstomen om de proeven te verhinderen besloot Frankrijk de Rainbow Warrior van Greenpeace in de haven van Auckland, Nieuw Zeeland, op te blazen. Er viel een dode, het schip was afgeschreven. Simpel terrorisme dus al kregen de twee daders die in Nieuw Zeeland veroordeeld werden later het Legion d’Honneur uitgereikt in Frankrijk. (Ik zou daar wel vergelijkingen kunnen maken.) Mitterrand was president in die dagen, Fabius eerste minister. Ondanks (gespeelde) verontwaardiging en stellige ontkenningen eerder kwam in 2005 uit dat de president expliciet toestemming had gegeven voor wat ze eufemistisch een operatie noemden.

Mijnheer Fabius meldde vandaag dat Iran meer moet doen en blokkeerde een akkoord. Hoe zou het nu komen dat het westen nogal eens als hypocriet wordt ervaren?

Ik moest in het noordoosten zijn en knoopte er gelijk maar een paar dagen aan de kust aan vast. De rit op de motor duurt een paar uur en heen en terug op dezelfde dag, ik had er geen zin in. De edelsmid, een echtpaar feitelijk, waar ik moest zijn ken ik al twintig jaar of langer en van een beginnend atelier toen zijn ze gegroeid tot een serieus bedrijf. Nooit laten ze na te herhalen dat het toen, toen ik zoveel werk voor ze had, echt begonnen is en nooit vergeet ik te herhalen dat het hun eigen werken is dat ze ver heeft gebracht. Het is fijn om te zien dat het goed gaat en dat hun medewerkers/sters ze op handen  dragen is een prima teken. Van de trouwringen van mijn ouders die ik ze eerder bracht, ik erfde ze van mijn moeder, hebben ze één nieuwe ring gemaakt en ik ben tevreden en geraakt. Goh Mam, nu draag ik het, een stukje thuis aan mijn vinger. We dronken uitgebreid thee, ik bestelde de vorm in zilver die ik nodig heb voor een opdracht, zij gingen aan het werk en ik reed door naar de kust. De rit alleen al is een fantastische belevenis. Een kronkelige kustweg, vaak hoog boven de zee, kleine dorpjes waar alleen de motorfietsen van een moderne tijd getuigen, de prauwen van de vissers op het strand zijn hoe ze al honderden jaren zijn. Mmm, misschien die blauwe plastic zeilen, misschien zijn die ook nieuw. In het hotelletje een simpele, nette kamer, vijf meter van de zee; het is stil, de meeste toeristen zijn naar huis. Na uren op de motor wil ik wel een massage en dat kan. Het kost 150.000 rupiah (10,–). Dat is voor Bali veel geld maar het is een goede massage, als herboren loop ik later langs het strand. En met iets van chagrijn. Niet vanwege het geld, op is op, maar omdat het weer geld in de pocket van een grote(re) jongen was. De masseur, hij moet op afroep beschikbaar zijn, krijgt 15.000 rupiah (€ 1,–)  per massage en de rest is voor de hotelhouder. Meestal doet de jongen zo’n drie a vier massages op een dag – en dan ben je kapot, geloof me – zo heeft hij een dagloon van maximaal 4 euro. De hotelhouder houdt er, ‘on the side’, bijna 40 euro per dag aan over. Veel toeristendingen hier – hotels, attracties, restaurants – zijn in handen van westerlingen, de zaken worden volgens westerse normen geregeld en de toerist is (meestal / soms) tevreden. Goed voor het toerisme maar is het ook goed voor de Balinezen? Afgezien dat allerlei hotelgroepen (Westin, Ritz Carlton, etc) maar doorgaan met giga hotels te bouwen die al te vaak het landschap aan gort helpen – er is een bouwstop maar met de juiste envelop op de juiste plaats is dat makkelijk te omzeilen – is het steeds het grote geld dat wint. Het zijn niet alleen westerse bedrijven, het is eerder een mondiale ziekte, maar ook hier steeds meer geld en macht in steeds minder handen. Overheden faciliteren of, een gunstiger geval, kijken verbijsterd wat er gebeurd.

‘A house is not a home’ schreef Burt Bacharach lang geleden, ik herinner me de uitvoering van de Anita Kerr Singers. Mijn huis is niet leeg en Bali is warm in meer dan één opzicht maar het is goed niet te vergeten dat thuis gevormd wordt door de ander. Dan is er thuis in een telefoongesprek, in een lieve email of gewoon in het ontmoeten van of denken aan hen die me dierbaar zijn. Een zoele avond, ik zit op het terras, de muziek komt uit Afrika, gedachten reizen, zeker rond deze tijd, makkelijk en ver, ook in her inneren is thuis. Afstand overbrugt door liefhebben, sneller dan het licht van hier naar Nederland, naar Afrika en, soms met een beetje tegenzin… weer terug. Mijn thuis is zo groot als ik het laat zijn, veel en veel groter dan het huis dat ik bewoon. Je bent wereldburger geworden zegt een goede vriend maar ik denk dat hij ongelijk heeft want zo, en niet anders, zijn we geboren. Dat ik wel eens moeite heb verder te kijken dan het doosje waarin ik het eerste levenslicht zag laat onverlet dat ik, manmade borders or not, een deel van het geheel ben; alles uit dezelfde bron. Willen kijken naar dat wat verbindt. Zij die telkens weer verschillen benadrukken en exploiteren zijn geen vredestichters, hun motivatie is dubieus en gevaarlijk. Als ik de kranten lees lijkt het of ik met die opinie tegen de stroom inga, als ik mijn vrienden – thuis – hoor weet ik dat we samen zijn. Het Drakensberg jongenskoor zingt intussen in het Afrikaans. Als het goed is en je klikt op deze link kun je meeluisteren.

04 Track 04 kopie

Lieve groet, Frank

 

 

 

 

 

 

 

Schuilplaats

IMG_1099

Lieve Allemaal,

Bij het restaurant staat een jongen op wacht bij de menulijst die aan de straat is uitgestald. Kastje open zodat mensen het menu beter kunnen lezen, foldertje meegeven en glimlachen. Stoepier heette dat vroeger in Nederland, geen echt boeiend beroep. Ik lees zijn gezicht – of misschien bedenk ik het allemaal wel zelf – en zie moedeloosheid. Is het dat lullige werk, een gebrek aan vooruitzichten? Of is het de baas die, zonder de jongen zelfs maar aan te kijken, zijn motorsleutels toewerpt en wijst op zijn helm van ‘doe er iets mee.’ Denkt hij eraan hoe hij het allemaal voor elkaar moet krijgen; die telefoon om erbij te horen, een motor die er een beetje uitziet en ook nog wat moderne kleding? Ik weet het niet, ik bedenk het zelf, misschien heeft hij wel gewoon een slechte dag en is hij verder de gelukkigste mens in Bali. Het kan.

Wat ik wel zeker weet is dat ook hier, op wat men wel het eiland der goden noemt, veel spanningen zijn. Leven met de wetenschap van geesten en demonen die op elk moment toe kunnen slaan, met de mogelijkheid dat een boze buurman zwarte magie op je loslaat, met veel, heel veel dat moet om de goden tevreden te houden én om erbij te blijven horen… Bij de gemeenschap en bij de moderne tijd. En de ceremonies worden meer en groter en duurder want ook een Balinees wil zich onderscheiden – het  verschil met (te) dure merkkleding of welke onzin ook kopen is niet zo enorm. Gengsi, dat is prestige, is ook hier niet onbekend. Is er leven zonder motor en zonder smartphone? Maar ook; is er leven zonder bij de gemeenschap te horen? Steeds meer kostbare werktijd verdwijnt in ceremonies en steeds meer is nodig; niet meedoen betekent er niet bij horen. De, overigens niet heel aardige, buren hier iets verderop hebben een aantal upacara’s (ceremonies) laten gaan, die horen er niet echt meer bij nu.

Bali in spagaat.

Ketut, de zoon van ibu Putu van het restaurantje waar ik vaak eet, heeft een viswedstrijd gewonnen. Veel oefenen vooraf natuurlijk maar deze keer was het het waard. Zeventien miljoen rupiahs (meer dan € 1100,–) plus een fiets. Het geld heeft hij gedeeld met zijn vrienden en zijn moeder – de spelende mens, hoe het zou moeten zijn.

Dat wordt al moeilijker, ook in Bali; te veel verplichtingen en steeds minder tijd om te kwekken, te luieren of leuke dingen te doen. Leven wordt harder en dan zoek je een schuilplaats, hier vaak in nog meer offertjes, nog meer ceremonies. Schuilen bij elkaar, gewoon zo, zonder die offertjes en zo, zou natuurlijk ook een optie zijn.

Een depressie is het onvermogen om te werken aan een toekomst. Als dat zo is, en ik denk dat het klopt, is de wereld in een behoorlijke depressie; toekomstgericht denken is zeldzaam. Een economisch systeem dat verrot is en het enige dat we al jaren doen is pleisters plakken en verbandjes aanleggen; als ze eenmaal beginnen door te lekken een pleister er bovenop. Allerlei failliete systemen maar wat er aan te doen? Het totaalplaatje zien, de samenhang der dingen begrijpen, wordt steeds moeilijker. Echte stappen richting een oplossing zijn zo radicaal dat weinigen er aan willen beginnen. Dus zoeken we een schuilplaats, duizenden manieren om dat te doen.

In Afrika heeft T. besloten Jezus als zijn redder te verwelkomen, hij gaat zijn leven grondig veranderen en is daar gelukkig mee. K., ook een jongeman uit Afrika, heeft nu een rijke man vertelt T. Hij rijdt een BMW en leeft er goed van maar, geen kunst vertelt T. erbij, K. gebruikt muti (lokaal medicijn, in deze context op te vatten als een soort magie). T. vindt het allemaal nog goed afgelopen, voor hetzelfde geld had hij de man van E. afgepakt want die zag hij wel zitten. Onzin zeg ik maar T. is het daar niet mee eens; muti weet je, dan kan alles.

In Nederland eindeloze non-discussies over wel of geen zwarte piet. Misschien is het de afstand maar het komt mij nogal lachwekkend, om niet te zeggen dom, over. ‘Onze cultuur!’ Deskundologen die zich over het vraagstuk buigen, petities, demonstraties, figuren die hun kans schoon zien door agressieve benadering wat aan hun bekendheid te werken – zelfs een mevrouw bij de VN (!) die haar mening al klaar heeft en vindt dat het hele feest maar afgeschaft moet worden. Geen halve maatregelen. Ik ben ervaringsdeskundige en ik kan zwarte piet niet zien als een neger (om maar eens een ongewenst woord te gebruiken). Maar het verhaal van de schoorsteen is ook niet juist, piet kwam binnen als de Moorse knecht van Sinterklaas. En dat er geen discriminatie inzit… Niet uitdrukkelijk bedoeld lijkt me maar ‘ook al is hij zwart als roet, hij meent het toch goed’? Vervang dat zwart als roet eens door willekeurig welke etniciteit of ras… En dat Surinaamse accent van die pieten bij mij op school?

Houdt dat verhaal van die schoorsteen vol – al zullen kinderen spoedig niet meer weten wat een schoorsteen is – geef piet wat zwarte vegen op het gezicht en haal de beledigende onzin uit die liedjes waar nodig. En de kinderen, er wordt nogal wat namens hen geklaagd en gejammerd.., de kinderen trekken het wel hoor. Zolang er snoepgoed en cadeaus voorhanden zijn redden die het best. Op een van de Antilliaanse eilanden hebben de pieten alle kleuren. ‘Onder een regenboog doorgevaren!’ Een kind kan dat begrijpen.

Tussen en achter alle grote bekken in het nieuws zitten mensen die gekwetst worden. De spiegel voor Nederland vertelt dat meer tolerantie, verdraagzaamheid en compassie – meer samen – hard nodig is. Cultuur? Dat nu lijkt me wel een cultuur om aan te werken. Omdat dit geen kerstrede is mag ik dat allemaal maar zo opschrijven.

Schuilplaats zoeken of schuilplaats zijn?

Veel liefs, Frank

Lastig probleem. Sociale media, de wereld kan niet meer zonder. Ook ik heb al een paar jaar een pagina op facebook, niet met vrienden en al die toestanden maar als ‘publiek figuur’ – onzinnige uitdrukking maar zo heet het. Ik kondig er tentoonstellingen aan, laat eens wat nieuw werk zien, een snufje Bali en aankondigingen van een nieuwe blog. Dat mijnheer Facebook er een victoriaans soort van moraal op na houdt wist ik al. Een blote vrouwenborst b.v. wordt, ongeacht de context, onherroepelijk verwijderd maar mijn tepels mogen wel dus waar maak ik me druk om. Nou dat zit zo; waar het over geweld gaat is Facebook soepel, verbijsterend en immoreel soepel. Een recente video die een onthoofding van een mens toont mag gewoon gepubliceerd, ‘dat valt binnen de regels’. Vrouwentepel – no way. Onthoofding – go ahead. Voeg bij die perverse opstelling hun gewoonte om ongebreideld inbreuk te maken op ieders privacy en het wordt tijd me af te vragen of ik daar wel iets mee te maken wil hebben. Ik ben er nog niet uit maar argumenten als ‘het is zo handig’ houden geen stand.

Hoe kijk ik

IMG_1019

 

Lieve Allemaal,

Mijn blog is weer eens te laat, veel te laat. Wekenlang had ik lieve vrienden op bezoek. Het was druk maar genieten om samen te zijn en interessant en leerzaam om mee te kijken met ogen die Bali (en Lombok) voor het eerst zagen. (Vervelend side-effect: de kilo’s chocolade en liters whisky die ze meenamen maken dat mijn eerder beloofde adonis-voorkomen enige vertraging oploopt. Noteer; niet mijn schuld dus!)

Wat zie je, hoe kijk je, hoe wil je kijken; het kan op veel manieren bleek weer. Mooi als je dan alle ervaringen eenvoudig binnen kan laten komen en ervan genieten zonder storende vergelijkingen, positief of negatief, met wat je gewend bent. Wat ontmoet je langs de weg en durf je er blij mee zijn of blijf je eigenlijk beter thuis? Ik zie nogal wat toeristen in de laatste categorie, ze zien graag wat nieuws maar wel in hetzelfde malletje als thuis. Al dat exotische is leuk en aardig en de lage prijzen zijn welkom maar soms… Gisteren zag ik aan een tafeltje naast me zelfs een koffie serveren met het oortje van het kopje aan de verkeerde (linkse) kant. Gelukkig dat die mevrouw het zag en er iets van zei. ‘Ze’ moeten natuurlijk wel aan ‘onze’ normen voldoen.

Dat gaat dus niet gebeuren.

Geniet van de reis – op vakantie- of in ruimere zin – en wees er blij mee dat het altijd weer anders is. Verwelkom het vreemde en de vreemdeling, glimlach om het bordje ‘bitches muesli’ aan het buffet in het hotel in Lombok en bewonder de verkopers die bij ondergaande zon het uitzicht op de Gunung Agung in Bali een beetje verstoren; ze zoeken een eerlijke manier om wat te verdienen. Als je het kan gebruiken; koop iets maar ding wel slim af. Anders is lang niet hetzelfde als dom, in tawarren (afdingen) zijn ze meester. Of beter eigenlijk, meesters in het jouw afding-inspanningen tot nul te reduceren. Wel heel vriendelijke verkopers in Lombok. Zelfs in Sade, een traditioneel Sasak dorp dat vroeger een reputatie had van onvriendelijk en extreem opdringerig, waren de zaken nu anders geregeld; vriendelijkheid alom. ‘Thank you for visiting Lombok’ zegt een jongen van een jaar of achttien (geen verkoper) als we naar de boot lopen. Bali is mooi en boeiend, Lombok is dat ook. En voor mij was het een bijzondere ervaring Bali te zien liggen onder de ondergaande zon en te weten, daar is mijn thuis.0210WEBAPPgandhi2-980x653

 

 
0210WEBAPPgandhi1-980x735

Op twee oktober vierden in India, vijfenzestig jaar na zijn dood, de aanhangers van Ghandi – nog altijd zeer talrijk – zijn verjaardag. Ze hekelden de corruptie en het consumentisme en door het hele land gingen tienduizenden kinderen, verkleed als Ghandi met een witte sarong en een brilletje van ijzerdraad, de straat op. Een beetje meer Ghandi in onze wereld, het zou een verademing zijn. Pas las ik in een interview ‘Dat samenleven met kwetsbaren een maatschappij helpt te humaniseren en belet in de hoogste versnelling voort te jakkeren’. Het wordt niet vaak zo gezien. Voor hen die kwetsbaar zijn waait een ijzige wind door de wereld. Als we niets doen brengen we hen en in grote mate ook onszelf immense schade toe.0412webapp5dobb1-980x652

Weer kwamen tachtig of meer mensen om omdat een boot verging voor Lampedusa. Eufemismen als ‘economische vluchteling’ leiden alleen wie niet wíl zien om de tuin, de situatie is dramatisch in de ogen van ieder die mensen liefheeft. We zullen met zijn allen verdomd hard aan de slag moeten om onze wereld menswaardig te maken.

Amerika zit intussen op slot lees ik. Volksvertegenwoordigers hebben hun prioriteiten weer eens niet op een rij, ze zien geen kans over hun eigen schaduw heen te stappen en nu ligt het land plat. Ongelooflijk en surrealistisch. In wat zich het rijkste land ter wereld noemt blijkt het een reuzenprobleem om een fatsoenlijke gezondheidszorg voor iedereen te creëren. Rijk land, arm land. Ieder voor zich en god voor ons allen. Hoe die god het moet regelen zonder grondpersoneel wordt niet duidelijk.

Avond op het terras, zacht geluk om dat wat is. Cecilia Bartoli zingt en strooit haar helende bloemen, het leven een geschenk. In de stilte vind ik het wij. Alles is wel. Soms maakt de weg verlangen naar de herberg onvermijdelijk. In het nazien blijven alleen wonderlijke vergezichten, juist vanaf de toppen van die bergen die onneembaar leken. Het gaat om de weg, niet om de herberg. Ik heb geluk gehad. Er waren mensen die mijn gevoel voor kunst ontwikkelden, de misschien meest belangrijke mens in mijn leven leerde me luisteren naar muziek… Ik kreeg oog en oor voor wat echt telt, mensen openden mijn denken voor waar het ten diepste om gaat; weten waar geluk een woning kiest. Er wordt niet veel gedaan om jonge mensen de waarde van cultuur bij te brengen, integendeel. De focus ligt op ‘van economische waarde zijn’ en navenante vruchten plukken. Het is een verbijsterende vaststelling maar geen overheid lijkt te begrijpen waar het echte geluk van mensen ligt. Als er bij een politieke partij al over gedacht wordt staat het onder aan de lijst; om nooit aan de beurt te komen. Cultuur, natuur en verbondenheid in het verdomhoekje want zonder waarde voor de economie. Stupide kortzichtigheid blijft erop hameren dat het gaat om de centen. Verbondenheid kan zelfs wel eens geld gaan kosten. Mijnheer Apple bijvoorbeeld weet dat heel goed. Hier in Indonesië worden twee eilanden, Bangka en Billiton, aan gort geholpen. De tinmijnen aldaar zijn een ramp voor natuur, milieu en de werkers. Waar andere telefoon en computerfabrikanten intussen – weliswaar onder pressie van actiegroepen – hebben toegegeven dat hun tin inderdaad daarvandaan komt en hebben toegezegd fondsen beschikbaar te stellen om de situatie te verbeteren houdt mijnheer Apple zijn mond. Prachtige producten uit bedrijven met teveel geld en te weinig scrupules. Terwijl ik dit typ op mijn MacBook denk ik aan lastige keuzes.

Ik heb geluk gehad: Cecilia Bartoli zingt, de maan is bijna vol, het gekwaak van de kikkers vormt vreemd genoeg een passende begeleiding.

Veel liefs, Frank

 

Schemerstilte kruipt de kamer binnen,                    

zoel voorjaar hangt luiwarm tussen meubels.                    

Bloesemgeur, late vogel, strijkquintet,                     

dag vouwt zich samen tot voleinding.                      

Uur van terugzien, van stille trots en spijt.             

Nog de lamp niet aan, luisteren naar pijn               

en vreugde, om wat was toen ons samen                

heimwee-uren vulde, wij niet wisten…  

                               

Als het donker wordt mis ik je het meest.

 

 

Nooduitgang

IMG_0991

Lieve Allemaal,

In het steegje naar mijn huis liggen op de grond hier en daar muntjes van 100 en 200 rupiah, dat is 0,7 en 1,4 cent. Elke dag als ik er doorloop heb ik plezier om de mensen die bukken om ze op te rapen, dat gaat namelijk niet. Ik neem aan kinderen hebben ze aan de straat vastgeplakt. Hoe ik weet dat ze vastzitten is een lastige vraag, en wie er stond te lachen toen ik bukte om dit fortuin van de straat te rapen wil ik ook niet weten.

Schaamte? Een school in Bali instrueert haar leerlingen in ieder geval dusdanig. Ontwikkel een cultuur van schaamte staat te lezen in ‘voorschriften’ van de school. Vooral regel vier springt er uit. ‘Schaam je als je een fout maakt!’ Schaam je, schaam je, schaam je – zeven regels lang. Een geweldig plan om kinderen te laten opgroeien tot vrijmoedige mensen die het leven aandurven. Not. Maar het verklaart wel veel, bijvoorbeeld waarom Frans als hij Engelse les geeft telkens weer kinderen treft die geen vraag durven te beantwoorden. Ik zou ook wel oppassen… Toen ik bij een bedrijf vergeten was iets duidelijk aan te geven merkte ik op dat het wel stom was. ‘Wie is stom?’ ‘Nou ik dus, stom om dat te vergeten.’ De juffrouw keek verbijsterd.

Fouten niet toegeven, het is ook ons niet totaal onbekend. De keren dat mensen, vooral uit een bepaalde beroepsgroep, me duidelijk probeerden te maken dat krom eigenlijk recht was, zwart eigenlijk, als je goed keek, zeer wit, zijn legio. (Stel, je hebt geen visie maar je begrijpt ook wel dat dat niet best is. Een beetje morrelen aan wat visie eigenlijk is en ziedaar, het is ongewenst geworden. Bouw op mij, ik heb geen visie.) Toch is de algemeenheid waarmee fouten maken hier als gezichtsverlies – nog zo iets verschrikkelijks – wordt beschouwd zorgwekkend. Ook hier is ‘It’s the heart afraid of breaking that never learns to dance’ wel een beetje van toepassing. Bang het fout te doen en dan maar niets doen, paradijsvogels die niet leren vliegen. Gelukkig maak ik, zelf weliswaar geen paradijsvogel, ruim voldoende fouten, en meestal schaamteloos, om een andere manier te laten zien.

Voor de markt in Sukawati staat op het kruispunt een grote brandweerauto en er is veel politie op de been. Het verkeer wordt stilgelegd, er staat iets te gebeuren. Het is musim ngaben, het crematie seizoen. Dat kan omdat crematies hier lang niet altijd vlak na het overlijden plaatsvinden, soms pas jaren later. Er moet eerst gespaard worden want het zijn dure grappen. Nou ja, grappen… Het blijkt een groepscrematie. Voorafgegaan door ettelijke trommelaars komen uit een zijstraat vijf reusachtige, kunstig gemaakte stieren. Ze zijn op een bamboe rek vastgezet en worden elk gedragen door tientallen lachende en joelende mannen. In de stier bevindt zich het lichaam van de overledene, op de stier heeft een bloedverwant, meestal een zoon, plaatsgenomen. Als ze op het kruispunt aankomen blijkt het trommelen nog vele malen luider te kunnen en tientallen kinderen die bovenop de brandweerauto staan schreeuwen de longen uit hun ranke lijf.  Ook de dragers laten zich niet onbetuigd. IMG_0998

Wild bewegend worden de stieren telkens tegen de klok in gedraaid en de plateaus zo gekanteld dat de stier naar de aarde kijkt. Het tegen de klok in draaien is om de dode duidelijk te maken dat hij of zij terug moet naar de aarde, terug naar de oorsprong. Volgens Ketut gebeurt het ook wel dat de bevolking de dode niet mocht en dat zo wild wordt geschud en gedraaid dat de hele boel kapot gaat. Zover kwam het in Sukawati, gelukkig, niet. Misschien ook wel met dank aan de brandweer die water over het hele gebeuren bleef spuiten om de boel koel te houden. Na een minuut of twintig zetten de trommelaars een iets lager tempo in en stuk voor stuk verdwenen de stieren met de menigte weer in de zijstraat. Hoe de doden er intussen bijlagen zal niemand ooit weten, de stoet ging op weg naar de locatie waar de verbranding plaats zou vinden. Het was een fascinerend gebeuren dat me flink heeft geschokt. Voor de hand liggende vergelijkingen hielden me lang wakker en pas heel laat dacht ik aan een van mijn vaders grapjes. ‘Doe voor mij geen moeite met een dure uitvaart, de begraafplaats is vlakbij, ik loop dat laatste stukje wel. Tja, dat zou ik ook prefereren, als het zo moet loop ik wel.

Om de economische crisis een beetje het hoofd te bieden werkt R., een Amerikaan, tijdelijk op een bouwplaats in Sumba. Een nogal afgelegen eiland, aanmerkelijk minder geavanceerd dan bijvoorbeeld Bali, het gaat er vaak ruw aan toe. Ooit zag ik de pasola daar, een massaal schijngevecht van honderden ruiters op kleine paardjes. Na een korte tijd moest de politie ingrijpen want de schijn was er af, het werd gevaarlijk. Nu hoor ik dat in het dorp vlakbij de bouwplaats van R. vorige maand 27 mensen zijn omgekomen bij gevechten tussen lokale groepen. Het is me onduidelijk wat voor een bedrijfsleiding een man als opzichter aanstelt die geen Indonesisch spreekt – R. spreekt alleen Engels – maar het lijkt me geen goed plan. Ik hoor van volop ruzie met werkers, ik neem zo maar aan voor een goed deel veroorzaakt door onbegrip, en ’s avonds loopt R. een paar kilometer alleen naar zijn tijdelijke behuizing. Sumba is een prachtig eiland met lieve mensen. Vakantie wil ik er wél houden.

Of een huwelijksreis, ik heb heus wel mogelijkheden. Toen ik van de week bij een firma waar ik wel vaker kom mijn koffie kreeg bleef de dame die de koffie bracht een beetje plakken. Waar ik woon wist ze zo ongeveer al, hoe ik heet en dat ik een mooie motor heb, Nederlander ben, Indonesisch spreek… Eigenlijk kent ze me dus door en door. Vandaar waarschijnlijk haar toch wat verrassende aanbod; we konden wel gaan trouwen. Mijn terughoudende reactie weet ze aan een gebrek aan inzicht in de voordelen maar ze was graag bereid die even toe te lichten. 24/7 hulp in de huishouding, ze kan koken dus ook dat is geregeld, ze bezit zelf een motorfiets en ze heeft twee kinderen, implicerend dat die susah in ieder geval al achter de rug is. Hoewel mijn argument ‘ik ben te oud’ gelijk van tafel ging heb ik de boot toch af kunnen houden. Er zaten wat tranen in de glimlach die ik droeg op weg naar huis, als leven zwaar is zoekt een mens naar een nooduitgang. In een overkill aan ceremonies voor onbegrepen goden of een huwelijk met een buitenlander die wel rijk moet zijn, wie zoekt niet zo af en toe een weg waar die niet kan zijn.

Lieve groet

Frank

 

 

 

 

 

 

Tirannen

 

Lieve Allemaal

Naar eigen norm te laat met de blog, ach jam karet, rubber tijd. Ik begin me aan te passen. Wat hier vandaag niet lukt komt morgen wel en anders overmorgen. Of de dag daarop. Druk geweest met het werk voor de kleine tentoonstelling, het heet intermezzo, die zondag open moet gaan, weinig tijd voor iets anders. Intussen zijn ze er hierboven ook achter dat het droog seizoen is, elke dag mooi weer. Het betekent wel ’s avonds de tuin sproeien. Vanmorgen stond ik op en maakte de mail open, gelukkig niet gebruikelijk maar nu was er zo’n mail die de dag gelijk op manke poten zet. Verwarring, boosheid, van alles door elkaar en dan begint bij de buren een stel grootouders met hun kleinkind te spelen. Het kind kraait het uit, de grootouders ook. Hoe ik dan, voor een tijdje, verstoord kan raken over die geluiden is mij een raadsel. Frank, je werd weer wakker vanmorgen, de zon schijnt en een kind lacht. Hetzelfde steeds opnieuw leren, heet dat repeteren?

Zaterdag was het de dag van de machines. Mem Par, de hulp, was niet zo streng, de oven en andere apparaten werden vrijgesteld maar de motorfiets kon echt niet zonder een ceremonie. Ik heb de motor laten wassen, ook een motorfiets gaat schoon ter ceremonie, en ben naar het huis van de Pars gereden alwaar de motor zijn zegen kreeg en een aantal offertjes aan het stuur en de koplamp. Beter maar op veilig spelen. Bij de wasserij van de motoren was het een drukte van belang; mijn motor was niet de enige, allemaal schoon het nieuwe jaar in. De eigenaar van de wasserij kent me en ik werd oneerlijk snel geholpen. Later zie je dan overal motoren met offertjes rijden. Nogmaals, beter op zeker spelen. Dat de meeste rijders geen helm dragen en vaak zelfs niet ouder zijn dan een jaar of elf… hallo, we spreken even motorfietsoffertechnisch, daar ging het om. De upacara’s (ceremonies) vliegen nog steeds om de oren, nu weer een tweedaagse ceremonie die elk half jaar voor de huistempel moet worden gehouden, ik kan het niet meer bijhouden. En vorige week weer een uitbundige supercrematie – ja ja puriteinse Nederlanders, dat bestaat – een gigantisch hoge toren om het lichaam te vervoeren en een reuze stier van een meter of vijf hoog, de kabels over de weg moesten even verwijderd anders kon het er allemaal niet door. Kost tientallen duizenden euro’s, ook deze keer betrof het iemand van het vorstenhuis van Ubud. Volgens Frans doen ze het met plezier, ze verdienen aan de film- en uitzendrechten. Zou zomaar kunnen. Hee opa, we hebben geld nodig, wat dacht je ervan…

Het zwembad is klaar en het ziet er geweldig uit. Ik kan haast nog niet geloven dat ik, ik dus, een zwembad heb in eigen tuin maar zo is het wel. Eerst lekte de overflow nog een beetje maar dat is intussen ook verholpen en gisteren zwom ik voor het eerst in eigen zwembad. In het vervolg dus elke dag baantjes trekken en ik schat dat ik, in zo’n vier weken getransformeerd ben in een wel gespierde adonis. Bij succes volgen verdere berichten.IMG_0978

Zoef de hond en mijn moeder, ze hebben niets met elkaar te maken. Maar toch… Zoef probeert met me te praten en vaak begrijp ik wat hij wil, vaak ook niet. En dan – ja ik denk ook dat het idiotie is – moet ik aan mijn moeder denken. Zij had afasie en ik heb me regelmatig verbaasd hoe het mogelijk was dat ik dat wat ze bedoelde begreep. Yip yip yip en even denken… oh, oom Arie is volgende week jarig. Geen idee waar ik het vandaan haalde, lijntjes die we niet hoeven te begrijpen. Soms ging het niet en dan zag ik de onmacht in haar ogen en zij in de mijne. Onmacht in de ogen van je moeder, dat snijdt diep. Aan mijn moeder denken door de hond, misschien hoort het niet maar ik ben bezig te accepteren dat ze er niet meer is en misschien juist daarom is ze overal. Terecht zei een vriend dat als je moeder 92 is en overlijdt en je bent totaal van de weg weg, je niet hebt voorgesorteerd. Mijn moeder was 93 maar ik mis haar. Verdriet hoort er ook bij, ik geef het maar de ruimte. (Een imponerende tekst uit islamitische hoek onderaan deze blog.)

De partner van een journalist die onthullingen van Snowden naar buiten bracht werd negen uur vastgehouden en ondervraagd op Heathrow. Volgens de politie had hij levensbedreigende gegevens bij zich. Wonderlijk genoeg lieten ze hem na die negen uur toch, zonder verdere consequenties, gaan. Bij The Guardian werden harde schijven uit de computers vernietigd, de Engelse premier initieerde die actie.  Een Nederlandse minister wil drones, onbemande vliegtuigjes, inzetten om ons in de gaten te houden. Afluisteren, mails onderscheppen, in de gaten houden. En ik moet geloven dat het het allemaal waard is. Terroristen blijven vast wel stom genoeg om hun plannetjes, in bijvoorbeeld Jemen, via de telefoon of email te bespreken en dat is een opsteker. Naast de tirannie van te groot geld doet een nieuw monster zijn intrede; big brother. Onder het mom van ‘als u niets te verbergen heeft maakt het toch niets uit?’ worden we onderhorig gemaakt aan een ongecontroleerde maffia die vrijheid en mensenrechten als lastig ervaart – op zijn minst. Het is tijd om die tekst op het monument op het Weteringcircuit nog eens goed tot ons te nemen. H.M. van Randwijk schreef daar  ‘Een volk dat voor tirannen zwicht, zal meer dan lijf en goed verliezen, dan dooft het licht.’

Op talloze plaatsen in de wereld doen tirannen hun vernietigend werk, aangestaard door een machteloze VN en veiligheidsraad. Het is dan al te makkelijk het gevaar in eigen huis niet te zien of te onderschatten. Maar een volk dat voor tirannen zwicht… Overheden met de visie van een rekenmachine, buigen voor multinationals – de werkverschaffers – die als het er op aan komt helemaal niet bekommerd zijn om werkgelegenheid. De Rabo (een coöperatie nota bene) ziet zijn winst wat dalen en flikkert een flink aantal mensen op straat. En daar is, helaas, niets uniek aan. We zijn het zelf, wij accepteren hoe het gaat en pikken ons graantje mee. De overtuiging dat we met zijn allen een systeem in stand houden, politiek en economisch, dat volstrekt niet deugt is waarschijnlijk niet populair maar ik kan het niet anders zien.

Ik heb nog wel eens kritiek op Bali en de manier waarop hier met de dingen omgegaan wordt maar ook; kom naar Bali en zie de trots en blijheid van eerlijk handwerk. Ontdek hoe bv de bouwers van mijn zwembad een waardigheid ontlenen aan het feit dat ze tegen een eerlijke prijs, genoeg om plezierig van te leven, iets gemaakt hebben dat staat en mooi is. Ontmoet een glimmend lachende Pak Par die blij is met het resultaat van zijn werk. Vergelijk die houding met willekeurig welke multinational. Een volk dat voor tirannen zwicht zal meer dan lijf en goed verliezen, dan dooft het licht.

Lieve groet Frank

 

Dit menszijn is een soort herberg, 
elke ochtend een nieuw bezoek. Een vreugde, een depressie, een benauwdheid, 
een flits van inzicht komt
 als een onverwachte gast.Verwelkom ze, ontvang ze allemaal gastvrij, 
zelfs als er een menigte verdriet binnenstormt die met geweld je hele huisraad kort en klein slaat. Behandel dan toch elke gast met eerbied.
 Misschien komt hij de boel ontruimen
 om plaats te maken voor extase. De donkere gedachte, schaamte, het venijn,
 ontmoet ze bij de voordeur met een brede glimlach
 en vraag ze om erbij te komen zitten. Wees blij met iedereen die langskomt. De hemel heeft ze stuk voor stuk gestuurd 
om jou als raadgever te dienen.

Jalal ad-Din Rumi (Perzië, nu Tajikistan) 1207 – 1273

 

 

Saraswati

IMG_0975

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Lieve Allemaal,

Het verkeer in Bali is nu niet direct strak geregeld, er is genoeg verboden maar niet zo streng. Defensief rijden is een voorwaarde om niet in    moeilijkheden te komen. Voor, achter en opzij kijken en natuurlijk ook naar beneden want hier en daar zitten potholes, groot genoeg om over de kop te gaan. Rond deze tijd komt het allemaal nog wat kritischer; overal groepen marcherende kinderen die menen recht te hebben op de hele weg. De meest felle van de klas gaat voorop – één twee drie vier, één twee drie vier gilt het over de straat. De rest loopt er in stram militaire pas achteraan, verbeten gezichten, de armen zwaaiend langs hun kinderlijven. Het is een triest gezicht, kinderen en militairisme gaan niet samen. Alles ter gelegenheid van 17 augustus, de onafhankelijkheidsdag van Indonesië. De dag wordt nog steeds met veel militair vertoon gevierd; het vieren naar mijn mening mooi, de manier waarop stukken minder. Overigens zijn er nog steeds Nederlanders die als onafhankelijkheidsdatum december 1949 zien, pas toen ging Nederland met de zelfstandigheid akkoord. (!) Weinigen zijn nog in leven die het allemaal bewust hebben meegemaakt, het ligt allemaal ver terug in de geschiedenis. Dat de sporen veel langer overleven, ach, wat is nieuw. Marcherende kinderen…

Gisteren was het Saraswati, een feestdag in Bali, iets met een dag voor de traditionele genezers. Het gepiep van verkeerd ingestelde geluidsinstallaties drong al vroeg in de morgen tot mijn balkon door, ‘s morgens om halfzeven werd ik wakker van zingende kinderen. Balinezen hebben gevoel voor melodie en ritme, niet voor zang. Later barstten allerlei activiteiten los, meestal gesitueerd rond de tempel, en het kostte allemaal weer veel geld. Offeren hoort er nu eenmaal bij, een steeds verder opgeblazen praktijk die alles met prestige van doen heeft en weinig of niets met godsdienst. Intussen brengt het nogal wat Balinezen in problemen. Toen mensen van de banjar, zeg maar het dorp, van de week het geld voor de vuilverwerking kwamen halen kreeg ik gelijk een brief. Het bleek een verzoek om een bijdrage aan de festiviteiten rond de inwijding van de gerenoveerde tempel. Waarschijnlijk om mij een indicatie te geven in welke orde van grootte ik moest denken hadden ze de kosten van het feest er maar bij gezet. 1.200.000.000 rupiah, dat is zo’n € 100.000,–. Ik heb het drie keer gelezen, dacht dat ik op z’n minst een nul teveel zag, maar nee, het klopt.  € 100.000,– voor een gemeenschap van 250 gezinnen. Dat komt neer op meer dan een fraai maandsalaris per gezin. Voorlopig is ieder gezin hier ingeschaald voor € 220,– (een goed maandsalaris dus), het mag in termijnen betaald. De rest volgt na afloop van de ceremonie. Hoe het precies werkt ontdekte ik gisteren toen mijn aannemer hier kwam om geld te lenen om die kosten te voldoen. Voor vandaag moest alles betaald, anders wordt je naam als wanbetaler omgeroepen in de tempel tijdens diezelfde feestelijkheden. Een uiterst effectief dreigement, die schande is onverdraaglijk.

Een gemeenschap geworteld in angst. ‘Dienen’ van de goden als voertuig om ‘beter dan jij’ te zijn, wie achterblijft hangt want die geeft niets om de goden en is dus een slecht mens. De doodenge spiraal van fanatisme. Ik vind het nogal lastig om mee om te gaan. Hoeveel mag je zeggen, mag je wel iets zeggen? In voorzichtige gesprekken met Pak Par, de aannemer, zijn we het er wel over eens dat er geen god is die dit verlangt en dat het geld veel beter besteed kan en zou moeten worden. En dit is niet de enige keer dat waanzinbedragen worden verlangd, de lijst is eindeloos. In het westen is meer dan een maandsalaris offeren voor de meesten een onhaalbare uitspatting, hier komt het dichtbij financiële zelfmoord. Maar de sociale druk weerstaan blijkt geen optie; je bent deel van de gemeenschap of een paria. Kies maar.  Zodra Pak Par het geld had ging hij snel, en opgelucht, betalen. Ik vraag me af of mijn voorzichtig gerammel aan een bouwsel van dictatuur enige zin heeft. Uiteindelijk zullen de Balinezen zelf een weg naar ander inzicht moeten gaan. Of niet, het is aan hen.

Ik ontmoette D. en zijn vrouw, Australiërs van zo tegen de zeventig. Ze komen vaker in Bali, vinden het hier heerlijk en willen nu hier een huisje kopen. ‘Wat heb jij een mooi leven, en zo interessant’ vindt D. ‘Gewoon doen wat je wilt, ik heb mijn hele leven hard gewerkt, dag en nacht zo ongeveer, en geen tijd genomen te genieten. Maar ja, die tijd was zo.’ Ik begrijp hem wel, ik kom van dezelfde school maar had het geluk dat ik kon kiezen voor een tandje lager. Het is een vreemd fenomeen dat je misschien wat ouder moet worden om je aandacht te verleggen naar wat echt telt al is het, denk ik, winst als je daar überhaupt komt.

Homo’s moeten niet worden veroordeeld vindt de paus. Mooi, heel mooi. Van diverse vaticanologen – wat een leuk woord voor scrabble – moet ik begrijpen dat hij vooral ook uit politieke overwegingen niet verder kan gaan dan die onzinnige, want uiterst logische, uitspraak. Onzinnig en logisch want als je gelooft in die god is het evident dat je zijn schepping niet ten dele af kan keuren. Politieke overwegingen, in de schoenen van de visser. Hoor ik een haan?

Het zwembad is nu echt bijna klaar. Ik geloof dat dit de derde nieuwsbrief is waarin ik dat meld maar ja, ceremonies, ceremonies… Als alles meezit kan ik eind van de komende week de dag beginnen met een duik. Volgende week komt ook een nichtje op bezoek, kan die ook zwemmen. Ze is nu op Sumba, beetje bijzondere bestemming, weinig toeristen. Als ze komt moet ik haar maar eens vertellen dat haar oma en mijn moeder daar bijna twintig jaar geleden al waren. In een gammele landrover door een soort rivierbedding de berg op. ‘Ik snap het niet’, zei de chauffeur. ‘Ik had vorige week twee jonge Duitsers en die waren doodsbang en uw moeder en tante zitten maar te lachen.’ ‘Ze weten niet wat er mis kan gaan’ vond ik. Misschien was dat zo, waarschijnlijker is dat ze hadden besloten te genieten en erop te vertrouwen dat het wel goed kwam. Moet ik ook vaker doen.

Veel liefs, Frank

we zijn mens

mandela:zapiroLieve Allemaal,

In het grote kantoor hierboven hangt de kalender blijkbaar nog steeds op maart of april. Is de klerk ziek of zo of wordt er niet gewerkt vanwege ramadan? Slechte organisatie en wij zitten met een verlengde regentijd. Ik niet alleen, ook voor de dieren regen en zij hebben geen fatsoenlijk dak boven het hoofd. Twee ratten hebben er iets op gevonden; mijn slaapkamer. Lekker droog en leuke pluisjes en stofjes voorhanden om een nestje van te bouwen. Ik ben het er niet mee eens maar zo schijnt het te gaan. De oogst is van het land en tot er nieuwe rijst staat zoeken ze hun heil elders. Als het aan mij ligt wordt het een eeuwig heil. Ik heb ‘hapjes’ gekocht, er is flink van gegeten en een zeer definitieve verhuizing zit er voor ze aan te komen. Niet aardig misschien maar ‘it runs in the family’; mijn opa verzorgde de rattenbestrijding in de haven van Amsterdam. Met tokeh’s (gecko’s) kan ik leven – terwijl ik dit schrijf zit er eentje me indringend aan te kijken vanaf het plafond – maar ratten…

Mijn moeder placht te zeggen dat, naarmate je ouder wordt, de tijd sneller gaat. Lief mens maar wel een beetje gek, dacht ik. Maar alweer had ze gelijk. Het is eind juli en het lijkt pas gisteren, maar ik ben alweer een jaar weg uit Afrika. Houden van in combinatie met loslaten gaat me niet goed af. Het hoeft ook niet lijkt me, al heeft ook verbondenheid haar prijs. Nogal wat berichten van daar maken bezorgd.

T. moet naar de Oostkaap voor de begrafenis van een nichtje met wie hij op school is geweest. Ze is vermoord. Het staat er simpel in die email maar wat voor een wereld ligt daarachter? C. zit nog steeds ziek in zijn huisje in Alex. De behandeling van zijn ziekte is net voldoende om hem op de been te houden, meer lukt blijkbaar niet. Een goede behandeling afdwingen is een dagtaak en dan nog. Er is geen geld voor een goede gezondheidszorg terwijl het grote graaien door een groepje machtigen – inclusief de familie van Mandela – ook in Zuid-Afrika steeds grotesker vormen aanneemt. Het idee dat succes en levensvervulling gemeten moeten in geld en macht, exporteren we dat vanuit het westen of is het mensen ingeboren? Of zijn we gewoon te bot om de ellende die ervan komt tot ons door te laten dringen?

Mijn denken gaat nogal eens over in biddende gedachten; dat het beter zal gaan. De potentie is er, zonder garantie voor succes. Kleine lichtpuntjes moeten de moed erin houden. Op Mandela’s verjaardag was er opnieuw de actie om 67 minuten lang iets belangeloos voor een ander te doen. 67 minuten voor Madiba; ik hik wat aan tegen die 67 minuten. Als een mensenleven een flits is op de eeuwigheid, wat is dan 67 minuten. Leven naar onze overtuigingen zou, in ieder geval voor de meesten van ons, een aanmerkelijk rijkere oogst opleveren dan 67 minuten per jaar voor een ander. 67 minuten, het is een begin.

Intussen is Bali een oase van (relatieve) rust. Het werk aan het zwembad gaat gestaag door en hoewel dat veel herrie geeft is het een genoegen te zien met hoeveel plezier en vooral ook trots eraan gewerkt wordt. Blije gesprekken met de werkers waarin zij melden dat het zo mooi wordt. De uitdrukking ‘het mooiste zwembad in Bali’ lijkt me overdreven maar als ik dan die stralende ogen zie… In die ogen in ieder geval wel. En dat klopt ook als je het zelf gemaakt hebt. Dat het bij hen ook een beetje ingegeven wordt uit een ‘lekker puh’ gevoel naar het minder geslaagde zwembadje van de buurman die ze niet meer aan het werk wil hebben; het zijn mensen.

Op een andere manier kwam die gedachte deze week ook langs. Er deed zich een probleem voor; er was telkens geld weg. Geen grote bedragen maar toch. Het is eigenlijk al een tijdje dat ik het min of meer weet maar uit zorg niet tot beschuldigen over te gaan voor ik het absoluut zeker wist bleef ik voorzichtig. Toen het bewijs er onomstotelijk was kon ik het nog steeds slecht geloven, het was duidelijk wie het deed maar… Kleine bedragen, elke dag een beetje – zo doorgaan was geen optie. Lastig in een omgeving waarin alles met elkaar en iedereen verwant of verweven is en waar ik gast ben. Want dat blijft zo, een niet-Indonesiër kan hier dertig jaar of langer wonen, hij blijft een tamu, een gast. Anders dan in Afrika, waar de bevolking waarlijk multicultureel is verraadt een huidskleur of een accent hier dat je buitenstaander bent en buitenstaanders, ik schreef het in mijn vorige blog al, die hebben ‘het’ meestal gedaan. In een situatie waarin misschien wel harde woorden zouden moeten vallen is het in ieder geval lastig. Voors en tegens afwegend ben ik dan met zo’n probleem bezig. Op een andere, veel belangrijker grond heb ik het opzij geschoven. We zijn mens.

Ik leef simpel. Van een budget waar ik het in Nederland nog geen week mee kon doen red ik het hier, met voorzichtigheid, een hele maand. Armoede en rijkdom zijn relatief. De hele straat is zonder vervoermiddel en ik heb een fiets; ik ben rijk. Ik heb nog steeds die fiets en de hele straat heeft een auto; ik ben arm. Hier heb ik een mooi huis met een tuin, een zwembad is onderweg (cadeau, maar toch) en mijn motor is niet op afbetaling; voor de meeste Balinezen ben ik een rijk man. En dan ligt daar een portemonnee en daar zit wel, omgerekend, honderd euro in, allemaal briefjes van 100.000 rupiah. Hoe groot is dan de verleiding? We zijn mensen.

Nee, stelen kan niet, ontoelaatbaar, vind ik ook. Maar een nieuwe kans, nog een keer proberen, dat kan wel dunkt me. Daarom maar een bedekte waarschuwing – hier gaat erg veel tussen de regels – en hopen dat het goed gaat. Wat kritisch kijken in mijn eigen geschiedenis moet de teleurstelling over beschaamd vertrouwen wel kunnen overwinnen. De stapel nieuwe kansen in mijn leven is niet te overzien.

Soms zijn feiten zo bizar dat het geen waarheid lijkt te kunnen zijn. In Zimbabwe is een ziekenhuis waar bevallende vrouwen voor elke schreeuw een 5 dollar boete betalen. (bron: Transparency International)

Veel liefs,

Frank

Ik ben omdat…

Lieve Allemaal,

Achter de pijpenstelen zie ik nog iets van de sawah, veel is het niet. Regen, het is nodig, weet ik, maar ik word er een beetje gek van. Al dagen hoost het. Dat het de droge tijd is, is hierboven niet doorgedrongen. De vijver loopt over en de septic-tank schijnt vol water te staan. De gevolgen van het laatste laten zich, zeker in het kader van een frisse blog, niet wel beschrijven. De bouw van het zwembad stagneert maar om me heen kijkend vraag ik me af of er wel een zwembad nodig is. Regen. Buiten natuurlijk en ook vanbinnen een beetje. De realisatie dat het nu echt… Het komt vertraagd binnen denk ik. Er is mee te leven en het komt wel goed maar voor nu vullen dagen zich met beelden van wat niet meer komt, met een terugkijken dat tegelijk veel andere deuren opent. Het mag wel. Ook voor rouwen is een tijd, ook je ongelukkig voelen is een deel van ons zijn.

Het was wat laat toen ik thuis kwam. Gehaast want op een opening bedacht ik opeens dat ik Zoef, de hond,  die morgen geen eten had gegeven. Normaal neemt de hulp gekookte rijst met vis voor hem mee maar het was zondag… geen hulp. Toen wist ik ook waarom Zoef ‘s morgens zo uitermate aanhankelijk was. Overtuigend bewijs dat Zoef een stomme baas heeft is intussen geleverd. Toen ik thuiskwam was Zoef, toch nog, blij me te zien. Hij at een volle bak leeg en ik denk dat hij me intussen vergeven heeft.                                  De werkers aan het zwembad waren nog aan de gang en hadden ook een nieuwtje; ze hadden net drie Javanen van het weggetje gejaagd. Ze gingen ervan uit dat het potentiele inbrekers waren want zo zijn die Javanen – dat weet iedereen.                                    Jaren terug vertelde een Balinees me dat ook alle hoertjes hier Javaanse zijn. Mijn opmerking dat ik ze gezien / gehoord had die Balinees spraken werd snel gepareerd. ‘Ze leren eerst Balinees weet je, dan vallen ze niet op’. Ook hier in Bali komt het kwaad van buiten.                                                                                                                                  Het moet een soort van uitwisselingsprogramma zijn want in Banyuwangi, net in Java, blijken het altijd weer Balinezen die rottigheid uithalen. Wel mooi eigenlijk, zo voelen we ons allemaal goed en beter. En handig hoewel niet nieuw, de ander loopt altijd risico. Je zoekt een paar foute gevallen – in uw en mijn kringen niet te vinden natuurlijk maar elders.., tja. Door afstand te houden tussen mezelf en de anderen houd ik misstanden buiten het domein van mijn eigen verantwoordelijkheid. Het Afrikaanse antwoord; Ubuntu – ik ben omdat wij zijn, vergeet ik wel eens bij me te steken.

Bij de buren was een feestje. De drie huisjes zijn (praktisch) klaar en er moest natuurlijk een ceremonie komen om het allemaal geschikt te maken voor gebruik. De priester begon ’s morgens om tien en was er toch tot bijna twee mee bezig. Tja, drie huisjes. Daarna feest met veel kip, bier en domino spelen. Dat laatste klinkt onschuldig maar het is hier een, voor mij onbegrijpelijk, gokspel en er gaat veel geld in om. De werkers die wel uitgenodigd waren zag ik per ronde een dikke dag salaris inzetten en, zo gaat dat, meestal verliezen. Niet alle werkers waren er, sommige waren niet welkom. Er is ruzie of in ieder geval een fors meningsverschil.

Dat zit zo: de eigenaar heeft duidelijk boven zijn macht gegrepen met de bouw, hij heeft schulden tot ver voorbij zijn oren en er moet dus op de rupiah gelet worden. Daarom vond hij dat een paar van de werkers die hij wat langer kent, maar een tijdje moesten wachten op hun geld. Dat was misschien nog goed gegaan als niet in dezelfde tijd de aanschaf van allerlei dure materialen en machines doorgegaan was. De (nog) niet betaalde werkers vonden dat niet leuk en wilden niet meer werken voor hun minisalaris er was.

Op zijn beurt vond de eigenaar dat niet positief en zo konden de opstandige werkers het feest vergeten. Het behoedde ze voor verliezen bij het domino, dat wel. Raden van bestuur die zichzelf eens op een lekkere bonus en opslag trakteren en er zoveel mensen uitknikkeren, wat is nieuw? Hier hadden die werkers tenminste nog de moed te zeggen dat de bouwheer de pot op kon. Bij ons heet het marktwerking. Het aandoenlijk gefröbel met nieuwe beroepscodes, beloften en voorschriften is een wel erg triest substituut voor simpel begrip van wat mens zijn echt inhoudt. Ik ben omdat wij zijn.

Enfin, de eigenaar van de huisjes hoopt op snelle en langdurige verhuur. Ik heb er een hard hoofd in, er is hier bepaald geen woningnood, overal staan huizen te huur. Hij heeft ook nog een aantal sawah’s . ‘Hoe gaat dat dan?’ vroeg ik hem. ‘Dat brengt toch ook geld?’ Het blijkt niet zoveel te zijn. Iemand bewerkt het land, zet de rijstplantjes uit en verzorgt het tot en met de oogst en dan krijgt de eigenaar van het land een derde van de opbrengst. Als je ervan uitgaat dat een derde opgaat aan de kosten van zaaigoed en dergelijke, krijgen dus eigenaar en werker elk de helft van de netto winst. Het klinkt mij in de oren als heel redelijk.

Mijnheer van Beurden wordt de nieuwe grote man bij Shell. Gelijk zijn voorganger zal hij er aan blijven werken dat de winsten van de aandeelhouders hoog blijven. Er werken daar 90.000 mensen. MENSEN! En mijnheer van Beurden ziet als zijn grote opgave de winsten van de aandeelhouders hoog te houden. Topman vergeet de helft van zijn taak, ‘medewerkers’ werd ‘human resources’. For Farmers, een boerencoöperatie, wil naar de beurs. Nu in eigendom en onder zeggenschap van de leden/boeren, wordt het dan een bedrijf in handen van anonieme aandeelhouders. De boeren, ooit eigenaar, verworden tot instrument om meer geld te verdienen. Laat de boeren maar dorsen. Human resources.     Soms droom ik van een groot plein met veel mensen, duizenden, honderdduizenden. Human resources die het niet langer pikken en gewoon weer mens willen zijn.

Op het terras, vanavond met vest want het is fris, is het een herrie van belang. Alles is nat en vochtig dus kikkers alom. Eén kikker, zit in het half afgebouwde zwembad, een mooie klankkast, zeer luidruchtig te zijn. De muziek van de stereo zet ik maar uit, het is zinloos. Pas na tien keer gaan kijken – elke keer als ik kom houdt hij zich stil – ontdek ik hem. Het heel kleine kikkertje met een bijzonder grote mond besluit gewoon te zeggen waar het op staat, luid kwakend kijkt het naar me op. Dag kikker, goed plan!

Veel liefs,

Frank

166 mensen zitten 11 jaar vast, zonder aanklacht, zonder proces, en een honderd daarvan worden nu – ook dat tegen elke internationale wetgeving in – gedwongen gevoed. Met inachtneming van de ramadan, dat wel.

Yes we can! Well, why don’t we then?