Ten eerste

Lieve Allemaal,

De laatste blog van dit jaar, en op het laatste moment. Ik had me voorgenomen in het vliegtuig naar Nederland te schrijven maar het kwam er niet van, vliegen is niet mijn favoriete bezigheid. In steeds kleinere stoeltjes, knieën naast de oren, karige maaltijden eten met mes en vork vanuit de elleboog, een filmpje kijken mét reclame – niet echt leuk. Voor mijn stoel, “uiterst gunstig aan het gangpad” moest ik twintig euro extra betalen, alleen stoelen achterin waren ‘gratis’. Ook mijnheer KLM let op de kleintjes. Bij mij kwam het woord gratis, ik had per slot al een fors bedrag betaald voor die ticket, niet heel goed aan. En de service, ach ja, de service… Soms zit het mee en soms zit het tegen. Deze keer nogal tegen, de steward had waarschijnlijk een opleiding kleuterleider achter de rug. En nog wel zo duur allemaal, ‘Nee, dan vroeger’, dacht ik, want opa-achtigen denken dat nog wel eens; vroeger. Vroeger is in dit verband meer dan dertig jaar terug, de eerste keer naar Indonesië. Het goedkoopste ticket, tweeëndertig uur onderweg met een stoptrein, was 2200 gulden. Met inflatie doorgerekend zou dat vandaag ongeveer 3000 euro moeten zijn, wat ik nu betaalde was iets meer dan een derde van dat bedrag. We willen veel dus kwantiteit gaat boven kwaliteit, en niet alleen met vliegen. Dat met de vermindering van de kwaliteit van producten, de kwaliteit van leven ook achteruit gaat.., ach, we hebben er dan wel heel veel van.

Nederland, nu mijn moeder er niet meer is, is het anders. Geen reden meer om van Schiphol direct naar Amersfoort te rijden, geen snel eerste bezoek om me, nog slaperig van het tijdsverschil, in blijheid te dompelen. Een spil waar eigenlijk elk verblijf in Nederland om draaide is er niet meer. Alles stroomt. En kerst hier vieren was mooi, voor oudjaar weet ik het minder. Gewoon een mensengemaakte, onzichtbare drempel en toch roept het bij mij altijd weemoed en een ietwat verdrietig gevoel op. Het onvermijdelijke terugkijken, veel zien wat mooi en goed was, ook wat wat mis ging of verloren komt pregnant in gedachten. Oudjaar, er geen drempel van maken maar een mijlpaal, een monument op mensenmaat van ‘tot hier zijn wij gekomen’. Ik ga mijn best doen.

Ik kwam de dag voor kerst in Nederland aan en bij de douane, in de winkeltjes op Schiphol en in de trein was iedereen zo aardig dat het opviel. Misschien ook een beetje door het contrast met de crew in het vliegtuig, maar meer omdat de kranten een beeld schetsen van een Nederland dat er niet geweldig uitziet. Teveel gemekker, teveel onzin maar bij alles dat Nederland beroerd, bij de golf van oorlog, ellende en onaangenaamheden die de wereld overspoelt, is het makkelijk te vergeten dat de meeste mensen graag goed en beter willen (zijn). De taal van intolerantie en onverdraagzaamheid is over de hele wereld dezelfde, het is meestal niet de taal die mensen onderling gebruiken.

Meestal niet, maar hoe in hemelsnaam wordt iemand die niets anders doet dan haat zaaien politicus van het jaar? Ik dacht dat politiek iets te maken had met (behoorlijk) bestuur maar het is dus een spelletje dat je kunt winnen met een grove bek, inhoud is van geen belang. De mogelijkheid dat er wel op inhoud is gelet wil ik maar niet overwegen. Hoewel haat en frustratie zo onderhand zijn oren uit moeten komen, denk ik dat het geknutsel aan een sticker van beledigingen een weloverwogen zet is. Politiek gewin zoeken ten koste van een ander. Het werd beloond met een ‘titel’, vanaf nu een behoorlijk besmette titel lijkt me zo. Politieke spelletjes, wat ben je eerst, mens of….

In Indonesië staat pluralisme onder druk. De meeste mensen onderschrijven nog steeds de uitspraak dat er één God is die vele namen heeft, een minister van ‘geloofszaken’ verklaart intussen dat hij ‘geen mensen wil dwingen om van geloofsrichting te veranderen, hij wil ze slechts informeren over het juiste geloof’. Een paar honderd shia’s leven in opvangkampen omdat ze Madura uitgejaagd zijn, het bouwen van een kerk wordt al moeilijker. Politici graaien er lekker op los en houden het volk bezig met onwezenlijke ‘problemen’ die helemaal geen problemen zijn, gebaseerd op een vermeende identiteit gaat verdraagzaamheid het putje in. Wat ben je eerst, mens of…

‘Wat ben je eerst, mens of ondernemer?’. Een retorische vraag, het antwoord lag meer dan voor de hand… dacht ik. We spraken over de fabricage van allerlei, van kleding tot elektronica, die in met name het verre oosten plaatsvindt en over de mijnen in Afrika. In hoeverre is het aan de opdrachtgevers oog en zorg te hebben voor de arbeidsomstandigheden bij hun leveranciers? media_xl_2018869Een fabriek die gewoon in elkaar stortte,

 

 

 

 

 

 

werkweken van tachtig uur of meer, ‘salarissen’ gelijk een slechte fooi, kinderarbeid en werkers die het niet meer aankunnen en hun eigen leven nemen. ‘Het is de taak van de ondernemer de winst te optimaliseren’, vindt R., ‘dan kun je je daar niet mee bezig houden.’ Bij alle moeite die R. zich getroost zijn kinderen tot verantwoordelijke leden van de maatschappij op te voeden, en daar werkt hij echt heel hard aan, vergeet hij dat een wereld waarin mens zijn op de tweede plaats komt onleefbaar is. Wat ben je eerst, mens of …….?

Voor het komende jaar wens ik mezelf en jullie allemaal dat we ons mens zijn voorop kunnen stellen, als ik mezelf een beetje wil kennen is begrip voor een ander inclusief. Als we onze woorden en daden kunnen laten samenvallen, wordt het een mooi jaar. En dat wens ik jullie van harte toe, een goed en gelukkig jaar.

Veel liefs, Frank

Licht

mandelahoughtonnightday1delwynverasamy08654

Speciaal buitenlanders vonden de reacties verwarrend. Waarom, vroeg journalist na journalist, dansen de mensen? Omdat dat is wat we doen als we gelukkig zijn, zeiden ze, het verscheiden van de gever neemt niets weg van de waarde van de gift. (voor het huis van Mandela in Houghton, Johannesburg, uit de Mail & Guardian)

Lieve Allemaal,

Van alle reacties die volgden op het overlijden van Mandela, vond ik die, die hem tot een heilige probeerden te verklaren, misschien wel het meest storend. Het lot van de waarlijk groten; maak ze nog groter en het wordt een onhaalbaar plan er zelfs maar aan te willen tippen. Noem ze een voorbeeld, een bron van inspiratie, een gigant tussen dwergen; de heiligenstatus maakt dat jij het mag doen met een slap aftreksel. Wie immers is een heilige? Het kleingeestig zoeken naar wat er fout ging in zo’n leven, de kranten komen er al mee, wordt dan, hoewel vaak geschreven met de bedoeling af te breken om zijn werk terzijde te kunnen schuiven, feitelijk een pleidooi tot navolging. Een mens, met alles wat bij mens zijn hoort, deed wat hij deed. Wie hem als een voorbeeld wil zien doet er goed aan zich te realiseren dat bij al het grote wat hij deed, hij mens was, met mogelijkheden én beperkingen, net als wij. Juist dat maakt hem imponerend en tegelijkertijd een wens tot navolging haalbaar. Ook al zijn het alleen ‘kleine’ dingen die op ons pad komen, nog steeds kunnen we groot zijn, in mijn omgeving ken ik legio voorbeelden die daarvan getuigen.

‘Zeg’, komt de hulp binnen, ‘dat is toch wel heel zielig voor K hé, verschrikkelijk’. Het zou voor me pleiten als ik dan zeg ‘Ja, het is heel erg’ of iets in die trant, en de roddel de weg versper. Dat geeft de rest van de dag dan wel veel te denken… ‘Wat is er zo zielig?’, vraag ik. En dan komt het verhaal. De dochter van K, niet getrouwd, is zes maanden zwanger, het is niet meer te verdoezelen, en nu is K’s naam, eigenlijk die van zijn hele familie, waardeloos geworden. K’s goede reputatie is aan gort zogezegd. Kasian K. (kasian = medelijden / zielig). Dochter wil niet zeggen wie de vader is – het zal wel een Amerikaan zijn of zo en die is natuurlijk alweer naar huis, denkt de buurt – het zou dus een kind worden zonder vader. Adu, kasian K.

Gelukkig heeft K er iets op gevonden, al zal het lang duren voor zijn aanzien in de gemeenschap weer een beetje op peil is; er is een kinderloos echtpaar in de familie en dochter is gisteren met de man van dat echtpaar getrouwd. Die zit dus even met twee vrouwen maar, als straks het kind geboren is heeft het tenminste een vader, niet zo schandelijk meer dus. Het echtpaar houdt het kind, er wordt weer gescheiden van de (tweede) vrouw, alles opgelost – min of meer. Wat vindt de dochter er allemaal van? Ik denk niet dat iemand dat gevraagd heeft of er zelfs over heeft nagedacht. Kasian dochter.

In Bali komt de meest afschuwelijke kerstverlichting weer uit de opslag, in de veronderstelling dat het belangrijk is voor die westerlingen willen winkels en restaurants er best in volgen. Vooral de kerstmenu’s zullen door het zakenleven gewaardeerd worden; meer geld voor minder. ‘Merry Christmas and Happy New Year’, wenst een ober me tijdens de lunch nu al toe. De rituelen van het westen, we begrijpen het niet echt maar als ze dat leuk vinden doen we gewoon mee. Plastic wensen, jazeker, en ik vraag me af in hoever ik me daar ook aan schuldig maak. Een goedbedoeld, maar wel obligaat emailtje dat een handgeschreven kaart of een persoonlijke wens, direct of per telefoon, vervangt; ik ga het maar eens niet doen. Met respect voor ieder die het anders doet, zoek ik liever vrede en verbondenheid met elk van jullie en wie dan ook in mijn wereld, in mijn hart. En als ik volgend weekend voor een week of twee naar Nederland ga zal ik een aantal van jullie ontmoeten. Een beetje werken, de kou overleven en mooie ontmoetingen, daar hoop ik op.

In Afrika zit iemand op een treinstation, zonder geld om naar huis te gaan voor kerst. Vuile kleren, geen zeep, geen eten, zijn studio is in gevaar want de huur is al een tijd niet betaald. En of ik kan helpen. Deze keer moest ik oprecht zeggen dat het niet kon, ooit zijn de centjes echt op. Tegelijk ben ik overtuigd dat de wereld naar de kloten gaat doordat we al te snel zeggen ‘het niet te kunnen’. Ontwikkelingshulp wordt niet beter gestructureerd maar gekort. Hulp aan de Filipijnen was op veel fora een vloek, we hebben het zelf al zo moeilijk en veel komt niet goed terecht. (Nonsens, maar zelfs als het waar zou zijn, als de helft aankomt zal je dubbel moeten geven. Betere smoes zoeken vriend.)                        

En nu weer een kerstboom, kerstcadeaus, kerstdiner én de sinterklaascadeaus op marktplaats zetten, allemaal kosten en we zijn ook nog eens heel erg druk.                       We kunnen veel meer dan we willen weten, om mijn gelijk te halen ben ik, koppig en stom, geneigd verder te gaan dan verantwoord. Deze keer even niet maar het blijft een rotgevoel dat het echt niet mogelijk was.                                                                                           ‘Wie het ziet is verantwoordelijk’, zei een vriend en zo is het, denk ik.                                 De ander laten stikken is geen optie. De grens aan mogelijkheden ligt meestal verder dan we denken al blijft het, gelukkig en uiteraard, aan ieder van ons voor zichzelf te bepalen of de grens van wat we individueel kunnen is bereikt. Dat we echter als land, een van de rijkste landen ter wereld, op dat punt zouden zitten gaat er bij mij niet in.                         Een voorbeeld en een bron van inspiratie, ik hoor het ze zeggen.                          Ontvangen en niet geven, in het licht gaan en niets reflecteren, dat deugt eenvoudig niet. Licht verspreiden waar je kunt, de hoop op beter bewaren, kan en mag je zonder gaan? En hoop, zei Vaclav Havel, is niet de gedachte dat iets goed uit zal pakken maar de zekerheid dat iets zin heeft, hoe het ook afloopt.

Het zijn overwegingen die, triest genoeg, in deze tijd van het jaar meer hun plaats lijken te hebben dan anders. Kerst komt eraan en dan kan het, alsof het niet de essentie zou moeten zijn van elke dag in het jaar. Tja, hij om wie kerst draait is natuurlijk al heel lang veel meer dan heilig verklaard… Kerst, het feest van de geboorte van het licht; buiten de zon en een pietsebeetje van de sterren, zijn wij echt de enige verlichting waar de schepping in heeft voorzien.

Lieve groet, Frank 

         

Selfie

 

Lieve Allemaal,

Het moest ooit gebeuren, we wisten het. Ik heb hem maar één keer gezien, van een afstand in de hal van een ziekenhuis, omgeven door lijfwachten die daar alleen maar konden zijn om al te enthousiaste blijken van affectie te voorkomen. Niemand in die hal wenste hem kwaad te doen, die fragiele, oude heer die de grote ruimte met gemak vulde. Respect en liefde waren voelbaar en zichtbaar. Grote, lompe mannen stonden met tranen in de ogen, dat ze dit mochten zien, iedereen was muisstil tot een dame op Afrikaanse wijze haar vreugde en bewondering uitte, toen barstte een kakafonie van blijheid los, Een bescheiden mens liep glimlachend en vriendelijk zwaaiend langs.

Uit het publieke leven was hij al weg, uit de harten van Zuid-Afrikanen en miljoenen op deze wereld kan hij niet verdwijnen, hij gaf hoop. In ons tijdsgewricht zijn er weinigen die zelfs maar in zijn schaduw kunnen staan, die zijn statuur evenaren. Terugkijken in dankbaarheid en aan het werk gaan met zijn erfenis, de beste manier om te zeggen; Dank u wel mijnheer Mandela, dank u wel Madiba.

Afrika, niet alleen door het bericht van vanmorgen denk ik er vaak aan. Dat de studio (voorlopig?) dicht is was het slechte nieuws eerder deze week en, hoewel ik er niets aan kan veranderen, het is verlies. Denkend aan mijn vrienden daar kwam ook C. weer in gedachten en ik besloot om, opnieuw, te proberen hem bellen. Deze keer lukte het. Via via had ik gehoord dat hij in het ziekenhuis lag maar hij was weer thuis, een slaperige stem nam de telefoon op. Wat zeg je dan? Dag, hoe gaat het? Inderdaad, zoiets, ik stuntel dan maar een beetje en probeer iets over de lijn te sturen dat zich niet in woorden laat vatten. En dan komt het; C. was hoorbaar ontroerd en vooral blij dat ik belde, we zwegen een flink aantal kwartjes en het was goed. God bless you zei hij voor hij ophing. En dat ontroerd mij dan weer.

Selfie; het Britse woord van het jaar! Het maakt die kans ook in Nederland en het komt in de Van Dale. Een selfie is een foto met de voorkant van je telefoon, van jezelf dus en die zet je dan op een social network. Zie je mij, hier sta ik. Misschien is het jaloezie omdat ik zelf niet goed uitkom op foto’s – nee, hoe het in real life is gaan we niet bespreken – maar eigenlijk hoop ik op juist wat minder selfie. De paus stelt dat een christen niet anders kan dan radicaal voor de armen zijn. Terecht, al kan dat niet alleen voor christenen gelden. Elk mens heeft boodschap aan de ‘revolutie van tederheid’ waar de paus voor pleit. Het kan niemand ontgaan dat het nogal urgent is.

Dennis, acht jaar geleden geboren in Nederland uit ouders uit Burundi, moet terug naar Afrika. Hij stond een aantal maanden niet onder toezicht van het Rijk en dat is wel vereist voor het kinderpardon. Moeder was uitgeprocedeerd dus Dennis uit de opvang, kinderen op straat gooien deden we toen nog gewoon. En nu voldoet hij niet aan de regels. Jammer dan. Protest van mensen die vinden dat dit niet kan maar de staatssecretaris wordt wat moe van al die ‘individuele gevallen’.

Omhooggevallen naar een van de hoogste posten van het land en de mens niet kunnen of willen zien… ‘Hoe weet je dat de dag begint’, vroeg de oude rabbi.’*

In Bali regende het, alweer. Stortregens, bakken vol, 100 mm in een paar uur. De tuin stond blank en de vijver liep over. Geen ramp hoor, het droogt wel weer op, maar er is wel iets met water. Zolang ik weet heb ik er problemen mee. Een soort Willem Alexander met z’n watermanagement maar dan omgekeerd. Het hebben van een zwembad, dat zijn 40.000 liters, is misschien ook wel de goden verzoeken. Maandagmorgen stond ik op en, ik moest drie keer kijken voor ik het geloofde, het zwembad was half leeg. Okay, ik roep het zo vaak, halfvol dan. Maar toch, duizenden liters weg. Dat had de hond niet opgedronken.

En ook stond de septic tank vol water. Daar komen geen aangename taferelen van. De euvelen zijn intussen opgelost. Vuiltje in de klep van de zwembadpomp, klep vast, water loopt terug in de reservetank, tank loopt over, water weg. Klep schoongemaakt, gaasje geplaatst zodat er geen vuil meer kan komen. En de septic tank; regentijd, teveel water in de grond, pompje eraan, overtollig water eruit, opgelost. Nee, ik geloof niet dat we hier het ene probleem met het andere op hadden kunnen lossen.

Het zijn de dingen waarvan ik geleerd heb me er geen zorgen over te maken. Nou ja, bijna niet.

Ron de glasblazer is voor een week of zo terug van Sumba. Hij werkt daar in een hotelproject om wat geld bij elkaar te sprokkelen, met het glas wil het niet. Een groot project; luxe villa’s, kamers en restaurants en zesduizend (!) kubieke meter aan zwembaden. Zes miljoen liter water, alleen om te zwemmen in een resort dat aan een bounty strand ligt. De paar reservoirs in de buurt gaan leeg voor het hotel, het slaan van nieuwe putten is mislukt, er is te weinig water. Dat is niet nieuw, de dorpelingen verderop moesten al een uur lopen om water te halen, het is alleen maar wat erger geworden. Wat er nog is, is vervuild en er moet verder gelopen worden voor een eerste levensbehoefte; voor water. Wat zullen ze blij zijn met dat toerisme.

Leen geen geld uit als je het ooit nog nodig gaat hebben. Die wijze raad heb ik wel onthouden maar als het dan niet terugkomt is het toch zaak even te praten. Dat gaat me niet makkelijk af. Het is mijn geld maar het voelt als zeuren en bedelen. (In Trouw lees ik dat de recessie jongere vrouwen en oudere mannen dommer maakt, vandaar misschien.) De relatie heel houden – geld kan uiteindelijk nooit een reden zijn die kapot te laten gaan – en toch duidelijk zijn. In Bali. Er zijn ook andere afspraken niet nagekomen maar, we willen geen gezichtsverlies. Ook dan moet het selfie aan de kant en toen viel het niet tegen. ‘Pak, als je vrienden hebt moet je daar wel voorzichtig mee zijn, vind je ook niet?’ Het kwartje viel gelijk. Het tussen de regels stoppen, de non-verbale kant in toom houden… Ik hoefde alleen nog maar de beschaamdheid weg te wuiven. ‘We vergeten allemaal wel eens wat’. Misschien, misschien  leer ik nog eens wat.

Lieve groet,  Frank

Een oude rabbi vroeg eens aan zijn leerlingen ‘Hoe kun je bepalen dat de nacht ten einde is en de dag begint?’

‘Is het ’t moment, dat je uit de verte een hond van een schaap kunt onderscheiden?’ Vroeg één van zijn leerlingen. ‘Neen’, antwoordde de rabbi.

‘Is het ’t moment, dat je van verre een dadelboom van een vijgenboom kunt onderscheiden?’ vroeg een andere leerling. ‘Neen’ zei de rabbi.

‘Maar wat dan?’ vroegen de leerlingen.’Het is’ zei de rabbi, ‘als je in het gezicht van een mens kunt kijken en daarin je zuster of broeder ziet. Tot dat moment is de nacht nog bij ons.’

Chassidisch verhaal.