Onze handen

Lieve Allemaal,

Een foto in de krant, het slaapt niet goed. De twee Australische veroordeelden zijn van Bali naar Java getransporteerd in een ziekmakend theater waarin tientallen agenten en militairen een rol in speelden. Daar, in Java, zullen ze worden geëxecuteerd, samen met acht andere mensen. Eén van de komende dagen zal ik opstaan en lezen dat het over is. Ik weet het: elke minuut vallen ergens op deze wereld slachtoffers en toch is dit weloverwogen ombrengen van tien mensen een steen op het kussen van de nacht.P3pengadilan.img_assist_custom-512x314

 

 

 

 

 

 

 

Ook een laatste pleidooi voor de rechter had geen effect.

De muilezels – zeker, stomme idioten die zich voor een kar lieten spannen in de hoop op wat geld – moeten dood. De principalen, het ging hier om drugs die vanuit Indonesië naar Australië zouden worden verscheept, blijven buiten schot. Een war on drugs, gelijk een war on terrorism of een war on murder in general; het gaat niet werken. Gepast ingrijpen waar nodig en mogelijk, vanzelfsprekend, maar onze enige echte hoop ligt in het werken aan een gezindheid die de ander als mens ziet staan. Ook het doelbewust neerknallen van een Filipijns meisje is, als we de triest makende beperktheid van haar wereld willen begrijpen, een misdaad. Het brengt me tot een diep gemeend ‘god doe iets’ om me ogenblikkelijk te realiseren dat er geen andere handen voorhanden zijn dan de jouwe en de mijne. Blijven kijken naar alle geweldige mensen en initiatieven die er ook zijn houdt ons in de lucht en, hopelijk, geïnspireerd. Het is nodig.

Indonesië doet veel moeite ter dood veroordeelde burgers, waar ook in de wereld, van hun lot te redden. Miljoenen dollars gingen naar Saoedi Arabië als smartengeld – nog zo’n verfoeilijke instelling, alsof je de gevolgen van moord met geld kunt verzachten – om twee burgers vrij te krijgen. Zelf toont Indonesië zich niet gevoelig voor welk pleidooi dan ook. Munafik, een woord uit het Arabisch dat ook Indonesisch is; hypocriet. ‘The fat lady’, Megawati Sukarnoputri, een vorige president, is tegen elk gebaar en de huidige president lijkt, na een hoopvol begin, te zwak zich tegen haar, hoofd van zijn partij, te verzetten. Deze week presteerde hij het studenten van een jaar of zestien eerst grondig te beleren over vijftig drugslachtoffers per dag (?) en vervolgens hun akkoord te vragen met de doodstraf voor drugs related crime. In een land waar tegenspreken van autoriteit ‘not done’ is, zoekt hij bevestiging van een onverdedigbaar standpunt bij kinderen. How low can you go?

Het valt over de hele linie nogal tegen met president Jokowi. Hij is, denk ik nog steeds, een minder verschrikkelijke optie dan Prabowo, de bewezen moordenaar die het net niet haalde, niettemin; het valt tegen. Zeer.

De vervelende serveerster was vertrokken en ik was juist weer begonnen af en toe bij LalaLili te eten. De bazin, blij dat ik weer terug was, was overvriendelijk en – je moet iets zeggen – prees Zoef elke keer de hondenhemel in. Wat heeft Pak Frank toch een lieve hond. En zo schoon, en zo’n mooie vacht, en zo gezond… Wij, Zoef en ik, waren niet echt onder de indruk en voor Zoef kwam daar nog bij dat hij bij Ibu Putu weliswaar minder complimenten maar wel vette kluiven krijgt. Zoef weet aan welke kant zijn boterham gesmeerd wordt. Zo ook de eigenares van LalaLili, …dacht ik. Sinds een week of zo heeft ze iets nieuws bedacht. Urenlang draait ze, als een soort achtergrondmuziek, een bandje met de, zeer letterlijk, eentonige mantra ‘Om Swastiastu’ duizend keer herhaald. Op mijn vraag of de gasten dit mooi vonden wist de serveerster het antwoord niet. Mijn ‘ik wel’, mét implicatie, viel niet in goede aarde. Maar weer even geen LalaLili.

Ach ja, kritiek op Indonesië – was sich liebt das neckt sich? Hoe geweldig zou het zijn als ik het kon uiten vanuit een weten dat in Nederland alles goed en wel is. De realiteit is anders. Hadden we eerst een MP zonder visie; zover het niet eerder duidelijk was, ook met moraal is het mis. Zijn vaststelling dat het beter is dat jihadstrijders sneuvelen in Syrië dan dat ze terugkeren naar Nederland is niet zomaar schokkend, het onderstreept het failliet van alles waar (de) Nederland(se overheid) ooit voor stond. Geen idee of hij excuses gaat maken, het maakt ook niets uit. Dit zit in zijn hoofd en met dit soort denkbeelden hoor je niet thuis in het centrum van de macht. Waar wel? Ik kan zo gauw geen plaats bedenken. Joep Dohmen schrijft dat naastenliefde te hoog is gegrepen voor de mens, hij ziet meer in sympathie. Ik ben het grondig met hem oneens maar zelfs dan, voor onze MP is ook dat blijkbaar een brug te ver. Ons land is er treurig aan toe. Er ligt werk te wachten.

Ik ga ervan uit dat we ons best doen. De WRR (Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid) stelt vast dat de culturele waarde van de kunst voorop moet staan en niet de vraag wat het maatschappelijk of economisch nut is en gaat daarmee in tegen het rendementsdenken over kunst en cultuur. Het forensen gaat een probleem worden maar anders zou daar toch een baan voor mij liggen. Die conclusie had ik echt wel paraat zonder kostbaar onderzoek en lang geëpibreer. De dromen die kunst ons kan bieden zullen blijken (deels) de bouwstenen te zijn voor een nieuwe morgen, een nieuwe dag. Verbeelding, voorbij wat we wisten en wat geaccepteerd was, ver voorbij conventie, persoonlijke hang ups en hoe het hoort; jouw en mijn handen kunnen daarmee aan het werk.

Veel liefs, Frank

Nachtuur

Lieve Allemaal

De hagedisachtige beesten die hier in elk huis wonen heten tokeh’s . What’s in a name? Nou, het is meer van ‘the name gives it away’. Kakten ze eerst elke nacht dikke klodders net voor mijn schrijftafel – van zes meter hoogte plats plets – nu doen ze het bovenop de tafel. Ja, je kon er op wachten hé; tokeh’s. De vleermuizen doen weliswaar hetzelfde vanuit de nok van het dak maar dat is buiten en bovendien brengen vleermuizen geluk. Ook smerig maar toch anders. De pomp van het zwembad bleef steken. Gebeurt wel eens. Vuiltje tussen de klep en het water loopt terug in de bak die dan, overvol, overstroomt. Makkelijk op te lossen; de pomp even opnieuw aandoen, vuiltje spoelt weg en klaar. Maar even niet als de elektriciteit net op dat moment uitvalt. Tuin onder water, halfleeg zwembad. (Of noem je, in het kader van positief zijn, een zwembad ook halfvol?) En een rat heeft een rol plakband uit de studio gejat. Onder de oven teruggevonden, nog wel plak, geen band meer. Ik denk dat ik zo mijn problemen wel uitputtend heb behandeld, meer is er niet.

Het heet geluk. Het laat ook alle ruimte om veel te denken, een luxe; vaak een genoegen, soms een last. De meeste mensen in mijn omgeving hebben hun handen (en hoofd) vol met dagelijkse beslommeringen. Hoewel minder heftig dan in Afrika is ook hier de vraag hoe er eten op tafel komt. Dat, de aflossing van de motor, elektriciteit en, natuurlijk, hoe betaal ik al die offers en ceremonies. Scholing van de kinderen staat dan, misschien begrijpelijk, lang niet overal op de eerste plaats en zo blijft de cirkel rond.

Over hoe het leven verder ingericht is of zou moeten worden weinig gedachten. De, soms heftige, ontwikkelingen in Indonesië krijgen hier nauwelijks aandacht. In een lang gesprek met een onderwijsdeskundige uit Singapore kwamen we er op uit dat de ‘waarom’ vraag hier uit het onderwijs gebannen is. ‘Leer kinderen hoe te denken, niet wat te denken’ las ik ergens. Klaarblijkelijk leidt dat tot een onzekerheid die zo bedreigend is dat het establishment er hier niet aan wil. Toen mijn gesprekspartner op een school voorstelde dat het beter zou zijn de kinderen zelf de vrucht die de lerares in haar hand te laten benoemen, zelf de kleur aan te geven en wellicht zelfs de vrucht (het was een appel) samen open te snijden om verder te onderzoeken, meende de lerares dat zoiets maar tot verwarring zou leiden. En vruchten snijden, dat mochten ze niet.

Een denkende (midden)klasse is de schrik van elke dictator en elk uitbuitend systeem, het is niet voor het eerst dat ik denk dat het sommige mensen hier goed uitkomt dat het schoolsysteem zo belabberd is. Het waarom, als altijd zijn er geld en macht in het geding, zal ik wel nooit echt begrijpen. Goed beschouwd is er wel veel dat ik niet begrijp. Hoe je een bijstandstrekker financieel kan schofferen om een foutje of verschrijving en tegelijk forse, ten onrechte verkregen bedragen afdoen als klein bier is ook zoiets.

Het is even uitgesteld, het ziet er niet naar uit dat het tot afstel komt; weer negen mensen zullen hier voor het vuurpeloton worden geleid. Onder de slachtoffers – kun je ze anders noemen? – zijn twee Australiërs. Er zijn veel redenen om tegen de doodstraf te zijn, één is mij al ruim voldoende; je verlaagt je niet tot het niveau van een dader. Mogelijke dader omdat de geschiedenis leert dat in elke rechtspraak fouten (soms) worden gemaakt. Zoals Nederland dat een aantal weken geleden deed, doet nu de Australische overheid haar best dit oordeel, voor haar eigen burgers!, van tafel te krijgen. Wij, Australië, hebben jullie tien jaar geleden met een miljard dollar geholpen toen de tsunami toesloeg, jullie zijn dit nu aan ons verplicht. En daarnaast de dreiging van een boycot van Bali als toeristenbestemming.

Een kleine rimpeling tussen de stormen van de wereld, die evenzogoed mensenlevens betreft. Een bittere illustratie van een mentaliteitskloof. Ook van selectieve verontwaardiging en een westers superioriteitsgevoel dat zijn pendant vindt in het gevoel in dit land als minder te worden gezien. Doodstraf moet de wereld uit maar deze stappen brengen hakken in het zand.

Intussen werken voor de tentoonstelling in glasgalerie Leerdam, opening 17 mei a.s. Hieronder twee objecten en het gedicht dat aan de basis lag.

Lieve groet, Frank

IMG_2102IMG_2120_2 Document3

speaking terms

Hij is acht jaar oud en op de, tot drie keer toe herhaalde, vraag van zijn leraar of hij Charlie was antwoordde hij ontkennend. Nee, Nee, NEE ?!? Nee, hij was voor de terroristen. Een paar uur lang werd dit levensgevaarlijke kind ondervraagd door de politie. Nee, hij wist ook niet wat terrorisme was maar hij was moslim en die cartoons, dat moest niet zijn.

De terroristen hebben succes; paniek en idioot gedrag, het resultaat is zonder twijfel nog meer verdriet dan wat we tot nu hebben gezien.

Lieve Allemaal

Gezinsuitbreiding! Ik ben er wat laat mee maar nu is het toch zover en gelijk wel fors. In de vijver langs het huis wonen (woonden) ongeveer dertig “komets”, kleine rood/oranje visjes. Dat is niet meer zo, een telling vanmorgen leerde dat het er intussen vijftig of meer zijn. Redelijk dikke pappa’s en mamma’s en een flink aantal heeeele kleintjes. Is het een teken dat ze het wel naar hun zin hebben – alles goed en in orde – of hebben ze zich zo verveeld dat ze toen maar… Ik weet het niet maar geniet intussen van een klein wonder.

Velen in Penestanan zijn bezig met de komende crematies, drie maanden verderop in de tijd. Vanavond at ik bij Ibu Putu en zij besteedt elk vrij uurtje aan het maken van bepaalde onderdelen van de offers die gebracht gaan worden. Bergen, grote bergen offers. Vier leden van haar familie zijn in de afgelopen tijd overleden en worden dus gecremeerd. Ze hoopt maar zo dat het genoeg is voor alle offers; elke dag vlijtig knutselend heeft ze daar toch zorg over. Het is anders dan bij ons in het westen maar haar oprechte betrokkenheid raakt me. Hindoeïsme is een van de grote wereldreligies (al zullen mensen uit India, het grootste Hindoe land, de gebruiken in Bali nauwelijks herkennen) en van de rituelen begrijp ik weinig tot niets, wat achter die rituelen verborgen ligt is niet veel anders dan waar dan ook. Een religieus gevoel dat gekanaliseerd wordt via lokale gebruiken. Jammer dat kerkelijke instelling en religie haast synoniem zijn geworden terwijl een religieuze instelling natuurlijk niet aan een kerk gebonden hoeft te zijn. Andersom misschien ook wel niet, denk ik vaak. Het zijn niet de Ibu Putu’s van deze wereld die religie aan een slechte naam hebben geholpen maar de machtsinstituten die grof misbruik maken van de zoektocht naar zingeving die in elk mens aanwezig is.

De politie staat nogal in de picture. Het beoogde nieuwe nationale hoofd van de politie werd vlak voor zijn benoeming aangeklaagd door de commissie die corruptie moet bestrijden. Hij stortte, onder andere, honderdvijftig miljoen cash (dollars, geen rupiah) op de rekening van zijn zoon van twintig. Zoiets roept vraagtekentjes op dus die benoeming moest even in de ijskast. Tegen de zin van een aantal politici want er konden wel eens meer lijken uit dezelfde kast komen. En ook tegen de zin van de politie die gelijk maar alle leden van de commissie aanklaagde voor allerhande vergrijpen. (Net werd bekend dat een rechter die commissie heeft verboden een politieofficier als verdachte aan te wijzen. De verdenking dat je met 150 miljoen dollar wel het een en ander kan doen op het gebied van ‘rechtspraak’ is niet geheel zonder grond.)

Het verkeer, de kleine diefstalletjes zover aanwezig, allerhand vergrijpen blijven intussen een mooie gelegenheid de zakken van verschillende agenten te vullen. Praktisch alles is te koop. Het is ook niet uit meegevoel met hermandad dat ik het achteraf geen goed plan vind. Maar dat het geen goed plan was is wel gebleken.

Bij Kuta, ik schreef het eerder; je wilt er niet dood gevonden worden, glipte ik in mijn haast door een stoplicht dat, toegegeven, net op rood was gesprongen. Niet goed maar in de chaos die het verkeer hier is, toch iets minder ernstig dan in b.v. Nederland. Over het kruispunt stonden een aantal agenten en hun ‘hee, hee, hee’ was feitelijk zeer hoorbaar maar ik besloot het even niet te op te merken en reed met flinke vaart door om me, nog geen honderd meter verder, te herinneren dat de vorige keer, toen ik daar een bijna rood meenam, een agent achter me aan kwam op zijn motor. Nog harder rijden was geen optie. Snel glipte ik naar rechts en parkeerde voor een K-mart en ging binnen ‘ om iets kopen’. Net op tijd, ik zag vanuit de winkel een agent speurend langsrijden. Gelukt? Niet echt!  Eerst een kwartiertje voor de winkel, half verscholen achter een geparkeerde auto, als een crimineel op de vlucht zitten wachten en toen, met grote aarzeling, weer door. Twaalf afslagen verder nog steeds achter me kijkend of niet toch… En die nacht twee keer wakker geworden van een agent die naast mijn bed stond. Geen goed plan. Dat ik een paar agenten hun smeergeld heb onthouden spijt me niet maar toch, volgende keer misschien maar gewoon niet door rood rijden.

Intussen werk ik hard voor mijn tentoonstelling die op 17 mei aanstaande in Glasgalerie Leerdam opent. Glas waar ik hard en met veel plezier aan werk; om mezelf uit te drukken en met de hoop gedachten op gang te brengen, niet bedoeld om grenzen te ontdekken door ze te overschrijden.

Mijnheer Lars Vilks wilde politieke correctheid in de kunstwereld ter discussie stellen dus tekende hij Mohammed als een hond. Dat het zoveel commotie zou geven onder moslims had hij niet verwacht, ‘naïef misschien’, vindt hij zelf. Ik blijf gewoon van mening dat iedereen het recht heeft zich te uiten op de manier waarop hij/zij dat nodig acht. De enig acceptabele manier er tegenin te gaan is het (geschreven) woord, geen enkele daad van geweld kan ook maar in de geringste mate gebagatelliseerd of, erger nog, begrepen worden. En toch vraag ik me af waar we mee bezig zijn als redeneringen als die van mijnheer Vilks gemeengoed gaan worden.

Als, zoals ik geloof, kunst communiceren is moeten we wel ‘on speaking terms’ zien te blijven.

Lieve groet Frank

staand liggend

Glas en zilver, geïnspireerd door een gedicht van Rainer Maria Rilke.

Was mich bewegt

Man muss den Dingen

die eigene, stille,

ungestörte Entwicklung lassen,

die tief von innen kommt,

und durch nichts gedrängt

oder beschleunigt werden kann;

alles ist austragen –

und dann

gebären …

 

Reifen wie der Baum, der seine Säfte nicht drängt

und getrost in den Stürmen

des Frühlings steht ,

ohne Angst,

dass dahinter kein Sommer

kommen könnte.

Er kommt doch!

 

Aber er kommt nur zu den Geduldigen

die da sind,

als ob die Ewigkeit vor ihnen läge,

so sorglos still und weit …

 

Man muss Geduld haben,

gegen das Ungelöste im Herzen,

und versuchen, die Fragen selber lieb zu haben,

wie verschlossene Stuben,

und wie Bücher, die in einer sehr fremden Sprache

geschrieben sind.

 

Es handelt sich darum, alles zu leben.

Wenn man die Fragen lebt,

lebt man vielleicht allmählich,

ohne es zu merken,

eines fremden Tages

in die Antwort hinein.

Mezelf zijn

We make a living by what we get

We make a life by what we give

Lieve Allemaal,

Urenlang rijden door de velden en de schoonheid van Bali genieten; een goed plan om een zinnige invulling te geven aan wat eigenlijk een rotdag is. Op de sawah’s wordt gewerkt, de wegen naar het noorden zijn rustig, er is overal wel iets om te bekijken; hier een trouwerij, daar een crematie en weer verderop een ceremonie voor ik weet niet wat. De diepere zin ontgaat me meestal maar het is een mooi gezicht. De bergen op de achtergrond, terrassen met sawah’s maken een stapeling van eindeloos groen en een overweldigend landschap. Ik tuf met een rustig gangetje door, het is genieten. Er zijn van die data; in deze maanden is het een hele serie. Feitelijk is het onzin, er is geen echt verschil tussen de data, maar zo voelt het niet. Tien jaar en het is nu echt voltooid verleden tijd bedenk ik, alsof dat niet vanaf dag één het geval was. En toch, nog steeds rent – zoals altijd in mijn dromen op weg naar school – in korte broek en wit overhemd, een jongen. Ook tussen de rijstvelden van Bali.

’s Avonds bij Frans gegeten en het was goed. Het zal nooit ‘af’ zijn denk ik en toch: voltooid verleden tijd. Als het weer eens bijt ga ik wel naar die velden. Daar kan hij rennen.

Intussen werk ik hard aan een nieuwe serie objecten voor een tentoonstelling ergens dit voorjaar in Nederland. De basis is een keuze van gedichten van dichters die ik bewonder; o.a. Rainer Maria Rilke, Lucebert, Wally Serote, W.H. Auden, Ingrid Jonker en anderen. Lastig, spannend maar een goed gevoel als het lukt. Noem het mijn reactie op de wereld die ik zie. Ik moet er iets mee en meer dan mijn metertje heb ik ook niet.

’s Morgens de laptop gewoon niet open maken, het internet maar laten; ik zou soms wel willen maar voor struisvogel heb ik echt een te grote kop. Er zijn zaken die ik slecht kan verteren. De satire, wellicht toepasselijk, in het meelopen van een aantal regeringsleiders in Parijs. Satire of opportunisme in de reacties op de dood van de koning van Saoedi Arabië. Zelfverklaarde Charlies struikelen over elkaar in het verkondigen van leugens om oliewil. Intussen wacht Raif Badawi op de resterende 950 stokslagen van de duizend waartoe hij veroordeeld werd. En op tien jaar gevangenis en € 200.000,– boete. Hij had een blog geschreven, beetje liberaal, rook wat naar atheïsme en dat laatste heeft diezelfde koning vorig jaar tot een terroristische daad verklaard. Vandaar. De tachtig mensen die vorig jaar in dat land werden onthoofd wachten niet meer. De ambassadeur van Saoedi Arabië was niet de enige die door Parijs liep met grote pakken boter op het hoofd.

Min of meer gelijktijdig met de aanslagen in Parijs werden in Nigeria, volgens een schatting van Amnesty International, tweeduizend mensen vermoord. Iets eerder in Pakistan meer dan honderd kinderen. Twee feiten uit een lange, waanzinslange lijst. En het stopt niet. Deze week weer meer dan honderd mensen in Kameroen en god weet hoeveel op hoeveel andere plaatsen. De aandacht voor al die ellende is een fractie van die voor de gebeurtenissen in Parijs. Wie is verbaasd dat het beeld ontstaat dat zij ver weg er niet toe doen? Hoe zouden opportunisme, meten met maten die ons eventjes beter uitkomen, iets goeds kunnen brengen?

Het, in mijn optiek smalle, denkraam van Charlie zijn past me niet. Een anekdote uit het NRC komt weer in gedachten. De lerares vraagt de kinderen wat ze later willen worden. Alle beroepen komen voorbij, van ballerina via astronaut tot president. Eén jongetje daarentegen wil niets worden. “Niets worden?” vraagt de juf verbaasd. “Nee, ik wil gewoon mezelf blijven.” Daar kies ik ook voor, laat me Nigeriaan zijn, Syriër, Pakistaan en, en, en … Jij bent mij in een andere gestalte. Dan staat ook vrijheid van meningsuiting in het licht van respect.

De komende maanden wordt het weer hard werken door velen hier in Penestanan. Straks is er een Ngaben Masal, een massale crematie. De Balinese Hindoes – er zijn hier ook, met dank aan de missionarissen, een katholiek en een protestants dorp – worden gecremeerd. Nu was dat ooit, in ieder geval voor de minder vermogenden, een redelijk eenvoudige ceremonie maar die is in de loop der tijd zo uitgebreid geworden, en navenant duur, dat Wayan Modaal het niet meer kan betalen. En het moet toch want wat zullen de buren zeggen als wij simpeltjes … Dus wordt nu meestal eerst begraven en dan, eens in de vijf jaar, is er een crematie voor alle overledenen van de afgelopen jaren. Zo worden de kosten gedrukt, het kost nu ‘nog maar’ tien miljoen rupiah per ‘deelnemer’. Dat is voor dezelfde Wayan Modaal tussen een half en een heel jaarsalaris. “Je moet gaan kijken hoor” zegt Ibu Putu, “het is prachtig hier in Penestanan”.

De gouverneur van Bali vroeg zich in een recente toespraak af in hoever de steeds uitgebreidere ceremonies mede debet zijn aan toenemende armoede. Vast wel lijkt me. Ik kom hier niet met ongevraagde kritiek op al die kostbare ceremonies (zie boven) maar natuurlijk helpt het niet echt. Aan de grotere oorzaken wil ook de gouverneur niet komen; Indonesië is een van de landen waar de verdeling van welvaart het meest ongelijk is. Breder gezien: de tachtig rijkste mensen op de wereld bezitten gezamenlijk evenveel als de 3,5 miljard armste aardbewoners, de rijkste een procent net zoveel als de rest van de wereldbevolking. We moesten maar niet klagen als de prijs van de koffie omhoog gaat omdat de boeren iets meer willen, meer en grotere stappen zijn dringend gewenst.

Lieve groet, Frank

Vriend

In the end, we will remember not the words of our enemies, but the silence of our friends. Banksy

Lieve Allemaal,

Het was eigenlijk vanaf de eerste minuut wel duidelijk, twaalf uur en daar was weer zo’n jaar waarin we het allemaal zelf moeten doen. Het is een simpel plan maar grootsere plannen heb ik niet voor dit jaar; vriend zijn, aan de basis werken.

De uitspraak van Banksy hierboven is op twee manieren te interpreteren, beide manieren benadrukken een belang van vriendschap. Gaat het over het aangename zwijgen van ‘al is goed’ dat je met vrienden en geliefden kunt delen en als een warme deken om je valt? Gaat het over de snerpende stilte die we soms laten ontstaan terwijl een ander in nood is? Beide ervaringen blijven bij, de laatste, verlaten zijn van vriendschap, misschien wel het meest. Hoe dan ook, het gaat niet zonder vriend (te zijn). Daarom!

2212jaaroverzichtkranten_GERMANY2-947x735‘Een potje golf en de globalisering van de wereld, mensen in de ‘comfortzone’ krijgen bezoek’. Fotograaf Jose Palazon aan de Spaanse grens op 22 oktober 2014.

Het is natuurlijk correct te melden dat ik het jaar met enthousiasme en veel vertrouwen tegemoet ziet, de waarheid is dat ik er ook met zorg tegenaan kijk.              Gruwelijkheden en verschrikkingen, niet alleen in Parijs. Vandaag is iedereen Charlie. Ik geloof er maar half in. Een beetje Charlie wil ik wel zijn. De pen of het potlood als gereedschap om je ideeën uit te dragen zijn, naast ons woord en onze houding, de enig valide instrumenten. Het is ook een recht dat niemand, helemaal niemand, ontzegd mag worden. Als je het er niet mee eens bent staan dezelfde gereedschappen ter beschikking – en ook na Parijs zijn geen andere acceptabel. In die context vraag ik me af hoeveel van hen die nu melden Charlie te zijn dat ook werkelijk willen zijn. En wie bereid blijft de gemakzucht van het wij zij denken te omzeilen. Stem, potlood, pen, levenshouding; er kan niet meer zijn. Minder ook niet. Dat vrijheid van meningsuiting soms wordt ervaren als vrijheid nemen tot beledigen en daarmee tot compassie maant is een feit, dat kan echter nooit een reden zijn het eerste in te perken. Als het niet bevalt; pen, potlood, stem.

Een vrijheid dus, te gebruiken met voorzichtigheid, met compassie. Nooit uit angst, “Een volk dat voor tirannen zwicht …” *, altijd uit de kracht een vriend te willen zijn.

Ibu Putu begrijpt het niet helemaal. Dat ze de jaarwisseling drie maanden vóór Nyepi, het Balinese nieuwjaar, vieren is één ding. Iedereen is anders en aan die datum tilt ze niet al te zwaar hoewel het natuurlijk, hier op dit eiland, een omzeilen van de regels is. Het gaat over die knallen. Ze weet dat de jeugd van herrie houdt en ze gunt ze een pretje. Dat vuur- en vooral knalwerk hier nu ook gebruik zijn geworden is jammer maar ach, computers en telefoons, al die moderne zaken; de tijden veranderen – zo hoort het ook – en dit kon er nog wel bij. (Bij de supermarkt gingen de middag voor oudjaar halve en hele maandsalarissen richting kassa voor de aanschaf van met name knallen.)

Maar de gasten die haar uitlegden dat het oude jaar wordt weggejaagd met al dat lawaai hebben voor verwarring gezorgd. Waarom zou je het oude jaar wegjagen? Het hoort bij je en dat moet je niet wegdoen. Ik probeer het gebruik wat te nuanceren – overigens zonder ook maar één positief woord over dat rottige vuurwerk – maar denk dat ze, in ieder geval deels, wel een punt heeft. Het oude jaar afsluiten en achter je laten als een versleten gebruiksvoorwerp zal niet gaan; heilloos plan. Rotherrie en lawaai en dan denken dat het allemaal weg is. Not. Een nieuwe start, okay – op school kleine schriftjes zodat je vaak aan een schone bladzij kon beginnen. Het verleden wegdoen is onzin. Dat is rekenen buiten het feit dat gebeurtenissen in het leven voorgoed kleuren toevoegen of wegnemen en in het verdere bestaan de muziek van andere, misschien wel diepere en schonere, tonen voorzien. Dan reken je buiten wat alle jaren hebben achtergelaten, dan ontken je wie je bent. Loslaten is ook het verleden en het onvermijdelijke accepteren, leven met wat is. En hoe zou je een vriend kunnen zijn als je in onmin leeft met je eigen geschiedenis?

Net voor de jaarwisseling vier dagen in Yogyakarta geweest. Ik woonde daar eerder, meer dan tien jaar geleden alweer, en het was leuk te zien hoe de stad weer bruist. En verandert. Van Herly Setiawan kocht ik een schilderij van de pasar ngasem, de vogeltjesmarkt, die nu niet meer bestaat.7DSC02381

Briljante schilder, mooie naam. Setiawan betekent trouwe vriend.

Veel liefs Frank

* H.M van Randwijk. Een volk dat voor tirannen zwicht, zal meer dan lijf en goed verliezen, dan dooft het licht.

Licht

Lieve Allemaal,

De verschrikkelijke rode puntmutsen waarmee het personeel bij de supermarkt zich elk jaar belachelijk moet maken zijn nog steeds niet gesignaleerd, ze zitten nog in de doos neem ik aan en het is de vraag of ze eruit komen. Bali heeft even wel wat anders te doen. Galungan, het feest van de voorouders die op bezoek komen én van dankbaarheid voor het ontvangene in de afgelopen tijd, is net achter de rug. Thanksgiving voor Balinezen. De penjors (zie foto) die daarbij horen staan er nog en blijven staan tot na Kuningan, net na kerst, weer een feestdag omdat de voorouders dan teruggaan naar hun normale verblijfplaats. Een Balinees leeft in een sterke verbondenheid met wat vóór hem was, het geeft hem wortels maar het zit, helaas, vleugels nogal in de weg.

IMG_1742

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Buiten wat lullige slingers en hoedjes bij de supermarkt en een paar producten die met heel veel goede wil “kerstachtig” genoemd kunnen worden, merk je hier niet dat kerst om de hoek is. Ze hebben er niets mee en dat is begrijpelijk, de staaltjes die het westen heeft getoond doen vermoeden dat overtuiging toch vooral iets was voor thuis bij de kachel of zondags in de kerk. Het hielp weinigen over de brug.

Het is wel handig dat Maria juist in die dagen was uitgerekend, zo kon de kerk een heidens feestje, minus al te exorbitante gebruiken, annexeren. Wellicht zag ze in de geboorte óp die dag ook weer de hand van god? De donkere dagen voorafgaand aan de komst van licht; ijzersterke metafoor en geen last met heidenen die hun zonnewende feest niet op wilden geven. De zin van alles is nogal ondergesneeuwd onder boom, glitter, veel eten en cadeaus. In Europa helpt de natuur een handje het onderliggende beeld te vatten, hier moeten we het zonder zulke vingerwijzingen doen, het is vandaag de langste dag. Veel maakt het niet uit denk ik. Donker hoef ik niet te zoeken, het is in de wereld veel te ruim voorhanden en, soms, in eigen hart (beperkt hopen we dan) ook beschikbaar. De behoefte aan licht in zulk donker is, denk ik, niemand vreemd. Het gaat niet aan de exclusiviteit te claimen maar waar ik vandaan kom is kerst een gelegenheid de geboorte van licht te vieren.

Cadeaus (van de Balinezen valt op dit vlak helaas niets te verwachten), lekker eten (maar alsjeblieft niet in die restaurants die toeters en hoedjes al klaar hebben liggen), gezelligheid en een kerstboom (als het maar niet zo’n glitterlawaaimuziekding is als hier in de Mall), het kan er allemaal wel bij lijkt me maar de viering van waar kerst werkelijk om gaat vindt binnenin plaats, en is niet gebonden aan een jaargetijde. Alle dagen kerst ís wat veel maar het kan niet de bedoeling zijn vol bewondering en aanbidding aan een kribbe te staan en na een paar dagen het kind aan zijn lot over te laten.

Ik wens u dat kerst een moment mag zijn van het vieren van licht en liefde. Dat liefde u moge omringen, dat licht en liefde vanuit u naar anderen mag schijnen. Dat u in het nieuwe jaar de moed en de kracht vindt om het verschil te maken, waar u kunt, waar dat nodig is. Dat u, juist nu, ongeacht overtuigingen, licht wilt ontvangen en brengen in duisternis.

Lieve groet, Frank

Wereldburger

Lieve Allemaal,

Van huis weggaan en dan, 10.000 kilometer verderop of zo, thuiskomen. “Hi, how are you” tegen de (mooie) douanier. (Ik kom op een leeftijd dat het aantal jonge, mooie mensen steeds verder toeneemt.) Hij is okay en ik ook. Met een shuttle naar Hekpoort bij Magaliesburg, de chauffeur is een ex kickbokser die veel te vertellen heeft. Hij spaart om zijn vrouw en kind mee te nemen naar de cradle of humankind, zulke dingen maken zijn vrouw zo blij en daar geniet hij dan weer van. Ik geniet de sfeer, de tongval, de houding die misschien eenvoudig lijkt maar feitelijk uiterst volwassen is. Hij bepaalt zich bij waar het werkelijk om gaat. “I just love to see her happy.” Mensen lopen langs een zandweg, Afrikanen lopen. Een vrouw draagt water, een jongetje is op weg naar school, een groepje churchladies, prachtige witte gewaden, heeft er flink de pas in. Ik zie hen die er niet zijn. Hoewel, niet zijn? Hallo Afrika, ik heb jou verlaten, jij liet mij niet gaan.

De farm van Esther en Werner is mooi als altijd, het is zomer en alles is groen. Dopie, ooit mijn hond, is een gespierde jackrussel achtige geworden die nog steeds niet weet dat hij een kleine hond is. Het is twee jaar geleden maar ook de andere honden kennen me nog. Twee weken Afrika vol van, soms hilarische, avonturen. Een paard dat midden in de nacht het zwembad inliep en er met geen mogelijkheid meer uit kon. Leegpompen en zand storten zodat er een weg uit ontstond was de enige oplossing. Dat met al dat water over het land de truck met vijftien kuub zand vast zou lopen kon niemand voorzien maar dat gebeurde wel. Commotie waar je later, het is goed afgelopen, wel om kunt lachen.

Twee weken Afrika ook om heimwee te stillen, twee weken ver van huis, thuis onder weidse luchten, de horizon lijkt verder dan ooit. Leegte die de eenheid van de bewoners met het land accentueert en hun schoonheid onderstreept, versterkt.

IMG_1687Een trip naar Madikwe, een wildpark tegen de grens met Botswana. Een leeuw die zich een buffel als maaltijd heeft genomen en al een week bezig is het allemaal op te eten. Leeuw heeft geen koelkast. De lucht is penetrant goor, het is fascinerend om te zien en ik ben intussen stilletjes blij dat hij te eten heeft; geen reden mij uit de safari auto te sleuren. Olifanten, giraffes, cheeta’s, zebra’s en nog veel meer allover the place – we zien een aardvark, merkwaardig creatuur met transparant rode, lange oren. Bijzonder want ook voor onze ranger was dit de tweede keer in zestien jaar dat zo’n jongen zich laat zien. Een dung beetle kruipt over de weg, een zachte tenor zingt weer het lied dat over die kever gaat. ’s Morgens om vijf uur wakker worden en zien dat het al licht is en dan, een minuut of tien later is het weer donker. Huh? Ja, er staat een olifant voor het raam en daar komt de zon niet doorheen. Bijzonder, exotisch maar dat vond hij mij daar in dat bed misschien ook wel. Samen deel van een geheel dat zich niet in woorden laat vatten. Alles zo mooi, zo mooi en toch, niet het mooiste. Dat waren de vrienden, de mensen. Waar dan ben je thuis? Het is waar mensen van je houden, waar je van de mensen houdt. Altijd een groter huis willen hebben? Dit is het beste dat geboden kan worden; de wereld – wereldburger zijn. Dom woord eigenlijk, alsof het anders zou kunnen. Maanburger, marsburger?

Zeker, zoveel kamers die stinken van ellende. Het huis is groot en verre van opgeruimd maar het is wel ons thuis. Geef me één geldige reden waarom ik meer recht zou hebben op een veilig warme ruimte dan een ander en ik mekker niet meer. Tot dan is er werk te doen.

Er zijn, toegegeven, kamers die me extra lief zijn. Niet omdat ze beter zijn maar omdat ik ze ken – inclusief problemen, misschien slecht verteerbare denkbeelden, wanhopig pogen met zo vaak falen en zoveel moois – ik ken ze, ik ken de mensen die er wonen. In de ander jezelf willen herkennen; daarin ligt, denk ik, de sleutel. Je terugtrekken op je eiland van Nederlander, Amsterdammer of Jordanees blijft onzin want je bent, gewild of niet, burger van deze wereld. Ook Nergenshuizen Zuid is niets anders dan een kamer in dat grote huis dat wereld heet en het blijft ons aller pakkian dat huis op orde te brengen. Ubuntu, ik ben omdat jij bent, zegt de Afrikaan.

Via Parijs – Vermijd Parijs! Ga niet via Charles de Gaulle! – terug naar Nederland. Andere kamer, zelfde huis. Anderhalve dag vrienden ontmoeten, nog meer goeds. En tijd is er nooit genoeg als het mooi is. Goed dat we kunnen her inneren.

En nu dus weer in Bali. Met de regen (regentijd) valt het vooralsnog mee, alleen vanmiddag een flinke bui tot nu toe, maar er zal wel meer komen. Hier geen donkere dagen voor kerst, galungan begint van de week. Iedereen is druk met penjors maken en de bijbehorende offertjes. Zo is dan bij de supermarkt de obligate kerstversiering nog niet uit de doos, is er nog geen kerstmuziek en zijn die malle rode puntmutsen nog niet uitgereikt aan het personeel. Zal deze week wel veranderen vrees ik. Merry Christmas en geen idee hebben waarover het gaat. Vreemd? Ach, 20% van de Engelse jeugd meende dat Jezus een voetballer is, bij Chelsea dachten ze. Onze lieve heer heeft rare kostgangers hoorde je vroeger wel zeggen. Valt wel mee zou ik denken. Dat ze erg verschillend lijken valt niet te ontkennen maar onderhuids .., we zijn broeders.

Veel liefs Frank

 

Tellen en delen

Wie zal zeggen hoe kort een leven is, hoe lang? Meten in jaren is des boekhouders, is de balansen maken die nooit essentie laten zien, is rekenen met plus tegenover min en saldo verwarren met winst of verlies. Een kleine overdenking deze morgen over een leven dat zomaar ophield; terugkijken op die laatste verjaardag, vandaag tien jaar geleden.

Klein zachte daden die aan vrede bouwden, ongemerkt en vanzelfsprekend – tekorten aangevuld met eenvoud en ernstig willen. En vreugde over het leven die de dagen duizend kleuren gaf. Woorden en daden, ik heb ze achteloos blij ervaren; wie telt het licht als het morgen wordt?

En nu, zelfs als donker en woede over het onrecht soms in hinderlaag liggen, schijnt nog steeds ook dat licht op mijn weg. Wie dan zal zeggen hoe kort een leven is, hoe lang?

Lieve Allemaal,

Met vrienden een paar dagen naar Gili Air geweest, een van de drie kleine eilandjes voor de kust van Lombok. De trip erheen was er een met hindernissen, de shuttle van Ubud naar de haven kwam terecht in een gigantische file. Je bent, neem ik aan, niet verbaasd dat het om een ceremonie ging? Meerdere dorpen brachten ladingen offers en dat moest, zo is nu eenmaal de regel bleek, midden op de rijweg. De enige hoofdweg van zuid west naar oost Bali was twee uur potdicht, ook al doordat de verschillende desa’s de begintijd niet gecoördineerd hadden of misschien wel omdat dezelfde priester bij alle gelegenheden aanwezig moest zijn. We stonden wel vooraan in de file en hadden een goed zicht op de gebeurtenissen. En een van de pedanda’s bood ons een drankje aan, mijn vrienden vonden het wel interessant allemaal. De snelboot had niettemin op ons gewacht, spoedig raasde en stampte het over de behoorlijk hoge golven. Gedachten aan andere boten in een andere wereld lagen voor de hand. “Ik tel mijn zegeningen, elke dag” zei die heel oude tante de Haan vaak en de stommeling die ik was vond het een merkwaardige bezigheid van die lieve oude dame. Toen wel …

We hadden geluk; zeer laag laagseizoen. Het vervoer – geen auto’s, geen motoren – gaat per cidomo (klein koetsje met een paardje) en de moderne tijd was alleen, licht bizar, zichtbaar in de smartphone van de koetsier. Prachtige locatie aan het palmenstrand met een blauw turquoise zee. Zwemmen, snorkelen bij de zeeschildpadden en verder weinig doen. Wat triestig werd ik van de lintbebouwing van bars, disco’s, restaurantjes en ander spul, in de afgelopen vijf jaar uit de grond gestampt. Nu veelal gesloten maar straks in het hoogseizoen gelijk het Kuta hier op Bali; zuipende herriemeutes tot vroeg in de morgen. Jawel, tel je zegeningen, wij hadden geluk; prachtige dagen van rust, zon en zee.

Als ik dit schrijf regent het voor het eerst in vele weken; een heel klein beetje. Er zijn berichten dat de regentijd nog wel even weg kan blijven. El Ninjo is de boosdoener en het kan wel januari worden. Intussen slapen de boeren op hun sawah om te voorkomen dat in de nacht een “collega” het water naar hun veldje afsluit. Er wordt, hier en daar zelfs letterlijk, om water gevochten. In veel opzichten lijkt het alleen maar of het leven hier simpeler is.

De hulp is een paar dagen weg, er is weer een ceremonie gaande. Een trieste aanleiding, een nichtje van zesentwintig jaar oud met een kind van nog geen jaar overleed ‘zomaar’. Haar man werkt op een cruise schip en blijkbaar heeft ze gewacht tot hij terug kwam, drie minuten nadat hij in het ziekenhuis aankwam overleed ze. De volgende morgen werden in dezelfde familie twee baby’s geboren.

Door de verhalen die ik hoor krijg ik, niet voor de eerste keer, over dat ‘zomaar’ overlijden wel gedachten. Niet relevant voor wat gebeurd is maar zorgwekkend voor de toekomst als het juist zou zijn. Teveel Afrika ervaringen misschien, ik krijg heel graag ongelijk.

Ik kan alleen maar hopen dat het beeld zoals dat over het net, vanuit de kranten hier binnenwaait, vertekend is; dat jullie meer rust hebben dan de media me doen geloven. Een columnist mag dan schertsend schrijven dat het allemaal niet meer relevant is omdat op vijf december WOIII uitbreekt, van hieruit lijkt het of de criminelen van isis de gemoederen teveel bezig houden. Angst voor een aanslag; Bas Heijne schrijft dat de echte aanslag al heeft plaatsgevonden. Een verhouding van diepe, wederzijdse achterdocht tussen het Westen en de islam is ontstaan en de jihadi’s, inspelend op gevoelens van vervreemding en onbehagen die rijkelijk aanwezig zijn, proberen die verder te vergiftigen. Heijne vraagt om stevige gebaren van saamhorigheid en ziet ze niet. Ik woon in het grootste moslimland ter wereld en onder andere omstandigheden zou ik de beweringen van een vriend die hier op bezoek was over “de islam” en “de moslims” misschien amusant vinden. Nu was het alleen alweer een teken dat we het gemak van alles op een grote hoop vaak verkiezen boven het elkaar willen leren kennen. En een teken dat we onszelf het delen in elkaars rijkdom op basis van vooroordelen ontzeggen.


0911webappKINDd1-980x640Een man in India vond, op de vuilnisbelt waar hij werkt, een hobbelpaard en bracht het mee naar huis voor zijn kinderen.

Intussen is de iPad ook in goud verkrijgbaar, bieden een paar grote Amerikaanse bedrijven in de arbeidsvoorwaarden aan eicellen in te vriezen zodat dames langer door kunnen werken en zie ik een advertentie voor een smart-watch (wat zou het leven zonder zijn?) in, alweer, goud. De staatssecretaris wacht nog even om de uitspraak van de raad van Europa over te nemen, voorlopig gaan we gewoon door met het niet achten op menselijke waardigheid. Wellicht hebben sommigen dat tellen verkeerd begrepen. Plus, min en saldo… Nee lieverd, zegeningen, die moet je tellen. En delen, vooral ook dat: delen. Want daar zijn die zegeningen dan weer voor; van delen worden ze groter.

Veel liefs, Frank

Nieuw begin

„Traditie wordt onze zekerheid, en een geest die zeker is verkeert in verval.”      Krishnamurti. 

Lieve Allemaal,

De grote ceremonie, in de tempel beneden aan de weg, is nog steeds niet voorbij. Het hoogtepunt was woensdag vertelde iedereen en ik dacht dat het dan afgelopen was; niet zo. Van over het hele eiland komen nog dagelijks groepen toegestroomd. Het verkeer is volledig ontregeld, deels door de drukte maar vooral omdat agenten besloten hebben het verkeer te gaan regelen. Intussen blijven de mensen komen en ze worden er wel blij van. “Je bent weer schoon” zegt Ibu Putu met een gelukkig gezicht, en hoewel ik van het hindoeïsme weinig of niets begrijp, kan ik dat wel navoelen. Zelfs na een vier en een half uur lange (!) kerkdienst in het Zulu – buiten het ‘Welcome mister Frank from Holland’ nauwelijks een woord van begrepen – beving me hetzelfde gevoel. De meeste van ons kennen wel de opluchting van een nieuw begin, van perspectief. De biecht, ik heb er geen ervaring mee, is waarschijnlijk iets soortgelijks en, zolang het geen routineus gebeuren wordt, een fraaie instelling. De dwang en de waanzinhoge kosten hier in Bali zijn verfoeilijk maar er ligt in dat “je weer schoon weten” wel een grote waarde. Intussen kan het natuurlijk zomaar dat je, ik zag het gisteren gebeuren, schoon en wel van de tempel wegrijdt, tegen een ander opknalt en in een ruzie terecht komt. En dan gaat die agent jou ook nog de schuld geven! Dag nieuw begin, de hele rit voor nop, voor nada. Morgen maar weer eens naar de tempel.

Wel eens toegezwaaid door zo’n duizend onbekenden? Dacht ik al, ik dus wel. Donderdagavond zat ik in een restaurantje verderop en daar kwamen weer twaalf afgeladen trucks, tachtig of negentig man/vrouw per laadbak, voorbij onderweg naar de tempel, alleen hun koppies met een witte udeng (zeg maar hoofdband) zichtbaar boven de schotten. Hoe het kwam weet ik niet maar iemand op de eerste truck zwaaide en ik zwaaide terug. Toen zwaaide de hele truck en vervolgens deden de volgende elf trucks hetzelfde. Nou ja, de mensen op die trucks dus. Hallo BNer, eat that, duizend man!

Nieuw begin; soms, misschien wel vaak, betekent het breken met wat eerder was. De haast megalomane onzin van ‘Non, je ne regrette rien’ even opzij, even overnieuw en beter, terug naar de basis en voor mij toch ook vaak: ‘Ne me quitte pas’.

Panta Rhei – alles stroomt – en de toekomst komt van achteren, zeggen de Grieken.  De toekomst, verrassend als ze ons bereikt en eisend dat we oplettend zijn als we kansen en mogelijkheden bij de kuif willen vatten. Immers, met de stroom mee, voor ons uit, verdwijnen zaken uit ons gezichtsveld en worden verleden. Wie zich, de neiging is mij niet vreemd, vastklampt aan (bijvoorbeeld) het wrakhout van een levensramp, vlucht voor de toekomst uit. (Lees veel meer en vooral ook beter in Kairos, een boek van Joke Hermsen*.)

Na acht of negen maanden “Sendepause” stuurt T. een email én een sms: hij heeft spijt hoe het gegaan is. ‘Hoe het gedaan is zal je bedoelen’, is het eerste wat ik denk. Niet voor lang; is proberen nog een optie, ook als het gewoon niet blijkt te gaan? Weinig heb ik losgelaten. Alles: de bergen van kapot, gebroken, au en zeer én de goede ervaringen zijn nog lang de horizon niet voorbij. Zijn “you’re useless” is nog steeds een dikke splinter en het schrijnt.

En toch, nieuw begin? Ik wijt het vaak aan mijn opvoeding maar het is waarschijnlijker dat het een kronkel is in mij; geen ander los willen laten en weer heel maken wat stuk is. ‘Ne me quitte pas.’ (Is het daarom dat glas versmelten me zo goed past? )                            ‘Al honderd maal gelijmd maar telkens brak ie’ van Toon Hermans klinkt in mijn achterhoofd en Chris DeBurgh zingt er dwars doorheen, wel in een andere context, “The classical dilemma between the head and the heart’. Het laatste restje van studio Emmanuel en van wat ooit begon als een hoopvol project. Ik ben niet goed in het evenwicht tussen hoofd en hart, ik stuntel. Het beeld van een voorbije tijd die wel naar de vergetelheid van de horizon moet stromen om morgen een kans te geven helpt. Met pijn besluit ik de toekomst te laten komen en de stroom die leven is de ruimte te geven.

Aan de letter van de kerkleer gaat niets veranderen. Gescheiden en hertrouwde katholieken blijven in de ogen van de kerk onvolwaardige gelovigen. Maar: de kerk gaat hen wel anders bejegenen. Las ik verkeerd of stond er “Ik vind u onvolwaardig maar ik doe vanaf nu mijn best het niet te laten merken”?

Latere berichten waren een stuk positiever; er komt ruimte, ook voor homo’s. Aandacht en respect voor ieder mens en zijn of haar kwaliteiten. Dat werd deels weer teniet gedaan door mijnheer Bodar, niet mijn favoriete katholiek geef ik toe, die terloops ook nog even sprak over de spanning tussen de leer en de praktijk, tussen scherpslijpers en lankmoedigen. Zijn zorg dat de lankmoedigen de overhand zouden krijgen deel ik niet. Laat ze maar komen, ook in een kerk komt een nieuw begin niet van de letter.

Ook nieuw; een serie objecten gebaseerd op gedichten. Bij het eerste object hoort een tekst van mezelf.nieuw

Flarden van zinnen die, kundig verborgen, een leven bevatten.

Onthouden en verloren; soms, ontstoft van teveel denken, een half gedicht.

Overvolle kast, de deur klemt in alledaagsheid,

‘t al is voorradig, onvindbaar voor wie zoekt.

Vanmorgen mijmerde de geur van ontbijt zacht een strofe,

de kettingzaag bij de buren maakte fornuishoutjes.

Handgeschreven troost tussen papiergeld werd boodschappenlijst;

niets voor die jongen achter de vleeswaren.

Blijf bij me, vraag ik.

Veel liefs, Frank

* Kairos. Een nieuwe bevlogenheid. Door Joke J. Hermsen. Arbeiderspers ISBN 9789029587907/NUR323

 

Hoop en moed

“Hoop is de droom van de wakkere mens.”   Aristoteles

Lieve Allemaal

Gisteren was het Saraswati, de (feest)dag van het boek, de dag van de kennis. Het is vanuit de overtuiging hier niet toegestaan op die dag een boek of krant te lezen; bij de meeste Balinezen waren echter geen ontwenningsverschijnselen te verwachten. Het is een beetje een voorschrift als ‘vandaag niet van het dak afspringen’, die aandrang is er nauwelijks. Als ik ’s avonds ga eten en voor de wachttijd een boek meeneem informeert de staf bezorgd of in nu nog steeds zit te werken. Mijn, zeker niet overdreven, boekenkasten roepen hier verbazing en ongeloof op – allemaal gelezen? En ik zie ze denken ‘die werkt zich nog eens dood’.

Wie weet… De leescultuur hier mag best een beetje meer ontwikkeld worden maar misschien overdrijf ik het wel. Teveel bijhouden waar ik niets aan kan veranderen, teveel bijhouden dat mij, op zijn minst voor enige tijd, wel veranderd – en niet altijd ten goede. De zin van lezen mag dan zijn dat het iets in je te weeg brengt – dat mag ook positief zijn vertel ik mezelf. De mij aangeraden “portie gezonde onverschilligheid” werkt niet, kan ook niet werken lijkt me. Niet als je van mensen houdt. Aanpassing van mijn leesdieet en vooral het zwaartepunt niet alleen op het slechte nieuws leggen moet het oplossen. Het is wat zoeken in kranten, wat niet goed gaat is (te) makkelijk te vinden maar dat de focus daar ligt bewijst dat het nog steeds om het ongewone gaat. Onder de verschrikkingen ligt vaak moois verborgen. Het gruwelijk lot van Alan Henning is een van die berichten die het somberste in een mens wakker roepen en toch… er is een andere kant aan het verhaal. De kant van het verhaal dat vertelt van de man die uit de goedheid van zijn hart mensen wilde helpen en daar gevaarlijke missies naar Syrië voor overhad. Hij zaaide liefde en ik ben overtuigd dat zijn werken ook vruchten draagt. Niet aan de paniek en haat die sommige bronnen propageren meedoen, op zoek naar mooie berichten heb ik deze foto voor nu als screensaver ingesteld.

Liberia-Ebola-Morgana Wingard-MSB12685

Dit is Patrick uit Liberia en hij is genezen van ebola, hij heeft een certificaat om het te bewijzen. Hij was patiënt van de moedige mensen van Artsen zonder Grenzen en de blijheid op zijn gezicht – ‘zo veel gezien’ staat er ook op te lezen – haalt alle cynisme van ‘het helpt toch niet en het is hopeloos’ onderuit.

Het helpt toch niet, te makkelijk maar aangenomen of is het een uitvlucht om niet aan het werk te hoeven? W. kwam een maaltijd met gele rijst brengen en had een klachtentirade paraat over Balinese mannen. Gisteren om vier uur op om offertjes te maken en vervolgens onderweg naar verschillende tempels en ceremonies. Intussen wel zorgen dat er ontbijt klaarstaat. ’s Middags doodmoe in slaap gevallen en van haar man op haar kop gekregen omdat ze een werkhuis was vergeten en dus inkomsten misliep. Vandaag, de dag na de feestdag, de gele rijst (feest) maaltijden koken; weer om vier uur op. En intussen, klaagt ze, staat haar man om acht uur op en drinkt zijn koffie die zij dan wel tussendoor moet maken. “Toch zullen de vrouwen er zelf verandering in moeten brengen” zeg ik. “Gewoon niet meer doen.” En ik vertel van de veranderingen die de afgelopen decennia in het westen plaatsvonden. Mannen achter de stofzuiger of de kinderwagen, echtgenoten in de keuken. Ik weet ook wel dat er nog veel te doen is maar dat we onderweg zijn komt wel door moedige vrouwen (en soms mannen) die zich niet het bos in lieten sturen met ‘het helpt toch niet’. Dat mijn moeder pas vijf jaar na mijn geboorte (!) eindelijk ook handelingsbekwaam werd geacht kwam niet uit de lucht vallen. Het vrouwenkiesrecht evenmin. W. antwoord met de variant ‘er verandert toch niets’, tegelijk zie ik dat ze nu ook zekerheid heeft over wat ze al vermoedde: die westerlingen zijn volkomen gek. En toch is gemopper als dat van vanmorgen een begin; de hoop niet verliezen, nog een beetje moed verzamelen en het gaat verder op (een lange) weg.

En de alamanda staat in bloei, nu echt. Die struik is al twee jaar lang aan het groeien maar hoewel ze overal vol bloemen zitten bleef het in mijn tuin bij groen. Een paar keer meende ik tijdens het zwemmen de gele bloemen te ontwaren maar als ik dan na het zwemmen de bril weer op had bleken het gele bladeren. En nu zijn ze er dus, nog niet genoeg om gelijk een bloemenzaak op te zetten maar het begin is er. Ook bij struiken geldt blijkbaar dat ze zich niet allemaal in hetzelfde tempo ontwikkelen en dat ie nou net in mijn tuin wat traag is…, baas en hond gaan ook op elkaar lijken zeggen ze.

Veel liefs, Frank