Lieve Allemaal,
Bijna vier jaar lang kwamen ze, de kinderen van de artclass. Elke zaterdagmorgen, vaak al om een uur of zeven, stonden ze voor de deur. “Je bent wel vroeg” of “nu moet je nog heel lang wachten” waren opmerkingen die geen doel troffen. Een paar uur rondhangen op de farm vonden ze geen probleem – integendeel. Spelen met de hond, rennen over het terrein en als ze geluk hadden alvast een glas limonade; ze vonden het best zo. En als het dan tegen tien uur begon, in de regel met zo’n 25 kinderen, gedroegen ze zich (meestal) voorbeeldig. “We gaan naar school op zaterdag” vertelden ze, “een heel leuke school”.
Het is nooit echt over kunst gegaan, daar kwamen we gewoon niet aan toe. Natuurlijk, we deden aan kleien, tekenen en schilderen, we werkten met glas ook, maar daar ging het niet echt om. Vaak heb ik me afgevraagd hoe het kon dat zoveel kinderen elke zaterdag weer vroeg van huis gingen en pas om een uur of één thuis kwamen zonder dat ooit een ouder de moeite heeft genomen te zien waar hun kind heen ging. Ik heb geen antwoord maar het maakte wel duidelijk dat het echte doel – een hand op een schouder, een aai over een bol – niet overbodig was.
Het heeft ze wat tijd gekost om te wennen aan die witte meneer maar het is uiteindelijk wel goed gekomen. Het maakte me blij als ik onderweg naar het dorp tien keer of vaker kinderen hoorde roepen, zag zwaaien… “Hi mister Frank! Hi!” Zelden zag ik zo vaak en zoveel geluk en blijheid. Op elk gezicht een prachtige lach. Teddy en Tshepo kwamen door de week ook nog wel eens even kijken. Ik kon denken dat Dopie mijn hond was, zij wisten beter.
Kerst samen vieren, mét cadeautjes. Gelukkig met kleine dingetjes van een paar euro. En ook de barbecues – de braais – waren een groot succes. Goed eten met een glas cola of fanta.
Toen het afscheid moest komen zijn we met zijn allen naar de Wimpy’s gegaan. Vijfendertig kinderen die timide maar stralend, met mes en vork, hun hamburger aten en nog lang van het ijsje na genoten. Gelukkig en onder de indruk van het “echte” restaurant.
Dat van WWvK – de sponsor – hebben ze nooit echt begrepen en Apostolic Society ging boven hun pet. Maar samen hebben ze dat doek gemaakt, als herinnering. Ik ben er trots mee maar nodig was het niet; ze wonen in mijn hart en ik zal niet vergeten. Naar ik hoor vragen ze nu bekenden van mij in het dorp of die het telefoonnummer hebben van mister Frank. “Bellen is veel te duur” zeggen die dan en dan komt de vraag of zij me dan niet kunnen bellen want zo kan het niet langer…
Het is niet duidelijk wie er nu eigenlijk elke zaterdag naar school ging, zij of ik. Wij allemaal misschien?
Veel liefs, Frank