Lieve Allemaal
Vannacht was er een kleine aardbeving. Rond vijf uur in de morgen vroeg ik me af welke gek er aan mijn bed stond te schudden maar het bleek de aarde die bewoog. Geen schade, niets aan de hand. Maar geen vaste grond onder je voeten, verlies van basis; dat wil je niet al kan het zo maar gebeuren.
Hier in Bali hebben we Brahma, Shiva en Vishnu – de schepper, de bewaarder en de vernietiger – drie verschijningsvormen van dezelfde kracht, aspecten die we eigenlijk allemaal kennen. Ze in theorie alle drie accepteren gaat wel, maar soms komt het zo dichtbij dat accepteren van het bestaan van nummer drie een zware opgave wordt.
Eerder deze week een aardbeving van een heel andere orde.
Meer dan zes jaar terug stond ik voor een hotel in Sandton, Johannesburg, op hem te wachten. Hij reed voor en ik liep op hem af. Hij groette met een welgemeend ‘goedemorgen, welkom, wat fijn dat u er bent’. En ik wist dat ik thuis was, zo’n mens was hij.
Honderden zondagen zouden volgen. Eerst de samenkomst, dan de koffie, dan een glas. En daarna altijd samen aan een goede lunch, afwisselend in de Sandton Sun en het Palazo. Sjieke tenten, niet zo mijn smaak, maar het waarom bleek een simpel verhaal.
Toen, toen Mimi bij hen in huis woonde, was het vanzelfsprekend dat ze mee ging uit eten. Maar alleen de internationale hotels lieten zwarte mensen toe, vandaar. Werner logica.
We werden vrienden, hij en ook zijn vrouw een baken in soms turbulente tijden in Zuid-Afrika. Zondagmorgen, een toeter voor het hek en hij deed het open. Voor ik het oprijlaantje op was stond hij al buiten.
‘Ha, broer van me, hoe gaat het?’ En als het, zoals wel vaker, niet zo goed was wilde hij er alles van horen. Als hij iemand helpen kon deed hij dat, en graag. Ik zie hem weer onder de kapotte slijpmachine in de studio liggen, na een paar uur werkte die weer prima. De mensen in de studio dachten dat dat van die 77 jaar gelogen was.
Maar ook; toen er in het restaurant een dame uit een ver land zat – alleen – die net haar man in het ziekenhuis had verloren ging hij er op af. ‘Kan ik iets voor je doen?’ Een moedig mensen mens. Haar ogen lichtten een beetje op.
Over de gezondheid van zijn vrouw had hij zorg, over zijn kinderen soms, over iedereen om hem heen wel. Over zichzelf maakte hij zich niet druk. Bescheiden en in eenvoud…
‘Los ’t man!’ Als iets niet zo positief was hoorde ik het hem vaak zeggen. ‘Los ’t man’, hij bedoelde ‘kijk nou gewoon naar wat er wel goed gaat, verbind je daar nu aan’.
Over Zuid-Afrika: ‘We schrijven geschiedenis, we zijn onderweg’. Negenenzeventig jaar was hij onderweg, gaf en zaaide waar hij kwam. Deze week overleed hij, plotseling.
‘Los ’t man’ hoor ik hem weer zeggen.
Deze keer maar niet Werner Joor, ik los er helemaal niets van, je blijft gewoon bij me. Zo gaat het met mooie mensen, die blijven wonen in de harten van mensen.
Ook de dood moeten we accepteren maar het is met verdriet en weemoed dat ik denk over het verlies van mijn beste vriend in Afrika.
Verder schrijven aan het blog – maar even niet vandaag. Volgende week meer over de goede ontwikkelingen m.b.t. een huis. Voor nu gaan mijn gedachten veel en vaak naar Afrika.
Lieve groet
Frank