Stelling van de week:
De verkoop van personenweegschalen zou, in het licht van de ruïneuze effecten op de gemoedstoestand, van overheidswege aan banden moeten worden gelegd.
Lieve Allemaal,
Een beetje Volendam op z’n Chinees; stromen mensen in straten onder een plafond van lampions, winkels vol souvenirs die je niet gratis zou willen ontvangen en stoepiers – oud woord – die je hun kleermakerij, winkel of restaurant in willen praten. Chinatown in Singapore.
Ik ben er om mijn visum op te halen en wacht een dag of twee tot ik weer naar huis kan. Op een terrasje mensen kijken. Niet alle mensen zijn mooi maar mensen kijken is dat wel en ik bedenk verhalen bij de gezichten die langs komen. Lome, warme middag.
Dan komt een bundeling van blijheid en geluk door de straat. Een jonge, knappe Chinees loopt stralend achter een dubbele kinderwagen; één van de tweeling zit er in en de ander wordt gedragen door een mooie vrouw, zijn vrouw.
Hij neemt een foto, en nog één, zoent – zomaar – zijn vrouw en de kleine man op haar arm, en weer een foto. Bij een stalletje koopt hij één blikje frisdrank, steekt het rietje erin en geeft het aan haar. Daarna gaat het naar de kinderen en hij drinkt het restje.
Maar half verbaasd zie ik hoe voorbijgangers hun pas inhouden en glimlachend toekijken, tussen hen en het jonge gezin wat ruimte latend. Een eilandje van levensvreugde in een menigte die wat afstand houdt; verrast, voorzichtig en met bewondering. Ieder die uiteindelijk verder gaat doet dat met een glimlach op het gezicht.
Geluk op straat.
Het diner had ik op het terras van een restaurantje, niet druk en goed eten, de volgende middag ga ik wéér. Het leuke en lange gesprek met de stoepier van de vorige avond krijgt een vervolg. Het is eigenlijk te vroeg voor lunch en hij komt er gezellig bij zitten. We praten van links naar rechts, van voor naar achteren en bijna hebben we alle wereldproblemen opgelost. Maar het vliegtuig wacht niet en we nemen afscheid. Uitgebreid handen schudden en schouderkloppen, hij wenst me goede reis en wil nog iets vragen… Of ik zijn vriend wil zijn.
‘Ja, uh, graag, maar Bali is ver van Singapore en ik kom hier niet snel weer.’
‘Ja maar toch, ik zou het fijn vinden. Weet je, jij zag dit niet en dat doet goed’. Hij wijst op een wijnvlek die de hele rechterkant van zijn gezicht bedekt.
Een zachte tenor fluistert in mijn denken. ‘Je zag niet dat ik zwart ben…’
Afrika landt in Singapore en zet het even onder water.
Bij alle reizen blijft de grote wereld klein. Er zijn maar zoveel plaatsen waar de liefste wonen, en vaak voelen die paar plekken als het geheel. Een bombardement van informatie, uit eerste, tweede of derde hand, houdt me bewust van meer mensen – en zorgen – dan mijn hoofd kan bevatten. Naarmate de cirkel van weten groter wordt, wordt ook m’n uitzicht op eigen onwetendheid weidser.
Terug naar mensenmaat. Zonder classificeren mensen zien, gelijk ikzelf, maakt me broeder van elk ander. Dat voelt, hoewel het verplichtingen oproept, wel goed. Zijn kent geen geografie.
Een commissie binnen het CDA pleit ervoor de C weliswaar niet te verloochenen maar minder geprononceerd naar buiten te brengen. Ik weet niet hoe ik het moet zien. Stiekem christelijke waarden – overigens nauwelijks verschillend van de essentie van andere religies en overtuigingen – in de mix doen, missie in het verborgene? Wel je broeders hoeder zijn maar het niet laten merken? Of toch een deel van die waarden onder het tapijt schuiven? De afgelopen jaren doen het ergste vrezen.
Als je sleutelt aan eigen overtuiging om de kiezersgunst te winnen, onverantwoorde compromissen aangaat om macht te behouden, als je niet bent wie je ten diepste wilt zijn, blijven je woorden leeg. Dan zak je zomaar terug naar 13 zetels of minder.
En géén mosterdzaadje.
Terug naar mensenmaat.
Dan ga je ook geen miljard op ontwikkelingssamenwerking korten, niet als VVD en niet als PvdA. Hoe moeilijk – ik weet het echt – veel mensen in Nederland het op dit moment ook hebben. Je doet én én want je laat niemand zakken.
Uitruilen heet het geloof ik. Tit for tat. Dat kan je doen met JSF’s of zo maar niet met mensen die in nood zijn, kom nou!
Veel liefs
Frank