aardbeving

Lieve Allemaal,

En dan komt er nog één: nog een aardbeving. Zondagavond, de rust is net teruggekeerd na het petekind afgeleverd te hebben bij vrienden van zijn ouders in Kuta, kijken we, nog wat beduusd van de chaos die Kuta is, moe naar de tv. Opeens begint alles te schudden en, getraind en alert door eerdere bevingen, rennen we het huis uit, de tuin in. Strategische plek opzoeken, ergens waar vallende bomen noch muren ons zouden kunnen raken, wachten tot het over is. Het was de sterkste beving die ik meemaakte tot nu, minutenlang stonden we daar; Doni ijzig kalm – hij heeft ze in Sumatra nog wel krachtiger meegemaakt – en ik aanvankelijk nerveus en angstig. Uiteindelijk hier thuis nauwelijks effecten. Een fles arak stukgevallen, wat kleinere dingen kapot op de grond en dat was het, voor ons niets om over te zeuren. Het was een beving van 7.0 op de schaal van richter, het epicentrum lag meer dan 100 kilometer van Ubud en denkend aan het geweld hier is het nauwelijks voorstelbaar hoe het daar in Lombok geweest moet zijn. En nog is. Het dodental stijgt, duizenden huizen zijn ingestort, mensen slapen buiten en de angst voor nog een beving, heel begrijpelijk met vorige week ook al één met een kracht van 6,4, is voorlopig niet weg. Wij hebben veel geluk gehad.

Het is een gebeurtenis die diepe indruk op me heeft gemaakt. Daar staan in de tuin terwijl het huis staat te schudden, bomen heen en weer zwaaien, het zwembad over de rand klotst en ondertussen de grond letterlijk golft onder je voeten; in die paar minuten werd mijn beeld over mijn plaats op deze aarde scherp gekaderd, misschien wel bijgesteld. Zo duidelijk deel van een geheel waarvan de grootsheid mijn voorstellingsvermogen overstijgt maar ook, zeker op dat moment, een eenzame gast op een aardbol die ons mensen niet nodig heeft, een stofje dat even verschijnt in een eindeloze eeuwigheid en – hoop en verwachtingen bijgesteld naar mensenmaat – als een vuurvliegje zou willen zijn: lichten in de korte spanne tijd die reikt tussen gekend zijn en teruggaan naar de oorsprong. Nooit eerder voelde ik me zo eenzaam en tegelijk zozeer deel van iets dat ik slechts ten dele kan bevatten. Ik was even niets, ik was even alles.

Lieve groet, Frank