Lieve allemaal,
Doni is voor een dag of tien in Lampung en het is stil in het huis, heel erg stil. Op de dag dat ik naar Nederland vertrok kon Zoef opeens niet meer staan. Hij was al een paar weken niet in orde, verloor veel gewicht en was niet meer de actieve hond van de laatste elf jaar. Hem laten inslapen kwam wel bij ons op maar zijn blij kwispelende staart als we hem aanspraken, en vast ook onze aarzeling en misschien wel afschuw van zoiets ingrijpends, maakten dat we besloten het nog even aan te zien. De volgende dag al werd hij niet meer wakker. Zoef is niet meer. Wij verloren een goede, trouwe vriend. Geen hond meer die je elke morgen blij begroet, geen Zoef die uitzinnig blaffend en springend aan de weg staat als Doni of ik na een reis weer thuiskomen. Doni spreekt niet van dood of overleden maar van ‘dia pergi’, ‘hij is vertrokken’. ‘Waarheen denk je?’, vraag ik. ‘Naar onze gedachten, onze herinneringen, onze harten’, is zijn antwoord. En zo is het.
Wel vaker denk ik dat Indonesiërs een andere, wellicht betere verhouding hebben met de dood. Natuurlijk is er, net als overal, diep verdriet nadat een dierbare is overleden. Lange tijd, jaren, zijn er na een overlijden op gezette tijden ceremonies – bidden, herdenken, her-inneren, danken. Dat voortbestaan in harten is zeker waar maar het komt me voor dat verzoening met hoe het leven kan zijn een diepgeworteld onderdeel in de cultuur is. Chronos, de tijd gemeten in minuten, uren en dagen, heeft in Indonesië niet zo’n prominente plaats. Ik denk aan Kairos*. In het begrip Kairos komt de tijd vanachter ons tot ons en verglijdt naar de horizon waarbij wat gebeurde uit het zicht raakt. Kairos gaat over het aangrijpen van gelegenheid en mogelijkheden als die langskomen en, naar ik denk, ook over loslaten. Moeilijk weet ik, ook na bijna twintig jaar kunnen er brokstukken zijn die nog steeds niet achter de einder verdwenen, worden vastgehouden door verlangen en verdriet en voortgang blokkeren.
We gaan verder, veelal ook met de dagelijkse zaken. Bali heeft al honderd dagen geen regen gezien en er is intussen een tekort aan water. Ons boorgat, zestig meter diep, geeft soms geen water meer en op de eilanden voor de kust van Bali is geen fles water meer te krijgen. En het blijft extreem warm, veertig graden gevoelstemperatuur komt geregeld voor. Een flink verschil met die tien of zo graden die me in Nederland en Denemarken ten deel vielen. En veel ernstiger: de verkiezingen die eraan komen. Eerst Nederland. Een frustrerend geringe invloed maar ik ga wel stemmen en hoop maar dat we met voldoende kiezers een catastrofe weten af te wenden. Begin volgend jaar is Indonesië aan de beurt. Ook hier staat veel op het spel. Een ingewikkeld systeem waarin party hopping niet ongewoon is en het uiteindelijk lijkt te gaan om een groep (elite is intussen zo’n beladen woord) die elkaar braaf de bal toespeelt. Rivalen van gisteren gaan er samen voor, regels die in de weg staan worden ad hoc aangepast; lood om oud ijzer al heet dat hier anders. Heden ik, morgen gij; maar dan gaat het erover wie de macht en de baantjes krijgt. Later in het volgende jaar de VS, ik houd mijn hart vast.
Ik denk wel eens dat we veroordeeld zijn om te worden veroordeeld door toekomstige generaties, en vind daar maar eens een weg uit.
Lieve groet,
Frank
* Kairos was in de Griekse mythologie de jongste en meest rebelse kleinzoon van Chronos, die voor verandering, inzicht en ommekeer wist te zorgen. Eigenlijk was Kairos een strategie om los te komen van die andere Griekse god van de tijd, van Chronos, die de uren telt en onverstoorbaar wegtikt en daarmee orde en structuur in de wereld aanbrengt, maar ons ook het patroon van de eeuwige herhaling van hetzelfde oplegt. (bron wikipedia)