Arch

Lieve Allemaal,

Emeritus Aartsbisschop Desmond Tutu, de grote man die zich het liefst Arch liet noemen, is niet meer. Ik denk aan de paar keer dat ik hem mocht ontmoeten en weer hoor ik zijn kakelende lach en de wijze woorden die hij, haast terloops, liefdevol en vol overtuiging sprak. Zij die het voorrecht hadden de Arch te ontmoeten en verstandig waren probeerden hun kant van het gesprek te beperken tot luisteren. Hijzelf daarentegen vroeg honderduit want hij was geïnteresseerd in en hield van alle mensen.

In het leven van Emmanuel en mij had hij een heel bijzondere plaats. We mochten hem ontmoeten en een email van de Arch na die verschrikkelijke gebeurtenis toen bewaar ik met dankbaarheid. Een laatste schakel naar ons leven toen is verbroken en, veel erger, Zuid-Afrika moet de mens die het geweten van de natie vormde missen en de wereld moet zonder de wijze en moedige Desmond Tutu verder. Vandaag is een dag van rouw en verdriet.

Mijn gedachten gingen naar de laatste keer dat we de Arch samen hoorden spreken en ik vond onderstaand epistel. Misschien schrijf ik nog wel een keer over mijn ontmoeting later, later nadat …

Lieve groet, Frank

Kerst in Kaapstad

Het was de eerste en, zo zou later blijken, ook de laatste kerst die we samen vierden. Vierentwintig december 2004, een wandeling in de zon langs de zeeboulevard en een drankje op een terras – zomer in Kaapstad brengt het kerstgevoel niet echt dichterbij. Vrienden hadden ons uitgenodigd voor een kerstontbijt de volgende morgen in een van de chique hotels die Kaapstad rijk is, later op de dag zouden we dineren op het Waterfront. Maar wat te doen op kerstavond, die avond van introspectie en verwachting?

We besloten naar de nachtmis in de kathedraal van Kaapstad te gaan. In de volle kerk vonden we redelijk vooraan plaatsen en, tot ieders verbazing, ging emeritus aartsbisschop Desmond Tutu voor. ‘Nee’, verzekerde hij ons, ‘u bent niet in een tijdmachine belandt en de huidige bisschop is niet ontslagen, hij is ziek en ik neem voor vanavond zijn plaats in’. ‘Als u dat goed vindt’, voegde de bescheiden grote man er aan toe. Wij vonden het een buitenkansje. 

De preek, ik denk dat het zo heet, was een bombardement van aanmoedigingen en inspiratie. Natuurlijk viel ook het woord ubuntu, een begrip dat Tutu na aan het hart ligt. Ubuntu, ik ben omdat wij zijn, een ‘je deel weten van het geheel’ dat verbondenheid en broederschap tot een aangename plicht maakt.

Hij benoemde de noodzaak het hogere in de ander te willen herkennen en vertelde de grap van de man die tijdens een overstroming in levensgevaar op het dak van een huis drie reddingspogingen afwees; een kano, een roeiboot zowel als een helikopter stuurde hij weg met de boodschap dat god hem wel zou redden. Zijn klagen bij god toen hij toch verdronken was vond geen gehoor. ‘Ik heb je twee keer een boot én een helikopter gestuurd en nu ga je klagen?’  

In eenvoudige woorden, toegesneden op het leven van elke dag, riep Tutu op de weg te gaan van imitatione Christi*. We ontmoetten een optimistische Tutu die met diepe ernst en zijn kakelende lach lokkende verten beschreef, vergezichten schilderde die heimwee opriepen, heimwee dat bevestigde dat die beelden altijd al in ons hart woonden. 

Later tijdens die dienst sprak de Amerikaanse zanger Harry Belafonte, toevallig in Kaapstad blijkbaar, over het goede dat de VS de wereld heeft gebracht en nog steeds zou kunnen brengen. Maar ook hoe egoïsme, eigenwaan en bullygedrag dat positieve inmiddels ruimschoots overschaduwden en hoe de verantwoordelijkheid aan ons allen toeviel het beter, veel beter te gaan doen. 2004 was niet veel anders dan 2021. De Amerikaanse consul verliet tijdens die speech, niet geruisloos, de kerk.

Toen wat later in de dienst het moment van de verzoening kwam was dat niet, zoals ik eerder in Zululand meemaakte, met een uitbundig omhelzen. Grote stad: een hand voor de buur voor, naast en achter je is daar voldoende. De ernst was er niet minder om. 

Wij hadden licht gezien, de hoop en kans op vrede, een welbehagen in mensen. Met een opdracht vooraan in onze gedachten liepen we door de zomernacht naar huis terwijl onze handen met elkaar spraken.

Frank van den Ham – Msimang

* Imitatione Christi, Thomas á Kempis.

Kwetsbaar

Lieve Allemaal, 

In 1859 schreef Charles Dickens over de tijden net voor en tijdens de Franse revolutie, een dikke zestig jaar eerder. Het had vandaag geschreven kunnen zijn.

Het was de beste der tijden, het was de slechtste der tijden, het was de eeuw der wijsheid, het was die der dwaasheid, het tijdvak van het geloof, het was dat van het ongeloof, het was het jaargetijde van het licht, het was dat der duisternis, het was de lente van de hoop, het was de winter der wanhoop; we hadden alles te verwachten, we hadden niets te verwachten …

Het zijn nogal donkere tijden en dat komt niet zozeer doordat de kortste dag dichtbij is. Als iets de situatie samenvat is het misschien wel dat we meer dan ooit onze kwetsbaarheid ervaren. Verwachtingen moeten bijgesteld, weinig is zeker. En onzekerheid maakt dat goede voornemens, het staan voor overtuigingen, het volharden in het plan het goede te doen; dat dat alles soms, eerder dan anders, vergaat in een gevoel machteloosheid. ‘s Morgens moedig op weg, een uurtje later struikelen over (alweer) een schaduw. Zonder wat licht op het pad is overeind komen lastig. 

Het is van alle tijden en toch lijkt het of we dit jaar meer dan ooit verlangen naar licht. Kerst staat voor die belofte: dat er licht zal zijn. Niet op een miraculeuze wijze, er zijn doeners nodig. Het verhaal vertelt van de geboorte van iemand die besloot zelf dat licht te zijn en dat ieder daarin kan volgen.

Zo simpel, zo moeilijk.

Waar het lukt dankbaar licht te kunnen geven, licht dat in de eerste plaats onszelf verlicht. Waar het niet lukt met een misschien wel gefluisterd ‘ik probeer het morgen opnieuw’. Nooit alleen, we zijn hier samen.

Ik wens u allen zinvolle dagen en een goed en gelukkig 2022.

Lieve groet, Frank

zorgen

‘Ik ween om kleinheid van de grote mannen waarvoor de macht steeds voor de inhoud gaat.’    

Mw Els Borst

Lieve Allemaal,

We hebben een kleine pauze, een paar dagen zonder regen. Het regenseizoen is vol in gang en de buien zijn heviger dit jaar maar nu dus even niet. Nieuw – in al die jaren nog niet meegemaakt – een storm uit het westen waardoor het terras drijfnat wordt. Nog steeds niets om over te klagen, andere delen van Bali staan gedurig onder meer dan een meter water.

Mijn operatie is achter de rug, vooralsnog valt het tegen. Een wond die niet heelt en niets is verbeterd, integendeel. Ik hoop dat tijd de oplossing is. De kosten, gedekt door de verzekering, waren wel verbijsterend laag. Verblijf in een eenpersoonskamer met douche en Ac, goede verzorging en keuzemenu voor de maaltijden: € 30,– per dag. Geen koffie te krijgen, dat dan weer niet, maar Doni bracht elke dag een beker. Prima zorg dus al is de administratieve afhandeling bizar. ’s Morgens om negen uur mocht ik naar huis, moest nog even blijven omdat de verzekering de betaling goed moest keuren. Om vijf uur kon ik een taxi bellen. Consulten voorafgaand en na de operatie moest ik zelf voorschieten. Nu blijkt dat een rekening, afgetekend voor voldaan, nog geen bewijs van betaling is; er moet een ‘kwitansi’ komen, één voor elke rekening. En die 5 formulieren die de specialist moest invullen moeten opnieuw, het is met een blauwe pen gedaan en dat moest ‘natuurlijk’ zwart zijn. Bureaucratie, ook dit land is er vol van.  

Corona is ook hier nog steeds een ding. De verplichte quarantaine was 8, werd 5 en toen 3 dagen. Vorige week zondag werden het er weer 7 en sinds vrijdag zijn het er 10. Een wat zwalkend beleid, waar kent u het van? Met een telkens veranderende situatie schijnt het niet anders te kunnen. Kritiek is niet zozeer een Indonesisch ding, de mensen accepteren gelaten hoe het is. Gerekend hoe de maatregelen er hier, een land zonder wezenlijk overheidssteun, inhakken is dat bijzonder. Misschien een gebrek aan opruiende types in het parlement en maatschappij? Nederland is een dikke 12000 kilometer van hier maar nooit ver weg. Het lijkt me daar allemaal niet zo geweldig te gaan. Populisten, haatzaaiers en bruin gevaar op de flanken, het midden staat onder druk. Met dank vooral ook aan dat midden zelf. Gedraai om de kiezersgunst, de onderschatting van wat de kiezer best wel weet of op z’n minst aanvoelt; een nieuwe bestuurscultuur lijkt ver, heel ver weg. De volksmenners en bruinhemden op de flanken zijn er blij mee. Is een verband tussen het citaat van mw Borst bovenaan deze blog en de lengte van de formatie? Dilemma: het is moeilijk te geloven dat de ploeg die zoveel door de vingers liet glippen, mensen liet vallen, het allemaal op gaat lossen maar nieuwe verkiezingen zie ik met angst tegemoet. Te lang, het is altijd te lang, is Nederland bestuurd als een bedrijf. Niet mee kunnen komen? Jammer, we zullen zien wat we kunnen doen. Het echte probleem – we nemen anderen niet mee op onze reis – gaat ons opbreken. Polarisatie is ook: we hebben de ander laten vallen.      

Ons gaat het intussen goed. Doni is er weer en de avonden zijn vol met samen opera luisteren, een fles wijn opentrekken en geraakt zijn. The road rises up to meet us, meestal wel. The wind is often at our back.

lieve groet, Frank

Vertrouwen

V: Het landsbelang, zit dat nu verstopt achter al dat gekissebis, eigenbelang en partijbelangen?

A: Moet haast wel, ze zullen het toch niet weggegooid hebben?

Lieve Allemaal,

Het is nog steeds stilletjes in Bali. De luchthaven is weer open voor internationaal verkeer maar tot op heden geen vluchten aangekomen. Met de verplichte quarantaine en nog zo wat blijkt er geen animo te zijn. Ook lokale toeristen moe(s)ten nu een PCR test laten doen, de kosten waren haast net zo hoog als een ticket, dus ook dat toerisme liep niet echt. Om de haverklap wijzigingen in het beleid. Die pcr test hoeft nu in sommige gevallen niet meer, welke is vooralsnog onduidelijk. De quarantaine is verkort van 9 naar 5 naar 3 dagen, de prijs van een test is begrensd op € 17,–. Wel gaat na bijna twee jaar coronastilte de hoofdstraat van Ubud op de schop, alles gaat open. In Sanur, een bekende badplaats, worden voet- en fietspad langs het strand opnieuw ingedeeld, overal sloop en breekwerk. Veel kleine winkeltjes die de crisis tot nu hebben overleefd moeten verdwijnen. Het is allemaal niet de beste planning ooit.

Ons gaat het goed. Soms lunchen buiten de deur in een restaurantje met een grote tuin en weinig gasten, Doni doet de boodschappen en verder nergens heen. Behalve twee ceremonies de afgelopen week – één Moslim en één Hindoe – vanwege de opening van de nieuwe spa van Yendra en Frans. We blijven hopen dat het bezoek snel aantrekt.

Verder druk met het maken van het ledenobject voor de “Vereniging vrienden modern glas”. Ik mag dat dit jaar doen en dat is mooi, het levert werk op. Op de ledenvergadering zou ik een presentatie geven over het productieproces en de gedachte achter het ontwerp. Dat kon niet doorgaan, twee keer quarantaine en gigantische kosten; naar Nederland zat er niet in. Daarvoor in de plaats heb ik een filmpje gemaakt dat die informatie geeft en dat redelijk hilarisch, hysterisch is uitgevallen. Begrijp dat het op de vergadering een succes was, tot en met applaus. Voor wie geïnteresseerd: het staat op YouTube met deze link. https://www.youtube.com/watch?v=ld6M5GFBUMk (Alleen leden van de vereniging kunnen bestellen.)

Komend jaar maart wel naar Nederland, het kan niet anders omdat de bestelde objecten afgeleverd moeten worden. Het moet dus en ik zie er zeer naar uit maar, ook vraag ik me soms af hoe goed het nu echt gaat in dat land waar ik van houd.  In Indonesië is het vertrouwen in de overheid ongeveer nul. Als er ooit al boosheid en cynisme waren is dat al lang ingeruild voor de berusting van: ‘je doet er toch niets aan’. Met geschiedenis waarin heersers in het verleden – Nederland incluis – willekeur, eigen belang en zelfverrijking tot norm maakten als basis, hebben politici en andere bestuurders met corruptie, incompetentie en onrechtvaardigheid vlijtig aan dat gebrek aan vertrouwen doorgewerkt. Nu blijkt ook in Nederland het vertrouwen grotendeels weg maar de berusting van hier gaat in Nederland niet (meer) komen. Dat er het ‘ze moeten’, ‘ze zouden’, agressie en Faceboek deskundologie voor in de plaats komen, dat een aantal querulanten hun politieke winkeltje en inkomen als kamerlid draaiend houden op die golf van wantrouwen vind ik zorgwekkend. 

Volgende week een paar dagen naar het ziekenhuis voor een operatie. Niets ernstigs – oude(re)mannenkwaaltje – maar wel een narcose en ik zie er een beetje tegenop. ‘Komt wel goed’, zegt u? Ja, daar vertrouw ik ook maar op.

Lieve groet, Frank

Linksaf slaan

Lieve Allemaal,

Na veel toestanden met testbewijs, vertraagde en gecancelde vluchten is Doni eindelijk, na meer dan een maand familiezaken in Sumatra, weer terug. Huis is weer thuis, Zoef de hond probeert niet meer weg te lopen en slaapt weer op de bank op het terras.

Heel lang niet geschreven, geen glansverhaal maar het ging gewoon niet. Ik heb nogal eens de neiging een put in te duiken. Oud(er) worden staat hoog op ons wensenlijstje omdat het alternatief niet aantrekkelijk is maar ik vind het nogal eens lastig. Ietsje meer begrijpen, ietsje meer rust en steeds minder dat moet, da’s fijn. Maar het is ook constateren dat de idealen waar mijn generatie voor stond steeds verder uit zicht lijken te raken. Ons werk niet goed gedaan of zijn zoveel mensen van kamp gewisseld? Een gevoel van machteloosheid is meestal gebaseerd op een overschatting van eigen mogelijkheden. De zorgen van de wereld op mijn schouders nemen en dan klagen dat het zwaar is. Joh…

Ik zei het al, geen glansverhaal. Van de Tom-tom in Nederland kent Doni een tekst die hij nu regelmatig op me loslaat. Links afslaan: even van koers veranderen. (Wel fijn dat hij linksaf slaan kiest.) Ik doe mijn best en het gaat steeds beter. Zoeken naar kleine stapjes die wel te maken zijn, hopen dat meer mensen dat doen.

De TINA, de There Is No Alternative speedboot van psychiater Dirk de Wachter, raast naar een toekomst met (nog) meer welvaart. Hoe verder op de voorplecht, hoe rijkelijker de champagne stroomt. Het grootste deel van de opvarenden is tevreden en op het middendek hopen ze op een plekje meer vooraan. Zie de verkiezingsuitslagen. Een kleiner deel kijkt met zorg naar het achterdek waar, bij gebrek aan zelfs maar een railing, de een na de ander het water indondert. Alleen een paar gelukkigen worden opgepikt door hulpverleners in rubber bootjes of misschien: alleen een paar ongelukkigen worden opgepikt door hulpverleners in rubber bootjes. De rest…

De Wachter heeft het over de geestelijke gezondheidszorg die moet omgaan met steeds groter wordende problemen en legt de oorzaak bij een egocentrische en vooral hedonistische maatschappij, zonder oog voor de noden van anderen. Akelig correct en het geldt niet alleen voor de geestelijke gezondheidszorg. ‘Nederland is in de grond een socialistisch land.’ Het is dat u het zegt mijnheer Rutte, het zou me zomaar ontgaan.

Hier in Bali regent het al dagen, de verdenking is dat het regenseizoen dit jaar gewoon een dikke twee maanden te vroeg begint. Of, zoals Frans opmerkte, hebben we te maken met het staartje van het vorige natte seizoen? Hoe dan ook, het regent en ook daar word ik dan weer triestig van, nerveus en een beetje depressief. Wat u zegt, een afwijking.  

Verder blijft de toestand hier zorgwekkend. Niet voor ons, wel voor veel Balinezen. De grens van wat nog kan is al lang gepasseerd. Op Facebook plaatst een Balinees het bericht of niet iemand, alsjeblieft, de vier Durians (fruit) die zijn ouders nog hebben voor Rp.100.000 (€ 6,–) wil kopen. Er kan onderhandeld worden. Overal zie ik mensen die alle mogelijke spullen langs de weg proberen te verkopen en ‘ngamen’ (‘zingen’ voor geld) bij de stoplichten. Deze week kwamen bedelaars een restaurant binnen. Wel heel ongemakkelijk vond een gast. Ja mevrouw, zeer ongemakkelijk. Voor hen.

Met een lieve groet, Frank

’t is al augustus

In zomergasten zegt Robert Vermeiren over een groep feestende jongeren: ‘Nee, dat is geen feestende meute, het zijn mensen die verbinding zoeken’. En dan hoop ik zo dat hij gelijk heeft.  

Lieve Allemaal,

Kijken naar de opening van de olympische spelen. Sporters van meer dan tweehonderd landen lopen het lege stadion binnen, mooie mensen van alle nationaliteiten verenigd in trots hun land te vertegenwoordigen, allen hoopvol en bereid tot het uiterste van hun kunnen te gaan. Glanzende ogen en blij lachen dat het mondmasker trotseert. De vlag wordt gehesen, het vuur ontstoken, vuurwerk en honderden drones doen iets spectaculairs. De droom van vrede en saamhorigheid, van kameraadschap en respect, een vergezicht op hoe de wereld kan zijn, zou moeten zijn.

Toespraken, woorden en beloftes die minder stroken met de realiteit. Bobo’s die van de spelen vooral een geldmachine hebben gemaakt en zichzelf enorme vergoedingen waard achten – hotelsuites van $ 20.000 per nacht – helpen samen met politiek en bedrijfsleven het ideaal van De Coubertin aan gort. De sporters waar het feitelijk om gaat in het pak genaaid door commercie en politiek. Atleten en, pijnlijker nog, het beeld van een droom van de mensheid tot instrumenten gemaakt in een grote geldmaakfabriek.

In de dagen die volgen mooie mensen, roerende demonstraties van broederschap. De sporters zijn een feest om te zien en toch, is die diepgevoelde droom niet te mooi, te kostbaar en kwetsbaar om in dienst van economisch of politiek gewin te stellen?

Bij vertrek uit het quarantainehotel rijd ik door een eenvoudige buurt met weinig imponerende huizen en een ietwat versleten moskee. Het is er niet druk. Hoewel ook in Jakarta een lockdown geldt zijn een paar kraampjes open; misschien met levensmiddelen, dat mag. Er rijdt een man op een overbeladen fiets. Hij heeft een toeter bij zich en gaat, pep pep pep, door de wijk. Het gewicht zal meevallen; een enorme hoeveelheid opblaasdieren en knuffels waardoor de man maar ten dele zichtbaar is tussen de lading. Er fietst een speelgoedwinkel door de buurt. Ik zie dat hij stopt en het lijkt tot een transactie te komen. Man doet zijn best een paar rupiah te verdienen in moeilijke tijden. Een illegale actie, het gaat niet om een eerste levensbehoefte. Dan rijdt hij een zijstraatje in. Als ik hem zie gaan denk ik: ‘Het mag niet moedige mijnheer, maar toch: Semoga sukses!’

Met de auto naar Bali want het gebroken glas in de koffer hoeft niet verder kapot. Twee dagen rijden over Java, onderweg controles van vaccinatiebewijs en covidtest, overnachten in een beroerd hotel, dan de pont naar Bali. De chauffeur haalt bij de haven een nieuwe test want antigen is slechts vierentwintig uur geldig. De test moet daarna nog wel ‘gevalideerd’ worden door een andere instantie, een paar kilometer terug; heel efficiënt. In een lange rij staan de mensen dicht op elkaar te dringen, zeker de helft draagt geen masker. HOE DAN?

De situatie is hier slecht. Ondanks de geringe testcapaciteit een toenemend aantal besmettingen en, in vervolg, sterfgevallen. Ziekenhuizen overvol, tekort aan zuurstof, mensen die wachten op de parkeerplaats van het ziekenhuis tot er iemand overlijdt, tot er een plek vrij komt. Zuurstoftekort.

De lockdown wordt hier wekelijks verlengd, nu weer tot de 17de (Onafhankelijkheidsdag) maar iedereen verwacht wéér een verlenging; elke week een ‘weekje’ erbij om grote demonstraties te voorkomen. Hoe lang die tactiek effectief blijft is de vraag; het rommelt onder de Balinezen. Winkels dicht, faillissementen overal, chauffeurs en gidsen al meer dan een jaar werkeloos, hotels en te verhuren huizen en appartementen leeg. Dat vooral een flink aantal westerlingen de maatregelen aan zijn laars lapt en op sociale media alles wegzet als onzin en complot helpt ook al niet. Evenmin als het totale gebrek aan handhaving, veel mag en kan niet maar niemand die controleert. Andere buitenlanders vertrekken. Australië overweegt een vliegtuig te sturen om haar burgers op te halen. De zorg is dat, in geval van een ziekte, Covid of anderszins, de ziekenhuizen niet veel kunnen doen.

Onafhankelijkheidsdag, wij zijn er klaar voor

Wij maken het goed al is er genoeg om over te somberen; in Indonesië, in Nederland en overal. En, hier in Penestanan geen echte ramp maar toch, in dit droge seizoen al bijna drie weken, met een paar korte pauzes, uren-, dagenlang ongekende hoosbuien. Klimaatverandering, zegt Doni. Mogelijk en waarschijnlijk maar dat weten we niet zeker, begin ik. IPCC, zegt Doni. Hij heeft gelijk, sterk punt. Ondanks alle triestheid op het eiland ben ik heel blij weer thuis te zijn. Morgen is het vrijdag de 13de augustus, de tweede keer sinds 2004. Met geen idee waar we nu waren geweest, weet ik wel waar ik had willen zijn. Morgen ga ik bloemen kopen.

Vrijdag 13 augustus 2004

Lieve groet, Frank   

*Dat het een succes mag zijn.

Tellen!

Lieve Allemaal,

Ik zit in een kamer op de 17de etage en kijk uit over (een deel van) Jakarta onder een wolk van smog; armoedige wijken gelardeerd met moderne hoogbouw. Niet zo leuk bij aardbevingen meldde Doni optimistisch. Niet aan denken, ik moet het hier acht dagen volhouden. Dinsdagavond aangekomen na een lange vlucht in praktisch lege vliegtuigen, van de meer dan 300 zitplaatsen waren er een 40 bezet. Slecht voor de vliegmaatschappij, voordeel voor mij. De film Nomadland gekeken (aanrader) en over drie stoelen kunnen slapen. De maaltijdservice stelt niets meer voor, verdere service is geschrapt. U begrijpt, corona. Een irritant oponthoud in Singapore alwaar mijn paspoort een keer of dertig is gecontroleerd, evenals vaccinatiebewijs, pcr-test, enz. Onder begeleiding in ganzenpas een kleine marathon van de ene gate naar de andere, bij aankomst in Jakarta nog één naar de uitgang. Ook op het vliegveld hier veel gedoe. Voor het eerst veel glas in de koffer gebroken. Niet zeuren; veilig in Indonesië en over acht dagen mag ik naar huis.

Nederland was een warm bad met alle mooie ontmoetingen alleen: te weinig tijd. Ik had zoveel meer vrienden weer willen zien, de weken vlogen voorbij. Anderzijds, met naast het verschijnsel coronakilo’s nu ook Nederlandkilo’s… Lief warm welkom gaat (te) vaak samen met gebak, lekker eten en drank. Intussen vrees ik het verschijnsel quarantainekilo’s.

Het was goed in Nederland te zijn al leverde het met regelmaat een soort van cultuurshock op. De welvaart, het gewoon zijn dat allerlei altijd maar kan … een fel contrast met hier waar de randjes van wat nog draaglijk is vaak al lang zijn overschreden. Familie en vrienden die ik ontmoette hadden er (gelukkig) geen last van maar ontevredenheid en een misplaatst idee ‘er recht op te hebben’ lijken breed aanwezig. Alles is relatief, ik weet het. In de hele buurt geen vervoermiddel te bekennen en ik ben rijk met een fiets. De hele buurt een auto en ik ben arm met diezelfde fiets. En toch, dat ‘tel je zegeningen’ van tante de Haan* was geen lege platitude.

Mooi dat ik een aantal werkstukken af kon leveren en … ‘Het Boek’ is gedrukt, ‘De Andere Kant’  is klaar en erg mooi geworden. Mag ik zeggen, de foto op de omslag is niet van mij maar van een Russische kunstenaar die toestond dat ik die afbeelding gebruikte. Ook van het boek de bestellingen afgeleverd c.q. verstuurd, er wachten er nog wel een aantal om verkocht te worden, zie voor details onderaan in deze blog. (Geeft de lezer van deze blog een hint.)

Zie onderaan deze blog.

Over een dikke week terug naar een Bali dat nog steeds, nu tot de 26ste, in lockdown is. En weer zijn het vaak westerlingen die de regels negeren – die korte vakantie aan het strand blijkt opeens een essentiële trip, mondmaskers zijn er voor anderen en een groot feest moet kunnen. Er wordt wel vaker ingegrepen, een aantal mensen is terug naar eigen land gestuurd. Gedeporteerd heet dat hier maar dat klinkt ons, net als de ‘razzia’s’ die de politie af en toe houdt, beroerd in de oren. De boetes, ook voor Indonesiërs, zijn hoog. Recent werd een aantal mensen in Java veroordeeld tot het betalen van 5 miljoen Rupiah omdat ze hun winkeltje open hadden gehouden. Dat is € 300,–; klinkt misschien nog te doen maar het is hier een heel dik maandsalaris. Moeizaam sleept Indonesië zich door de crisis en de bevolking betaalt, zeker in Bali, een hoge prijs. De besmettingen lopen op en het grootste deel van het land is nog niet gevaccineerd. Intussen wil Nederland tienduizenden vaccins vernietigen want die stonden geparkeerd bij huisartsen en dat schijnt onbetrouwbaar te zijn. ???

Na deze pandemie wordt alles anders hebben we gedacht. En hoe nu als, zelfs tijdens die pandemie, de menselijke maat alweer zoek raakt of misschien wel zoek blijft? Op u en mij ligt een hoop werk te wachten.

Lieve groet, Frank

*Tante de Haan, een van de liefste en wijste oude dames die ik heb gekend, vriendin van mijn opa in het bejaardentehuis. Mogelijk dat als opa iets doortastender en jonger was geweest, dat ze mijn oma had kunnen worden.

De Andere Kant. 37 korte verhalen en 2 gedichten op 148 pagina’s. € 20,– inclusief verzendkosten. (verzending vindt plaats vanuit Nederland.) Maak € 20,– over op NL78RABO0398824045 tnv F.E. van den Ham en binnen een paar dagen heeft u het boek in huis.

Weten

Lieve Allemaal,

Vandaag de tweede vaccinatie ontvangen. Het zou afgelopen vrijdag gebeuren maar aangekomen bij de locatie was er niemand. Ook geen bord met een verklaring, je ziet maar. Via de tam tam vernomen dat het vandaag wel ging gebeuren. Goed geregeld, snel geprikt. Dat mijn vaccinatiebewijs zes keer over moest vanwege fouten in naam en datum… ach. Doni was hier niet toen ik de eerste prik kreeg dus die ging vier weken geleden naar een andere locatie en kreeg gisteren ook zijn tweede prik. We zijn veilig.

Het is meestal al wat later op de avond voor het hier een beetje afkoelt. Niet dat het ver onder de 25 graden gaat komen maar, vergeleken met de ‘gevoelstemperatuur’ van zo’n 36 graden overdag is het heerlijk. De regentijd is nu echt voorbij al kwam recent nog een enorme hoosbui over; de dagen zijn zonnig en droog. En warm dus. De Sedap Malam, een struik met kleine, licht onopgemerkte bloemetjes die  haar geur verspreidt in de nacht staat voor het huis. De veranda, de woon- en de slaapkamer zijn doordrongen van haar koelfrisse geur. En iets later, als die voor het huis is uitgebloeid, komt de Sedap Malam achter het huis tot bloei. De geur reikt dan weer tot op de veranda voor. Een tuin met eigen kokosnoten, citroenen, sinaasappels, pepers en bloemen bloemen bloemen. Doni heeft de orchideëen weer in bloei gekregen en is bezig tomaten te kweken. Elke dag genieten. Bevoorrecht met een eigen wereldje waar het goed toeven is. Intussen ontgaat wat er buiten gebeurt me niet. Ik denk weleens helaas.

Op 4 mei citeerde Roxanne Van Iperen de Duitse schrijver Walter Kempowski: ‘Wist u ervan?’, een vraag die hij jarenlang aan allerlei mensen stelde. En meestal was het antwoord:

‘Nee, ik wist het niet’.

In zijn column in het Parool verwoordt Johan Fretz zijn, en ook mijn probleem: ‘Ik weet het’. Er is geen ontkomen aan. Ik weet. Opkomend bruin gedachtengoed, het plan een ‘nette’ buurt statushoudervrij te houden, woningnood die op het conto van asielzoekers wordt geschoven, landen waar vaccinatie een utopie is omdat ‘wij’ voorgaan … Ik weet en, anders dan ik misschien zou hopen, ik weet nog veel meer. Niet dat ik zo slim ben, zo is het niet, maar ieder die een krant leest en een moreel kompas bij de hand houdt weet.

Ik weet, wij weten.

Nog even en ik word 69, dan ben ik ouder dan mijn vader werd; een zeurende gedachte die het hele jaar bij me bleef en een irreële zorg werd. Hoe verder? Liever geen somberheid maar het vaak gedroomde, naïeve perspectief van eindeloos en alle tijd is intussen wel vervlogen. Geen tijd meer om mezelf ruimhartig tijd te laten voor correctie en verbetering, geen tijd ook om destructieve krachten met begrip tegemoet treden. Veel staat onder grote druk of zelfs in brand. Juist dan is begrip voor de mens én nul begrip voor en krachtige afwijzing  van ‘gedachtengoed’ dat de menselijkheid dreigt te vertrappen een verplichting aan ons menszijn. Respect voor de ander vraagt ook om een ondubbelzinnige veroordeling waar aan grondwaarden wordt getornd. Het laveren, het blijven achten van de ander en tegelijkertijd duidelijk zijn in afwijzing, wel willen maar er niet altijd in slagen polarisatie tegen te gaan want niet elke opvatting is ‘gewoon een andere mening’…. Een lastige opgave vind ik.

We weten, ik weet. 

Lieve groet, Frank

Het is mei

Lieve Allemaal,

Met zoveel te bewenen, elke dag, lijkt schrijven soms irrelevant. Voor mij al helemaal: de koetjes en de kalfjes, verwondering en zorgjes, het dagelijkse, het gewone dat leven misschien wel hoort te zijn. Liever geen opgeblazen superbelevenissen en altijd blije gezichten op facebook maar: het was mooi vandaag. Of niet, dat komt ook wel voor. Niet onderlegt om diepzinnige filosofieën de wereld in te sturen blijft me alleen dat: wat is er zoal gebeurd, was mijn dag een goede dag, was mijn goede dag dat ook voor een ander?

Daar past gedenken en dankbaarheid bij naar zovelen die ons leven, neem dat letterlijk, gered hebben. We zijn erfgenaam van ontelbaar afgebroken dromen, van ondenkbaar leed en verloren toekomst. Een erfenis die roept verder te bouwen of nieuw te bouwen waar hun leven en streven, onderweg of nog in de knop, vaak op de meest gruwelijke wijze werd afgebroken. Daar past dankbaarheid én plichtsgevoel; het is aan ons hun dromen tot wasdom te brengen. “Sobibor begon met een bordje in het Vondelpark, verboden voor Joden …” , zei de koning op de vorige vier mei herdenking. Op de plaats van dat bord hangt nu een spiegel begrijp ik. We mogen daar allemaal wel eens in kijken, intussen lopen er nogal wat in Nederland waar het een verplichting voor zou moeten zijn. Lang kijken en hun eigen, armoedige denkbeelden eens onder de loep nemen. Gesloten terras en een beperkte avondklok vergelijken met toen … Ik ben daar strontziek van.

We waren een paar dagen aan de kust van Candidasa, hotels zijn goedkoop en er even uit was een goed plan. Het hotel was wel een wat trieste bedoening. Twee kamers van de vijftig bezet en de service leed er zeer onder. Nauwelijks gasten dus waar maak je je druk over, het hier geldende gezondheidsprotocol (masker, tafel ontsmetten na gebruik en meer) werd niet aangehouden. Bijzonder was wel dat de eigenaar of architect een voorkeur bleek te hebben voor de kleur paars die Simon Carmiggelt ooit eczeemverwekkend noemde. Wanden, lakens, handdoeken, de kussens door het hele hotel en de ligbedden bij het zwembad, alles was paars. Zelfs de ‘schilderijen’ op de kamers hadden allemaal iets van die paarse kleur. Denk aan een slecht geschilderde dame met een paarse bilnaad of een geabstraheerd Balinees dorp met paarse hutjes. Maar, we waren eruit, we hebben geluierd, lekker en veel gegeten (boeken we weg onder het kopje coronakilo’s) en veel van de omgeving bekeken; het was mooi.

De schilderijen hangen hier nogal eens scheef. Recht hangen levert weinig op; morgen hangen ze weer op half zeven. Het zijn de toke’s, hagedisachtigen die hier soms over de wand lopen, die daar verantwoordelijk voor zijn. Niets engs, het zijn vriendelijke jongens en meisjes, ze eten muggen en andere insecten en buiten een eenmalig ongelukje waarbij er één vanaf het plafond zijn behoefte op mijn hoofd deed, heb ik er geen last van. Dus, ik laat die groene, rood gespikkelde vrienden met rust. De kikker in het aanrecht vind ik ook geen echt probleem, hij vertrekt wel weer en die slang, ooit verdwaald in de badkamer..; niet zeuren, dat was gewoon een vergissing. Vandaag hing ik voor de zoveelste maal een ets in de badkamer recht maar die bleef scheef trekken. Ook raar dat er een dikke draad onderuit kwam. Toen ik eraan trok bleek het de staart van een rat te zijn die een inbreuk op zijn lichamelijke integriteit niet kon waarderen. Er zijn grenzen vond de rat. Ja, dat vind ik dus ook.

Galungan is weer voorbij, net als Kuningan dat het einde markeert van een periode waarin de overwinning van goed op kwaad wordt gevierd en de voorouders op bezoek komen. De voorouders vertrokken weer, de penjors staan er nog, bambu staken die goden en voorouders noodden om te komen. Ook daarin is duidelijk dat Bali het moeilijk heeft. Waren ze andere keren meestal vol versiering en dus duur, nu was het anders. Even geen indruk maken op de buren maar verstandig omgaan met het weinige geld dat beschikbaar is. Het zal moeten maar hee, een miezerig kerstboompje is ook een kerstboom.

Links hoe het was, rechts type mijnheer P met een plusje.

De meeste zijn nu van het type dat wij ‘type mijnheer P.’ noemen. Dat komt zo: we zijn ermee gestopt maar toen wij nog een penjor plaatsten bestelden we er eens een bij mijnheer P. en betaalden een fors bedrag voor de meest lullige penjor van het hele dorp. Bij de neus genomen. Nu zien we ze overal. Bali heeft het nog steeds heel moeilijk.  

Intussen een reis naar Nederland geboekt, als het allemaal goed gaat vertrek ik eind juni. Flink wat werkstukken mee (Truus en Kees!) en veel af te leveren. Daarna terug met een nieuwe voorraad glas. Hoe het gaat met quarantaine in Nederland en bij terugkomst hier is nog niet duidelijk, ik zie wel.

Lieve groet en ik hoop tot juni, Frank

Morgen

Lieve Allemaal,

Doni is weer thuis uit Lampung, extra goed in deze moeizame weken. Na het overlijden van mijn broer is de wereld niet meer als het was; somberheid, sterfelijkheid, opstandigheid en moedeloze berusting zijn vaak sleutelwoorden. Al jaren waren er, letterlijk, duizenden kilometers tussen ons. Nu is die afstand weggevallen, én zoveel groter. Geen telefoon, geen email, niets. Het gaat goedkomen, ik ben hier eerder geweest. Het gaat nooit goedkomen, dat missen blijft.  

In Bali verandert niet veel, de meeste winkels en restaurants nemen niet de moeite te openen, het blijft stil. Er zijn plannen de komende maanden weer wat toeristen te gaan ontvangen uit een paar landen, hoe realistisch het allemaal is zal moeten blijken. Intussen heb ik wel mijn eerste prik gehad (AstraZeneca). Het dorp hier maakt deel uit van een geplande groene (veilige) zone en dus moest iedereen gevaccineerd. Dagje beetje slapjes, verder niets aan de hand. De tweede prik is intussen uitgesteld, geen vaccins op tijd. 🤨 Op de priklocatie, speciaal voor buitenlanders, alleen maar oudere mensen gezien. Het lijkt erop dat het zwevende deel van de expats het af laat weten. Overal, ook binnen in supermarkten en winkels, worden de verplichte maskers door praktisch alle Balinezen gedragen, de meerderheid van de expats doet er niet aan want zij ‘weten wel beter.’ Blij Doni weer de boodschappen kan gaan doen; ik kom elke keer thuis met een kapot gebeten tong. Op straat treedt de politie niet op, in de winkels durft niemand wat te zeggen; de nieuwe kolonialen kunnen rustig hun gang gaan. Nog een reden om niet zo zeer in die veilige zones te geloven.

De crisis heet corona en als we eenmaal de vaccins hebben verstrekt, is dat onder controle. Mwah, met meer dan zeven miljard mensen en een ‘ieder voor zich’ inkoopbeleid lijkt me dat de vraag. Het gaat nog wel even duren. Veel landen komen eenvoudig niet aan de bak bij de inkoop van vaccin; te duur en/of al verkocht. Wat er gebeurt als landen zonder achting voor de mens en op zoek naar meer macht in dat gat springen, wat gebeurt er als mutaties zich vrijelijk kunnen vormen in landen waar niet of nauwelijks geënt is? Wie goed luistert, hoort de vijfde van Beethoven.

En toch, misschien is corona de kleine crisis. Er is ook nog klimaat, welvaartsverdeling, en een economische crisis die heel wat verder gaat dan het straks wat moeizamer of minder hebben. Zo kan het niet verder’ is geen gekke gedachte. Alleen, we zullen wél verder moeten. Leven is een reis, zo mogelijk naar vooruitgang. Het bestaan van de mensheid is dat evenzo. En even geen Mozes die het volk naar het beloofde land leidt. Het is er niet eens, dat beloofde land, dat suggereert zoiets als een eindpunt en dat is er niet op onze reis. En ‘een’ volk? Op zijn best, denk ik, gaan we, haperend en wel, naar een situatie die beter is dan nu. Minder slecht is waarschijnlijker. Met verdeelde volkeren, met hier en daar een kleine Mozes en een overmaat aan dansers om een gouden kalf die zich in het beloofde land wanen; melk en honing voor een exclusieve groep. Wel op weg gaan betekent inleveren. Wie durft die belofte van bloed, zweet en tranen te doen? Zonder ‘draagvlak’, zonder ons, waagt geen overheid zich eraan.

Lieve groet, Frank