Voluntourism

Lieve Allemaal,

Blog, klachtenformulier of gewoon bezorgd?

Het is een merkwaardig fenomeen: haast het hele jaar door zijn er, zeker hier in Penestanan, grote groepen jonge mensen die voor drie of vier weken een ‘vrijwilligersreis’ geboekt hebben. Organisaties, geen Indonesische zover ik weet, verzorgen reizen waarin jongeren een paar weken onderdak krijgen in een kamer hier op het dorp, meestal gedeeld met een paar anderen. Voorts zorgt de organisatie voor een plek, in de regel op scholen, waar ze een aantal halve dagen in de week vrijwilligerswerk kunnen doen. Voor dat, het regelen van de benodigde visa en het ophalen op het vliegveld betalen de deelnemers tot een paar honderd euro per week. Voluntourism is het nieuwe woord. Nu voert de overheid hier de regel in dat een visa voor vrijwilligerswerk in ieder geval niet verstrekt wordt als iemand geen Indonesisch spreekt. In zeker opzicht ben ik er blij mee, als die regel gehandhaafd wordt (altijd een vraag hier in Indonesië) zijn we van dat vrijwilligerswerk verlost.

Die jongeren willen iets bijdragen aan een betere wereld en daar heb ik alleen maar waardering voor. Er zijn echter wel wat vraagtekens te zetten bij de uitvoering. Dat zo’n organisatie er een verdienmodel van maakt – kamers huren voor nog geen € 60,– per maand en daar dan een aantal vrijwilligers in onderbrengen – is één ding, dat door hen georganiseerde stages veelal nutteloos tot contraproductief zijn een ander. Er worden scholen gezocht waar dan een jonge vrouw of man een aantal halve dagen in de week ‘les geeft’ of iets anders mag doen. Engelse les, samen zingen, een lokaal schilderen, het maakt eigenlijk niet zoveel uit, als er maar een stage is. Het schijnt wel steeds moeilijker een school te vinden die aan het programma wil meedoen. Dat dat Engels, nog afgezien van de vraag hoe nuttig het is, nooit iets gaat worden als je geen woord Indonesisch spreekt is duidelijk en geloof me, waar het op zingen aankomt zijn Indonesiërs een stuk bekwamer dan de meeste westerlingen. En het belangrijke ‘aandacht voor de kinderen’? Ook daar de vraag of daar behoefte aan is en, als dat zo zou zijn wat ik dit land over het algemeen betwijfel, hoe nuttig een contact van een paar weken werkelijk is. Uit eigen ervaring weet ik dat het vaak vele maanden kost om vertrouwen van kinderen te winnen, zeker voor iemand uit een totaal andere cultuur. Als er dan al iets van een contact ontstaat; na twee weken weer weg.

Het is geen toeval dat op het toeristeneiland Bali vele honderden stichtingen, samen met duizenden vrijwilligers, iets bij willen dragen terwijl op de eilanden waar de nood echt schrijnend is geen hulp te bekennen is. Noem het wat het is: een vakantiereis en daar is niets mis mee. Geniet, ga weg van de gebaande paden, praat met dorpelingen, doe een potje volleybal met die jongens daar op het veld, maak contact waar mogelijk en leer! Vergeet je CV, bedenk maar dat de bevolking hier de volunteer is, volunteer om jou en mij wat te leren.  

Dit is geen betoog tegen vrijwilligerswerk, integendeel. Het belang van dat wat ‘echte’ vrijwilligers doen kan niet overschat worden. Veel en veel dunner gezaaid weliswaar, zijn er overal mensen die waarachtig iets te brengen hebben en dat van harte en belangenloos doen. Artsen, verpleeg(st)ers, therapeuten, ingenieurs, noem maar op. Voor hen, en vooral voor de mensen in Indonesië, hoop ik dan weer dat die nieuwe regel niet toegepast wordt. Zeker in de gezonheidszorg, in de breedste zin van het woord, is in grote delen van het land behoefte aan hulp, aan alle hulp die te krijgen is. Ik heb groot respect en waardering voor hen die aan die oproep gehoor geven; de school schilderen, liedjes zingen en wandelen met de kinderen daarentegen kunnen ze hier uitstekend zelf.     

En verder gaat het goed hoor. De zwembadpomp moest vervangen, de slijpmachine moet gerepareerd, de boormachine is uit de studio gestolen maar wij hebben het goed. We zijn bevoorrecht.

Lieve groet, Frank   

Spagaat

Lieve Allemaal

Een gedicht van Stijn de Paepe gaat als volgt:

Ik heb zoeven

stiekempjes

een traan of wat

geweend

om de tijd

dat ik bij ‘Donald

nog moest denken

aan een eend.

Het roept bij mij een grimlach op – grappig gedicht refereert aan duistere krachten. Morgen is het 74 jaar geleden dat de tweede wereldoorlog tot een einde kwam. Vierenzeventig jaar is lang blijkt. ‘Dit nooit meer’, maar wat dan nooit meer mag gebeuren is voor velen niet zo duidelijk (meer), niet in de laatste plaats in de landen die toen onvoorstelbaar grote offers brachten. Empathie en compassie gaan op de vuilnishoop, lijden van een ander mens wordt weer een alleszins redelijke prijs voor comfort en gewin. Op naar een wereld waar alleen de eigen welvaart telt en alles van waarde verdwenen is, waar mogelijke private rijkdom het gebrek aan welzijn voor nog geen fractie kan compenseren. Het gevaar van alle leugens die op ons afkomen is niet zozeer dat we die leugens voor waarheid aan gaan zien, het gevaar is dat we de waarheid tussen al die leugens niet meer herkennen. Ik maak me grote zorgen.  Ik doe geen Godwin, de Godwins schrijven zichzelf. Bruine ideologiën worden weer salonfähig, in grote mate machteloos kan ik er niet omheen het beest bij de naam te noemen, te blijven benoemen en daar consequenties uit te trekken. 

Facisme is facisme is facisme; wereldwijd steeds brutaler, ook in Nederland. Dat stilzwijgend laten passeren, wegkijken, maakt medeplichtig. Het sluipt, uitspraken waar Janmaat nog voor werd veroordeeld zijn intussen acceptabel als politieke mening. We moeten die ‘denkbeelden’ gaan noemen voor wat ze zijn: facisme. Het is, buiten dat stembiljet eens in de zoveel jaar, wat we kunnen doen. Dat en verbinden, het gesprek blijven aangaan maar nooit buigen. Die laatste zin toont wel een beetje een spagaat.  

Ubud is vol deze maanden, toeristentijd. Wij proberen het dorp zoveel mogelijk te mijden want geen dag meer zonder forse files. Ook Penestanan, het dorp bij Ubud waar we wonen, is niet meer vrij van verkeersopstoppingen. Deze week diner op een terrasje aan de hoofdstraat met als enig uitzicht een lange rij van uiterst langzaam bewegende auto’s en motoren. Hoe lang de kruik …, geen idee. Voorlopig genoeg mensen die het leuk vinden hier. Niet alleen Venetië en Amsterdam worden onder de voet gelopen, ook hier gaat de leefbaarheid achteruit. Massatoerisme maakt dat kapot waardoor het wordt aangetrokken. De Balinezen leven intussen haast allemaal, direct of indirect, van dat toerisme dus die houden zich stil. Werk voor de gewone man en de rijken hebben villa’s gebouwd voor de verhuur of verhuren hun land en vinden het ook prima. Het is een dilemma. Werkgelegenheid maar karige loontjes omdat het grote geld of naar een paar rijken hier of naar het buitenland gaat, vooruitgang maar verlies van eigenheid. Vooral bij de jongere generatie bespeur ik nogal eens ongemak of ronduit haat tegen alles wat hierheen komt en vaak geen verrijking is. Wenkbrauwen gaan noord als er alweer een stel toeristen in het nieuws komt wegens wangedag of nog een feestclub wordt geopend met luide muziek tot diep in de nacht. Ubud is tot nu gespaard van MacDonalds, alle andere ‘verworvenheden’ kruipen binnen. Maar zonder telefoons, laptops en internet, zonder online shops en alles eromheen gaat het ook hier niet meer en daar is geld voor nodig. Spagaat. Hoe haal je het goede eruit zonder ‘besmet’ te raken door destructieve ellende?

Op het schoolplein hierachter wordt elke morgen luid gebeden en daarna nog veel luider het volkslied gespeeld. De TV kent een soort van censuur, de priesters gooien er nog een pleuntje ceremonie bovenop, de gouverneur verplicht traditionele kleding op donderdag en onderwijs in het Balinees … Helpen gaat het allemaal niet, de verlokkingen uit het westen zijn ook hier, ondanks opkomend nationalisme, te groot. Vooralsnog zie ik die ‘ontwikkeling’ niet stoppen, het is allemaal wel handig en er is geld te verdienen .

Zoef de hond kan zeker meedingen naar een prijs voor de liefste hond, voor die voor de slimste maakt hij weinig kans. Aan de voorkant van den tuin staat een lage muur met een soort van gaten erin waar Zoef dan zijn kop doorheen steekt om de wereld te aanschouwen. Of eigenlijk; er stond een muur. Waarschijnlijk door de aardbevingen van een tijdje terug zijn er scheuren ingekomen en afgelopen zondag was een flinke wind voldoende om een groot deel van de muur in het stroompje ervoor te storten. Je kunt nu, met een sprong van zo’n 70 centimeter, de tuin uitspringen, de wijde wereld in. Maar Zoef blijft thuis, dat de situatie is veranderd is hem ontgaan. Kijken naar voorbijgangers of woedend blaffen naar die paar honden waar hij geen vriend mee is, alles vanachter een niet meer bestaande muur.

Lieve groet, Frank  

uit Bali

Uitspraak van de week: Als u bezwaar heeft tegen mijn homoseksualiteit, dan heeft u geen probleem met mij, meneer de vicepresident, uw meningsverschil is met mijn Schepper.’(Pete Buttigieg, democratisch president kandidaat)

Lieve Allemaal,

Doni is al langer thuis en ik ben, na een aantal weken lesgeven, sinds maandag ook weer in Bali. Thuis! Nederland samen was mooi, veel gezien, de toerist uitgehangen, vrienden ontmoet, de tijd ging snel. Het mooist vond Doni de rondvaarten in Amsterdam en Rotterdam maar als stad ziet hij liever Amersfoort. Van de vrienden die ons voor de deur van hun huis begroetten is hij nog steeds onder de indruk. Zelf weer eens toerist in Amsterdam was ik wat teleurgesteld. Vroeger was het Damrak leuk, de Kalverstraat haast exclusief en had je geen kaas- en nutella-winkels, bij van Dobben was de bediening snel vriendelijk. Oude mensen – net 67 geworden, dank voor alle goede wensen – krijgen dat. Op de Königsallee in Düsseldorf waren we ook; een verachtelijke kant van de wereld breed uitgemeten. Etalages uitsluitend bedoeld voor die 0,1 %, ik denk eigenlijk voor het deel daarvan dat hard aan een psychiater toe is. Of een cursus compassie, nog beter. Een jack voor € 33.000,–, een horloge van € 245.000,– (!), computertassen die € 20.000,– moeten kosten; bij Doni overheerste verbijstering, ik wordt er ook boos en wat misselijk van.

Eindconclusie van Doni: “Mooi om het allemaal gezien te hebben, fijn om je familie en vrienden te ontmoeten maar ik houd toch het meest van Indonesië”. Begrijp ik hoewel je hier voor het warme weer even niet hoeft te zijn. Het is ronduit koud, vannacht een extra deken op het bed. In Java vroor het op het Dieng-plateau acht graden en bij de Bromo is sneeuw gesignaleerd. Koudegolf, duurt tot en met augustus wordt verwacht. Na verschillende 37 graden dagen in Europa ook wel weer lekker.

Het lesgeven ging prima zowel in Zwitserland als Engeland maar was zoals altijd redelijk zwaar. Foute planning van de opdrachtgever – eerst Zwitserland, dan naar Engeland en dan weer naar Zwitserland – hielp ook niet mee. Maar niet klagen, we kunnen ook financieel weer even voort.

Nog even over Nederland; wat zijn de mensen overal vriendelijk. In winkels, restaurants, waar je maar komt een hartelijk goedemorgen, fijne dag, enzovoort. Doni merkte het niet echt op, het is hier (buiten toeristisch Bali) standaard maar mij viel het op. Leuk, mooi! Iets van tegenwicht voor de bizarre reacties die via media ook tot je komen. 2 jarige kinderen terughalen uit Syrië? Er schijnen figuren te zijn die bang zijn dat zo’n kleuter (zuigeling?) volgende week met een broodmes op mensen op het Damrak inhakt of, wie weet, zichzelf opblaast in een bus of tram. Niet doen, gewoon laten verrekken. De kapitein die 40 of meer mensenlevens redde krijgt te horen dat ze beter mét die 40 had kunnen verdrinken. Een volksvertegenwoordiger – welk volk in godsnaam idioot? – wilde het strafbaar stellen mensen op te pikken die dreigen te verdrinken op zee. Gaan politici ook wel eens winkelen in bijvoorbeeld Amersfoort. En zien ze dan hoe vriendelijk en goedwillend de meeste mensen zijn?

Op twitter zie ik de meest bizarre reacties langskomen van een aantal handelaren in angst. Niet omdat ik ze volg maar omdat die paar politici die ik redelijk acht en wel volg hen weer volgen. Ik begrijp dat je het in de gaten wilt houden maar volg je nu ook die aardige mevrouw uit de schoenenwinkel? (Doni deed in Nederland een Imelda Marcos, vandaar.)  Terug naar de basis die redelijk is. Ontmaskering van volksmenners en weerwoord blijft nodig, alleen al om te voorkomen dat redelijkheid valt voor gebral. Een breed podium voor arrogant eigenbelang en haat naar de ander, terwijl aandacht voor het goedwillend middenveld veelal ontbreekt, is geen goede zaak.

Hieronder nog een aantal foto’s van ons bezoek aan Nederland. Lieve groet, Frank 

Nog negen dagen

Lieve Allemaal,

Een miljoen soorten planten en dieren zullen de komende decennia verdwijnen. De kans dat we daar tijdig maatregelen tegen treffen lijkt me gering. Experts wijzen, niet verbazingwekkend, de eeuwige nadruk op economische groei als hoofdschuldige aan. Geld de wortel van alle kwaad? Misschien, soms. Het almaar meer willen, op micro- en macroniveau, is dat wel geloof ik. En er is veel meer dan de biodiversiteit die daar slachtoffer van is; een lange lijst die zich samen laat vatten met levensgeluk en vrede.

De verkiezingen hier zijn achter de rug, het tellen van de stemmen is nog niet klaar. Het is nogal een klus, volgens officiële berichten zijn meer dan 300 mensen overleden aan bovenmatige inspanning tijdens de verkiezingen en het tellen van de meer dan 5 x 150 miljoen stemmen – het waren 5 verkiezingen in één. De belangrijkste natuurlijk die voor president. Alle metingen geven aan dat de huidige president gewonnen heeft met zo’n 55% van de stemmen, de Indonesische Trumpversie blijft hangen op 45%. Vormvast roept die vanaf dag één over fraude en corruptie, hij zou minstens 65% hebben. De man zag vorige week ook een miljoen aanhangers in een stadion waarin 60.000 mensen passen. (Voor het Capitool hadden ze tenminste nog kunnen staan al waren ze er niet.) De officiële uitslag komt pas rond 20 mei, we wachten af.

Weer geen lintje dit jaar. Wel vaker denk ik aan het scenario waarin ik dan ga zeggen: “Dank voor het vertrouwen mijnheer of mevrouw de boven mij gestelde maar ik hoef niet. Ik wil niet. Waarom zo dwars? Ga ik uitleggen.

Moet je mensen onderscheiden omdat ze ietsje verder dan het minimale gingen? Van mezelf en van ieder ander verwacht ik dat we beter proberen te doen dan een zes min. Soms lukt dat, soms niet. Als het niet lukt zijn daar oorzaken voor; niet willen soms, vaker niet kunnen. Wel tot het uiterste gegaan maar het lukte niet. Is een vingerhoed vol minder waard dan een emmer half vol? En wie zal meten wat een vingerhoed is en wat een emmer? Van de reuzen op wiens schouders ik mag staan kregen maar weinigen een lintje. Ik ken een paar mensen die het verdienen en ook kregen (Erna!!!), veel meer verdienden het ook en kregen het niet. Ik ga mijn moeder er niet bijhalen – nou ja, toch dus – maar daar, in het veelal niet zien van hen die onze maatschappij waarachtig bouwen en dragen, ligt mijn eerste bezwaar. Het tweede bezwaar hangt samen met het eerste. De sultan van Brunei, die van homo’s stenigen en handen afhakken, heeft de hoogste koninklijke onderscheiding die er bestaat en dat betreft geen vergissing. Ik kan een waslijst maken van mensen die het nu net helemaal niet verdienden en wel kregen. Zie de carnavaleske rijen van lintjes als ze een publiek optreden hebben. Smeergeld tussen hotemetoten zonder veel betekenis. (Ja, dat kun je op twee manieren lezen.)

Als mij al zo’n lintje werd aangeboden was dat niet vanwege ‘bijzondere verdiensten van zeer exceptionele aard’ zoals dat voor de sultan schijnt te gelden. Als het iets werd, werd het wat onbeduidends, een ambivalente bevestiging dat ik erbij hoor. Waarbij? En dan twaalf of meer klassen lager dan de sultan. Echt? Met respect en waardering voor hen die hun onderscheiding werkelijk waard zijn – en dat zijn er velen – het is een waarderingssysteem waar ik liever geen deel aan heb.

De reis naar Nederland komt snel dichterbij. Eerst ga ik nog voor een staar operatie aan mijn linker (slechte) oog. Met de ervaringen van mijn broer vind ik het behoorlijk spannend. Het oogziekenhuis hier heeft een goede reputatie, het gaat om het slechte oog dat toch al niet veel meer ziet, het gaat zelden mis, maar toch. Het niet zo slechte oog doet het wel weer wat beter, de oogdruk is omlaag en voor nu buiten de gevarenzone. Er maar vanuit gaan dat het goed komt. En dan 15 mei op weg naar Nederland. Iets meer dan twee weken om van alles te laten zien en zelf opnieuw te bekijken. Veel vrienden bezoeken ook al zullen we, met Doni die Engels noch Nederlands spreekt, de bezoekjes wel kort houden. We zien er naar uit. Wij hebben gezorgd voor tickets, visum en nog zo wat, als jullie nu eens zorgen voor mooi weer. Of is dat dan weer teveel gevraagd?

Tot gauw, lieve groet, Frank

Tjitjaks

Lieve Allemaal,

Het heeft weer even geduurd voor ik de nieuwe blog klaar had. Wekenlang stinkhard gewerkt aan een E-book over glas vormen maar nu is het klaar. Het staat online en de verkoop gaat goed. De website ook vernieuwd, nog niet alles tot in de puntjes in orde maar het ziet er al fraai uit vind ik.

Doni’s visum is klaar en dus komen we half mei samen naar Nederland. Nog een maandje van alles hier te doen en dan vakantie. Morgen vertrekt Doni naar Lampung, ook al om daar zijn stem in de presidentsverkiezing uit te brengen. Spannende verkiezingen, de keus is tussen ‘verre van ideaal’ en ‘rampzalig’. Beide kandidaten doen hun best gelovige moslims én hen die niet toe willen geven dat niet te zijn (de grootste groep lijkt me) te paaien. Jokowi, de huidige president met een kandidaat vicepresident die dubieuze ideeën heeft, Prabowo, de andere kandidaat, verbond zich o.a. met het FPI, een groep gevaarlijk fanatieke fundamentalistische moslims die er geen been in zien alles wat ze niet zint in elkaar te meppen. Neem dat letterlijk. We wachten af.

Mijn relatie met het dierenrijk is soms wat tweeslachtig. Elke avond werk ik aan de tafel op de veranda en elke avond krijg ik daar bezoek van de kleinste tjitjak die ik ooit zag. Tjitjaks, hagedisachtige beestjes zijn er hier in elk huis. Nuttige vriendjes, stille jongens en meisjes met razendsnelle, succesvolle uitvallen naar elke mug die zo naïef is om even rustig op en wand uit te rusten. En anders dan hun grotere familieleden, de tokehs, poepen ze niet op mijn laptop en de glazen schrijftafel in de kamer. We zijn allemaal klein geweest en dat er dus ook heel kleine tjitjaks zijn zou niet moeten verbazen. Maar zo klein is aandoenlijk. Hij – ik houd het voorlopig op hij, we hebben niet echt kennis gemaakt – zit daar elke avond en lijkt steeds meer op z’n gemak. Ik achter de laptop, hij scharrelend over de tafel. Dat piepkleine leven vlak voor me ontroert, maakt stil en dringt tot mooie gedachten over de schoonheid der dingen.

Zolang het duurt. Met de watertoevoer voor de sawah’s een tijdlang afgesloten zijn de velden in de buurt nog in gebruik voor bonen en dergelijke. Er staat dus geen water op de velden. Kikkers en padden houden van water en wij hebben een visvijver voor de veranda. Zo tegen half tien beginnen ze. Op foto’s evenzogoed aandoenlijke schepsels hebben ze in het dagelijks – nou ja, nachtelijk – leven een ongelooflijk grote bek. TV kijken kan ik verder vergeten, concentreren op wat dan ook al evenzeer; letterlijk pijn in mijn oren van het gekwaak. En ze zijn slim. Zodra ik over de balustrade kijk houden ze stil en voor de zekerheid hebben ze zich van de rand van de vijver verplaatst naar het groen daar direct naast. Volume hetzelfde, wel onzichtbaar. Dat gaat dan uren door en niet eens zo heel langzaam verdampen de mooie momenten die ik tevoren beleefde met vriend tjitjak. Slaan is een bewijs van onmacht. Oh, vandaar die aandrang. Geen zorg hoor, ik sla geen kikkers. Kan ook niet, geen idee waar ze zitten. Maar wat zal ik blij zijn als de sawah weer onder water staat.

Lieve groet, Frank

De andere kant

Lieve Allemaal

Een zwarte dag vandaag. Het nieuws uit Nieuw Zeeland heeft ons flink aangeslagen en voor uren waren we verloren in een onzinnige mantra van dit mag niet waar zijn. Het grofste en vuilste terrorisme – vermoorde mensen, kinderen op de vloer van een moskee – in het land waar haast niemand dat verwachtte. Tranen om onmeetbaar verdriet, tranen en boosheid om alles dat onze wereld verder op z’n kop zet.

De buurman, de tijdelijke bewoner van het huis hiernaast die dagelijks luide, in de studio goed verstaanbare lofzangen op mijnheer Trump debiteert, houdt zich stil vandaag en dat is wel veiliger zo. Onmiskenbaar zijn het de talloze uitingen van haat en afwijzing, het botweg roemen van eigen superioriteit en minachting van wie anders denkt, die ons dagelijks om de oren vliegen die mede schuldig zijn aan het wantrouwen van en de haat voor het andere. Ongeacht welk geloof of welke overtuiging als argument wordt misbruikt, ten diepste gaat het om het ontketenen van vuige instincten waarvan het onwaarschijnlijk is dat ze ooit waren ontwaakt, laat staan gegroeid, zonder het klimaat van aanmoediging dat steeds prominenter aanwezig is. Misschien leek de opmars van bruinhemden tot een halt gebracht maar ook vandaag marcheren ze: op kousenvoeten, met witte hemden en een stropdas. ‘Respectabele’ dames en heren die, al bouwend aan cellen en muren, mijn eerbiediging van hun recht op vrijheid verlangen. Een vraag aan mezelf, voor vandaag en alle dagen, is hoe vaak ik dat soort ‘aanmoedigingen’ in woord en daad onweersproken laat.  

Het was Nyepi, het Balinees nieuwjaar. Alles dicht, niemand mag de straat op, geen licht, geen muziek, geen etensgeurtjes. Bali was leeg en stil, zelfs het vliegveld en de havens waren gesloten. Het onderliggende idee was aanvankelijk dat de boze geesten het eiland verlaten zouden wanen en hun heil elders zoeken, tegenwoordig ligt de nadruk op introspectie. Misschien is ook hier de hoop dat je ooit helemaal afkomt van het boze opgegeven. Terecht vrees ik, zelfs in het verleden is geen duurzaam behaald resultaat aan te wijzen.

Ernstig religieus gevoel gemengd met folklore en hier en daar wat onzin. De ATM’s gingen de dag tevoren om één uur ’s middags al op slot, er zou eens iemand geld kunnen gaan trekken. Waar je geld uit zou kunnen geven met alles gesloten en hoe je naar de ATM zou gaan terwijl je zelfs het huis niet uit mag werd niet duidelijk. Het internet ging ook op slot – een lichte geur van fanatisme – maar het zou Indonesië niet zijn als dat plan maar ten dele lukte. In de middag werkte het opeens weer wel voor een uur of wat en op sommige delen van het eiland werd het helemaal niet uitgeschakeld. Wel een rustige dag en verbazend hoe het is als er echt geen geluid van machines, auto’s of motoren is. En ja, die introspectie .., niet verkeerd hoor, een dag met je eigen gedachten.

Druk bezig met een E-boek over het vervormen van glas én een uitgave met een aantal korte verhalen. Al bijna tien jaar schrijf ik met enige regelmaat – nou ja, regelmaat … – een blog en ik ben bezig een aantal actuele of juist tijdloze verhalen daaruit opnieuw en beter uit schrijven en bundelen. Aangevuld met een flink aantal niet eerder gepubliceerde verhalen moet het een boek worden van ongeveer honderdveertig pagina’s, het komt uit in juni van dit jaar. Als het uw interesse wekt: vanwege voorfinanciering e.d. vindt u onderaan deze blog een (hopelijk) aanmoedigend voorstel vooral snel te gaan bestellen.

Lieve groet, Frank

“De andere kant”, ongeveer 140 pagina’s korte verhalen. De publicatie is in juni van dit jaar en de kosten zullen, exclusief verzendkosten, € 17,50 per exemplaar bedragen. Nu al bestellen en betalen levert voordeel op, de prijs is dan € 15,– inclusief verzendkosten. Als u mee wilt doen, graag € 15,– overmaken op

NL78RABO 0398 8240 45 t.n.v. F.E. van den Ham Msimang.

Het boek wordt u dan in de maand juni toegezonden. 

VIP

Lieve Allemaal,

Hier in Bali wil het allemaal wel groeien. Dat is mooi maar heeft ook een down-side. Wat heb ik gelachen om mijn vader die zijn nieuwe tuin prachtig indeelde en vol plantte met van alles moois en er na een tijd achter moest komen dat het spul nog ging groeien ook. Te vol en er klopte niets meer van. Des te wonderlijker dat ik, in een klimaat waarin de natuur zo ongeveer ontploft, bijne hetzelfde heb gedaan. Ja pappa, ik zal niet meer lachen. De meneer die hier helpt in de tuin is meestal bezig met kappen en knippen en deze week was het zover dat twee grote bomen, pas een jaar of twee drie terug als stekjes op de motor meegenomen, eruit moesten. De ene dreigde het zwembad te beschadigen, de ander om over de muur naar de buren te vallen en wat daar dan weer van komt weet je niet. Twee dagen werk!

Om m’n ogen te laten controleren en nieuwe oogdruppels te halen – ik heb al bijna twintig jaar glaucoom in mijn linkeroog en dat wil je dan rechts vermijden – naar het oogziekenhuis in Denpasar. Het is gebruikelijk dat je je eerst registreert en terwijl ik wacht tot ik aan de beurt ben valt lees ik een mededeling. “Buitenlanders betalen vanaf nu het VIP tarief.”  We worden rijk ingeschat blijkt maar weer en gelijkschakeling in de zorg is hier geen thema.

Krijgen buitenlanders dan ook de bijbehorende VIP behandeling vraag ik me af. Welzeker! Ik zit nog geen minuut of ik word uit de rij gehaald en naar een ander deel van de kliniek begeleid. Het vereiste formulier wordt door iemand voor me ingevuld en ik ben gelijk aan de beurt. Gelukkig hebben ze een jonge man in dienst die me dan weer begeleid van wacht- naar behandel- naar andere behandelruimte. Zoiets red je als VIP niet in je eentje. Jammer dat de bloeddrukmeter kwijt was zodat dat moest wachten tot een volgende keer maar verder: heel erg VIP. Verder niet zo gunstig, de oogdruk wordt gemeten en blijkt in het rechteroog gevaarlijk hoog, in het linkeroog (zie ik toch nauwelijks iets mee) is de druk okay maar nu staar en dat wordt een operatie. Gek genoeg duurde het een dag of zo voor het landde; dat rechteroog zou zomaar kunnen gaan. Een stupide opmerking die ik jaren terug maakte kwam weer in gedachten: ‘Blind zijn is in mijn beroep natuurlijk een probleem!’ En de reactie daarop: “Ja jongen, voor taxichauffeurs en boekhouders maakt het niets uit, maar ai, voor jou…’

Heel terechte terechtwijzing maar de helft van die stomme opmerking blijft wel staan; het zou een probleem zijn. Maar hopen dat de nieuwe druppels verlichting brengen. Over een maand ga ik weer voor een VIP behandeling.

Vanmorgen weer eens koffie gedronken bij Ibu Putu, de warung was open vandaag. Dat is niet alle dagen meer en soms komt het ons wel goed uit. We willen haar niet ‘laten vallen’ maar een haar in de soep, botjes in de sate en (uit verhalen) nog erger noodt niet echt. We blijven gaan want ze is zo aardig en wil graag aan het werk blijven. Financieel hoeft ze niet denk ik maar ik begrijp het wel, bezig zijn en je hoort er bij. Ik bestel meestal fruit, Doni een pancake of iets dergelijks, dat kan niet misgaan. Gisteren is Doni voor zijn achtwekelijks bezoek vertrokken naar Lampung, ‘allenig’ dus maar ik kan intussen wel mooi werken aan een E-book over glasvormen, een verhalenbundel en de voorbereidingen voor onze reis naar Nederland in mei. Doni vindt het nog steeds wel veel geld en ‘kan dat nu allemaal wel’ maar we gaan het toch doen. Hij ziet er ook wel naar uit en, in mei vakantiegeld van de AOW. Het moet maar goed komen.

Lieve groet, Frank

Zonnige dagen

Lieve Allemaal,

Het is 23 januari en ik loop door Kings Park in Perth, Australië, een gigantische tuin die deels botanische tuin blijkt te zijn. Het is de dag dat Emmanuels leven beëindigd werd en vanzelf gaan mijn gedachten naar veertien jaar terug. Dat zijn as verspreid is in Kirstenbosch, ook een botanische tuin maar dan in Kaapstad, lijkt een bizar toeval. Maar het is wel goed – ondanks of dankzij – op deze dag hier te zijn, door betoverende tuinen te gaan en te overdenken; het past wel. Denken over wat went, een deel van mij is geworden, geen schreeuwend verdriet meer oproept en toch nooit weg gaat. Denken over wat anders had moeten zijn, over pijn die een ongewenste maar evenzogoed getrouwe reisgenoot werd en in zekere, eigen zin zelfs iets van dierbaar. Denken vol van die merkwaardige mengeling van bewaarde schoonheid en weemoed. In gedachten hoor ik de cello van Hauser die met Dvořák de maan zijn liefde betuigt, aanbidt, smeekt en uiteindelijk – opstandig boos – tot overgave komt: het kan niet zijn. (https://www.youtube.com/watch?v=GKzfWtrK1Bs)

Een zonnige dag in Perth en ik mag hier zomaar zijn. En leven.

Later in de middag bekijk ik in de Art Gallery of Western Australia een wat warrige collectie; werken onsamenhangend opgesteld en gehangen, veel middelmatig met maar hier en daar een uitschieter. Ik loop voorbij aan een groot, textuurloos roze vlak en zie dan de titel. ‘Ik ben omdat wij zijn’. Ja lieverd, die kennen we, dat heet ubuntu. Het verband met het schilderij ontgaat me maar zo wel weer terug naar Afrikaanse logica die, niet altijd zo herkend, de basis is van elk bestaan. Zonder hen die ubuntu tot leidraad maken was veertien jaar geleden ook voor mijn zijn het doek gevallen. Meer nog, zonder dat was voor geen van ons het doek ooit opgegaan.

Een zonnige dag in Perth en ik mag hier zomaar zijn. En leven.

Vijf dagen Perth, dan weet je nog niets over Australië. (Toen Robert Kennedy een gelijke periode in Indonesië was en beweerde het land en de situatie dus wel te kennen was de reactie van Luns – rabiaat rechtse ballen hebben wel vaker gevoel voor humor en understatement – ‘Mister Kennedy, om Indonesië te begrijpen is vijf dagen niet genoeg, een week is echt het minimum’.) Genoteerd.

Alleen een paar eerste indrukken van een mini-stukje Australië dus. De eerste dagen was de hitte extreem, 43 graden in de schaduw, en de airco in de huurauto was (heb ik nog nooit eerder gebruikt) een uitkomst. Wat rondgereden en veel moeten denken aan Zuid-Afrika en de VS; uiterlijk nogal wat overeenkomsten. Een vermoeden dat ook de manier van leven overeenkomsten heeft met de VS is nog geen weten. Weids opgezette buitenwijken, een landschap dat in deze tijd van het jaar vooral droog en dor is maar als ik het groen denk imposant. Zondagmorgen ‘the Apostolic Society’ bezocht, koffie en lunch met bekenden en later naar een van de mooiste stranden die ik ooit zag. Verder glas inkopen (zoals veel bijna drie keer zo duur als in Nederland), workshops afspreken en een paar shopping-malls bekeken. Als je er één zag, zag je ze allemaal en alles, voor mij althans, duur. Heel duur. Het hoogtepunt blijft Kings Park. Midden in Perth een park groter dan Central Park in New York, prachtig onderhouden, geweldige uitzichten en, ook in januari, groen groen groen. Ik bracht er bijna twee dagen zoet.

Zonnige dagen in Perth en ik mocht er zomaar zijn. En leven.

Aanstaande mei samen met Doni naar Nederland, dat wil zeggen, als alles lukt. Visa zijn niet eenvoudig te bemachtigen, we hebben een uitnodiging nodig van iemand in Nederland en dan nog kan er van alles misgaan. Niettemin, we hopen erop: zonnige dagen in Nederland en er mogen zijn.

Lieve groet, Frank

 

Momenten

Opnieuw beginnen kan altijd.

 

Lieve Allemaal,

2019, van harte wens ik u allen een mooi en gelukkig jaar toe. ‘We zullen het zelf moeten maken’ hoor ik dan en dat klinkt als een hele opgave. Maar met gewoon wat beter kijken moet het kunnen lukken lijkt me. Met een blik die vaak gericht is op alles dat zo mis gaat – het komt in ladingen op ons af – ontgaat mij nog wel eens het geluk in eigen ‘huis’. Als we ’s avonds luisteren naar Albinoni op een cello en ik zie bij Doni de ogen vochtig worden, dan voel ook ik tranen; van content en dankbaar. Als de sawah in de morgen, door mijn ogen, opeens in een ander, schoner licht baadt, als een simpel ‘gebaar’ van Zoef de hond me herinnert aan onze gemeenschappelijke bron, als een vergeten orchidee opeens weer in bloei staat, als ik dat allemaal wil zien is voor even de wereld niet hier. Voor even vrede en buigen naar wat me overstijgt, momenten om te verzamelen, te bouwen en te bewaren. Ons huis staat midden in de wereld, daar rondgaan met al die kleine geluksmomenten in mijn ransel maakt de tocht doenlijk en van waarde, niet alleen voor mezelf.

Praktisch dagelijks zie ik pijn die veroorzaakt wordt doordat mensen de mogelijkheid zichzelf te zijn wordt ontzegd. Die zogenaamd wel liefdevolle houding van ‘je mag het zijn maar vorm geven aan je liefde, dat mag nu net niet’ spreekt impliciet van een sadistische god en is even dodelijk, in dit verband een soms letterlijk te nemen woord. Van de Nashville verklaring – u had niet anders verwacht – word ik dan ook niet blij. Juist deze rotzooi uit de VS importeren is een triest staaltje van armoede. De liefde voorwaardelijk gemaakt; alleen te verkrijgen waar de ander precies denkt zoals ik, geen besef dat ‘alles is uit dezelfde bron’ ons broeders en zusters maakt, de belofte ‘Ik zal er zijn’ niet opgevat als een taak maar een cadeautje exclusief voor uitverkorenen met een vermeend gelijk aan hun kant.

Veel erger nog vind ik de houding die spreekt uit zo’n verklaring überhaupt het licht laten zien. Hakken in het zand met een onzalig polariseren dat verbonden zijn – lees broederschap – ontkent. Het krenkt, veroorzaakt diep verdriet en is bizar genoeg, gezien vanuit het standpunt van de ondertekenaars, ook nog eens contraproductief. Namens hun god wordt het onzinnige verlangd (god gaf je diepe gevoelens en die moet je negeren), het onmogelijke gevraagd en het feit genegeerd dat het juist de houding van afwijzing is die velen noodgedwongen naar de krochten van de samenleving doet vluchten om te zijn wie ze werkelijk zijn. Het is allemaal niet nieuw en ook niet uniek voor een bepaalde groep christenen maar toch, deze verklaring publiceren brengt grote schade toe.

En toen, toen een mens ons broederzijn ontkende, gelijke munt of de andere wang? Het is een lastige weg en er gaan harde woorden vallen maar toch, die broederschap moet ook hier benadrukt. Met moeite en inwendig vloekend waarschijnlijk; de weg die met deze verklaring wordt ingeslagen wil ik niet gaan.

En zo terug bij het nieuwe jaar. Financieel wordt het iets minder, voor onze overheid ben ik opeens buitenlandse belastingbetaler maar, hoewel ik het niet redelijk vind, ik ga er niet over zeuren. Sowieso denk ik dat we dat idee dat het almaar steeds beter gaat worden hoognodig eens onder de loep moeten leggen. Voor beter worden zijn er een miljoen kansen, een betere verdeling in de wereld is er één van, maar dat het in centjes voor ons allemaal steeds meer kán worden is de illusie van rupsje nooitgenoeg. Voor dit jaar zoek ik wel een paar mogelijkheden uit dat miljoen.

Lieve groet, Frank

onzekerheid of vertrouwen

Lieve Allemaal

Het verhaal gaat dat geen herberg plaats had, alleen in een stal, ver van publieke opinie en gekrakeel was nog een plaatsje en daar moest het gebeuren, daar waar het oog van de wereld niet komt. Herders uit het veld – eenvoudige lieden, dicht bij de natuur en zeker niet hoog in de maatschappelijk rangorde, misschien later wel onder de hosanna roepers of in de massa van ‘kruisigt hem’ – die herders volgden hun hart en kwamen om het net geboren kind te aanbidden. Niet bepaald een koninklijke ontvangst. Er kwamen wel wijzen om eer te bewijzen maar zij waren koningen ‘van een ander land’. Ach arm, in een stal, tussen de dieren met niet beter dan een voederbak voor het nieuwe leven.

En toch, een plek om te schuilen werd wél geboden. Hoe is dat met de herbergiers in ons land, hoe is dat met de herbergier in mij? Hoe wil ik omgaan met medemensen in nood, met vluchtelingen, met de situatie waarin kinderen die in ons land geboren zijn na soms 10 of 12 jaar weggestuurd worden naar het land van hun ouders, naar een uiterst ongewisse toekomst, getekend door de onherstelbare gevolgen van verraad? Weggestuurd, niet teruggestuurd: ze zijn al thuis.

Het verhaal gaat dat in die stal opnieuw het evangelie van heb uw naaste lief gelijk uzelf werd geboren; van jij bent mij in andere gestalte, van wij zijn broeders. In de dagen die komen vieren we de geboorte van een nieuw mens- en wereldbeeld en noemen het een lichtfeest.

De tegenstelling tussen de hoogstaande idealen die we vieren en de uitkomst van ons handelen stemt vaak moedeloos. Maar in ontelbare stallen van de wereld worden telkens weer compassie en mededogen geboren, de belofte ‘Ik zal er zijn’ wordt steeds weer bewaarheid en bouwt, ver van publieke opinie en gekrakeel, aan een menswaardiger wereld.

Ik wens u en mezelf toe zo’n ‘stal’ te kunnen zijn. Ik wens u zinvolle dagen en een rijk jaar toe

____________

Weer terug in Bali en dat is goed, een mooie tijd in Nederland heb ik intussen wel binnen. Hoogtepunt mijn vrienden weer ontmoeten en de warme band die er altijd is van nabij ervaren. Intussen was de tentoonstelling van mijn werk ook een onverwacht succes, Apple blijkt in Nederland wél goede service te verlenen en de regelaar van de oven is gemaakt. Voorlopig weer ademruimte, financieel en qua gereedschap en dat is heel prettig. Zoef was blij toen ik thuiskwam maar is nu weer chagrijnig, Doni is deze week naar Lampung vertrokken dus het fijn met z’n drieën duurde maar even. Over twee weken weer een blije Zoef, voor nu ligt hij meestal achter het huis te mokken in de studio.

De gouverneur van Bali, ik schreef het al eerder, voerde nieuwe regels in. Op donderdag verplicht in traditionele kleding en op de scholen één dag les in het Balinees en één in het Engels. Van de eerste regel is niet duidelijk voor wie het nu precies geldt al zijn alle supermarkten al om, voor de tweede is mislukking onafwendbaar. Nogal wat kinderen (uit gemengde huwelijken of families van andere eilanden) spreken helemaal geen Balinees en leerkrachten weten niet hoe b.v. mathematica en Japans in het Balinees te onderwijzen. Les in het Engels is een grapje, dan zouden onderwijzers Engels moeten spreken dus dat gaat ‘m niet worden. Een week of zo geleden kwam er iets nieuws bij. Al jaren voert de Indonesische overheid, met veel succes, campagne om de gezinsgrootte tot vader moeder en twee kinderen te beperken.“Dua anak anak cukup” (twee kinderen is genoeg). De gouverneur denkt daar anders over. Minstens vier kinderen voor een Balinees gezin, anders verdwijnen straks de namen Nyoman en Ketut nog, de naam voor de nummer drie en vier in een gezin. (En als dat zo uitkomt zeven en acht alsook elf en twaalf.)

Onzekerheid en dus angst voor een snel veranderende wereld; wel een spagaat als je een voorname bron van verandering fors in huis hebt en tegelijk die verandering buiten wilt houden. Het eiland leeft van toerisme en de welvaart van Bali trekt veel bewoners van andere eilanden aan. Ook de steeds uitgebreider ceremonies hier moeten, denk ik, worden gezien in het licht van ‘niets veranderen, alles om traditie te handhaven en te versterken. Panta Rhei zeggen maar schrikken als het water beweegt.

Het is niet uniek voor Bali. Voor onzekerheid komt geen zekerheid in de plaats, hier niet, nergens niet en vertrouwen in de toekomst lijkt een lastig ding. Het is allemaal niet veel anders dan de roep om ‘behoud van onze tradities’ (zwarte piet), gebazel over homeopatische verdunning, een boerka verbod voor de bühne en nog zo wat dingetjes. Waar blokkeerfries het woord van het jaar wordt is nog wel iets te doen.

Vertrouwen lijkt me de enig begaanbare weg. Panta Rhei is een belofte want, heel eerlijk gezegd, zo geweldig loopt het ook nog niet allemaal. Een journalist verwoordde het zo: vertrouw erop dat het universum nog iets voor jou in petto heeft. Eens. Maar ook vertrouw ik erop dat ik nog wel iets in petto heb voor het universum.

Lieve groet, Frank