Lieve Allemaal,
Het heeft weer even geduurd voor ik de nieuwe blog klaar had. Wekenlang stinkhard gewerkt aan een E-book over glas vormen maar nu is het klaar. Het staat online en de verkoop gaat goed. De website ook vernieuwd, nog niet alles tot in de puntjes in orde maar het ziet er al fraai uit vind ik.
Doni’s visum is klaar en dus komen we half mei samen naar Nederland. Nog een maandje van alles hier te doen en dan vakantie. Morgen vertrekt Doni naar Lampung, ook al om daar zijn stem in de presidentsverkiezing uit te brengen. Spannende verkiezingen, de keus is tussen ‘verre van ideaal’ en ‘rampzalig’. Beide kandidaten doen hun best gelovige moslims én hen die niet toe willen geven dat niet te zijn (de grootste groep lijkt me) te paaien. Jokowi, de huidige president met een kandidaat vicepresident die dubieuze ideeën heeft, Prabowo, de andere kandidaat, verbond zich o.a. met het FPI, een groep gevaarlijk fanatieke fundamentalistische moslims die er geen been in zien alles wat ze niet zint in elkaar te meppen. Neem dat letterlijk. We wachten af.
Mijn relatie met het dierenrijk is soms wat tweeslachtig. Elke avond werk ik aan de tafel op de veranda en elke avond krijg ik daar bezoek van de kleinste tjitjak die ik ooit zag. Tjitjaks, hagedisachtige beestjes zijn er hier in elk huis. Nuttige vriendjes, stille jongens en meisjes met razendsnelle, succesvolle uitvallen naar elke mug die zo naïef is om even rustig op en wand uit te rusten. En anders dan hun grotere familieleden, de tokehs, poepen ze niet op mijn laptop en de glazen schrijftafel in de kamer. We zijn allemaal klein geweest en dat er dus ook heel kleine tjitjaks zijn zou niet moeten verbazen. Maar zo klein is aandoenlijk. Hij – ik houd het voorlopig op hij, we hebben niet echt kennis gemaakt – zit daar elke avond en lijkt steeds meer op z’n gemak. Ik achter de laptop, hij scharrelend over de tafel. Dat piepkleine leven vlak voor me ontroert, maakt stil en dringt tot mooie gedachten over de schoonheid der dingen.
Zolang het duurt. Met de watertoevoer voor de sawah’s een tijdlang afgesloten zijn de velden in de buurt nog in gebruik voor bonen en dergelijke. Er staat dus geen water op de velden. Kikkers en padden houden van water en wij hebben een visvijver voor de veranda. Zo tegen half tien beginnen ze. Op foto’s evenzogoed aandoenlijke schepsels hebben ze in het dagelijks – nou ja, nachtelijk – leven een ongelooflijk grote bek. TV kijken kan ik verder vergeten, concentreren op wat dan ook al evenzeer; letterlijk pijn in mijn oren van het gekwaak. En ze zijn slim. Zodra ik over de balustrade kijk houden ze stil en voor de zekerheid hebben ze zich van de rand van de vijver verplaatst naar het groen daar direct naast. Volume hetzelfde, wel onzichtbaar. Dat gaat dan uren door en niet eens zo heel langzaam verdampen de mooie momenten die ik tevoren beleefde met vriend tjitjak. Slaan is een bewijs van onmacht. Oh, vandaar die aandrang. Geen zorg hoor, ik sla geen kikkers. Kan ook niet, geen idee waar ze zitten. Maar wat zal ik blij zijn als de sawah weer onder water staat.
Lieve groet, Frank